Mijn familie is nog maar net op weg naar de tent of die boer, die net nog zo om mijn gejank stond te lachen, vertrekt zijn gezicht tot een grimas: ‘Kappen nou met je gejank!’ en hij geeft me met zijn knokkels een beuk vol op mijn knar. Ik kan nog net even mijn tandjes in de hand zetten van die schijnheil. Met zijn hand wapperend van de pijn loopt hij de stal uit … dat vind ik wel weer leuk.
Vooral honden zitten hier. Ik hoor tenminste niks anders dan
bozig geblaf. Daar zijn we zò goed in! Dit boertje heeft volgens mij helemaal
geen kip, koe of varken. Hij doet voornamelijk in honden; hij is een
hondenboer. Beetje bij beetje kom ik er achter, dat hier alleen dieren zitten
met baasjes op de camping in de buurt. Op alle campings in Rockanje is het
verboden voor honden.
Jee vergeet me niet. Hij komt me een paar keer per dag eten
en drinken brengen. Wat uitlaten betreft
kom ik ook niks tekort. Als Carola en
Jee met de kinderen gaan wandelen, nemen ze me altijd mee. Dat vind ik gaaf.
Zij weten natuurlijk precies hoe graag ik op het strand en in de duinen ben.
Het is hier in Rockanje wel een beetje te vergelijken met Scheveningen. Ik ben
hier net zo in mijn element.
Het is nu alleen een beetje anders omdat er nu twee kinderen
bij zijn. Jee en Carola verwachten van mij, dat ik een oogje in het zeil houd.
Natuurlijk kan ik dat niet de héle wandeling volhouden. Ik kan het niet laten om een paar konijnen of
‘weet ik wat voor vogels’ de stuipen op het lijf te jagen. Eerst wacht ik
altijd even af hoe het loopt met Aadje, de oudste zoon van Jee en Carola.
Die oudste jongen heeft een eigenaardige gewoonte
ontwikkeld. Als we met mooi weer op het strand zijn, gaat Aadje op een gegeven
moment met grote snelheid rondjes rennen. Ik ren dan achter hem aan en plots,
als Aadje op topsnelheid ligt, stopt hij en laat een paar drolletjes op het zand vallen.
Vervolgens wandelt hij weer rustig door, alsof er niks gebeurd is. Razendsnel,
als altijd, ben ik bij Aadjes drolletjes om die, mèt het aanklevende zand,
likkebaardend naar binnen te schrokken. Wat heerlijk ! Wat een rijkdom aan
voeding daar nog voor mij inzit … ik ben Aadje daar bijzonder dankbaar voor.
Na ‘Aadjes act’ houd ik het even voor gezien. Ik ga nu even
mijn eigen spoor trekken. Jee zal nu onderhand ook wel weten, dat ik niet in
zeven sloten tegelijk loop. Als ik er straks genoeg van heb loop ik
rechtstreeks door naar die zogenaamde boer van dat dierenpension. Hier in de
duinen zitten behalve konijnen, veel kleine vogels en insecten. Weet je waar ik
óók in die duinpannetjes heel vaak tegenaan loop? Tweetallen mensenmannetjes. Waar die mee bezig zijn? Geen idee. De een
staat met z’n broek op z’n enkels … de ander zit op zijn knieën voor hem en
drukt zijn gezicht in het kruis van die ander. Grappig hè?!
Hé, wat zien ik? Een konijn! Er achteraan!!
Ik heb met heel veel
plezier bij Carola, Jee, Aad en Keessie gewoond. Als ik twaalf ben word ik erg ziek (blaas en darmen).
Het is ook het beste dat ze me dan laten inslapen. Wel erg jammer.
Sita.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten