Vorige week zag ik een documentaire met de titel: ‘Dertien dagen’. Het programma gaat over een zelf gekozen dood. Niet over een gewelddadige zelfmoord. Ook niet over een geleide Euthanasie. De documentaire gaat over Floor Haak (86). Deze man kiest ervoor zijn leven te beëindigen door niet meer te eten en te drinken. Dit wordt ook wel versterven genoemd. Floor Haak is lichamelijk broos maar geestelijk nog zeer goed bij. Hij is een eigenzinnige man. Zo schreef hij ‘dwarse’ columns voor het Financieel Dagblad (Escapades) en weigerde tegen het advies van zijn artsen in, een nieuwe heup te nemen: ‘Het lichaam is geen auto waarvan je af en toe een onderdeel vervangt’ zei hij.
Floor Haak leert ons iets basaals: we gaan allemaal dood
maar de weg daarheen hoeft niet persé vervelend of verdrietig te zijn. In
tegendeel. Vrolijk en met humor neemt Haak de laatste trein van het leven. De
dood is voor hem een welkome vriend; geen boze vijand. Wanneer zijn einde nadert
en hij naakt in bed stapt, mompelt Floor Haak: ‘Hier heb ik me op verheugd, ik
kom er nooit meer uit.’
Ik zie hem in de documentaire verschillende dingen voor het
laatst doen: herinneringen ophalen aan zijn vader, in bad gaan, een jonge
borrel en een laatste slokje witte wijn drinken (de huisarts: ‘Als het goede
wijn is, mag het.’) Wat zou hij ervaren bij al die laatste dingen, vraag ik me
af? Helemaal niks zwaars, zo blijkt. Op het moment dat Floor Haak een brief
krijgt waarin iemand hem ‘heel veel rust’ toewenst, reageert hij spottend: ‘Maar
waarom schrijf je me dan zo’n lang epistel?’
Die laatste dertien dagen wordt hij geholpen door zijn
zonen, mannen van in de vijftig. Zij staan hem rustig en geduldig bij; maken
eten, verschonen zijn bed, verzorgen zijn benen en zo meer. Zijn huisarts komt af en toe langs. Hij weet
wat Floor wil. De arts verzacht moeilijke momenten in Floors proces. Zo geeft
hij Floor een bevochtigd wattenstaafje waarmee hij zelf voorzichtig zijn droge
mond en lippen kan betten. Als Floor last krijgt van slapeloosheid mag de arts
hem gedoseerd wat slaapmiddelen geven.
Nu zijn zelfredzaamheid is verdwenen, en het verpleeghuis
wacht, wenkt de versterving. ‘Tevreden overleden’, is zijn suggestie voor op de
rouwkaart. Of liever: ‘Héél tevreden overleden.’
Een grote troost moet het zijn voor de naasten, als een
dierbare zo luchtig en dankbaar overlijdt. Dan kunnen ze daarna ook zelf weer
makkelijker verder. Het is van overheidswege een huisarts toegestaan om iemand,
die voor deze manier van sterven kiest, bij te staan.
Persoonlijk heb ik deze documentaire ’13 dagen’ ervaren als
een geruststelling. Ik hoef de dood niet
persé te zien als een grote boze vijand. De door Floor Haak verkozen, rustige,
vredige weg naar het levenseinde voelt goed voor mij. Het lijkt mij ook wel wat
om te zijner tijd zo uit te stappen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten