maandag 7 juni 2010

Prettige dag verder

Rampzalig zijn de gevolgen tot op heden niet geweest; maar ik begin onderhand wel flink te balen van mijn vergeetachtigheid. En dat op deze in vele opzichten prachtige eerste vrije dag ‘met pensioen’’.
Het lijkt wel of de hele wereld blij is voor mij….nou ja, de wereld waarin ik vandaag verblijf….mijn naaste omgeving dus:
- de wekker gaat niet om zes uur af….desalniettemin ben ik om half zes wakker…….ik zal wel moeten wennen aan later opstaan.
- het gesnurk van mevrouw Jeejeepee klinkt op deze vroege ochtend een stuk minder hinderlijk, lieflijk bijna.
- mijn kater, Thijs, geeft kopjes, zo krachtig spinnend deed hij dat niet eerder.
- op het binnenterrein zingen tientallen vogels zoals ze gebekt zijn en dat is beslist niet mis vanochtend. Misschien komt het wel door het mooie weer….natuurlijk ook een cadeautje voor mij….…en de vogels zijn met mij blij en blij met mij.
- De hemel is strak blauw; mijn lievelingskleur…en het zal niet lang duren voordat de zon te voorschijn komt boven de flat die zo’n honderd meter oostelijk van de mijne staat.
Ik eet en drink wat; krentenbrood en koffie. Pak mijn tas in voor de sportschool. Vreemd, bedenk ik me, want normaal pak ik nooit een tas in voor de sportschool; ik neem altijd alleen maar mijn lidmaatschapskaart mee; verder niks. Maak niet uit….dan pak ik gewoon mijn sporttas weer uit. Het is mijn dag vandaag, die kan helemaal niet meer stuk!
Onze buren (Turken, ik heb he-le-maal niks tegen Turken) hebben vanmorgen eindelijk (ik heb het pas vier keer gevraagd) hun stinkende vuilnisbakzakken naar buiten gezet. Er kwam een penetrante lucht uit. De strondluiers van die kleine meid gaan na een paar weken in zo’n zak op het slecht geventileerde trappenhuis flink stinken. De zakken staan overigens pas twee weken op de overloop tussen onze flats. Toen ze er vorige maand vier weken stonden heb ik die zakken zelf maar in de vuilcontainer gegooid.
Ik begin altijd op roeitoestel nummer een. Er zijn er drie. De eerste tegenslag. Het toestel is bezet. Oh,door die mooie Svetlana. Ze geeft ook zwemles op deze sportschool. Zo te zien is bijna uitgeroeid. O, sorry, hier bedoel ik verder niks mee, hoor, dat schrijf ik zo puur toevallig . Maar goed, over uitroeien gesproken: over het algemeen houd ik niet zo van Servische mensen…….omdat eh …..zo’n tien tot twintig jaar terug zijn Serviërs fanatiek bezig geweest met het uitroeien van Bosnische moslim mannen en jongens. Sindsdien vind ik Serviërs heel enge mensen eigenlijk…..maar ja……je kan ook weer niet iedereen over een kam scheren…toch……er zullen best aardige en goed bedoelende Serviërs wezen, denk ik…..deze Svetlana bijvoorbeeld…..ik kan me haast niet voorstellen dat deze vrouw het prima vindt dat er honderden Bosnische mannen en jongens worden uitgehongerd, dood geschoten en vervolgens in een kuil worden gegooid (sommige jongens en mannen bleken op dat moment niet eens dood ,erg hoor). De Serviërs dekten die kuil vervolgens verrassend keurig af; dat dan weer wel.
‘Kaa uw kang mieneer’ zegt ze…als ze uitgeroeid is en ze haar lichaamsvocht van zitting en handvaten van het roeitoestel heeft gepoetst………en echt waar ,niet eerder roeide ik zo lekker op de sportschool als vandaag. Svetlana, bleef zelfs even staan kijken naar hoe ik bezig was…..ze zei lachend: ‘u wel eel erk lekker bezik, vandaak mieneer.’
‘Tsja.’
Het is zulk fantastisch weer dat ik besluit om een stuk te gaan fietsen; langs de Rotte, mijn geliefde route. Ongeveer veertig kilometer, de ene keer doe ik er een uur, dan weer anderhalf uur of twee uur over al naar gelang mijn conditie of de weersomstandigheden.
Alles lacht me lieflijk toe vandaag.
Boterbloemen, madeliefjes, margrieten, zuring, paardenbloemen, groot en klein hoefblad en klaprozen. Al die lieve bloemen , hommels en bijen vormen de blij-lachende, mij toe-zoemende toeschouwers langs de route. De schapen, geiten en koeien, die net gegeten hebben (ze staan nog een beetje te herkauwen), kunnen even geen geluid maken, maar aan hun stralende ogen en zwiepende staarten zie ik wel dat ze het me van harte gunnen, meer dan van harte, denk ik.
Enkele lammeren winden er geen doekjes om; ze blaten dat het een lieve lust is: ‘bèhbèhbèh’ en maken koddige, voor die kleine diertjes toch pittig hoge sprongen en kijk……… zelfs meneer de bok komt even neuzen en maakt geroutineerd wat bokkensprongen op zijn robuuste bokkenpoten.
Het fietsen kost geen enkele moeite. Ik hèb al windje mee en door al die enthousiaste aanmoedigingen lijken de pedalen wel automatisch rond te gaan en niet zo weinig langzaam ook.
O, kijk aan, ….. de eksters zijn blijkbaar even gestopt met het laf leeg roven van nesten van andere kleine vogels; ze zijn op houten paaltjes langs het parcours neergestreken en proberen hun krakend-krassend-geluid een beetje vriendelijk uit hun strotjes te persen. Het zijn mijn vrienden niet, deze vogels, maar op de een of andere manier doet het me deugd goed dat ze hier aanwezig zijn.
Die aalscholvers in de bomen op het eiland rechts, met de vleugels wijd…….alsof ze me in hun vleugels willen sluiten………………... en me met hun grote snavel een pakkerd willen geven. Nee, dat lijkt me nou helemaal niks……. maar het gaat om het idee erachter en dat kan ik wel waarderen.
De reiger heeft geen oog voor mij; te druk met in de sloot kijken; hij houdt die kikker daar al een kwartiertje in de peiling…. roerloos wacht hij op zijn kans om meedogenloos toe te slaan…..en ik…ik ken van de reiger de klere krijgen…… je kan niet alles hebben..
De enige dissonant, de enige die echt lullig wil doen is een niet zo bijdehandte wesp; driftig zit ie te steken in mijn fietshandschoen, waar die met zijn angel nooit doorheen komt. Na enkele minuten zie ik de bij opvliegen, zijn angel blijft steken in mijn handschoen. Hoe het hem zal aflopen? Bijen die hun angel verliezen zijn ten dode opgeschreven.
De hemel blijft vandaag strakblauw. Twee vrouwen komen me tegemoet, de een gezeten op een opoefiets en de ander met een klein wit hondje. ik dacht dat ze allebei heel erg mooi waren maar zowel de opoefiets als het hondje waren oud en lelijk. De dames zelf daarentegen …..zijn appetijtelijke jeugdige juweeltjes……..die niet te beroerd zijn deze jonge pensionado vriendelijk toe te lachen. Leuk, daar niet van, maar voor daadwerkelijke bezigheden met dames heb ik vandaag toch geen tijd.
De fietstocht zit er op. Ik ga straks witlofsalade maken……………bij de super koop ik de ingrediënten: appels, bananen, witlof, sinasappels, aardappelpuree met kaas, olienoten en twee biologische tartaartjes. Ter aanvulling van de voorraad neem ik oog een six-pack bier en twee flessen mineraalwater mee. Ook hier (geluk, geluk!)kies ik voor de goeie kassa…..ben gelijk aan de beurt.
‘’Dat is dan 13,75 euro, meneer,’’ zegt de kassière
‘Okee,….. kan ik het pinnen?’vraag ik.
‘Natuurlijk, ga uw gang, meneer’
Oh godver, nee hè, zit mijn pinpas niet in mijn tas……ook niet in mijn jas, niet in mijn broek of mijn shirtje. Echt geld heb ik ook niet bij me……….het zweet breekt me aan alle kanten uit…….veel meer dan tijdens het fietsen.
‘Ik kan het nu niet betalen mevrouw (mevrouw!!……..ze is denk ik net 16),’ stamel ik. In de rij achter me wordt wat gemopperd en wat lacherig gedaan.
‘Weer zo’n vergeetachtige lul, schiet toch op man!’
‘Geeft niet hoor, meneer,’ zegt de kassière, ‘ik kan deze winkelwagen wel even voor u apart laten zetten, als u dan zo dadelijk terug wilt komen om te betalen…….‘
‘Zet maar even apart, ja, ik kom zo terug,’ zeg ik gegeneerd en ga gauw naar huis.
‘Prettige dag verder,meneer.’ zegt ze, op de automatische piloot.
‘Mijn prettige dag is zojuist geëindigd, mevrouw,’ zeg ik.
Weet zij veel…..
Ik ben al bijna thuis, als ik me ineens realiseer dat ik op de fiets ben……….….verrek ………die fiets..…die staat bij de supermarkt voor de deur……terug…………………..
‘Nee, ga nu niet gelijk weer terug…………..je bent bijna thuis….ga nou eerst je pinpas halen en neem dan straks, gelijk met je boodschappen, je fiets mee……….’, mompel ik in mezelf. 'Klootzak!'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten