Dit is de dag nadat ik een schoen van Ton, een handtasje van Ans en een trappelzakje van Annabelle kapot knauwde. In Rotterdam, gaan Ton en Ans een flink potje zitten overdrijven over mij, tegen Jee en Carola: wat een lieve, leuke, aardige en gezellige hond ik toch ben … tot baby Annabelle kwam.
‘Ja, meneer Sita krijgt minder aandacht, hè? Meneer Sita
wordt een beetje jaloers, hè? Meneer Sita gaat dan uit protest het
laptopkoffertje van het baasje maar onderpiesen, hè?!’ Zittie me met een zuur
gezicht aan te kijken, die sukkelbaas van mij, terwijl hij me, bij elke
lettergreep die hij uitspreekt, met zijn knokkels venijnig op mijn kop tikt. Alsof ik geen
gevoel heb. Dierenbeul! Ja, sorry hoor.
‘Hé, Ton, doe es even rustig joh, dat beestje heeft ook
gevoel.’ zegt Jee. Goed zo, Jee. Het
wordt . hoog tijd dat er dierenpolitie
komt. Een simpele ziel is het die Ton … het heeft helemaal niks met jaloezie te
maken … sinds de geboorte van Annabelle laten ze me steeds korter uit … daar word ik gewoon bloednerveus van,
logisch toch? Ik moet èrgens mijn behoefte doen. Als hùn wc-deur steeds op slot
zit, moeten ze toch ook ergens anders gaan staan plassen? En … dan hoor ik hem
ook nog zeggen ‘hij bijt onze spullen kapot.’ Ik ga ergens anders liggen … met
mijn kop op Jee zijn voeten … vindt hij goed ...
Ja, als ze me zenuwachtig maken, ga ik uit mijn dak, dat wel.
Kan ik het helpen? Zo zit ik nu eenmaal in elkaar. Ik ben ook maar een simpele hond.
Ton zegt doodleuk, waar ik bij zit, dat ie van me af wil.
Naar een asiel nog wel! Ans zit instemmend te knikken. Dat zeggen ze natuurlijk alleen maar om medelijden op te
wekken bij Jee en Carola, zodat ze me
dan overnemen. Geniepig mannetje! Met Jee en Carola, zie ik het wel zitten. Jee aait me over mijn koppie, klopt me zachtjes
op mijn rug … lekker … rek me helemaal uit en wrijf m’n neus langs zijn benen .
Godzijdank hebben ze hier geen kinderen. Een nadeel, zeg
maar gerust een ramp, is de kat, die ze hier hebben. Een kat in nood deelt
gemene krabbels uit. Dat heb ik tenminste wel eens op straat gehoord. Tot nu
toe ruik ik dat beest alleen nog maar. Die kat heeft mij vast al in de smiezen.
Ik heb geen flauw idee waar hij of zij uithangt. Er komt een misselijk makende
geur uit die bak naast de voordeur … gatver … veel drolletjes liggen er in. Toevallig
zie ik dat daarnaast een voederbakje staat … met
nog een paar stukjes runderhart … jamjam … die scoor ik straks wel … hoewel … ik
kan me nooit zo goed beheersen.
(wordt vervolgd)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten