Hij gaat weer naar Avignon. Voor het theaterfestival. De eerste drie weken van juli. Alle hotels daar blijken al volgeboekt. Zelfs campings mailen me dat ze al vol zitten in die die periode. ‘Dan maar op goed geluk,’ denkt hij, ‘desnoods wordt het op straat slapen of bij iemand die ik op het festival tegenkom.’
Dan krijgt hij een mail van een hotelier uit Avignon, die
via via te horen heeft gekregen, dat hij onderdak zoekt tijdens het festival.
Zij biedt hem een twee- persoonskamer voor negentig euro per dag. Niet te
weinig! Desalniettemin boekt hij impulsief. Voor hem alleen. Hij regelt ook de
Thalys alvast. Twaalfhonderd kilometer, Rotterdam-Avignon, in nauwelijks 5,5
uur. Retourtje is driehonderd euro. Een
koopje.
Om de kosten van zijn verblijf wat te drukken, zoekt hij, op
internet, via de reisgenotensite, contact met theaterfreaken (m/v).
Contact is er even met een
amateur-cabaretière uit Amsterdam. Die haakt uiteindelijk af. Ze ziet zich niet
drie weken een hotelkamer delen met een getrouwde, sigaartjes rokende, vroege
vogel.
Nooit zal hij weten of ze een type ‘lekker wijf’ is of een
preuts tutje. Zijn reactie is dubbel. Jammer, want negentig of vijfenveertig
euro hotelkosten per dag scheelt nog al wat. Opluchting is er ook, want de
gedachte aan drie weken samen met een ‘vreemde’ vrouw in een hotelkamer voelt voor
hem behoorlijk ongemakkelijk. Gêne was er al bij voorbaat geweest: is hij wel
toonbaar in zijn onderbroek … zou hij hardop scheten en boeren kunnen laten … naakt
uit de douche durven komen?
Identiteitsverlies. Dat is zijn valkuil: dansen naar de
pijpen van een ander. Territoriumstrijd. Zou ze hem dwingen op de grond te gaan
slapen. In zijn slaapzak. Gelijk de eerste nacht al? Of misschien de tweede of derde
nacht, wanneer hij haar, per ongeluk, in zijn slaap, zou hebben aangeraakt.
Of als ze er de voorkeur aan geeft, het
bed te delen met een in Avignon opgepikte Franse, door de zon gebruinde playboy,
met een afgetraind fitnesslijf. Waar blijft hij dan met zijn spierwitte, iets
te zware, boekhouderslichaam. Nou, daar hoeft hij nu niet meer over in te
zitten.
Hij stopt met reisgenoten zoeken. Dan maar een duur en misschien
wel eenzaam festival. Op de zaak zeggen zijn, voornamelijk vrouwelijke, collega’s,
dat ze dat nooit zullen doen. Hij krijgt het verwijt, dat je je vrouw toch niet
alleen thuis laat zitten, terwijl jij lekker gaat lopen genieten en … alléén op vakantie, daar is toch he-le-maal niks
aan? Dan heb je niemand om lol mee te
maken.
‘Ach,’ zei hij stoer maar toch niet helemaal overtuigend: ‘ik
ben blij dat ik er eens een tijdje uit ben, zonder mijn vrouw. We zitten nu al
meer dan dertig jaar op elkaars lip … en wat dat alléén zijn betreft: dat zal heus wel
meevallen? Ik kom op het festival genoeg mensen tegen. Daar ben ik helemaal
niet bang voor. Dat wordt straks echt genieten in Avignon, waar drie weken lang
de verbeelding aan de macht is.’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten