Wilma heeft slecht geslapen vannacht. Haar slaappillen heeft ze toch normaal ingenomen. Meestal slaapt ze dan binnen het kwartier. Ze telt dan haar uitademingen van één tot tien … zo af en toe leiden haar gedachten haar wel af … maar mèèr dan een kwartier is ze nooit aan het tellen. Nu ligt ze al zeker een uur wakker. Ze heeft het gevoel dat ze kan tellen tot ze een ons weegt. Koude voeten kunnen haar soms ook behoorlijk lang uit haar slaap houden maar nu ze de elektrische deken aan heeft, zijn haar voeten in een mum van tijd warm. Dus daar kan het niet aan liggen.
Het is die klote-oorlog die haar wakker houdt. De journaalbeelden,
de foto’s en artikelen in de krant. Ze zou er niet zo veel naar moeten kijken,
over moeten lezen. Tegenwoordig staat de hele dag de tv bij haar aan. Het is
dat ze wel eens wat moet halen bij de supermarkt, anders zat ze de hele dag
kassie te kijken. Sinds die 22e februari, toen Rusland onder leiding
van ‘Paranoia Poetin’, Oekraïne binnenviel komt er niks meer uit haar handen. Terwijl er toch zat te doen is in haar
huisje. Ramen zemen, stofzuigen, wassen het schiet er allemaal bij in. Zij
staat er hier, sinds ze van haar man af is, wel mooi alleen voor. De
kaboutertjes komen het echt niet voor haar doen.
Wilma moet erg huilen als ze de foto in de krant ziet van die
zwaar getroffen man, voor zijn plat gebombardeerde huisje. Hij vond zijn
zwangere vrouw dood terug onder het puin. Hoe wreed is deze
oorlog. Vluchtende mensen, veel oude mensen ook, gehandicapten,
rolstoelgebruikers. Zij moeten een rivier over. De originele brug is nota bene door
de Oekraïners zelf kapot geschoten, zodat de Russen er geen gebruik van kunnen
maken. Over een geïmproviseerde ‘brug’ ,een smalle plank, moeten ze de overkant
zien te bereiken. Rolstoelen zijn te breed voor die plank. Er zit dus voor
rolstoelgebruikers niks anders op dan te lopen ... ook al zijn ze er nauwelijks
toe in staat. Het moet; het kan niet anders. Hun rolstoel wordt achter hen
aangesjouwd door behulpzame medevluchtelingen.
Ze ligt nu al de halve nacht onrustig te woelen en te piekeren onder haar dekbed. Een helikopter vliegt midden in de nacht over
… zal wel een noodheli zijn. Normaliter doet zoiets haar niks maar nu , deze nacht,
schrikt ze er toch wel van. Wilma moet gelijk denken aan die gebombardeerde
flat, waar de vlammen uit sloegen … en de panische angstkreten van de getroffen
bewoners te horen zijn. Die flat is ook net
zo’n gebouw als háár flat. Ze moet er niet aan denken dat hier ooit een bom op
gegooid wordt. Oekraïners zullen het ook
nóóit voor mogelijk hebben gehouden, dat er zo’n crimineel als Poetin,
president zou worden van Rusland. Onmenselijk gewelddadig zijn de bevelen die
zijn troepen moeten opvolgen.
Ze maakt zich zorgen over haar zoon en schoondochter en haar
kleinkinderen. Als ze maar nooit oorlog hoeven mee te maken.
Maar Wilma is realistisch genoeg om te beseffen dat er altijd weer nieuwe Hitlers, Mladicen en Poetins op zullen staan.
Ze hoopt dat haar kinderen en Sera en Anna, haar kleinkinderen,
rustig slapen. Het is nu zes uur. Wilma moet
plassen; blijft gelijk uit bed. Ze
slaapt nu toch niet meer.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten