De automobilist rijdt, zeker in de stad, graag harder dan hij mag. De overheid is daarom, alweer enige tijd geleden, overgegaan tot plaatsing van verkeersdrempels, dwars over het wegdek, op afstanden, variërend van vijftig tot honderd meter afstand van elkaar. Rijdt de automobilist te hard over zo'n drempel, dan kan zowel de auto als de automobilist beschadigd worden.
Vaart minderen: daar heeft de gemiddelde automobilist een
broertje dood aan. Iedere automobilist kent de truc inmiddels: neem de drempel
uiterst links of rechts. Je houdt de vaart er dan lekker in en het schokken is
minimaal. Het beoogde effect: de veiligheid van de andere weggebruikers is er niet
bepaald veel op vooruit gegaan, met die zigzaggende, bijna over trottoir
scheurende, auto’s. Als fietser ben ik he-le-maal niet blij met die drempels.
Voortdurend moet ik onnodig afremmen……en weer opstarten, terwijl ik met mijn
snelheid van gemiddeld 15 kilometer per uur absoluut geen gevaar op de weg ben.
Wielrenners komen hooguit op 35 à 40 kilometer per uur uit, het telkens weer
moeten afremmen voor de drempel en dan weer op gang moeten komen, is voor die renners
om gek van te worden.
Het is van de dolle dat ik daar, als fietser, onophoudelijk
en overal mee te maken krijg. Ik moet
mijn snelheid minderen en dreun op dreun incasseren. Polsen, ellenbogen, schouders,
nek, rug, zitbeentjes, scrotum, kortom mijn hele lijf krijgt het zwaar te
verduren.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten