Mijn zwager Ron is zestig geworden. Hij viert het samen met Karel, een vriend van hem, die ook net zestig geworden is. Ron en Karel kennen elkaar al vijfenvijftig jaar, van de kleuterschool. Het feest is in een garagebox voor vrachtwagens. In werkelijkheid heeft er nooit een vrachtwagen in gestaan. Het is gewoon een illegale feesttent.
Vanaf acht uur die zaterdagavond zijn alle vrienden en familieleden welkom. De
opkomst lijkt wat gering maar dat kan komen door het grote oppervlak van de
feesttent. Er zijn er toch zeker al
twintig. Op het hoogtepunt van de avond, zo rond half elf zijn er 150 à
200 feestgangers.
Koffie wordt vanavond niet geschonken. Dat staat ook in de
uitnodiging. Voor mij betekent dit: een avondje bier drinken, babbelen,
knabbelen en swingen op lekkere muziek.
Carolien, mijn vrouw, zegt zo in het voorbijgaan tegen me: ‘Weinig
leuke mannen, zeg!’
‘Ja, kom nou zeg, had je misschien de stille hoop vanavond
aanbeden te worden door jonge godenzonen. Het is een feestje van twee mannen
die de zestig gepasseerd zijn. Hun vrienden en naaste familie zijn ook allemaal
tussen de vijftig en zeventig. Daarbij denk ik, dat de meeste kinderen van die
mensen, niet veel trek hebben in zo’n
ouwelullenfeestje als dit. Dansen op muziek van de Stones, Beatles, CCR, Aretha
Franklin, Deep Purple, The Eagles. Ze
zullen toch zeker wel wat beters te doen hebben.’
‘Trouwens,’ zeg ik tegen Carolien: ‘op een heel enkele
uitzondering na zijn de dames ook niet van een oogverblindende schoonheid. Maar
ik moet zeggen: de meeste dames hebben kosten nog moeite gespaard hun oude,
doorgaans iets te zware lichamen een frivoler aan zien te geven. Corrigerend
ondergoed verhult al veel en een jeugdig aandoend, fleurig
M&S-jurkje, doet de rest. Met
zo hoog mogelijke pumps tonen borsten en bibs
wat pikanter; allerlei make-upjes maken de gerimpelde koppies weer frisser
en jeugdiger … gewekte illusies … waar vanavond maar weinig heren in zullen
trappen … denk ik … zelfs niet die onooglijke mannetjes van vanavond hier op
het feest.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen, dat de meeste aanwezige heren een
veel te dikke pens hebben.
‘En jij dan, Jee?’
‘Nee, te zwaar ben ik niet. Ik ben 78 kilo bij 1.85 m. Dat
is toch prima?! Niet dat ik daar over wil opscheppen. Allerminst. Hooguit onderscheid ik me daarin enigszins
van de andere aanwezigen.’
Carolien valt het op dat al die feestvierende mannen zo op
elkaar lijken. Het zijn er een stuk of tachtig. Net broers van elkaar … net kabouters
zijn het : kleine lelijke mannetjes. Allemaal zo rond de 1.73m. Ringbaardje.
Sikje. Of een sikje met snor, een zogenaamde ‘pratende kut’. Stuk voor stuk
zijn ze kaal of hebben nauwelijks haar. Een puntmutsje ontbreekt er alleen nog
aan … maar wat een opgewonden standjes, zeg … luid pratende en luid lachende
kabouters … en dàn was het nog een avond zònder Sneeuwwitje … want vertoont zij
zich aan dat stel dan heb je de poppetjes helemáál aan het dansen.
Dansen doen deze kabouters nu níét … er wordt luidkeels
gezongen, terwijl ze hun handen boven hun hoofd van links naar rechts zwaaien.
‘De dames kan het nu feest ten einde loopt niet meer zo veel
schelen hoe ze er bij lopen. De mascara
is doorgelopen; het ondergoed kan door het vele eten en drinken zijn
corrigerende werk niet meer aan en die pumps zijn leuk voor hooguit een uurtje.
Dat fleurige jurkje is eigenlijk wat aan de krappe kant voor dit uur … dit
uitbuikmoment … maar een kniesoor die daar op let. De dames en heren zingen en
zwaaien nu samen; ook Carolien en Jee doen enthousiast mee:
‘Een beetje verliefd …’
Nog vele jaren Ron en Karel!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten