Het is toch lente? Zomertijd?? Tja, misschien ligt het wel aan mij maar ik vind het vandaag echt koud. Ik ga vanmorgen om een uur of tien naar buiten; t-shirtje aan, hoody er overheen. Nou, ik weet niet, hoe snel ik weer terug naar huis moet, om wat warmers aan te trekken. Hoody uit, dikke trui aan en de winterjas weer uit de mottenballen. Ik heb niet zo veel tijd, anders zou ik mijn thermo-ondergoed er ook nog bij aantrekken. Een echte koukleum ben ik.
Ik ga naar het buurthuis voor mijn vrijwilligerswerk.
Conversatie doe ik. Ik praat dan een uur lang met immigranten, die de
Nederlandse taal al een klein beetje machtig zijn. Deze morgen praat ik met
Andrez, een Chileen, die al tien jaar in Nederland woont. We kunnen best al
lekker met elkaar babbelen. Het leuke van Andrez is dat hij zelf ook
vrijwilliger is in dat buurthuis. Hij geeft één ochtend per week Spaanse les.
Doet hij al jaren trouwens.
Ik vertel hem over de theater-dialoog, die ik afgelopen zondag
zag. Over die twee allochtonen, die, na een verblijf van tientallen jaren in
Rotterdam, heimwee hebben naar hun
vaderland. Terug willen ze. Tot ze zich realiseren dat hun familie, vrienden en
kennissen in Nederland wonen. Wie kènt hen daar nog? Wie kennen zij nog? Die
zijn op de vingers van een hand te tellen. Dus zetten ze die terugkeer maar uit
hun hoofd. Heel herkenbaar ook voor Andrez, die scène. Voor hem speelt niet
alleen het ontbreken van een sociaal vangnet in Chili mee maar wat hij ook zal
missen zijn de goede sociale voorzieningen van hier. Zo’n uurtje conversatie met
Andrez vliegt voorbij. Over de crimineel Poetin, de toeslagenaffaire, voetbal, mooie
fietsroutes; over dat soort dingen en nog meer praten we zoal.
Deze middag ga ik naar bioscoop LantarenVenster. Daar draait
een Japanse film ‘Drive my car’. Heeft goede recensies en hij ìs ook echt goed!
Ik verklap er niks over. Ga kijken! ’s
Middags is het nog steeds koud. En toch ga ik op de fiets naar de bios. In mijn
winterse uitdossing inclusief ijsmuts en mijn allerwarmste handschoenen.
LantarenVenster is op de Kop van Zuid. Pal naast Katendrecht
en toevallig was ik daar gisterenmiddag ook al. Met Petra’s wandelclub. Het is heerlijk om daar rond te lopen in een
van de mooiste wijken van de wereld. Een Rotterdamse prachtwijk. Gelukkig was
het gisteren niet zo koud als vandaag. De wandelkluppers drinken op het terras
van de s.s. Rotterdam ieder hun favoriete drankje. Dat doen we altijd zo halverwege de wandeling.
We komen, daar op het terras, te praten over ons stookgedrag en de huidige hoge
energieprijzen. ‘Nou, wel of geen hoge gasprijs’ zegt een van de wandelaars, ‘ik
ga niet in de kou zitten, Ik zet de thermostaat gewoon op tweeëntwintig graden.’ ‘Ben je zo rijk dan?’ vraag ik. ’Dat niet,
maar ik wil het gewoon warm hebben.’
Dan vertel ik, dat ik bezuinig op gas, sinds de prijs
stijgt. Nooit ‘stook’ ik meer dan achttien graden. Ik lees een boek, een krant
of kijk tv, met thermosondergoed, een voetenwarmer,
een dekentje over mijn benen, handschoenen
soms aan en een dik wollen vest (met de capuchon over mijn hoofd).
Als ik bezoek heb staat
de thermostaat natuurlijk gewoon op tweeëntwintig graden. Ik ga niet voor lul
zitten!
‘Maak eens een selfie voor ons?,’ vraagt Petra.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten