donderdag 18 februari 2010

Beroert (6)

Behalve het geld op de tast leren herkennen wil Mam haar ook alvast braille laten leren maar geloof het of niet braille, kan je pas leren als je he-le-maal blind ben. Dan pas ontwikkel je op je vingertoppen de nodige gevoelssprieten om dit te kunnen leren. Ik geloof het nog steeds niet. De specialist in Erasmus heeft inmiddels wel een vermoeden wat er aan de hand is met San maar hij wil haar eerst nog even laten observeren in het Blindeninstituut in Zeist. Er blijft ons weinig bespaard. Mam in een rolstoel, pap een beroerte en terug naar artikel 31, vrijgemaakt, Leny, lesbisch en dan ook nog aan de drugs en Sandra blind en zo ont-zet-tend dik. Alleen met Karel en mij gaat nog wel een beetje, hoewel ik me zo langzamerhand rijp voor de sloop voel. Karel voetbalt en leert voor dierenarts. Ik help mam; ze heeft een persoonsgebonden budget en daarvan betaalt ze mij….mam is dus niet alleen mijn moeder maar ook mijn baas. Dat is dus steeds oppassen geblazen.
Nu pap er met Esther vandoor is (of andersom)……
O ja , dat moet nog even worden vermeld: Pap en Esther hebben een relatie. ‘Wat ziet zo’n jonge meid in godsnaam in die half kreupele vent?’
Het bouwbedrijfje zal nu wel worden opgedoekt. De relatie tussen mam en pap is niet zo jofel meer de laatste tijd maar toch zou mam Esther graag nog eens met een van haar krukken doorboren. Bouwbedrijfje dicht en Pap en zijn Esthertje zetten straks wel iets nieuws op. Mam en wij zijn zo langzamerhand uitsluitend afhankelijk van overheiduitkeringen.
Niet vreemd dat wij tot over onze oren in de schuld zitten. Huishuur, boeken en collegegeld voor Karel, contributie voetbalclub, energienota’s, ga zo maar door. Geen van ons heeft een baan. Sandra is te dik en te blind om ook maar iets kunnen doen, Karel studeert, ma kan nooit meer wat, ik werk voor ma’s PGB (persoonsgebonden budget) en Leny, tsja, Lenie….ze is nog minderjarig …….ze steelt om aan de kost te komen……dus mam mag opdraaien voor haar schades en schulden. Ondanks de schulden wil mam een iets betere scootmobiel te kopen, zit, rijdt, stuurt beter. Tweedehandsie, kost 6.500 euro. Ziektekostenverzekering vergoed veel; niet alles. Drieduizend zelf betalen. Ons schuldtellertje staat nu al op 6.550euro. Het Bureau Krediet Registratie geeft nooit toestemmin Met zo’n schuld kan de scootmobiel nooit worden gekocht. Alleen komen we niet van die schuld af. We zoeken hulp.
Van de kerk krijgen we het telefoonnummer van een schuldsaneerder in Rotterdam.
Mam vraagt of ik even wil bellen.
‘Schuldsaneringbureau van Dongen, met Esther spreekt u, waarmee kan ik u van dient zijn?’
Mijn hart bonst in mijn keel. Ik gooi gelijk de hoorn op de haak. Esther…..godver.
Geluk bij een ongeluk: de ontbrekende tienduizend wordt zomaar gestort door Bas; de schadevergoeding voor het ongelukje in de supermarkt saneert onze schulden en mam kan haar scootmobiel kopen.

Beroert (5)

Pap is, hoewel hij nooit meer naar de kerk gaat, nog uiterst energiek en optimistisch over de kansen om het ook zonder de honderd procent inzet van mam te redden. Van een beroerte is dan nog geen sprake maar hij moet niet te veel belast worden.
Mam gaat geleidelijk aan steeds wat minder werk doen voor Bobed bv. Twee dagen is het maximum. Voor drie dagen komt Esther bij ons werken; nu pap herstellende is van die beroerte is er genoeg werk voor haar in het bedrijfje. Ze is achttien en de dochter van de kerkorganist Joop van Dongen. Met mavo en het praktijk diploma boekhouden moet het werk aankunnen. Gezien de reactie van mijn broer Karel op haar is ze geen aantrekkelijke dame. Maar dat maakt niks uit: werken kan ze als de beste, dat dan weer wel. Ik kan het goed met haar vinden; ze is twee jaar ouder dan ik. Knippen kan ze als de beste, ze wordt de privékapster van Sandra en mij. Echt goed is ze; er zijn maar weinig kappers die wat leuks kunnen maken van Sandra’s haar dat uit drie kruinen groeit. Esther leert me mijn ogen opmaken, blauwe, witte vlakken, zwarte streepjes en vertelt me dat ze haar ultrakorte gifgroene rokje op de Hoogstraat in Rotterdam koopt. Ze gaat daar meestal eerst even kijken bij ’Greenlight In’ als ze een rok of jurkje nodig heeft. Dus wij, Sandra en ik hebben wel wat aan Esther. Mam is voorlopig ook tevreden over haar..ze is door haar proeftijd en ze krijgt een loonsverhoging .

Sandra gaat de laatste tijd steeds dichter bij de tv zitten, struikelt nogal eens en stoot regelmatig wat onderste boven. Kortom:
‘Sandra mankeer jij niks aan je ogen?’
‘Ja.’
‘Ik kan die ondertitels niet lezen, als ik verder weg ga zitten,’zegt ze dan. Niet normaal. Ze is vijftien. Ze ziet er uit als twintig met haar 140 kilo. Een jaar geleden zit ze nog met zeventig kilo zo’n drie meter van de tv vandaan en ziet alles nog haarscherp. De specialisten van het Academisch Ziekenhuis moeten San nog onderzoeken maar Mam gaat er al vast vanuit dat San stekeblind gaat worden….daarom traint ze haar om met haar vingers alle euromuntjes te herkennen…….San is dus degene die bij de Bas moet afrekenen, met muntgeld. Terwijl Mam staat te wachten tot San eindelijk betaald heeft, valt er een tray koffie van een pallet, precies op mams arm. Natuurlijk scheldt mam de Turk , die met die steekwagen voorbij racete de huid vol. Armspieren blijken gescheurd en afgescheurd; pols zwaar gekneusd. Dat kan er dan ook nog wel bij. Er wordt een rapport van het ongeluk opgemaakt en de Turkse Bas belooft een schadevergoeding.

wordt vervolgd

Beroert (4)

Mijn opa en oma waren fervente lange-afstandzwemmers. Drie keer per week zwemmen ze toch zeker dertig kilometer. Ze moeten immers fit zijn voor de grote wedstrijden; ze willen er aan zeker vier per jaar meedoen. Mam, was enigs kind. Veel oppasmogelijkheden hadden mijn opa en oma, niet dus ma wordt overal naar mee toe gesleept. In haar uppie zitten wachten tot pa en ma uitgetraind waren heeft ze geen zin in. Dus zwemt ze vanaf haar negende veel en lang…..naar nu blijkt, te lang. Ze zwemt wedstrijden van 10 km en 22 km (IJsselmeer oversteek Stavoren - Medemblik) ze doet vanaf haar negende al gewoon mee bij de senioren.
Ook zwemt ze als kind al de open waterwedstrijden in Bussloo, Den Nul, Deventer, Den Bosch, daar komt ze meestal uit op de 2000 of 3000 m schoolslag.
In juni is de tien kilometer van Hoorn, mam vindt het daar altijd leuk; doen veel leeftijdgenootjes mee….jongens ook. Opa en oma zijn zelfs een keer het kanaal overgezwommen. En mam….zij volgt het voorbeeld van opa en oma………in haar tienertijd met vriendinnen: zwemmen, zwemmen en nog eens zwemmen….in de verkeringstijd met pap: zwemmen, zwemmen, zwemmen, getrouwd met pap zwemmen, zwemmen, zwemmen (met of zonder pap) en ook met de kinderen zwemmen, zwemmen, zwemmen, heel rijk vindt ze die zwemzondagen zonder die lange misselijkmakende zondagse donderpreken………………..dan moet ze, tijdens een oversteek Medemblik-Hoorn opeens uit het IJsselmeer gehaald worden. Wij, de kids, zitten spelletjes te doen met andere zwemmoederskinderen; mens erger je niet en zo.. Pap en Karel zijn thuisgebleven….. Karel heeft een wedstrijd Pap vlagt.
Het is koud in Medemblik; ze begint goed aan de wedstrijd maar nog niet eens halverwege valt ze stil; een vrouw vraagt haar vanuit een volgbootje wat er loos is…..nauwelijks beweging ….geen reactie. Ze wordt ogenblikkelijk het water uitgevist, met thermo dekens ingepakt; een in allerijl opgepiepte arts onderzoekt haar al. Prima geregeld hier altijd die medische hulp. Hart en longen: niets mee aan de hand. Het zijn haar spieren die niet meer zo willen, geen kracht meer willen leveren terwijl er op zich voldoende energie voorraden in mams lijf aanwezig zijn.
In het academisch ziekenhuis vertelt de specialist dat ze zal moeten stoppen met LAZ. Ze is te vroeg en te heftig met deze zware sport begonnen toen heeft ze haar gestel onherstelbaar verziekt. Ze is nu bijna veertig. Volgens de dokter moet ze er maar oprekenen dat haar lijf alsmaar slechter gaat functioneren. …over vijftien a twintig jaar de rolstoel in ….en dan ….dan kan ze nog wel tachtig worden als ze nog allerhande hulp om zich heen weet te verzamelen.
Pap is dan logisch, in paniek. Mam is de financieel administratieve spil van het bouwbedrijfje, pap regelt de rest.

wordt vervolgd

Beroert (3)

Beroert (2)

Pap is dus weer thuis en ik, mijn broer en mijn zussen zijn verder van huis dan we ooit geweest zijn. Karel, mijn broer, zien we nauwelijks meer thuis, tot groot verdriet van mijn moeder. De ouders van zijn vriend Gerard vangen hem liefdevol op. Gerard speelt bij hem in het voetbalelftal; bij die club is Gerards vader terreinknecht. Zo af en toe, meestal als pap er niet is komt hij even langs….mams ogen stralen dan.. ..dat hij vrijwel nooit thuis is doet haar veel verdriet maar ze is blij, dat hij weer een beetje kleur op zijn wangen heeft….bij de familie Groener zit hij blijkbaar wel goed. We hebben niet veel geld te besteden sinds paps beroerte, maar mam is te trots om Karel voor niks te laten wonen en eten bij zijn vriend. Ze stopt hem een paar tientjes toe om aan de Groeners te geven. Pa mist Karel niet eens. Het is ongelooflijk hoe een beroerte een mens kan veranderen. Vóór de attack waren Pap en Karel onafscheidelijk. Karel is de gedoodverfde opvolger als directeur van het lekker draaiende bouwbedrijf. Op zaterdag stond pap hem altijd enthousiast langs de lijn aan te moedigen. Hij vlagde soms ook wel eens bij een wedstrijd.
Maar o wee als hij duivelse zaken als een cd van Madonna, de Volkskrant, Nieuwe Revue of een flyer van ‘Avatar’ in huis aantreft. Dan gaat hij als een bezetene tekeer. Geen enkele beheersing heeft hij dan meer over zich zelf. Met name mam moet het ontgelden. Een enkele keer krijg ik of mijn zusje Leny een opdonder van hem……meestal zomaar….om niks. Nu mam weer, ze heeft een Troskompas opengeslagen op haar schoot liggen; hoe verderfelijk! Pap slaat haar uit haar rolstoel: bebloed gezicht, bloedneus en tanden door haar lip geslagen. Na deze aframmeling vindt mam het genoeg. Pap ligt op de bank te maffen. Luidkeels snurkend. Doet hij altijd als hij ma of wie dan ook afgeranseld heeft. Ik zet haar weer in haar rolstoel; ze vraagt me wat spulletjes bij elkaar te pakken. ‘We gaan hier weg!’
Mam fluit Perrie, onze Mechelse herder, die blijkbaar weet wat er loos is en razendsnel de auto in duikt. Leny en Sandra dirigeert ze de auto in. Ik moet haar nog de auto in helpen en de rolstoel achterin gooien. We rijden rechtstreeks naar Familie Groener om Karel op te pikken. Karel is niet blij maar gaat braaf mee. We gaan naar een ‘blijf van mijn lijf huis’ in Hilversum.
Een oud grijs conservatief knotjeskreng is daar de baas. Als een strenge schoolfrik begint ze wat regels op te lepelen: niet door de gangen rennen, in huis geen gegil, kamers van andere bewoners zijn verboden terrein, na zeven uur algehele rust in de tent, intekenen op het dagelijks corvee ……………. er komt een eind aan. Wat we nodig hebben is een liefdevol, warm nest; wat we krijgen is een kille afstandelijk koelkast. Niks voor ons. Binnen drie dagen zitten we in een krot in Rijsoord (vlakbij ons oude huis) tussen een alcoholist, een drugsdealer en een stelletje transseksuelen.

wordt vervolgd

Beroert (1)

Pap wil dat ik er netjes uit zie. Daarom kom ik pas uit bed als ik hem om kwart voor acht het huis uit hoor gaan. Tot vier uur vanmiddag kan ik er dan bijlopen zoals ik wil: spijkerbroek, gympen, T-shirt met een leuk kleurtje, geen bh, lippenstift, oorbellen, paardenstaart, nagellak, opgemaakte ogen. Ik luister op mijn mp3-speler naar de muziek die ik leuk vind en lees boeken van Wolkers (Serpentina Petticoat) , Tommie Wierenga (Caesarion) en Nick Hornby (Pitch fever), niet alleen voor de vwo-toets straks in mei; ik vind het gewoon prachtschrijvers. Wij, mijn broer Karel, 18, mijn zussen Leny en Sandra, 16 en 14, mijn moeder en ik, wij leven tussen acht uur ’s morgens en vier uur ’s middags zoals we normaal gesproken de hele dag wel zouden willen leven. Maar ’normaal gesproken’ geldt niet bij ons. Mijn vader, die om half vijf thuiskomt van zijn werk, wil niets weten van ons ‘normaal’. Om vier uur ’s middags gaat de alarmbel voor de grote metamorfose: muziek gaat uit, boeken en mp3 speler worden opgeborgen, de opmaak gaat van de ogen, een blauwgrijs net mantelpakje met bijpassende witte blouse en een lichtblauw shawltje, worden uit de kast gehaald. De gympen gaan onder het bed en er komt een net zwart schoentje met een laag hakje voor in de plaats. Op Classic FM wordt iets van Bach gedraaid als we het geluid van de sleutel in de achterdeur horen: daar is pap.
Pap zijn rechterkant doet het niet helemaal goed meer na zijn beroerte. Zijn rechtermondhoek staat constant in de lachstand. Zijn rechterarm en -been lijken net iets te laat te begrijpen wat er van ze verwacht wordt.
Twee jaar geleden is het al weer. Hij ligt ineens languit op het Berbers tapijtje in de woonkamer. Kwijlend, stamelend, onmachtig ook maar iets te doen: een beroerte. In allerijl naar het ziekenhuis….. ‘voor zijn leven wordt gevreesd.’ Hij komt er bovenop: logopedie, leren lopen, allerlei zo vanzelfsprekend lijkende dingen weer proberen te doen: een shagje draaien, aansteken, in zijn mond steken, in zijn mond houden………ja, pap rookt en niet zo weinig ook….. …..zware shag.
Na ruim een jaar van inspanning komt pap uiteindelijk uit op 90% van zijn normale kunnen. Veel meer zal het nooit worden. Hij is alleen een ander mens geworden. Op zijn twaalfde was hij honderd procent gereformeerd artikel 31, vrijgemaakt, net zoals zijn ouders. Hij is nu weer net zo als toen. We moeten er thuis letterlijk aan geloven: ouderlingen en hulpvaardige zwartrokken lopen vooral de eerste dagen nadat pap weer thuis is de boel plat…..ze nemen voor ieder van ons bijbels en zangboeken mee. Mede op advies van de schichtig in ons huis rondschuifelende kerkratten verdwijnt een flinke hoeveelheid van wat mij zo lief is in hun KOMO vuilniszakken: kleding, sieraden, muziek, boeken en cosmetica ……god gloeiende godverdomme. Tsja, voor zijn beroerte, was hij gewoon een leuke vader van een leuk gezinnetje.

wordt vervolgd

donderdag 4 februari 2010

Contact gehouden

Brian houdt het skateboard als een schild voor zijn lichaam; in zijn linkerhand heeft hij een kapotte whiskyfles. Zijn rechtervuist, deels verborgen achter het board, omklemt een gekarteld, scherp ijsmes……. steekklaar. Met het puntje van het mes drukt hij op de bel van Antasgras nummer 45, bij van der Wielen. Pa, die net zijn warme prak naar binnen heeft, opent argeloos de deur……..en wordt overdonderd door een krachtige klap in zijn gezicht met de whiskyfles. Weerloos, ligt Pa, in de foetushouding, op zijn eigen deurmat, hevig bloedend uit neus en mond. De whiskyfles slingert Brian weg…. buigt zich over zijn slachtoffer en steekt hem vijf keer krachtig in zijn linker bovenlichaam.
Gegil van ma van der Wielen: ‘Brian, wat doe je, ….. stop, Brian, …. Brian, stop!’ …… Brian raakt verstoord door de komst van ma van der Wielen, stopt met steken, lijkt zich even af te vragen, waar hij mee bezig is en op het moment dat ma hem bij zijn arm pakt, rukt hij zich los en skate met een rotvaart de straat uit, in de richting van de Schie. Op het trottoir ligt naast de whiskyfles het bebloede mes. Pa bloedt hevig…hij kreunt.
Op donderdag 5 november 1997 om 01.30 uur wordt Brian gepakt. Binnen 5 uur na de aanslag. Zijn moeder, Samantha, weet de politie precies te vertellen waar hij te vinden is. Altijd als hij problemen heeft, maakt niet uit met wie , met haar, met haar vriend, met zijn eigen vrienden of met school, altijd gaat hij naar Leiden, naar verzorgingshuis ‘de Sleutels’; naar zijn oma.
Brian is nauwelijks te volgen door de rechercheurs die hem ondervragen; hij wisselt lange zwijgzame periodes af met het stamelen van onbegrijpelijke zinnen. Het lijkt alsof hij van het steken en slaan niets meer afweet. Ook geeft hij niet thuis als hem gevraagd wordt naar het tekeningetje achterop zijn skateboard: een man met baard en rokje, staand op een wolk. Ze zetten hem maar even een nachtje in een koelcel.
Pa van der Wielen komt er nog wonderbaarlijk ‘goed’ van af: neus en snijtanden gebroken; de steken in zijn bovenlichaam hebben geen vitaal lichaamsdeel geraakt. Binnen twee weken wordt hij ontslagen uit het ziekenhuis; alleen de blauwe plekken in zijn gezicht en het neusmaskertje herinneren aan die afschuwelijke 4e november. De angst voor zo’n aanslag uit het ongewisse zal hij nooit meer kwijt raken. Niet alleen hij trouwens, ook zijn vrouw en kinderen blijven angstig, vooral als er ’s avonds aangebeld wordt.
Samantha verdwijnt ruim drie jaar uit het straatbeeld, deels uit schaamte, deels uit angst; ze pendelt tussen haar moeder in Leiden en familie in Noord-Holland. Eind 2001 wordt ze uit het huis gezet waar ze met Brian woonde: ze betaalt een half jaar geen huur. In de zomer van 2002 wordt ze vermoord in een opvanghuis voor daklozen…..door een medebewoner, die denkt dat ze wel wat geld zal hebben…….……dat klopt ook: 15 euro…….alleen niet genoeg voor het shotje dat hij zo hard nodig heeft.
Brian wordt onderzocht op het Pieter Baan Centrum……diagnose: hij is schizofreen dus dat wordt tbs. Lang, heel lang………hij zit vast in een tbs-kliniek in Hoenderloo tot de zomer van 2009. Naar de begrafenis van zijn moeder mag hij nog wel …..in een geblindeerde, gepantserde boevenwagen met vier gewapende begeleiders. Ger, net als Brian geboren in 1978 en al bevriend met hem ‘’sinds de crêche’’, mag af en toe eens langs komen. Drie weken van te voren moet het bezoek gemeld worden; ook hoe lang Ger denkt te blijven, drie uur is het matje. Brian neemt al maandenlang trouw zijn medicijn (haloperidol). Vreemd, geestelijk maken die pillen stabiel, lichamelijk gaat hij er van trillen als een rietje. Zijn behandelaars schatten in dat hij nu geen gevaar is voor zichzelf en voor anderen. Als cadeautje mag hij in mei 2008 bij zijn vriend Ger in Rotterdam op bezoek. In de geblindeerde, gepantserde zwarte auto voor de deur zitten twee begeleiders/bewakers. Ook in de huiskamer bij Ger zitten twee begeleiders, een Surinaamse man van in de veertig en een Nederlandse jonge vrouw, halverwege de twintig. Beiden gewapend. De bewakers lijken wat moeite te hebben met hun rol. Ze moeten alert zijn maar ook weer niet alles willen zien, horen en volgen wat de jongens doen.
Na de herfst van 2008 krijgt Brian wat meer vrijheid. Hij woont het laatste halfjaar weer in Rotterdam. Begeleid wonen. Hem wordt weer geleerd zelfstandig te wonen na veertien jaar tbs behandeling in een van de maatschappij afgescheiden setting. Ook zal hij moeten werken. Eind 2008 werkt hij in de catering van een verzorgingshuis…een leerwerkplek. Hij heeft er naar zijn zin en de bewoners van het verzorgingshuis zijn blij met hem.
In de loop van 2007 zijn de heer en mevrouw van der Wielen gescheiden. Pa van der Wielen is hertrouwd en woont buiten de stad. Hij wil geen contact meer met zijn vrouw en zijn vijf prachtige kinderen.
Het kost maar liefst tweeëntachtig euro per maand om bij sportschool ‘Keep Fit’ te mogen trainen maar daar krijg je dan ook wat voor terug. Een groter functionaliteit op sportgebied is er niet te vinden in Rotterdam. Behalve de gebruikelijke fitness, zijn er lessen in boksen, yoga, tai-chi, pilatus en ook Zumba, Lambada en Salsa. Verder is er een zwembad, sauna, Turks bad en ook belangrijk: alles is lekker fris en schoon. Je wordt er vriendelijk ontvangen en gedag gezegd….er is een inpandige fietsenstalling en er zijn televisieschermen met videoclips (MTV) en sport op filmdoekgrootte.
Het meeste contact heb ik met receptioniste Shirley. Of het toeval, weet ik niet: ik ben mijn zwembril kwijt, geen grote handdoek bij me, heb mijn baseballpetje laten liggen, geen muntje bij me voor een kluisje, moet me laten inschrijven voor een incidentele cursus, steeds tref ik het dat Shirley mij mag helpen……. ondanks dat er zeker wel nog tien andere receptionistes werken.
Ze weet onderhand wel dat ik niet zo´n krachtpatser ben, als zo velen die hier komen….…yoga en zwemmen, daar kom ik eigenlijk voor….en telkens als ik langs de balie loop, herinnert ze me aan deze voorkeuren.
Als ik niet hoef te werken, ga ik zo vroeg mogelijk sporten. Deze ochtend loop ik om zeven uur de sportschool binnen…..
‘Er is nu nog geen Yoga hoor, meneer Drobema, vanavond pas om zes uur.’
‘Ja, Shirley, dat weet ik…..ik ga nu even lekker zwemmen en een beetje werken in de fitnessruimte.’ Een kleine jongeman loopt voor me uit en wacht even voor de lift. Hij kijkt me indringend aan en vraagt:
’U bent toch de vader van Mitchel?’
‘Neen,’ zeg ik, ’ik heb twee zonen, de een heet Ger, de ander Steven.’
Hij kent me, we zijn overburen geweest. Hij heet Bing…en ja, nu zie ik het ook, dat is de groot geworden kleine Bing, dat mannetje dat door zijn vier zusjes verwend en bemoederd werd.
Bing werkt op de sportschool, technische dienst.
Hij vertelt dat zijn zus hier ook werkt. Shirley, de dame achter de balie is zijn zus, de dame die altijd zo aardig is tegen me, is zeker vijftien jaar mijn overbuurmeisje geweest. Tot op heden heb ik dat nooit in haar gezien…..zij ook niet in mij……waarschijnlijk.
Ik ga naar Shirley en wij beiden zijn verbaasd. Ik flap er dan plompverloren onwillekeurig uit dat een vriend van mijn zoon Ger de moordaanslag op haar vader pleegde.
‘Brian?,’ zeggen ze allebei in koor.
‘Ja, Brian, hij heeft de afgelopen jaren in verschillende tbs-klinieken gezeten en mijn zoon Ger heeft steeds contact gehouden met hem.’
Stom! Had nooit over hem moeten beginnen……….maar het wàs geen keuze……..het was er uit voor ik er erg in had…..alsof ik het móést zeggen. We raken er alle drie van in de war. Oud zeer dat onnodig wordt opgerakeld. Slachtofferhulp hebben vader en moeder van de Wielen nooit gewild. Vader, moeder, de vier meiden en Bing zitten nog steeds met de waaromvraag. Waarom wilde Brian meneer van der Wielen afslachten? Vader van der Wielen schijnt ooit gezegd te hebben, dat de Samantha, Brians moeder een hoer is……...
Het klinkt bijna als een soort smeekbede van Shirley en Roy: zou je zoon er misschien achter kunnen komen wat Brian toen bezielde. Er straalt iets van hoop uit hun ogen als ze me dit vragen, alsof het bevrijdende antwoord nu nabij is.
Ger zoekt hem regelmatig op; ze fietsen, praten, rappen, maken muziek, doen een spelletje, eten af en toe bij elkaar. Brian is ontspannen als Ger hem naar het waarom van ‘van de Wielen’ vraagt. Hij weet het nog precies: van ‘een Schot op een vlot in de Rotte’ komt de opdracht van der Wielen te offeren ‘met een fles whisky en een ijsmes’; van der Wielen heeft een ‘kwade invloed op de straat’. Hij krijgt de opdracht, met exact de datum, de tijd en de moordwapens. ‘Genoeg zo,’ vindt Brian. ‘Niet meer aandringen dus,’ weet Ger.
De kinderen van der Wielen lijken niet blij met dit antwoord. Wraak voor ‘je moeder is een hoer’ had misschien beter in hun straatje gepast.

woensdag 3 februari 2010

Een man alleen

Met een pepermolen zo groot als een honkbalknuppel maakt hij zijn tartaartje wat pittiger. Het is werkelijk een indrukwekkende aanblik: de kleine, stevige Jeroen bezig te zien met die design-pepermolen. Jeroen, die kookt vandaag, heeft de tartaartjes met opzet niet gekruid.
‘Die speciale kruidensmaken verdwijnen allemaal tijdens het bakken. Kruid je vlees maar onder het eten, ik zet wel wat op tafel’.
Zout, peper (in die molen dus) een basilicumplantje en knoflookpoeder. Ik breng het tartaartje op mijn bord op smaak. Van mij had hij het vlees samen met de knoflook mogen bakken.
Mijn vriend Jeroen maakt meestal wel iets lekkers. De ene week eet hij bij mij, de andere week eet ik bij hem . Dat doen we al jaren zo. Om precies te zijn 23 jaar. We eten lekker en daarna gaan we uit: meestal wordt dat een bioscopie, soms gaan we naar theater en heel af en toe naar een pop- of jazzconcert. Vanavond gaan we naar de film; het is begin februari: het filmfestival is in Rotterdam en een van de aangeprezen films is ‘a single man’.
Het eten van vanavond is niet slecht. Jeroen heeft het zich alleen niet zo moeilijk gemaakt. We eten sperciebonen, caesarsalade, (oven)patat en een tartaartje. Als nagerecht heeft hij twee ‘karnetoetjes’ gekocht bij de Aldi.
Die film, ‘a single man’, die we zo gaan zien gaat over een man, een vijftiger, homoseksueel, die te horen krijgt dat zijn vriend, zijn levensgezel, een veertiger, bij een auto ongeluk om het leven gekomen is. Nu zijn vriend, van wie hij zielsveel houdt, om het leven is gekomen, is zijn leven niet meer waard geleefd te worden. Hij wil zelf ook dood. Vanaf de eerste minuut van de film is hij bezig met het regelen van zijn zelfmoord. Daar is hij zo gedreven mee bezig dat hij er zowaar nog lol in krijgt ook.
Na het eten wassen we samen even af; gewoon, ouderwets de vaat doen in een teiltje met een soppie, een borsteltje, een afdruiprek en een theedoek. Zo’n afwasmachine vinden we allebei wat decadent. Alleen als we een maand niet zouden afwassen, zou de afwasmachine vol zitten. Nee dan doen we het liever met de hand en elke dag; dat vinden we nog gezellig ook. Vandaag mag ík lekker met mijn handen in het warme sop, Jeroen droogt af.
Als de afwasser klaar is, vandaag ik dus, gaat ie koffie zetten. Daar hebben we een Braun koffiezetapparaat voor, zo een met een reservoir voor koud water, een houder voor filter en koffie, met daaronder een glazen koffiekan en er is natuurlijk een systeempje, dat het koude water opwarmt en naar de koffie leidt. Nooit zetten we meer dan twee kopjes tegelijk: een voor Jeroen en een voor mij. Gelijk opdrinken als het klaar is. Koffie is toch kokendheet het lekkerst. Een enkele keer nemen we in de loop van de avond nog een bakkie. Van Senseo of koffiepads moeten we niks hebben…….slappe kouwe koffie is niks voor ons.
Vanavond trouwens geen tweede bakje.
‘Jeroen,’ zeg ik, ‘we moeten nu echt gaan, anders komen we te laat voor de film.’
‘Ja, we gaan ook zo’, zegt Jeroen, ’ maar voor we gaan, wil ik je eerst nog wel even lekker vasthouden……….jij bent zo’n ontzettend lief mens…….ik hou heel erg veel van je……. en zou je voor goud willen missen, Henk.’

dinsdag 2 februari 2010

Ze houdt van je

Rietje is er vandaag niet …. pijn aan haar knieën, zègt ze. Ik geloof er niks van. Jammer dat ze er niet is, want het is leuker op het werk als ze er wel is. We hebben het echt knus samen. Zo tussen het werken door een beetje praten over de kinderen (die van haar, twee dochters, zijn rete-moeilijk): de een is een weinig snuggere autist van 12, die onophoudelijk ruzie zoekt met haar grote zus (16) en haar oude moeder (47) . Rietje neemt die meiden veel te veel uit handen. De oudste wil graag naar het conservatorium in Den Haag. Dat is niet zo eenvoudig voor elkaar te krijgen…..ma krijgt het met veel moeite voor mekaar.
De eerste de beste schooldag ging het niet zo naar mevrouw haar zin (te veel allochtonen daar in de buurt….daar is ze bang voor…er wordt een beetje gestoeid in de bus van station naar school) en ze besluit vervolgens niet meer naar Den Haag te gaan. Ze is de school niet eens binnen geweest. Nu zit ze gewoon weer in haar eigen kleine kutdorpje, op een klein benepen kut-vmb-ootje. Mam vindt dat eigenlijk niet zo leuk maar regelt het weer allemaal zoals het prinsesje het wil. Mevrouw heeft nu ook ineens verkering met een mannetje van achttien. Daar gaat ze van de zomer al mee naar Noorwegen; vlakbij de Hardinger Vida (zijn pa en ma zijn er ook bij). Als dat maar goed gaat, mam is wel wat angstig.
Rietje heeft eigenlijk geen tijd om te werken. Regelen, regelen, allerlei dingen regelen voor de kinderen, praten op school met de dekaan. Op school wordt gezegd, dat er gespijbeld wordt door de dames….zeker door de oudste,….ze is de laatste tijd opvallend veel tegelijk absent met vriendje Tim. Rietje is ook de fietsenmaker, plakt de lekke banden, vervangt kapotte jasbeschermers, stelt spaken en spant kettingen en dan heeft ze ook nog ….alle huishouddingetjes, want die wijfies doen thuis echt he-le-maal niks (eigen schuld dikke bult natuurlijk) en….. dan haar grootste kwelling: alle formulieren, die regelmatig moeten worden ingevuld opdat ze haar zeer geringe inkomen kan behouden.
Rietje heeft ook geen lijf om te werken. Als ze een kom erwtensoep optilt met links en een hap neemt met rechts kan ze de eerste drie weken haar bovenlichaam niet of nauwelijks meer bewegen.
Tot slot is er nog het probleem met haar moeder. Haar moeder heeft een nieuwe vriend. Daar heeft ze verdriet van. Want vader is pas acht jaar dood en nu al een nieuwe vriend is toch wel wat vroeg. Rietje zelf is er dus verdrietig onder maar haar oudere broertje is furieus, die zou het liefst die nieuwe vriend van moeder het ziekenhuis in slaan.
Het allerergst is nog: moeder en nieuwe vriend gaan binnenkort samenwonen in zijn huis. Als buitenstaander zeg ik: ‘Leuk toch, als die twee ouwetjes van elkaar houden.’

Mijn vermoeden is dat Rietje er vandaag niet is vanwege collega’s Trees en Nora. Zo, wat waren die gisteren pissig op Rietje. Ze haalde alleen koffie voor mij en niet voor hun, een doodzonde!
‘Haalt ze nou alleen koffie voor jou???!!, zei Trees, met een venijnige blik in haar ogen.
‘Ik heb zeker een streepje voor’, zeg ik wat verlegen.
Met een veelbetekenende blik zegt Trees dan tegen me:
‘Ze houdt van je, Sander.’
Hmmmm…… die ‘veel betekende blik’…….wat zou die willen zeggen…… ja… …...misschien wel, dat ik haar opmerking serieus moet nemen, dat Trees ervan overtuigd is dat Rietje van me houdt en dat ik attent moet zijn…..…..zo veel betekenend dus.
Tsja, ……Rietje houdt van me……zou het echt………het is altijd leuk te horen, te voelen, dat er van je gehouden wordt ……maar wat moet ik er verder mee…….ze is erg fijn om mee te werken……leuk om mee te praten, over koetjes en kalfjes, soms wat dieper…..ja,......ik houd er van om op die manier met haar om te gaan………prettig, heel prettig zo,….……maar seksueel gezien val ik tegenwoordig eigenlijk dus veel meer op grote breed geschouderde mannen......en....... lieve kleine diertjes.....sexueel gezien dan.....maar dit even terzijde.

maandag 1 februari 2010

Zó veel te doen.....

De stem van Leonard (Leo voor het gemak) vult met gemak een heel verzorgingshuis. Alle deuren van alle kantoren gaan dicht als Leo aan het vertellen gaat. Mijn ogen oren en gelaat trillen bij elke kleine anekdote. Ook bewoners van het huis weten inmiddels dat de deuren gesloten moeten worden ter wille van de rust.
Waarom zeg je er dan niks van lul? Er is zo veel te doen! Leo heeft het blijkbaar minder druk, want hij vindt het nodig om allerlei invallen mijn richting op te knallen.
- Over zijn nieuwe huis.
- Over een nieuwe collega.
- Over de nieuwe baan van een oud lid van de ondernemingraad.
- Over de dommigheid van de ING met de tan codes.
- Over hoe het de verkeerde kant op gaat met onze werkgever.
- Over waarom dingen bij ons niet kloppen.
- Over collega’s die het ontbreekt aan teamspirit en niet willen overwerken als het werk af moet maar niet af is.
- Over zijn vrouw die kanker heeft gehad.
- Over dat hij gestopt is met roken.
- Over dat hij in de Gelredome naar Sting is geweest en hoe kut dat was.
- Over hoe geweldig Normaal in Ahoy was.
- Over zijn vrouw die, nadat ze de kanker overwonnen had bij de Bas is gaan werken
- Over klanten die erg hechten aan caissières;
- Over de tennisvereniging waarvan hij penningmeester is.

En ik……..ik , ik heb zó veel te doen.
Leo heeft kleine, platte, vette oogjes, die tamelijk ver uit elkaar staan. Zijn bek is breed. Zijn hoofd loopt van smal van boven tot breed van onderen, daar waar die brede bek zit dus. Zijn dunne zwarte haar heeft hij strak achterover gekamd en blijft, dankzij de gel spiegelglad zitten. Om het half uur gooit hij een adem frisje achter in zijn keel; zijn bek gooit hij open zoals een nijlpaard zijn muil opent als er een heel gesneden brood in zijn richting geworpen wordt. Hij werpt vette blikken naar Thea en Pauline….kleedt ze met zijn ogen uit. Als er een jongedame in de buurt is, dimt hij zijn geluid; er zijn godverdomme veel te weinig dames vandaag. Er vloeit dan waarschijnlijk energie naar andere delen van zijn lichaam. Toch mag ik Leo wel. Maar …och….mijn arme hoofd….. en wat had ik veel kunnen doen vandaag als hij er niet geweest was.