Een prachtig boekje van ene Jhumpa Lahiri (een Indiase, woonachtig in de States) ben ik aan het lezen. Het zijn korte verhalen; de titel van het boekje is: ‘Een tijdelijk ongemak’.
In één van de verhalen, spreekt een stel, dat al geruime
tijd samenwoont (én een doodgeboren kindje heeft), met elkaar af, om elke avond
iets tegen elkaar te zeggen, wat ze nog
nooit eerder tegen elkaar hebben durven zeggen. Ze doen dat in het donker,
zodat ze elkaar niet in de ogen hoeven te kijken. Dat gaat de eerste avonden vrij vlak; met vrij onbenullige onthullingen.
De man: ‘Ik
heb gefrauduleerd tijdens mijn eindexamen.’
De vrouw: ‘Ik heb je altijd wel gezegd, dat je
mijn eerste en enige ’vlam’ was maar vòòr jou heb ik toch ook nog een vriend gehad.’
De man: ‘Toen je uit het ziekenhuis kwam,
zei ik je, dat ik de keuken had opgeknapt. Dat loog ik. Ik huurde er een
aannemer voor in.
De vrouw: ‘Ik moest niet overwerken toen ik
destijds afbelde voor dat etentje met jou en je moeder maar ik ben met een
vriendin een glas wijn gaan drinken, daar had ik meer zin in.’
De vijfde avond leidt er zelfs toe, dat het stel voor het
eerst sinds lange tijd weer eens de liefde met elkaar bedrijft.
De zesde avond wil de vrouw, dat het licht aanblijft: ze wil
haar vriend weer aankijken bij wat ze gaat zeggen. Ze zegt hem, dat ze een
appartement gevonden heeft elders in de stad en dat ze daar morgen intrekt. Ze
moet een tijdje alleen zijn.
Dan op de zevende avond,
zegt hij, ook bij het volle licht, dat het doodgeboren kindje een jongetje was. Een ontboezeming, zo zwaar,
zo diep tragisch als deze is vrijwel ondragelijk voor hun beiden. Ze zijn ontroostbaar.
Dat spel lijkt mij voor elk stel wel goed, uitdagend
prikkelend, spannend maar tegelijk ook
gevaarlijk. Hoeveel ruimte krijgt de eerlijkheid en ìs dat dan ook eerlijkheid
of misschien doelbewust choqueren?
Als ik dit spel speel met Carola, de vrouw met wie ik al meer
dan veertig jaar samen ben; wat zeg ik haar dan? Wat heb ik haar in al die
jaren nog nooit durven vertellen?
Ik: ‘In de zelfde week dat ik jòù in
Rotterdam leer kennen, Carola, ontmoet ik in Utrecht, de stad waar ik dan studeer,
Hetty op een feestje. Hetty en ik zijn gelijk smoorverliefd op
elkaar. Een week lang hebben Hetty en ik van ’s morgens vroeg tot ’s avonds
laat geweldige seks gehad. Na die zinderende week is Hetty voor mij
compleet in rook op gegaan. Nooit hebben we elkaar meer gezien.
Carola: ’ Luister, Jee, ik
denk, dat het voor òns beiden, veel beter zou zijn geweest als jij toen voor Hetty gekozen had. Het koppel Hetty en Jee, zinderend en waanzinnig opgewonden
. Zou dat niet prachtig geweest zijn voor jullie, Jee!?’
Geen opmerkingen:
Een reactie posten