Wat bleef er voor Harrie anders over dan te proberen clown te worden. Als buurtwerker, leraar Frans, boekhouder, controller, amateurtoneelspeler is hij mislukt. Steeds weer moet hij met de staart tussen zijn benen vertrekken. Hij is een notoire querulant … altijd maar weer ruzie , nu eens met zijn naaste collega’s dan weer met zijn leidinggevenden. Nu zit hij in de bijstand … daar kan hij niet van rondkomen. Dus besluit hij te gaan bijklussen … als clown, alleen moet hij nog een partner vinden … … hij wil namelijk als met zijn tweeën gaan werken. Niet zó maar een gewoon clownsduo: hij wil in ziekenhuizen gaan werken voor doodzieke kinderen. En in verpleeghuizen voor bijna terminale ouderen. Daar schijnt veel vraag naar te wezen de laatste tijd. Dat is dankbaar werk, makkelijk ook en leuk. Die kinderen en oudjes zitten zo in de shit, dat ze al lachen om een scheet. Een clown in een ziekenhuis werkt nooit alleen. Er zijn altijd minstens twee clowns. Harrie gaat op zoek naar een humoristische partner. Daartoe zet hij een advertentie in de Havenloods: ‘Clown zoekt clown’ Er komen tientallen brieven op. De een nog grappiger dan de ander. Maar eigenlijk allemaal niks. Op één na. Een stemmige ‘rust in vrede’ kaart, waaruit, als je die openklapt, een engeltje flapt, dat een boertje laat. Dat is de kaart van de enige serieuze kandidaat: Patrick. Op het kennismakingsgesprek bij Harrie thuis komt Patrick aanlopen met paarse zwemvliezen, een maxi-luier en een Feyenoord-shirtje. Op zijn kop heeft hij een rasta-pruik. Het klikt gelijk tussen die twee.
Allebei werken ze niet meer. Harrie zit in de bijstand.
Patrick in de WAO. Hij heeft zich helemaal kapot gewerkt. Van zijn zestiende
tot zijn vijftigste heeft Patrick bij de RET tramrails lopen schoonmaken. Van hun uitkeringen kunnen ze niet rondkomen.
Als clownsduo willen ze een leuk centje
bijverdienen. Wat zou zo’n act nou opleveren?
In Google zoeken ze het op: het ligt bruto tussen de 1.000 en 15.000 bruto
per maand. Ligt er aan hoe goed je bent. Hoe beter hoe meer.
Na twee weken oefenen zijn ze er klaar voor. Het eerste
optreden van de Hapa’s is in het Maria
Kinderziekenhuis. Het schuift honderd euro bruto. Op kamer 136 bij Loretta,
doen ze hun act. Loretta heeft hersentumor. Ze is zeven jaar en heeft een kaal
hoofd. Er gaat een slangetje in haar neus; in haar arm zit een infuus. Naast
haar bed staat een apparaat rustig te knipperen.
De Hapa’s komen de kamer van Loretta binnen. Ze mimen en
jabberen. Ze lopen in oranje overalls, hebben een paarse clownsneus. Op hun
hoofd hebben ze, als hoedje, een geranium. (Loretta moet dan al lachen.)
Patrick loopt kakelend, een paar minuten met onwijs grote stappen heen en weer
in de kamer (Loretta lacht weer) tot Harrie hem tegen houdt en wijst naar zijn
geraniumhoedje. Zijn geranium moet water. Patrick pakt de plantenspuit uit zijn
overall en spuit in de richting van de geranium maar op die plant komt niks
terecht … alles in Harrie’s gezicht … alles … (Loretta komt haast niet meer
bij)………Harrie gromt dan boos …
Nou, zo gaat de act nog even door ... het wordt steeds
kolderieker. Loretta’s dag kan niet meer
stuk dankzij het veelbelovende debuut van de bijklussende Harrie en Patrick
ofwel de Hapa’s.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten