Wanneer ik naar foto’s uit mijn puberteit kijk, zie ik iemand die alleen heel vaag in de verte iets met mezelf te maken heeft. Als veertien jarige slungel sta ik in de tuin van mijn ouders. Ik heb een bril op met een zwaar donker montuur. Op mijn arm draag ik mijn tien jaar jongere broertje. Hij heeft witte beentjes en een kort pofbroekje aan. Wie de fotograaf is zou ik niet meer weten. Ik lach in ieder geval schaapachtig in zijn richting. Mijn stevige donkerblonde haar, met mooie slagen heb ik achterover gekamd. Een puistenkop ben ik dan. In die tijd liep ik de deur van de huidarts plat. Nu valt het me op die foto ook pas goed op wat een smalle schouders ik eigenlijk heb.
Tot mijn vijftiende sta ik vrijwel altijd met kort haar op
de foto. Lang haar is bij ons op school verboden. Sikken en snorren ook maar
die heb ik nog niet. Ik laat mijn haar soms wel eens wat langer groeien. Niet
alleen ik, natuurlijk. Ook andere leerlingen. Als het haar te lang wordt moet
je bij de directeur komen. Die stuurt je dan naar de kapper.
Op mijn zestiende begin ik redelijk ‘op te drogen’. Ik heb dan
niet alleen lang krullend haar, tot op mijn schouders, maar ook een mooie
donkerblonde sik en dito bakkenbaarden. Ik heb wel een snor geprobeerd maar als
ik mezelf dan met snor in de spiegel zie moet ik gelijk heel hard lachen. Daar
ben ik dus maar niet aan begonnen. Kleine ogen heb ik en een bril is niet meer
nodig. Dat scheelt ook, want zonder bril zie ik er een stuk leuker uit.
Ik sta op de foto met Elsje Pastoors van de MMS. Leuk, fijn
gezichtje, beetje lipstick, sjaaltje, blauw mantelpakje, witte lage hakjes. Op
die foto is niet te zien of ze nou wel of geen nylons aan heeft. Deze foto is
gemaakt op een tuttige soosavond voor
derdeklassers. Een rigide jazz-combo
zorgt voor de ‘muziek’, weet ik nog; de band staat niet op de foto. Beatbands zijn
dan nog niet welkom op onze school. Wij kijken elkaar op die foto lachend aan. Elsje
is een vrolijke, slimme, sportieve meid. Ze zit op softbal. Daar is ze is
catcher in haar zevental. Die avond
praten we gezellig met elkaar over koetjes en kalfjes.
Op de muziek van het nummer ‘Summertime’ hebben Elsje en ik lekker
staan slijpen. We zoenden later ook nog even voorzichtig. Maar daar is geen
foto van. ‘Tongen’ heb ik dan nog nooit van gehoord. Ik weet op dat moment ook nog
niet, dat zij smoorverliefd is op Harrie, een klasgenoot van mij. Die twee
vinden elkaar al heel snel. Jammer, maar helaas. Ik draag die avond, zoals
eigenlijk elke avond, mijn geliefde
Wrangler spijkerbroek. Als ik die broek uittrek blijven de broekspijpen in exact
dezelfde vorm van mijn benen staan. Verder draag een zwart t-shirtje en … mijn
favoriete donkerbruine suède jasje, van de rommelmarkt: beetje oud; beetje slonzig
maar toch sexy. Vanaf mijn zestiende ben ik lange tijd erg tevreden met mezelf
geweest.
Heel vaag in de verte zie ik in die foto’s iets, dat met
mijn huidige zelf te maken heeft. De bril. De kleine oogjes. Het kleine neusje, toen nog niet zo rood als nu. De
smalle schouders. Mijn voorhoofd, dat al heel vroeg gerimpeld is. Kleding van
de rommelmarkt.
Lang haar is voorbij. Totaal grijs en kaal ben ik nu.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten