De vriendelijkheid van Peter is Agnes de eerste dag dat hij
bij haar op de zaak komt werken al opgevallen. Vanavond gaan ze bij Agnes thuis
scrabbelen. Hij komt voor het eerst bij
haar thuis. Kussen is er niet meer bij sinds de corona en van ‘de boks’ en
‘elleboogjes’ houden ze allebei blijkbaar niet. Hij geeft Agnes een doosje: ‘wat
lekkers voor bij de koffie, ik hoop dat je het lekker vindt.’
‘Oh, ik lust alles.’ Agnes
neemt zijn leren jack aan. Ze gaat hem voor naar de woonkamer.
‘Mooi hier Agnes. Je
laminaat, tapijt en bank … het combineert
echt fantastisch ...en wauw, die tekeningen … oostindische inkt … prachtig , die uitvergrote insecten ... wie heeft ze gemaakt?’
‘We hebben ze gekocht op een kunstjaarmarkt in Beverwijk. De
werken zijn van Daan Benoké. Ton en ik zijn er weg van, we hebben er gelijk maar
drie gekocht. Nog geen moment spijt van gehad. Ze hangen er al vijftien jaar.’
Peter gaat op de bank zitten. Zij gaat koffie zetten.
Peter is een collega van Agnes. Ze zitten samen met nog twee andere collega’s in de ondernemingsraad
van de zorginstelling ‘Havenzicht’. Agnes is voorzitter van die o.r. Ze hebben
het heel druk met de op handen zijnde fusie.
Agnes en Peter speelden beiden een paar weken geleden voor
het eerst samen ‘Scrabble’ op een spelletjesavond voor medewerkers van
Havenzicht. Er werd niet alleen gescrabbeld; ook geklaverjast en gerummikubd.
Agnes en Peter speelden die avond twee potjes tegen elkaar. Twee keer werd
Peter helemaal in de pan gehakt door haar. Hij wilde revanche. Dat kon hij
krijgen. Daarom zit hij hier bij haar thuis. Dit is de enige avond dat ze kan.
Maar eerst: koffie … met appelgebak.
‘Lekker appeltaartje Peter. Goed idee van jou.‘
‘Moest je man vanavond werken, Agnes?’
‘Neen, Ton heeft een tweedaagse cursus in Wageningen. Morgen is hij weer
thuis.’
‘Wat een ellende hè, Oekraïne?’
‘Ja, dahag, Peter, daar ga ik het vanavond echt niet over
hebben. Ik word daar zo depri van. Trouwens, we zijn hier toch om te scrabbelen?
Ik ga gauw het spel pakken.’
Ze zijn aan de eettafel gaan zitten. Daar is tenminste
ruimte genoeg. Alle letterblokjes worden omgedraaid. Peter mag beginnen. Hij
heeft geluk want met alle zeven letters kan hij een woord maken: RUSLAND.
‘Geldt niet, eigennamen mogen niet,’ zegt Agnes.
‘Jammer’. Dan maakt hij het woord DANS; maar dat scheelt wel
mooi zestig punten.
D’r is gestommel in de gang. ‘Hallo Agnes!’
‘Hè, Ton is nou al terug?’ zegt Agnes tegen Peter.‘ Hij zou
morgen pas komen.’
‘Ik voelde me niet zo lekker, schat,’ zegt Ton, terwijl hij
nog wat aan het rommelen is in de gang. Ik ben wat eerder weggegaan.’ Dan komt
Ton de woonkamer inlopen. Zijn bek valt zowat open: hij ziet zijn vrouw
met een vreemde kerel aan zijn eettafel zitten.
‘Goeienavond samen.
Mag ik me even voorstellen: ik ben Ton, de echtgenoot van Agnes. Wat moet
ik hiervan denken? Wat heeft dit te betekenen, Agnes? Elke avond ben ik verdomme thuis. Behalve deze
ene avond. En héél toevallig, ga jij op
deze ene avond met die man een spelletje zitten spelen.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten