Aaauuuw! Fenny, zijn kat, springt van schrik wel een meter de lucht in. Kees schreeuwt moord en brand. Hij haalt zijn arm lelijk open aan een onbekend soort bamboe. Die struik komt steeds dieper zijn tuin in. De bamboe komt aangewoekerd uit de tuin van zijn buurvrouw. Jaren geleden nam zij een stek mee uit Zambia, haar geboorteland. Een heel bijzondere soort. Kees zoekt op Google wat het precies voor bamboe is. Hij komt er niet precies achter maar de ‘zwarte bamboe’ komt er het meest bij in de buurt. Pas op voor de wortels, want die zijn vlijmscherp, staat er nog bij. Dat laatste is ie even vergeten, als hij een hortensia wil verplaatsen. Kees snijdt zich dan aan een voortwoekerende bamboewortel. Hij bloedt gelijk als een rund. Het is nauwelijks te stelpen. Zijn vrouw komt, met de heggenschaar nog in haar hand, op de oerkreet van Kees af. Geen moment aarzelt ze, laat de schaar uit haar hand vallen, pakt de verbanddoos en gaat aan de slag.
Het genezingsproces lijkt
voorspoediger te verlopen dan verwacht. Lijkt,
want twee weken later wordt zijn arm eerst rood en dan op de plek van de
verwonding, griezelig dik. De dokter staat er versteld van: ‘god zegene de
greep’ zegt hij. Hij weet niets beters te doen dan een antibioticakuurtje voor
te schrijven.
Op een avond, net gegeten, krantje
gelezen en onderuit gezakt voor de tv: kijken naar een voetbalwedstrijd.
Terwijl hij zit te kijken draait hij onbewust met zijn rechter wijsvinger om de
inmiddels dichtgegroeide wond. De pijn en jeuk nemen toe, Hij kan haast niet
stil blijven zitten. Wrijven en krabbelen over het korstje helpen niets.
Het voetbal kabbelt voort; het was
weer eens zo’n wedstrijd, waarvan je na
afloop zegt, dat je blij bent dat je niet gekeken hebt. Kees heeft niet in de
gaten dat het korstje steeds losser komt te zitten. Een grove overtreding in de voetbalwedstrijd
doet Kees opveren en tegelijk geeft hij het korstje het laatste zetje. Als een
dekseltje van een doosje tilt hij het korstje van de wond. Echt makkelijk gaat
het niet. De korst is toch los … maar er blijkt nog iets ònder te zitten. Heel langzaam
beweegt het korstje omhoog. Kees voelt nog wel wat kriebelen; maar krabbelen
kan hij niet. Dan ziet hij tussen de
wond en de korst iets bewegen; iets levends, gelig, doorzichtig, een langwerpig
soort plaaginsect met vele tientallen krioelende, friemelende pootjes. Kees trekt de korst nu snel omhoog. Onder de
korst hangt het insect van zeker een decimeter lang. Hij slaakt een rauwe kreet
… werpt korstje en beest van zich af. Fenny, de kat springt met beide voorpoten
boven op de korst en het ‘beest’. Ze verslindt het wriemelende plaaginsect en
het korstje onmiddellijk.
Niet lang daarna krijgt Fenny
kuren. Ze maakt sprongen, die we alleen kennen uit haar jonge jaren. Rolt meer op
haar rug over de grond dan ze ooit deed. Ze maakt oorpijnigende geluiden. Drie
weken later is Fenny dood en begint Frans zijn haar plotseling weer te groeien..
Geen opmerkingen:
Een reactie posten