Veel te schaars gekleed staat Coby onder de plataan. De boom houdt haar droog in de striemende regen. Passerende auto’s spatten haar, met zwarte netkousen bedekte benen, zeiknat. Ze zwaait naar elke voorbijkomende automobilist. Vijftien euro heeft ze nog nodig om een lijntje coke te kunnen scoren. Dat betekent één pijp- of twee trekbeurten.
Een eindje verderop zitten Sjaak en
Ben in de oude zwarte Mercedes, waar
Coby haar coke scoort. Ze houden haar, tegen een vergoeding van vijfenzeventig
procent van haar omzet, extra in de gaten. Je weet het maar nooit bij haar, het
is een bijzonder meissie.
Ze belt Sjaak:
“Breng es water voor me pillen.”
“Je kan de klere krijgen; er ligt genoeg water op straat; neem daar maar
een slok van; daar ga je echt niet dood van.”
Ze knielt op het roze asfalt van het fietspad en likt wat water uit een
plas water. Haar pillen krijgt ze er nauwelijks mee weggespoeld. Haar houding
heeft in ieder geval een klantje getrokken. Want achter haar staat een
kreukelige Mazda geparkeerd, de lichten als schijnwerpers gericht op haar, voor
een heroïnehoer onwaarschijnlijk dikke achterwerk.
“Hé, meissie, roept de bestuurder, kom eens bij Ome Cor. Wat moet jij kosten?”
“Pijpen vijftien, trekken zevenvijftig.”
“Met of zonder condoom?”
“Zonder condoom, vijfentwintig euro.”
“Oké, trekken alleen is wel genoeg.”
“Kom d’r maar in, meissie.”
“De helft vooruitbetalen”
“Je kan tweevijftig vooruit krijgen en geen cent meer, trut.”
Ik vind het lekker om afgetrokken
te worden terwijl ik rijd.
“Nou waar wacht je nog op, hij
staat voor je klaar, aan het werk!’
Ik streel
haar bolle buikje. Zij masseert mijn penis, afwisselend hard en zacht, langzaam
en snel. Niet gek. Stop! Een stoplicht springt op rood. Zij gaat gewoon door.
Ik sluit mijn ogen en kom klaar. Getoeter achter me. Het licht is al lang weer
groen. Godverdomme, dat zie je toch wel dat dat licht op groen springt. Kan je
dat niet even zeggen, trut. Ze kijkt me aan. Kwijl loopt langs haar kin. Verrek,
ik kijk nog eens goed aan, nee maar … dat wijf, die griet… dat is een mongool. Met de tissues uit haar
tasje wrijft ze haar handen en mijn pik schoon en pakt hem weer netjes in. Dan
zie ik dat ze met die tissues tussen haar benen gaat zitten frummelen. Heeft ze
in mijn auto zitten zeiken. Ik zet mijn auto langs de kant en flikker haar er
gelijk uit. Ze vraagt niet eens meer om de rest van haar poen. Had ze niet
moeten wagen ook. Gadverdamme wat een stank, die zeik.
Ik stond net op het punt om weg te rijden als ik word vastgereden door
een aftandse Maercedes.. Er stappen twee
ongure figuren uit. De een heeft een krik, de ander een breekijzer in zijn handen.
Ik schijt zowat in mijn broek van angst. Gelukkig slaan ze alleen maar mijn
auto aan diggelen. Ik mankeer niks. Cobie staat al weer onder een boom naar voorbij
rijdende automobilisten te zwaaien.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten