Het theaterfestival in Avignon (Frankrijk) is deze vakantie mijn bestemming. Ik stel me er veel van voor maar ben na twee dagen al weer thuis.
Met mijn Mazda 363, die wel 160 kan, durf ik niet harder dan 80 à 90 km per uur over de Franse snelweg te rijden. Andere auto’s razen me voorbij. Sommige zien me laat, soms bijna te laat. Zeker als ik rond de 80 rijd. Op de valreep kunnen ze dan nog uitwijken. Ik val zelfs terug tot 70 km per uur. Er wordt volop getoeterd, soms met gierende banden geremd … woedende dikke vingers ... Ik hoop maar niet dat er een in volle vaart tegen me aan knalt.
Het is half zeven in de ochtend . Zeker 500 meter achter me nadert
een busje, een soort Ford Transit, dat gaat hard, het komt snel naderbij. Dat kan nooit goed
gaan. Remmen kàn ik nu natuurlijk niet. Zal ik naar de vluchtstrook gaan? Dat
helpt ook niet meer. Ik bereid me al voor op een vreselijke knal ….hoor de auto
remmen. De Ford schiet me voorbij op twee wielen; en slaat enkele malen over de
kop. Ik blokkeer volledig. Zet mijn Mazda op de vluchtstrook. Het busje ligt
daar op zijn zijkant tegen de vangrail. Ik ben lamgeslagen. De motor van de
Ford rookt.. Ik kan mijn ogen niet afhouden
van het busje. Er gebeurt niks. Ik zie geen enkele beweging in, op of naast het
busje … een paar minuten … helemaal niks.
Dit is mijn schuld. Misschien zijn er mensen dood of zwaar
gewond.
Er razen geen auto’s meer langs.
Politie is er snel bij.
Nog steeds geen enkele beweging. Nu … ja, een deur gaat open
naar boven. Een jonge blonde vrouw met bebloed hoofd worstelt zich uit de auto.
Nòg drie jonge mannen in spijkerbroek, t-shirt, zijn nu uit de auto; lopen wat
moeilijk; geen bloed. Vliegensvlug wordt water over de rokende motor gegooid.
Ik tril, ben in shock.
Een politieman maant me door te rijden. Ik doe het niet. Ik durf
niet. De politie regelt een takelwagen voor me. Ik word, zittend in de Mazda
weggesleept. Bij de eerste hulppost in een dorpje langs de route national word
ik met mijn auto gedropt. Ik moet het vanaf hier maar zelf uitzoeken.
Ik hoor nooit meer wat over het busje en de inzittenden.
De Mazda heeft geen schade. Ik ook niet. Uiterlijk althans.
Hoe kom ik terug
in Rotterdam? Ik zit er 1000 km vanaf. Rijden gaat echt niet meer.
Bel mijn verzekeringsmaatschappij. Om een chauffeur. Ik moet
later terugbellen.
Bij de hulppost raak in gesprek met een viertal Amsterdammers met autopech. Ze zijn op terugreis. Hun auto is te zwak voor 4 personen. Drie is te doen. De vierde vindt het geen probleem om mij en de Mazda naar Rotterdam-Delfshaven te rijden.
Sindsdien rijd ik met mijn auto uitsluitend nog in de stad.
50 km per uur is al hard genoeg.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten