Het is het hele jaar door leuk op mijn balkon, met al die
vogels en die mekkerende kater.
Het balkonnetje is hooguit vier vierkante meter. Er kunnen
niet meer dan twee tuinstoelen naast elkaar staan. De overige ruimte op het
balkon is bezet door plantenbakken met kleurrijke eenjarige planten. Op het aan
de balkonreling bevestigde tafeltje, is ruimte voor eten, drinken, rookwaar en
leesvoer.
Het balkonnetje biedt uitzicht op het binnenterrein. Op het
binnenterrein staan wat fraaie bomen, struiken, wat banken en enkele speelwerktuigen.
Ook aankomende softdrugsgebruikers voelen zich op ons binnenterrein als vissen
in het water en gaan ongestoord hun gang onder het genot van opzwepende
techno-beats.
De speelwerktuigen moeten volgens het buurtopbouwwerk, door
de jeugd zelf worden gekozen. De opbouwwerker heeft uit een catalogus drie
foto’s van speelobjecten geknipt. De jeugd mag daar een keuze uit maken. Het
wordt een levensgrote giraf, die door de jeugd meer gemold dan bespeeld wordt.
Maar niet alleen de kinderen doen raar. Het binnenterrein is
verboden voor honden. Logisch, want wie is er nou dol op een speelterrein met hondenpoep?
Eén bewoner doet ’s ochtends in alle vroegte haar tuinhekje open en laat
oogluikend toe dat haar Duitse herder een kwartiertje zijn poten strekt, een plas
doet en poept. Als ze daarop wordt aangesproken vraagt ze met een quasi
verontwaardigde blik:
‘Is die dondersteen dan potverdikkeme alweer weggelopen?’
Een ander, een corpulente veertiger met een vlassig baardje en een paardenstaart tot tussen zijn billen, is net zo’n asociaal, die laat daar zijn teckel drie keer per dag uit. Buren die er wat van zeggen lacht of scheldt hij uit.
Ook ‘s winters is het leuk op mijn balkon. De plantenbakken heb
ik dan leeg gemaakt en in de kelder gezet. Uit de bakken heb ik de verwelkte
plantjes verwijderd. Op de overgebleven aarde leg ik stukjes brood en zaadjes
voor hongerige vogels. Vooral duiven en merels komen hierop af. Vanaf november staat mijn afgedankte kunstkerstboom
op het balkon. Die hang ik dan vol met vetballen en zakjes noten en zaden. Koolmeesjes
en roodborstjes wippen rond het middaguur van tak naar tak in die kerstboom.
Druk kwetterend en smullend van het lekkers.
De spreeuwen komen in grote getale langs op de dag nadat ik zuurkool of boerenkool gegeten hebben. In die stamppotten doe ik spekjes; het uitgebakken vet daarvan gaat het balkon op voor de spreeuwen. Wat een etterbakken die spreeuwen! Elkaar om de haverklap wegduwen, in de kop pikken en maar schreeuwen. Ze gunnen elkaar het licht niet in de ogen. Het zijn net mensen.
Kater Thijs ontwikkelt zich als een groot vogelliefhebber. Zeer geconcentreerd volgt hij de duif, die over de balkonrand waggelt, de spreeuwen die elkaar de tent uitvechten en het druk-druk-druk gedoe van de koolmeesjes. Ademloos luistert hij naar het kwetter-, koer-, en tsjilpconcert, waaraan Thijs zelf ook meedoet met zijn krakerig gemekker. Met name de duif bekoort hem zeer. Door begeerte gedreven springt Thijs naar de duif. Helaas ontbreekt bij hem het besef van de aanwezigheid van een glazen deur tussen hem en zijn gevederde vriendin. Duif is weg en Thijs even groggy.
Tsja, het is het hele jaar door leuk op mijn balkon, met alle
vogels en die mekkerende Thijs.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten