Wie heeft er nu nog een (betaalbare) fietsenmaker in de buurt? Er zijn er steeds minder en wat hij wil of kan doen wordt ook steeds minder en … duurder. Hij is al gestopt met banden plakken. Dat kost te veel tijd. Het enige dat hij nog aan een lekke band wil doen is hem vervangen door een nieuwe band. Spatborden vervangen is tegenwoordig ook nauwelijks meer te doen omdat elke fiets zijn eigen type spatbord heeft. Vroeger hadden alle fietsen hetzelfde spatbord.
Met lekke banden komen de klanten dus al zo langzamerhand
niet meer bij de fietsenmaker. Hij krijgt wel steeds meer vragen over e-bikes , bijvoorbeeld omdat de
elektromotor hapert boven de 45 km per uur. Of daar misschien wat aan gedaan
kan worden. Veel fietsenmakers schrikken daarvan.
Fietsenmaker: een prima beroep voor iemand met 12 ambachten
en 13 ongelukken. Lekker overzichtelijk.
Zo werd er vroeger tegen aan gekeken. Weten hoe een terugtraprem werkt. Dat is eigenlijk alles.
Als de eerste e-bikes ter reparatie bij de fietsenmaker gebracht
worden moet hij die e-bike aansluiten op een computersysteem om te zien wat de
problemen zijn. Dat is nog eens wat anders dan zo op het oog inschatten wat er
gedaan moet worden.
Scholen leiden tegenwoordig ook geen fietsenmakers meer op maar
‘tweewielertechnici’. Logisch wel, want waarschijnlijk zal over drie jaar 40%
van de gefietste kilometers elektrisch zijn. Dat is moeilijk uit te leggen aan
‘de fietsenmaker in zijn morsige, blauwe overall met smeer op zijn handen’. Nu
moeten die op hun oude dag nog een bijscholingscursus gaan volgen.
De ouderwetse fietsenmaker kan momenteel ook moeilijk aan
personeel komen. Door de krapte op de arbeidsmarkt stijgen de lonen en de
fietsenmaker kan die niet betalen. Op dat lage fietsenmaker-uurloon komt geen personeel
af. De fietsenmaker, die desondanks bereid
is zijn personeel goed te betalen, is dan weer te duur voor zijn klanten. Daar
komt nog bij dat veel werk van de klassieke fietsenmaker niks oplevert: het is
vaak garantiewerk of het zijn kleine klusjes waar ze geen geld voor durven
vragen, omdat klanten vinden dat dat bij
de service hoort.
De gewone fiets wordt steeds meer beschouwd als wegwerpproduct. De eigenaren van die, zeg
maar, stadsfietsen danken liever hun kapotte fiets af dan dat ze hem laten repareren.
De oude fietsenmaker
verkoopt legio merken; de ‘tweewieler technicus’ houdt het op een of
twee merken, waarvan hij alle ins en outs kent.
Eigenlijk net zoals een autodealer het doet. Het gevolg daarvan is dat zijn klanten niet
meer uit de buurt komen maar uit de regio … soms ook wel uit het land.
De moderne fietsenmaker
werkt op afspraak en dan
repareert hij alleen nog maar fietsen, die bij hem gekocht zijn. En, net als
een autodealer, zegt hij tegen zijn klanten dat ze jaarlijks moeten langskomen
voor een grote beurt .Fietsen gaan steeds meer op auto’s lijken; logisch dat
fietsenmakers zich als autogarages gaan gedragen.
Daar zullen we aan moeten wennen. Dat is de toekomst.
De fietsenmaker bij mij in de buurt is peperduur. ’t Is helaas de enige in de wijde omgeving. Mijn fietsje doet het al jaren prima. Ik hoop die
fietsenmaker voorlopig niet nodig te hebben maar als … dan is het toch wel fijn
dat ie er is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten