Vanmiddag ben ik in de Agniesebuurt. Een buurtje pal tegen het Oude Noorden aan. Het Oude Noorden, de wijk waar ik na zes jaar verbanning, nog elke dag naar verlang. Vanuit Prinsenland, waar ik nu woon, kan ik niet anders dan door het Oude Noorden fietsen. Vanuit Crooswijk ga ik over de Zaagmolenbrug en dan langs de Rotte aan de ene kant en het huis van mijn vriend Derck aan de andere kant. Ik fiets langs de locatie waar, als ik hier net woon, nog de gemeentereiniging en de brandweer (ROTEB) zitten. Nu zie (en hoor) ik daar een megaterras vol onbeschaamd luid kakelende en borrelende yuppen.
Als ik er in 1969 kom wonen, zijn hier alleen nog maar
arbeiders. Yuppen bestonden toen al wel maar durfden zich in onze wijk niet te
vertonen. In de gezellige kroegen van destijds, klinkt vaak een variant op een destijds
populaire leuze: ‘Elke yup die Het Oude Noorden vrolijk binnenhuppelt, wordt er
één, twee, drie weer uit geknuppeld’. Dat schrok natuurlijk wel af, hè. Vroeger was het overduidelijk: de rijke-pikkenstraten
van deze wijk zijn de Noordsingel en de Bergweg; meer niet. De rest is voor de
armoedzaaiers. Nu is diversiteit in het Oude Noorden gemeentelijk beleid: van de allerarmsten tot de rijkste stinkerds …
van Jemenieten tot Oekraïners … van studenten tot arbeiders … van (weinig) betaalbare tot (merendeels) ònbetaalbare
nieuwbouw . Vanzelfsprekend past de middenstand zich aan het publiek aan: het
Kookpunt, je moet er de centen maar voor hebben, voor àl die kookflauwekul. Net
als voor de als paddenstoelen uit de grond schietende elitaire eettentjes. Het
enige nostalgische arbeidersmonument, bioscoop Victoria, is inmiddels met grond
gelijk gemaakt. Ook Correct dat voor de kleine portemonnee een alleszins
redelijk aanbod van elektronica heeft is door de sloopkogel geveld. Het grote
stuk grond tussen de Bergweg en de Benthuizenstraat, dat daardoor vrij is
gekomen, wordt nu bouwrijp gemaakt voor een volgende serie onbetaalbare
koopwoningen.
Er is tegenwoordig zelfs een heus theater in de wijk: Studio
de Bakkerij. Reken er maar niet op dat de autochtone Oude Noorderlingen, voor
zo ver die hier überhaupt nog wonen, zich daar naar binnen gaan. Ze hebben gewoon
meer dan genoeg aan Feyenoord of Sparta en de kroeg.
Gelukkig heb ik nu mijn grondig verziekte lievelingswijk achter
me gelaten. Ik ben nu in de Agniesebuurt. Wat een armoedig zooitje is dat, zeg!
Een grondige opknapbeurt is geen overbodige luxe. Het is toch niet persé nodig,
dat aan al deze woningen te zien is, dat ze tot het segment van de bijstandtrekker behoren.
Ik moet in de Banierstraat zijn. Daar is zowaar een leuk theatertje.
Tegen het uiterst redelijke tarief van twee euro is er een optreden van de
groep Ouwe Rotten. Afgelopen vrijdag vaar ik op de Oude Maas. Op de boot raak
ik aan de praat met Carel. Net als ik zit hij bij het amateurtoneel. Carel ìs
bij die Ouwe Rotten. Zondag heeft hij een act in theater de Banier in de
Agniesebuurt. Ik vind het wel leuk om daar
naar toe te gaan. Zijn act blijkt onderdeel te zijn van een gevarieerde middagvullende
revue, met als thema ‘heimwee’.
Mijn heimwee naar het oude Oude Noorden sluit daar naadloos
op aan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten