Het is me nog nooit eerder overkomen. Maar eens moet natuurlijk de eerste keer zijn: vannacht ben ik uit mijn bed gerold. Naar mijn gevoel was het midden in de nacht. Het was in ieder geval nog donker. In mijn verbouwereerdheid ben ik vergeten op de klok te kijken.
Met een doffe dreun kom ik met mijn hoofd op het zeil
terecht. Op datzelfde moment kreeg ik
mijn ogen nog niet open. Even later zie ik dat ik met mijn hoofd tussen de
poten van de stoel naast mijn bed lig. Mijn schoenen, die daar altijd staan,
kan ik nu veel te goed ruiken.
Aanstalten om op te staan, maak ik nog niet. Normaal als ik val sta ik
altijd zo snel mogelijk weer op, nu niet. Kennelijk is er een automatisch
pilootje uitgeschakeld. Het daagt me nu, dat ik er aan de rechterkant van mijn
bed ben uitgerold. Raar, omdat ik altijd zo ver mogelijk aan de linkerkant
slaap. Op filmpjes van slapende mensen
heb ik heb wel eens gezien dat ze driftig liggen te woelen. Alleen kan ik niet
geloven, dat ik zelf ook zo druk bezig ben in mijn slaap. Het bewijs is nu wel
geleverd.
Ik lig nog steeds op de grond. Vreemd genoeg voel ik geen
pijn; ook geen bult. Zal morgen dan wel komen. Blijkbaar ben ik in alle
opzichten een secundaire reageerder.
Want toen ik een paar weken terug, bij de gym, met mijn nek op een
stoeltje viel, voelde ik pas twee dagen later de pijn. Maar dit even terzijde,
want ik lig nu nog wezenloos onder die stoel. Een stukje droom denk ik me te
herinneren: ik word achterna gezeten, niet door een mens maar door iets groots,
bruins, snels, engs en grommends. Bijna heeft het mij te pakken … maar dan spring ik over een sloot … en vervolgens knal ik hard met mijn hoofd op
de vloer.
Na vijf misschien tien minuten pas krijg ik de aandrang om
op te staan. Ik krijg nauwelijks
beweging in mijn lijf. Mijn rug en benen hebben er duidelijk geen zin in: ‘blijf
maar lekker liggen daar’ lijken ze uit
te schreeuwen. Maar dat vind ik wat
overdreven. Met moeite til ik mijn bovenlijf op en stoot gelijk mijn kop tegen
de onderkant van de zitting van de stoel.
Weer even liggen, de stoel wat wegschuiven en dan nog eens proberen. Zo lukt het. Ik slaap nog
half en schuif mezelf, bijna snurkend, mijn bed in en trek het dekbed over me
heen. Dan voel ik ineens de elektrische
deken. Die had ik, koukleum die ik ben, toen ik ging slapen aangezet. Op de hoogste
stand nog wel. Was dus bijzonder warm; zeg maar gerust heet. Nu ik er
vanochtend nog eens over nadenk, zou het me niks verbazen, als ik vannacht in
mijn slaap wegrolde van mijn veel te warme
elektrische deken en op de grond terecht kwam.
Achteraf ben ik blij dat er niet iets groots, bruins, snels,
engs en grommends achter me aan zat.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten