Met Pascal ben ik drie jaar geleden in Avignon, voor het theaterfestival. Enerzijds is die periode een succes anderzijds een tegenvaller. De voorstellingen die we in Avignon zien zijn ronduit enerverend maar er zit iets niet lekker tussen Pascal en mij. Volgens mij ligt het aan de houding van Pascal naar mij. Ik voel rivaliteit, die Pascal aanwakkert. Hij doet opschepperig over zijn kennis van het Frans. Hij laat me duidelijk merken dat mijn Frans niet zo best is. Dat is nogal logisch: ik moet het doen met mijn schoolfrans en vakantiefrans. Pascal daarentegen woont de eerste drie jaren van zijn leven in Frankrijk. Zijn moeder is Française. Hij spreekt vloeiend Frans. Natuurlijk begrijpt hij daardoor die Frans gesproken theaterstukken beter dan ik. Als hij wat aan me uitlegt over een bepaald stuk dat klinkt dat voor mij eerder hautain dan amicaal. Wat hem misschien tegen de borst stuit is dat ik meer weet van theater dan hij. Ik heb tenslotte de toneelschool gedaan. Hij weet bijvoorbeeld het begrip 'mise en scene' niet te onderscheiden van 'décor' en 'akoestiek' niet van 'choreografie'… dat geeft ook helemaal niks. Ik zal de laatste zijn die hem daarom gaat uitlachen. Ik leg hem die begrippen graag en geduldig uit. Geen probleem voor mij. Alleen zit Pascal daar duidelijk niet op te wachten. Hij ergert zich een beetje en dat is niet mijn bedoeling.
Het is niet alleen kommer en kwel. We genieten op de
gezellige volle terrassen op de Place d’Horloge volop van de smakelijke maaltijden en de heerlijke wijn. Wij drinken Saint-Emilion;
onze lievelingswijn. Goed aan de prijs en heel lekker. Soms komt er ook een
theatergroep langs die een ‘preview’ geeft van hun voorstelling. ‘Vier lange
mannen in kanariegele broeken, witte t-shirts. Zwarte bretels en dito hoedjes. Ze kijken een paar minuten roerloos
naar de mensen op het terras.. Dan gaan ze staan zingen. A capella. Bekende
Franstalige liedjes. 'Paris s'éveille', ‘Milord’, ‘Bruxelles’. Veel
terrasgangers zingen vrolijk mee. Ook Pascal en ik.’
Op een van die schitterende zomerse dagen (28 graden en
onbewolkt) in het zwembad van Avignon raak ik een prachtig badlaken en een paar
badslippers kwijt. Bij elkaar had ik daar nog zo'n zestig francs voor betaald
…. maar dat doet er verder niet toe. Pascal vraagt mij, een paar dagen later, quasi
geïnteresseerd: ‘dat badlaken en die slippers heb je zeker niet meer gevonden?’
‘Nee’, zeg ik, ‘waarschijnlijk heb ik ze
in het zwembad vergeten.’ ’Als jouw
hoofd niet vast zat ….’lacht hij. Misschien grappig bedoeld. Maar Ik zie daar
de grap niet van in. ’t Is hatelijk, waar is dat voor nodig?
Ik heb drie weken echt genoten van het theater. Maar door Pascals
opschepperigheid over zijn Frans, zijn lullige opmerking over mijn verloren
spullen en zijn desinteresse in theaterzaken, knap ik op hem af. Onze
vriendschap loopt door dat gedrag een deuk op en het duurt bij mij gewoonlijk een
tijdje eer dat weer is uitgedeukt. Drie jaar duurt dat nu al.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten