zaterdag 31 juli 2010

16. Brecht in Avignon

Dit is deel 16 van de serie 'Avignon'

‘Liederen van Brecht’ is de laatste voorstelling die ik op deze dag ‘doe’. De liederen worden in het Frans gezongen.
Bertholt Brecht, was een prominent theatervernieuwer, schrijver, dichter in de eerste helft van de twintigste eeuw; hij leeft van 1898 tot 1956. Marx is zijn grote inspirator. In zijn hele oeuvre neemt de socialist Brecht stelling tegen het kapitalisme op zich en sociaal onrecht en rassenhaat in het bijzonder. Met zijn werk ondersteunt en inspireert hij de belangenstrijd van onderdrukte mensen.
Gezongen worden vandaag liederen uit:
• Kinderliederen (1950)
• Liederen uit de Dreigroschenoper (1928)
• Verhalen uit de revolutie (1932)
• Sonnetten (1932–1934)
• Gedichten in Gevangenschap ([1944])
Zoals gezegd schreef Brecht liedteksten en Kurt Weill de muziek: ostinate ritme’s, verbluffend eenvoudige melodieeën, gebruik makend van de elf jazzorkest instrumenten……de liederen worden met intens gevoel staccato gebracht. Weill en Brecht doen veel samen. Het werk van Brecht, ken ik alleen in het Nederlands en in het originele Duits; daar is de presentatie lekker rauw en ordinair zoals het hoort bij deze liederen. Het is jammer maar deze Franse vertalingen passen gewoon niet bij de melodieën……daar heb ik bij Nederlandse vrtalingen nog nooit last mee gehad.
Het meest aangrijpend, indrukwekkend is de slotact, hoewel dit nu net geen Brecht-werk is: muziek uit een minuscuul speeldoosje. Een kleine meid draait aan het slingertje, muziek klinkt op van het socialistische strijdlied de ‘Internationale’… …een zangeres begint te zingen……………..uit het publiek valt iemand in….dan weer een paar koorleden ….en nog meer toeschouwers……… ……. steeds meer mensen zingen mee en ieder in de eigen taal…… ……mijn mooiste ‘internationale’ tot op heden… …..kippenvel.

De dag eindigt met een traditioneel superdiner van vijf gangen tussen acht en half elf. Ik geniet van het geweldige eten. En maak lol met Dominique, de dertig jarige dochter van Claude et Antoine. Van de moddervette Rachel (spreek uit: Reetsjel), die ook mee eet, kan ik soms erg genieten. Ze kan zo lief vertellen over haar broertje van vier; hij is nu al zes dagen zindelijk……nou, nou, nou, nu al….dat gaat dus de goede kant op………… ….als ze zo zit te praten valt me haar lieve, kleine, mondje op…………en wat ook leuk is.........wanneer ik eens iets vertel, luistert ze echt….ik zie het aan haar ogen……zie echte belangstelling……een goeie meid….. heus…….en verder, tsja……daar kan ze op zich niets aan doen, denk ik……. als….als ze eens lekker eet, dan maakt ze, onwillekeurig, tegelijk met de overvolle hap, die ze in haar kleine mondje schuift een vreemd soort snurk-schrok geluid, dat je eigenlijk alleen maar kent van hongerige biggetjes……............nou en?………. en wat dan nog? zo erg is dat toch ook weer niet.
Ik schrijf in de tuin nog even wat ansichtkaarten en ga vervolgens rond middernacht naar bed.

vrijdag 30 juli 2010

15. Congres in Avignon

Dit is deel 15 van de serie 'Avignon'

Er is nog niet veel nieuws onder de Franse en Nederlandse zon; op educatie en met name dramatische expressie wordt alsmaar bezuinigd. Ik ben nu bijna twintig jaar uit het onderwijs maar de discussie is nog steeds dezelfde: er wordt te weinig geld uitgetrokken voor de verbeelding in het onderwijs. Een groep met vijfentwintig tot dertig leerlingen is veel te groot om zinvol bezig te zijn met dramatische expressie. Bij een groepsgrootte van tien kan iedere deelnemer zijn verbeelding aan de macht laten komen. Maar daar wordt structureel geen geld voor uitgetrokken; is blijkbaar niet belangrijk genoeg, ook in Frankrijk niet. De enkeling die sowieso al geïnteresseerd is, wordt naschools volop de gelegenheid geboden in een kleine groep theater te bedrijven, uiteraard: wel zelf betalen! Voor leerlingen die hier niet zelf voor kiezen, is het juist van belang de musische vorming belangrijk en aantrekkelijk te maken in het lesprogramma: meer lesuren, meer docenten aanstellen en opleiden, meer geschikte lokalen en zoals al genoemd kleinere groepen. In feit komt het hierop neer: meer geld. Nog steeds gaat het op school voornamelijk om taal, rekenen en presteren, presteren, presteren. Onder schooltijd staat de verbeelding nog altijd buitenspel.
Samen met Nicole, mijn lerares Frans en Sharon Chinese mede cursiste bezoek ik deze ochtend het congres Educatie en Theater. Heeft de tijd stil gestaan?

Sharon is pas weer rustig als ze bij een tabacshop een pakje Marlborough light heeft gescoord. We spreken af even samen te lunchen en dan ieder ons weegs te gaan voor de rest van de dag.

Na de lunch ga ik voor de verandering naar een Engelstalige voorstelling. Een Franse stand-up comedian heeft een Engelstalige show gemaakt. Vanzelfsprekend is er een flink aantal toeschouwers voor wie Engels de eerste taal is. De comedian doet zich voor als God die hoofdschuddend zowel de ex-communistische wereld als de huidige westerse wereld van voor 11-9-2001 bekijkt. De acteur doet soms net alsof hij sommige Engelse woorden niet kende. Zo vraagt hij het publiek wat het Engelse woord is voor ‘torturer’ (martelen). De grap is dat het Franse en Engelse woord voor martelen nauwelijks verschillen. Evenals dat voor gevangenis (prison); dat vraagt hij ook aan het publiek. De comedian kirt, springt en produceert een waanzinnige lach, omdat hij het zo hilarisch vindt dat de woorden ‘martelen’ en ‘gevangenis’ identiek zijn in Frankrijk en England…..

Op de hoek van het Place d’Horloge staat een stel zeer virtuoze jonge jazz-musici hun best te doen. Ik raak aan de praat met de manager van de groep uit Lyon. Ze vertelt me dat de musici in feite nog conservatoriumstudenten maar desondanks …… …….zeer talentvol zijn. Ze zijn hier voor een dagje en te zien aan de gevulde hoeden is er prima verdiend door ze. Het is niet de roeping van de dame om manager te worden. Liever, zo vertrouwt ze me toe, zou ze comédienne worden. Maar ze vreest dat ze niet voldoende talent heeft.

donderdag 29 juli 2010

14. De dichter in Avignon

Dit is deel 14 van de serie 'Avignon'

Wat heb ik een dorst. Ik wil wel vier pilsjes tegelijk. Hoewel ik weet dat pils eigenlijk helemaal niet goed voor de dorst is; integendeel: pils maakt dorstig….het smaakt naar meer. Maar toch. Ik ben in de buurt van Maisson Off, het organisatorische hart van het Theater-Off festival; een mooie gelegenheid om het aangename (vier pils) met het nuttige (kennismaking met het Maisson Off) te verenigen.
De bardame, met scheefhangende mond, ongewoon veel wratten op haar gezicht en, eerlijk is eerlijk, heel lieve ogen, lijkt het bijna leuk te vinden om mij nee te verkopen op mijn vraag om vier bier. Wat ze te bieden heeft is tientallen lauwe sinasappelsapjes. Het is zo warm, de koeling kan het allemaal niet bijwerken. Okay, doe mij dan maar vijf lauwe sinasappelsapjes.
Ik loop naar de enige tafel die er staat, er zit al een wat oudere man. Ik schat hem vijfenzeventig. We groeten elkaar; ik neem een paar slokken sap en steek een sigaartje op. Hij maakt niet zo’n verzorgde indruk.
Ongeschoren is hij. Ik zie de man naar mijn sigaartje kijken alsof hij zelf wil roken… Koffievlekken ter hoogte van zijn buik op zijn overhemd.
‘Ook een sigaartje…..?’vraag ik op mijn beste Frans, dat overigens met de dag beter wordt.
‘Ja, graag, ik heb helaas mijn sigaartjes in de auto laten liggen, heel erg vriendelijk van u meneer.’ Hij zit zeer verheugt aan zijn sigaartje te trekken.
Overhemd hangt uit zijn broek; gulp half open…..het woord ‘sjofel’ komt bij me op.
‘Bent u hier voor het festival?’ vraag ik de man.
‘Ja’, zegt hij, ‘er komt dadelijk een acteur, die gaat werk van mij voordragen en misschien draag ik zelf ook nog wel iets voor’.
‘Bent u ook hier voor het festival, monsieur?’, vraagt hij.
Ja, dat ben ik. Bezoeker van het festival ben ik. Ik ben een bezoeker uit Holland. Dat vindt de man geweldig dat ik helemaal uit Nederland kom om dit festival te bezoeken.
Het wordt drukker in het Maisson Off. Een aantal keurig netjes aangeklede dames en heren, wordt een tamelijk officiële ontvangst bereid. Het gezelschap loopt in de richting van de oude heer bij mij aan tafel. Het gezelschap buigt als knipmessen voor mijn tafelgenoot.
Mijn tafelgenoot blijkt een van Frankrijks grootste (niet qua lengte) nog levende dichters te zijn Armand d’Olivennes. Een filmploeg van de Franse Televisie installeert zich rondom onze tafel. De presentatrice heeft een voorgesprek met Armand. Er komt nog een dichter annex festival organisator aan tafel; nog een schilder en de acteur die Armands gedichten gaat voordragen. Ik bied aan om aan een ander tafeltje te gaan zitten maar Armand staat erop dat ‘ce monsieur hollandais’ aan dit tafeltje blijft zitten.
Nog voordat het gesprek begonnen is geeft hij me een exemplaar van zijn zojuist verschenen bundel met een persoonlijke opdracht.
Het interview begint en ik ben ook op de Franse tv, hé! Bij toeval omdat ik trek in een pilsje heb en een sigaartje weggeef.
Ik koop het boek ‘Devant le monde, le poète, een verzamelbundel van dichters over de hele wereld; samengesteld door Jean-Luc Lamouille. Hij schrijft er een opdracht voor me in: ‘What is poetry? May be – sure – another thing?’
Ik beloof dat ik Jean Luc zal introduceren bij Poety International in Rotterdam. Dat heb ik tot op heden niet gedaan.

woensdag 28 juli 2010

13. Vanavond improviseren wij in Avignon

Dit is deel 13 van de serie Avignon

Het is een tamelijk drukke dag geweest. De stevige Franse les van negen tot twaalf, een pittige fietstocht ’s middags en aan het begin van de avond een theaterstuk in het Frans. Het voornamelijk Franse publiek gaat volledig uit zijn dak maar ik …….ik heb er niks van kunnen volgen……….er werd zo waanzinnig snel Frans gerateld.
Om acht uur ’s avonds de maaltijd van Claude. Haar diners zijn altijd zeer smakelijk, voedzaam en van bijzonder lange duur. Wanneer er niets bijzonders op het avondprogramma staat wordt er gegeten van acht tot circa half elf.
Het is heel aangenaam om de warme prak op een dergelijke rielekste manier te nuttigen…….maar wat vooral deugd doet is: het samen zijn. Elke avond serveert Claude haar drie of vier gangendiner. De hap-slik-weg-methode, dat zal duidelijk zijn, is hier ‘pas possible’…vrij vertaald: ‘not done’. Hier prik je, enigszins achterover geleund ‘een vorkje’ , je babbelt met de tafelgenoten over van alles en nog wat, je neemt een slokje wijn en prikt dan het volgende vorkje……heerlijk ontspannend!

Als ik hier zo zit te eten komt, onwillekeurig, het beeld boven van mezelf als kleine jongen aan de eettafel. Aan tafel mag bij ons thuis uitsluitend gegeten, niet gesproken worden. Half zes gaan wij, met z’n tienen, aan tafel; om ongeveer kwart voor zes zijn we klaar…..meestal een paar minuten eerder want we eten allemaal veel te vlug. Als er een toetje is (eens per week hooguit) staat het om tien voor zes voor mijn neus………….om vijf voor zes is het op en iedereen gaat dan luid kwetterend van tafel. De tafel wordt afgeruimd, de vaat gedaan. Om kwart over zes is de vaat gedaan. Ieder gaat vervolgens zijn eigen weg.
Rond acht uur wordt koffie of wat anders gedronken, met een koekje; haastig vaak, heel af en toe is er even sprake van een gezamenlijk moment. Tegen tien uur is het tijd voor fris of alcohol al dan niet met een hartig hapje, stukje kaas, chippie, cornuco of pepsel en een gesprekje over het laatste nieuws……voornamelijk sportnieuws.
Zo ging het dus bij mij thuis vroeger, heel lang geleden.

Ondanks het langdurige eten is er nog tijd genoeg voor de late avondvoorstelling (une spectâcle): ‘Vanavond improviseren wij’.
Die is vandaag wel heel erg laat: om middernacht om precies te zijn. Vanavond improviseren wij. In theater ‘le petit chien’.
Aan elke bezoeker wordt gevraagd een drietal improvisatiethema’s te noteren ter inspiratie van de acteurs. Een vijftigtal bezoekers heeft er nog wel zin in op dit late uur.
Een acteur met een kleine draaiorgeltje opent de voorstelling. Met liedjes uit de oude Franse doos (Chevalier, Trenet, Aznavour, Piaf) die door alle aanwezige Fransen meteen worden meegezongen. De stemming zit er goed in. Nu moet er nog presentator komen. Het publiek mag kiezen. Man of vrouw? Gekozen wordt voor: vrouw. Jammer, want ik had er wel zin in gehad. Er wordt een vrouw gekozen uit het publiek. De vrouw heeft er helemaal geen zin in. Ze praat ongeïnteresseerd, er kan geen lachje af en wil dat iemand anders uit de zaal wordt gekozen. Dat is wel jammer. Nou ja, hopelijk maken de improvisaties een hoop goed.
Het eerste thema is een ambassadeursgala. Iedereen moet een partner hebben maar een van de ambassadeurs, een manspersoon, zit zonder en moet een partner van de straat plukken. Ik ben de eerste gegadigde; in vloeiend Frans wordt mij gevraagd of ik die arme eenzame man wil begeleiden. En tot overrompelende verbazing van de ‘gast’ antwoord ik in vloeiend Nederlands, dat ik er ontzettend veel zin in heb om deze hele mooie man te begeleiden. Hilariteit alom in de zaal. Ik ben de enige Nederlander….. Niemand , die iets van die woorden verstaat….. Op het moment dat ze over willen gaan tot het kiezen van een Frans sprekend persoon geef ik een vrije Franse vertaling van mijn tekst, waardoor de man erg afgeschrikt wordt. De zaal is zeer geamuseerd. De koppelaar doet nog enige moeite maar de ambassadeur is onverbiddelijk hij wil toch liever een vrouw…hij kiest overeenkomstig zijn eigen leeftijdsfase een wat oudere, chique, dame.
Door dit korte optreden ben ik bevriend geraakt met, Lionel, een van de acteurs van deze avond. We zien elkaar tot op heden nog regelmatig. Ik help zijn theatergroep met publiciteit: flyers uitdelen en mensen verleiden naar de voorstelling ‘Vanavond improviseren wij’ te gaan.
Hilarisch en goed uitgespeeld is de scene met het meisje in de metro. Het meisje, achttien, metal stijl, rijdt zwart in de vrijwel lege metro, krijgt kaartcontrole. De ultra burgerlijke controleur (gespeeld door Lionel) laat zich verleiden tot intimiteiten en op het moment suprême gilt het meisje het uit dat ze wordt lastig gevallen………….haar gegil is haar redding: zonder boete kan ze de metro uitglippen. In een hoekje van de metrotrein staat de gefopte conducteur schichtig zijn broek op te hijsen.
Het is nacht, bij tweeën al. Voor vandaag geen voorstellingen meer, wat wijn en bier betreft zit ik aan mijn tax..............meer, dus naar huis…..naar huize Claude. Op mijn moutainbike race ik naar de Impasse Saurel. Doodop van deze dag.
Het is aardedonker in dit steegje; alles is in al ruste. Ook Rachel, mijn lieve obesitas meisje........toch zeker wel honderdvijftig kilo meisje uit de United States slaapt; ik zou best eens stiekem om een hoekje willen kijken of ze vredig ligt te slapen……..hoe ze ligt te slapen..............maar vandaag doe ik het niet.
Ik doe mijn lenzen uit. Tandenpoetsen en slapen; morgen om half acht ontbijt en om 9 uur Franse les!!

dinsdag 27 juli 2010

Lift in minirok (2)



Mijn collega Maarten schiet me aan: 'Ken jij Laurie Toop nog', Ton?
'Nou, en of ik die ken!'
'Ik ben met haar getrouwd,'zegt Maarten.

Natuurlijk. Hij is die Maarten van toen van Laurie en dus ook nu nog. 
Laurie ziet je naam staan in het schoolboekje. 'Die zat in Utrecht bij me in de klas.' 
‘Nog steeds op waterpolo samen?’ 
‘Ja, dat houden we er voorlopig in.’ 
‘Ja, Maarten en Laurie, goh, leuk zeg. Ik eh ik heb drie jaar niks meer van Laurie gezien of gehoord. Ik ben blij dat ze nog leeft. Wat is er in godsnaam gebeurd? Ze bleef opeens zo maar weg van school?’ ‘Zwanger ... abortus ... allerlei vervelende complicaties ... psychisch ook.’ zegt Maarten, ‘het was echt ons kindje, zeker weten, DNA weet je ... maar toch gingen, heel even, de gedachten uit naar een Utrechts vriendje van haar als mogelijke verwekker.’ 
‘Nou ja, Maarten, ik ben nog niet zo technisch, dat ik in staat ben een vrouw op afstand te bevruchten.' ‘Over veertien dagen kunnen jullie je kennismaking hernieuwen op de docentenavond. Laurie zal er ook zijn ... die van jou ook?’ 
'Ja, die van mij houdt wel van een feestje. Als er maar een beetje geswingd kan worden. 'Die van mij heet Carola.' 
Op de docentenavond loopt Laurie alles en iedereen te pleasen, behalve mij. Als ik even gezellig met haar oude koeien uit de sloot denk te gaan halen, zegt ze nors ‘fuck off’ en loopt richting de toilet, Maarten, Carola en mij verbaasd achterlatend. Die twee kijken me aan met een blik van: ‘Wat heb jij haar aangedaan, jongen?’. 
De volgende keer dat ik haar zie is twintig jaar later, bij het afscheidsfeestje van Riet, de direkteur van de organisatie waar ik dan werk. Laurie blijkt een vriendin van Riet te zijn. Vergeten ben ik de eerdere afgang in Vlaardingen. Ik hoop zij ook. Met een pilsje voor mezelf in de ene hand en een rood wijntje in de andere voor haar, plof ik naast haar neer: ’Ha, Laurie.’ Ze kijkt me aan. Staat zonder een moment te aarzelen op en loopt naar Riet. Ze praten. Laurie gebaart druk. Riet kijkt naar mij. Lijkt te proberen haar tot bedaren te brengen. Dat lukt niet zo. Laurie schudt driftig ‘neen’ en vertrekt. Ik wou dat ik wist waarom? 
 ‘Je confronteert haar met iets uit haar verleden, zegt ze, en meer wil ze er tegen mij ook niet over kwijt,’ hoor ik later van Riet. De laatste jaren doe ik maar net of ik haar niet ken…….. dat doet nog het minste pijn. Vandaag ben ik met mijn vriend Paul in het stadspark. Daar zie ik Laurie weer, bij de zomerzondag in het park, er is een concert en een optreden van een clown. Ze moet nu ook tegen de zestig zijn. Ze is hier met een vriend, begin vijftig schat ik, een kopje kleiner dan zij. Hij heeft een glimmend, kaal geschoren hoofd. Er is een meisje bij hun van een jaar of tien. Zij moet van hem zijn. Haar heb ik nog nooit met een kind gezien. Laurie ziet er eerlijk gezegd nog goed uit. Zo op een afstandje althans ... gekleed in het zwart. Ik zeg er nog even niks over tegen Paul. Dan zegt Paul:‘die vrouw daar ... nee, niet gelijk kijken, joh, ze kijkt volgens mij steeds naar ons, ik ken haar niet, jij?…..ken jij haar? ‘Ja Paul,’ zeg ik, ’dat is Laurie…..ik ken haar nog uit Utrecht, we zitten daar samen op school, korte tijd hebben we toen heel, heel erg veel lol gehad……alleen dat is nu over……maar vraag me niet waarom…....’

maandag 26 juli 2010

Lift in minirok (1)

In een portiek op de Oude Gracht in Utrecht trekt Laurie haar spijkerbroek uit. Snel trekt ze het rode minirokje aan, dat in haar tas zit. Haar benen zijn mooi…. mooi bruin ook. Ik sta vòòr Laurie, zo onttrek ik haar aan het zicht van de voorbijgangers……..het is niet zo druk nu. Haar lijf is echt mooi. Atletisch. Slank, borsten cup C, ronde, niet al te grote billen. Haar benen, als gegoten bij dat lijfje van een meter zeventig. Ze kijkt me aan, met een wat stoute blik in haar ogen, ik voel de tinteling, ze lacht haar tanden bloot…………hmmmm beetje veel tandvlees……nou, niet zo kritisch Jos……..ze is gewoon een leuke meid! Haar grote zwarte pupillen vragen of ik kom……..ik kom….......maar………. tegelijkertijd aarzel ik ook……….………….ze praat vandaag nogal eens over haar vriend Maarten in Schiedam…….ze vertelt over hun waterpoloclub …………en dat ze hem soms helpt met nakijken van rekensommen…….Maarten geeft les aan groep zes…………nee eh…..of eh eigenlijk ja, ik voel me aangetrokken tot Laurie…….en nee….. ik ga niet tussen die twee in zitten …….. zou ik ook niet leuk vinden. Als ik Maarten was zou ik óf heel erg boos óf heel erg verdrietig zijn….……..en wat hebbie aan diep poppenkast? Dat schiet dan allemaal door me heen als ik daar met een in wording zijnde erectie in die portiek voor Laurie sta. Ik dwing mijn boreling weer te gaan liggen.
Met dat geile minirokje hebben we binnen de kortst mogelijke tijd een lift richting Rotterdam, ben ik van overtuigd. Met een viltstift schrijf ik op de binnenkant van een Chiquita-doos ‘Rotterdam’. Aan Laurie zal het niet liggen. Ze neemt een houding aan die borsten, billen en benen accentueert; het bordje met ‘Rotterdam’ houdt ze iets boven haar hoofd. Ik wordt vrijwel volledig door haar aan het zicht onttrokken. Zo gooit Laurie alles uit de kast om voorbijrijdende automobilisten te verleiden ons mee te nemen…….ook al moeten de chauffeurs helemaal niet naar ‘Rotterdam’, ter wille van het rode minirokje rijden ze gewoon een eindje om. Binnen vijf minuten zitten we in een paarse Ford Mustang richting de Maasstad. Laurie kruipt vliegensvlug op de achterbank en de bestuurder van de auto moet zich tevreden stellen met mij naast zich. Hij neemt zijn verlies sportief en we vullen de tijd tot Rotterdam met het uitwisselen van wetenswaardigheden over onze gezamenlijke liefhebberij: de grote libel.
Dat jaar liften Laurie en ik geregeld op en neer tussen Utrecht en Rotterdam. We zitten bij elkaar in de klas….fysiotherapie…... we oefenen samen……met veel lol……tot ze opeens niet meer op school komt.
Drie jaar later, ik werk inmiddels op een schooltje in Vlaardingen, als sportleraar, komt in de pauze een collega naar me toe en vraagt of ik Laurie Toop ken……en óf ik die ken…….
‘Ik ben met haar getrouwd’, zegt hij…………

wordt vervolgd

zondag 25 juli 2010

Gatverdamme

Het is zo’n veertien kilometer van Rotterdam, langs de Rotte en even voor de spoorlijn en de rijksweg Den Haag – Utrecht; de laatste twee lopen parallel aan elkaar. Hier is een hangplek ontstaan voor (nog) mobiele oude mannen, zeventig plussers. Ze komen per fiets (in alle soorten en maten), scooter, solex, scootmobiel. Een goede opkomst vanmiddag en aan gespreksstof geen gebrek. Er zitten voornamelijk Wilders-aanhangers. Een paar vrouwen, met hoofddoekjes nog wel, heeft de brutaliteit, de enkele vrije plaatsen, die er nog zijn, op te eisen. Bovendien willen de dames ook nog dat de mannen een beetje inschikken. Dat gebeurt overigens zonder morren. Gemiddeld zitten hier bij redelijk weer zo’n man of vijftien; ze nemen de sport, politiek en roddels door. Soms scheppen ze een beetje op over ‘hoe goed ze wel waren in hun werk’ ... over 'hun unieke vakmanschap' ... ‘zò worden ze niet meer afgeleverd door de scholen’. Eigenlijk is het allemaal erg achteruit gegaan sinds de komst van talloze allochtonen, met name moslims, naar Nederland ... ja ... toen was er op den duur gewoon geen geld meer voor behoorlijk onderwijs ... er kwamen zo veel moslimkindertjes bij ... nee, dat kon niet goed blijven gaan en daarom is het meerendeel van de hier verzamelde heren Wilders-fan ... weg met de islam, weg met de hoofddoekjes, weg met de veel te grote moslimgezinnen en vóór beter, openbaar onderwijs. Nu ik er vandaag toevallig toch bij zit wil ik wel even laten weten dat ik niks met die Wilders-clan hier van doen wil hebben. Zoals Hitler de Joden zwart maakte, maakt Wilders de moslims zwart…..en we kunnen allemaal weten waar dat toe kan leiden. Zeker in deze dagen. Jullie zijn niet zo weinig reactionair hier!,’ zegt een van de vrouwen met een hoofddoek.'Ik zal in mijn politieke partij eens gaan ijveren voor een hoog belastingtarief voor grijze-kale-koppen. Daar zijn er veel van. Dat zal flink wat opleveren: ‘de kale koppen tax’.
Fred, ex-fietsenmaker, komt hier niet alleen om te praten. Hij is ook altijd ‘stand by'. Om hulp te bieden aan fietsers met pech……er wordt hier nogal wat afgefietst en er is nogal wat pech langs deze route. De eerste klant van vandaag is een jonge wielrenster wier blonde lokken onder haar helm uit steken. Ze staat op de brug over de Rotte, gebogen over haar fiets………….Fred heeft haar al lang gezien. Hij is al opgestaan en loopt langzaam haar kant op, een meter of veertig van de praatgroep staat ze . We zien Fred , iets meer dan een kop kleiner dan de dame, praten als een grote, wijze man, kijken en wijzen naar het achterwiel. De dame haalt uit haar fietstas een doosje waar een nieuwe binnenband in zit. Fred steekt zijn duim omhoog en haalt in een mum van tijd het achterwiel uit haar fiets. Hij gooit de lekke band in de afvalbak en plaatst de nieuwe binnenband in het wiel. Hij pompt er ook nog wat lucht in en binnen drie minuten zit de blonde schoonheid, uitgezwaaid door hele mannenkoor, alweer op haar fiets….. richting Zoetermeer. 
Een vrolijke energiek ogende man, arriveert, hij zegt dat hij Kees heet een jeugdige, energieke verschijning. Blijkt vierenzeventig jaar te zijn. ´Ik stem geen Wilders,´ zegt Kees, ´ik heb nooit geen last van die Marokkanen, die zie ik nooit waar ik woon. Ik woon in het gehuchtje Rotte; ik heb daar een prachtig huis met schuur in het Lage Bergse Bos, geërfd van mijn vader. Spontaan en enthousiast vertelt Kees over zijn bezigheden in zijn grote huis. Hij blijkt een technische talent. Repareert fietsen, Stelt uit oude, gevonden fietsonderdelen,nieuwe fietsen samen. brommers, motors en auto´s. Hij is expert in Lelijke Eendjes. Vervaardigt en verkoopt grote metalen windwijzers voor op schoorstenen.
Plotseling zeg ik hem op de man af: ´Hartstikke leuk allemaal Kees, wat je hier allemaal zo spontaan vertelt maar nu eens even iets heel anders: 'Kees, zullen we elkaar zo af en toe gewoon eens opzoeken en samen een potje dammen? Lijkt je dat wat?’ Nou, dat vindt hij zo maar een goed idee en hij geeft me zijn telefoonnummer. ´Ik heb dat altijd al zo’n verdomd leuke denksport gevonden, zegt hij. Ja, het is een goed idee van jou ... op een regenachtige middag is dammen inderdaad een bijzonder aangenaam tijdverdrijf.´ 
Het is nu helaas erg spijtig dat ik het telefoonnummer van Kees al binnen het uur op raadselachtige wijze kwijt raak. Ach, hij zal binnenkort wel weer op de hangplek zijn. Maar helaas. Ruim drie weken later en nog steeds geen Kees. En vandaag is het net zo fijn damweer. Alsof ik gewoon niet mág dammen, gatverdamme!

12. Over fascisme in Avignon

Dit is deel 12 van de serie 'Avignon'

De nationale feestdag, die al in het water was gevallen, werd ook nog gevolgd door een echte dag met, laat ik het maar Hollands pleurisweer noemen.
Het begin van mijn dag, elke keer weer opnieuw een intensieve scheerbeurt voor mijn schedel, die immers mooi glad dient te blijven…………..duurt ongeveer drie kwartier. Ik ben er nog niet zo bedreven in….zal op den duur wel wat vlotter gaan. Over een maand of twee, zo ongeveer als ik dit aan het schrijven ben, dan doe ik het in ongeveer twintig minuten.Klopt precies.
In het ‘Theatre du chien qui fume’, zie ik een voorstelling met een heftige impact. Twee vrienden schrijven elkaar brieven, de een zit in New York en de ander is net van New York verhuisd naar Berlijn. De vrienden zijn allebei Joods. De briefwisseling begint halverwege de jaren dertig en duurt tot 1939. De dreiging voor de Jood en zijn gezin wordt dan in Duitsland alsmaar heftiger. Van aanvankelijk vriendelijk nabuurschap verandert de houding van omwonenden allengs in kille haat en pesterij. Ofschoon iedereen de geschiedenis kent, is het opmerkelijk dat de toeschouwer de verbazing deelt van New Yorkse Jood, verbazing over wat zijn vriend in Berlijn (en met hem alle Joden in Duitsland) allemaal meemaakt…..van het gedwongen en duidelijk zichtbaar dragen van een Davidsster op zijn jas……een entreeverbod voor parken, winkels en gebouwen………..een beroepsverbod………het ingooien van de ramen van zijn woning……….tot het uit zijn woning gezet worden…… Ondanks dat dezer dagen het lot van de Berlijnse Jood als bekend mag worden verondersteld, gaat de toeschouwer moeiteloos mee in de verwondering en het ongeloof van de New Yorker over de ontwikkelingen in Berlijn. De laatste brief vanuit de States richting Berlijn komt onbestelbaar terug.

In de bar van het theater raak ik aan de praat met een schone Argentijnse. Heel geanimeerd. Ze is hier om Frans te leren………dan heeft ze als vrijwilliger bij het de organisatie van het festival een uitstekend baantje. Ze leert veel mensen kennen……………….en er zijn heel veel leuke toneelstukken over Argentinië en de vrouw van onze kroonprins, mevrouw Maxima. De vader van Maxima was staatssecretaris ten tijd van het regiem van Generaal Videla. Deze Generaal ziet er niet tegenop om politieke tegenstanders levend en zonder parachute van grote hoogten uit vliegtuigen te gooien. De vader van onze aanstaande koningin Jorge Zorreguieta, weet, als staatssecretaris in de regering van destijds, natuurlijk nergens vanaf laat staan zijn lieve kleine meid, Maxima. Ook de Argentijnse stagiaire hier in Avignon weet van niets Ze is alleen maar een paar maandjes in Frankrijk om wat woordjes Frans te leren en verder niets.
Het gesprek stokt; ze wil niet veel horen; niet veel zeggen……alsof ze zich aangesproken voelt.
Aanvankelijke voel ik me aangetrokken tot de Argentijnse maar dat is nu wel over.
Ik drink het biertje op en ga naar de volgende voorstelling.

vrijdag 23 juli 2010

11. Quatorze juillet en Avignon

Dit is deel 11 van de serie 'Avignon'

Nu ik een mountainbike gehuurd heb zal ik hem gebruiken ook. Heerlijke fietstocht gemaakt van zo’n kilometer of vijftig. Claude verklaart me voor gek omdat het veel te warm is om te fietsen, zeker zoals ik met die kale kop. Maar ik heb nergens last van. Neem genoeg water mee en onderweg blijkt nog genoeg mogelijkheid om water bij te pakken. Zalig is het om in zo’n koel snel stromend beekje de voeten verkoeling te bieden. In de Provence zie je vaak van die citroen gele grote vlinders dansen op de zonnestralen. Dat geef ook al een verfrissend gemoed.

Tegen eind van de middag begint de lucht een beetje dicht trekken
Het lijkt zowaar alsof de natuur op de veertiende juli, de Franse nationale feestdag, haar eigen vuurwerk wil gaan organiseren.

Eerst nog naar de verdoeming van Freud. Een toneelstuk waarin de Freuds ideeën te kakken worden gezet als absoluut onbruikbaar voor andere culturen. Freud zelf staat met zijn mond vol tanden als hem vragen worden gesteld over Oedipuscomplex en andere zaken voortkomend uit gezinsverbanden, die in Kenya helemaal niet bestaan.......
Het is op zich wel een leuk gegeven maar het is meer een hoorspel dan een toneelstuk.
Mijn hart wordt, voorafgaand aan deze voorstelling gestolen door een mooie, naar schatting 45-jarige, dame met een kleurrijk Afrikaans gewaad met dansende figuren als motief daar in verwerkt. Nice dress, zeg ik, voordat ik er erg in heb….op zich niks kwaad mee natuurlijk, ...de dame begint meteen te stralen , gaat voor me staan om de jurk en zich zelf in alle pracht en praal te showen. Ze zegt me dat de jurk uit Senegal komt en dat ze daar zelf ook al meer dan twintig jaar woont. Haar partner zal ongetwijfeld een geweldige mooie grote neger zijn, maar in dit theatertje zie ik nergens een grote mooie neger, ook geen kleine of lelijke trouwens.
Later ontmoet ik ze samen, in de Cybershop. Inderdaad een leuke vent, net zo wit als ik, alleen wat meer haar nog. Ze doet helaas net of ze me niet ziet................maar vandaag is ze weer allerschattigst voor me. Ik heb niet de juiste theaterkaartjes…. ze gaat (ze is daar zeker de baas of zo?) kaartjes omruilen zodat ik vanavond naast Rachel kan zitten bij de Freud voorstelling.
Na de voorstelling hebben Rachel en ik nog een enorme ijs gegeten. Rachel kan dat zonder probleem met haar enorme afmetingen makkelijk hebben. Ik moet er toch een dag of vier van bijkomen van zo’n ijsje van vijftien euro. Ze is heel erg leuk en lief, Rachel, ze is een lief kamer-troetel-knuffel-olifantje.

10. Claude en Antoine in Avignon

Dit is deel 10 van de serie 'Avignon'

Mijn nieuwe adres is aan Impasse Saurel. Impasse is het Franse woord voor steegje. Er kan net een kleine personenwagen door rijden. Jean Jeacques en Francoise worden vervangen door Claude en Antoine, mijn nieuwe famille d’acceuil.
Claude is een alleraardigste ‘doodgewone’ franse huisvrouw van een jaar of vijfenvijftig; want hoe oud ze exact is, daar laat ze zich niet over uit. Ze is een mooie oude vrouw. Een Spaans type: klein van stuk; pittig van karakter; donker, kortgeknipt zwart haar en felle donker ogen.
Antoine is architect weg- en waterbouw. Vijftien jaar geleden, hij was bezig met een klus op een Route National, werd hij geschept door een idioot die in zijn auto te hard langs kwam racen. Sedertdien is hij invalide, zijn rechterbeen is enkele centimeters korter en zijn rechterknie kan hij niet meer gebruiken. Het Gilde van Avignon is nu zijn werkgever. De organisatie benut de kwaliteiten van noodgedwongen inactieven voor renovatie- en restauratiewerkzaamheden. Antoine is bijna 60 en verlangt naar zijn pensioen. Hij is er vooral verbitterd over, dat hij zijn geliefde sporten: boxen, gewichtheffen en zwemmen, niet normaal meer kan beoefenen.
Claude en Antoine hebben 2 dochters; beeldschoon: de oudste Laura met prachtige lange zwarte golvende haren is vrijgezel en heeft net zo’n donkere pittige uitstraling als ‘maman Claude’ Haar jongere, minder donkere, zusje Nicole heeft lange tijd verkering gehad met een Hollandse jongen; wiens vader wijnboer geworden is in Bretagne; ze houdt het nu met een regionale kampioen kickboxen. Die er, zo te zien, niet zo van houdt dat ik een beetje gezellig met haar doe.
De vader van Claude, een fanatieke Spaanse Communist berooft zich van het leven als blijkt dat in het oostblok het communisme geen toekomst meer heeft. Het is nu twaalf jaar geleden. Claude is er nog kapot van.

9. De Rus in Avignon

Dit is deel 9 van de serie 'Avignon'

Jammer toch dat het in Nederland alsmaar zulk rotweer is.
Voor mij is het elke dag verplicht enige uurtjes afkoelen in het ‘piscine olympique d’ Avignon’ (olympisch zwembad van Avignon). Drie keer tien baantjes van 50 meter; afwisselend schoolslag en borstcrawl; opdrogen in de zon en dan lekker in de schaduw een boekje lezen.
Ik lees een boek over de geschiedenis van het festival van Avignon; een langgerekte ode aan Francois Villard, ruim 60 jaar terug de initiator van het festival. Merkwaardig zijn rol als theatervernieuwer tot en met de 60-er jaren, heel revolutionair. Daarna gaat hij ‘op de rem’ staan: bloot op de bühne gaat hem te ver. Living Theater overschrijdt voor Villard de grens van het betamelijke. In feite legt Villard hiermee, onbewust de kiem voor het Festival OFF. Het minder poenige broertje van het officiele grote theaterfestival van Avignon: het festival IN een festival met veel meer lust tot experiment.
Hier in het zwembad is het duidelijk weer een OFF-day. Een Groep Russen oefent: de dames ‘spagaten’ en doen handstands: een heer mimet: van de komische roltrap-act uitgevoerd vanachter een ligusterhaag wordt volop genoten.
Vijf Fransen spelen een volleybalmatch tegen 6 duitsers. Een saaie pot. Het lijkt wel een verplicht nummer. Elf verbeten koppen.
De Rus spreekt geen woord Frans en de Fransen, die aan het volleyen zijn, geen woord Russisch. Maar moeiteloos sluit de Rus aan als zesde Fransman. Zelden heb ik een volwassen man met zo’n intens plezier en enthousiasme volleybal zien spelen. Het is bijna kinderlijk.... zijn oe’s en oooh’s en aaaa’s ………….zijn jubelende juichkreten bij het halen van een punt, zijn uitdelen van schouderklopjes aan teamgenoten, die een punt scoren; zijn lol in goeie acties van de tegenpartij. Deze man geniet zichtbaar en hoorbaar en ....zeer aanstekelijk. Want nu zijn er ineens 12 mensen met plezier aan het volleyen en dat was 10 minuten geleden even anders. Bovendien vinden tientallen mensen het ineens leuk om naar deze match te kijken.
De Fransen verliezen. De Rus huppelt als een vrolijke en sportieve verliezer naar de Duitsers om ze te feliciteren en naar zijn medespelers om ze bedanken………….. voor de lol.
Het publiek applaudisseert als betrof het een heuse wedstrijd of act.
Een bijzonder mens die Russische acteur. Hij zat al weer bij zijn collegae. Hij pakte een tros druiven uit een tasje en ...ja ...ook hier weer..... zoals hij die druiven eet ..... wat een genot; hij straalt uit dat het hem geweldig smaakt.
Hij is mimen, hij is volleyen; hij is eten.

8. Een goede beslissing in Avignon

Dit is deel 8 van de serie 'Avignon'
‘Bij een goede beslissing zijn er alleen maar winnaars, geen verliezers’,
staat er op de kaart die ik, zoals elke ochtend direct na het opstaan, trek, uit mijn set ‘Psychologische Inzicht Kaarten’. Mijn PIK. Een box met circa vijftig kaarten die, zo staat op het doosje, dat de kaarten bijeenhoudt,
‘gebruikt kunnen worden als steun en referentiekader in jouw spirituele zoektocht. Het inzicht dat je via de kaart gegeven wordt neem je mee in de activiteiten van de dag. Die dag kan dan in het teken staan van het desbetreffende inzicht.’
In februari legde ik voor de drie theaterfestivalweken in juli in Avignon een kamer vast in het hotel van die lieve, beeldschone Françoise. Zou veel geld gaan kosten: bijna tweehonderd gulden per dag; alleen voor slapen en ontbijt! Er was geen andere keus.’ Tout complet en Avignon pendant le festival!’ Toen al! En ...... een geluk bij het ongelukkige overlijden van mijn Oom Martin was, dat hij mij een paar centen had nagelaten. Het verblijf in ‘Hotel de la Banisterie’ kon ik in ieder geval betalen en ik moest dit jaar perse naar Avignon. Voor de rest zou het ‘armoe troef’ zijn. Geen relatief dure theaterkaartjes maar gratis straattheater. Geen dure diners met bekroonde wijnen maar tomaten, komkommers, worteltjes, druiven en perziken van de markt met een fles Vitel (Spa-blauw). Anders, maar ook wel leuk. Toch?!
‘Het gebruik van de Psychologische Inzicht Kaarten (mijn ‘PIK’ dus) en het effect dat ze op je hebben, berust op het principe dat er geen toeval bestaat.’
Nicole, mijn lerares Frans, weet een kamer (plus ontbijt plus diner) voor mij, bij een bevriend stel, per direct: voor vijfenveertig gulden per dag. Ik kan gelijk gaan kijken of het wat voor me is.
Bedankt voor het aanbod, maar ik heb al voor drie weken bij die charmante, zorgzame Françoise gereserveerd. Ik zit daar pas vier dagen. Ik kan het niet maken om nou ineens mijn koffers te pakken.
Het blijft de hele dag in mijn hoofd malen. Reken, reken en fantaseer. Lekkere diners en wijn. Stevige mountainbike. Voorstellingen in theaters. Het scheelt nogal wat! Maar liefst honderdvijfenvijftig piek per dag. Die Hollandse ziekte weer! Maal, maal, knaag, knaag. Altijd druk doen over een paar centen! Zelfs in de vakantie! Schei toch uit! Geniet gewoon. Je bent die poen nou toch al kwijt! Neeeeen, Ed! Je moest in februari een week vooruit betalen. Dus je hebt nog veertien keer honderdvijfenvijftig gulden en dat is maar liefst eenentwintighonderd gulden te winnen!
’t Is echt lullig om nu ineens op te zeggen.
Niet netjes!
En Francoise is zo lief attent en dienstbaar, dat raak je dan allemaal kwijt, Jos! Je hebt tenslotte voor drie weken gereserveerd bij haar.
Ze zal me wel onbetrouwbaar vinden.
Eigenlijk ben ik stilletjes wel een beetje geil op haar. Zij ook wel een beetje op mij denk ik te voelen aan haar reacties……… maar……… dat heeft hoogstwaarschijnlijk weer te maken met mijn erotomane achtergrond.
Het is niet netjes Jos om na 4 dagen al op te stappen bij Francoise.
Wat zal ze boos zijn!
Volgens de wet van de synchroniciteit, zal de inzichtkaart op dat moment voor jou in jouw bewustwordingsproces van belang zijn.
Toch maar even kijken wat het is, die kamer via Nicole Schitterend, groter dan die van het hotel. Schatten van mensen bij wie ik in kan gaan wonen. Ik zou eigenlijk wel gek zijn om niet te verkassen naar hier. Maar ja, het blijft lullig want Françoise rekent toch voor de volle drie weken op mij!
De kaarten dagen je onder meer uit om contact te maken met ontkende of niet-geleefde delen van jezelf.
“Voortaan is het ontbijt om 8 uur, Jos,” zei Francoise bits.
Ik had haar aangegeven, dat ik voortaan om halfacht wilde ontbijten.
“Je gaat toch pas om kwart voor negen de deur uit en ik heb geen zin om een half uur eerder mijn bed uit te komen. Ga dan eerst douchen en aankleden en kom dan voor je ontbijtje”, zei ze als een boze kordate ‘maman’.
“Kom nou,” zei ik, “ik mag toch wel een beetje service verwachten voor die 200 piek per dag.” En zo dacht ik er achteraan........”ik ga hier echt niet aan jou uitleggen waarom ik perse om halfacht wil eten. Je hebt er niks mee te maken dat ik om halfacht wil eten, omdat ik, voor ik om kwart voor 9 naar school ga, eerst even lekker gepoept wil hebben.”
Mijn lijf doet het al meer dan 50 jaar zo: een uur en drie kwartier na aanvang van het ontbijt, poept het. En dat wordt dus te laat!
Het vergemakkelijkt mijn beslissing. Ik ga hier weg!
Francoise was niet boos maar razend; de ene ‘merde’ na de andere vloog door het hotel. Gespeelde woede, leek het mij, om de door mij al in februari vooruitbetaalde eerste week niet te hoeven restitueren. En.... ze kon toch niet echt zo boos zijn op mij?!
Ik had toch al besloten dat ik geen geld terug wilde hebben. Verkassen naar Claude en Antoine zou me al genoeg poen opleveren. Ik vertelde Françoise over die PIK: furieus reageerde ze: “jij bent degene die wint en ik de verliezer,........... ‘goede beslissing’.............. bon Dieu!! .......... ik zit drie nachten met een lege kamer. Onmogelijk dacht ik, schone actrice die je er bent..
Dit hotel,.........deze mooie plek,........ zoveel toeristen,...........nonsens!
Het hotel is vanavond al weer ‘complet’. Ze vangt de komende twee dagen in feite de dubbele prijs: het lieve sommetje van vierhonderd piek voor dat lullige kamertje.
Als ik een paar dagen later, in een super, per ongeluk tegen de in een bijzonder uitdagend jurkje gehulde Française opbots, zegt ze me, blozend en met een bijna verontschuldigende glimlach, dat mijn beslissing om haar hotel te verlaten toch ook voor haar goed uit had gepakt.
Ik zeg het haar nu maar ronduit: je t’aime Francoise, zoals je bent. Ze geeft me een flinke zoen op mijn rechterwang en ze loop lachend en uitdagend heupwiegend naar de ‘vers-afdeling' van de super.
‘Au revoir, Jos.’

7.Advaita Vedanta in Avignon

Dit is deel 7 van de serie 'Avignon'

Mijn ogen zitten bijna helemaal dicht. Een ontsteking! Een paar dagen geen contactlenzen dus.
Met een oude zonnebril, plakband en mijn reservebril zonder pootjes fabriceer ik een speelse en effectieve vervanging voor de lenzen: het zicht is uitstekend en Avignon heeft er weer een toeristische attractie bij! Als de oogdruppeltjes, die ik van die lieve Francoise, mijn hotelbaas, krijg goed helpen, kan ik over een paar dagen mij lenzen weer in. Ik schrijf in een half uurtje het verslag van de dag van gisteren voor de Franse les. In advaita-vedanta-stijl. Advaita-vedanta is een soort boedhistische stroming waar ik nu vol van ben. In het kort komt het er op neer dat er wezenlijk geen verschil, geen onderscheid, geen dualiteit bestaat: geen ik, geen jij, geen jullie en geen wij. Er bestaat wezenlijk niet zoiets als ‘ik ben toeschouwer’ en ‘zij spelen toneel’ neen: volgens advaita vedanta is er slechts ‘theater maken’ en is er ‘naar theater kijken’.
Wat ik schreef over gisteren:
Er was......................
wakker worden, opstaan, mediteren, douchen, scheren, aankleden, ontbijten; een gesprek met hotelgasten; verzamelen en inpakken van boeken, pennen en schriften; naar Franse les gaan; onderweg tomaten en noten kopen; na de Franse les, in het park met kunstwerk naam, noten en tomaten eten koffie drinken. Teruglopen naar het hotel; onderweg kaartjes kopen voor het Koreaans toneelstuk in het Theater du Chien Noire, voor vanavond om zeven uur. Zwemspullen pakken, lopen naar pontje, overvaren naar andere oever van de Rhone, genieten van de aanblik van Avignon vanaf de Rhone, zweten, omkleden, in Olympisch zwembad, zoeken van een rustig plekje nabij schaduw; het rillen bij het doorraken in het relatief koude water, tien keer vijftig meter zwemmen; opdrogen en zonnebaden, lezen in boekje over geschiedenis van Theaterfestival van Avignon, de steek van een insect, weer tien keer vijftig meter zwemmen; volleyballen met Franse badgasten en Russische acteurs en actrices, lachen, hijgen, springen, serveren, schreeuwen, blokken, vloeken, schelden, plezier hebben, zweten, zwemmen, lezen in de festivalgids, het markeren van interessante toneelstukken, voorpret; weer tien keer vijftig meter zwemmen, moe worden, spieren voelen, wegdromen in de zon, een levendig gesprek met ander badgasten (de Russen), afspraken maken: omkleden, dorst, biertje drinken, heftig en pijnlijk opzwellen van de insectenbeet, naar hotel terug, lopen, varen, lopen, praten, zweten, douchen, insektenbeet verzorgen, omkleden, naar theater lopen; pijn aan mijn ogen; het ontmoeten van de lachende, stralende Sharon ontmoeten, omhelzen, plaatsje zoeken en vinden in theater, kou voelen van nabije airco, warmte van nabije Sharon, een volle zaal met veel rumoer, te weinig plaats voor alle toeschouwers, het dimmen van het licht, het openen van de coulissen; het aanzwellen van muziek, het aangaan van de spotlights, de opkomen, spelen en musiceren van acteurs, Koreaans gesproken tekst en boventiteling in het Frans, op het toneel: moord, liefde, doodslag, bedrog, huichelarij, verraad, samenzwering, overspel, bespioneren, afluisteren, vluchten, vechten, vrijen, verlangen, vrijen, wanhoop, bedrog, moord en zelfmoord en tot slot applaus, fluiten, klappen, bravo geroep, ontlading van enthousiasme en grote waardering, het tot drie maal toe terug komen van de theatergroep, genieten van waardering geven en waardering krijgen; samen met alle toeschouwers lijf aan lijf naar de uitgang schuifelen; samen met Sharon naar een restaurant lopen, nagenieten, navertellen; muziek, decors, verlichting en spel bewonderen, goede en minder goede acteurs onderscheiden; in het restaurant drinken, eten bestellen, praten, lachen, wijn drinken, eten, vertellen, zachtjes aanraken, luisteren, contact, kibbelen, kijken, lachen, hard praten, genieten, warmte voelen, fluisteren, kriebeltjes voelen, betalen, lopen naar busstation, afscheid nemen, omhelzen, verlangen, (niet Frans) zoenen, zwaaien, lopen naar hotel, begeren, fantaseren;. verdwalen, de weg vragen en weer vinden; niets dan rust in het hotel, zachtjes naar de kamer sluipen, het onsteken van het licht, uitkleden, wassen, tandenpoetsen;. het verzorgen van de insectenbeet en het verwijderen van de lenzen uit de pijnlijke ogen; het zetten van de wekker op zeven uur, het stappen in bed, het uitdoen van het licht, het toeslaan van het laken, het mediteren, mezelf strelen, fantaseren, masturberen, ejaculeren, het pakken van de tissue-box naast de twijfelaar, verschonen en gevolgd door een diepe weldadige slaap als slot van een enerverende dag.”.
“Ja, hier kan ik niets mee, hoor!”, reageert Franse lerares Nicole bits. Dus vertel ik haar het hele verhaal maar met ik, jij, hij, zij, wij, jullie en zij. Ze denkt volgens mij dat ik niet helemaal spoor en gaat mijn talloze zonden tegen het Frans zitten verbeteren.

6. China en Avignon

Dit is deel 6 van de serie 'Avignon'

Dat het vrijwel alle dagen lekker weer is in Avignon (tussen de 25 en 30 graden Celsius) hoeft niet steeds gemeld te worden en dat doe ik dus ook niet. Ook niet dat ik er elke dag beter uit ga zien. Met veel genoegen constateer ik, in de spiegel, bij de dagelijks noodzakelijk scheerbeurt, dat mijn aanvankelijk eng-witte koppie, verandert een heuse, egaalbruine, kale knikker.
Vermeldenswaard is wel dat het uitgerekend op de Franse Nationale feestdag rotweer is. Le quatorze juillet valt in het water en het vuurwerk in het niet, door donderend en flitsend onweer. Welhaast net zo donderend en flitsend als hoe in Frankrijk, beïnvloed door de furieus reagerende media, ‘de straat’ reageert op de uitverkiezing van China tot Olympisch gastland. Alles wat Frans is, weet ineens weer hoe vreselijk het toch is om in China te wonen. Praten over schending van de mensenrechten is vandaag en misschien ook morgen nog wel dé Olympische Sport. Wie voor goud gaat, moet de meeste rottigheid over China weten op te dissen Het is de hopen dat het door die Spelen wat leuker wordt om daar te wonen. Jammer dat het China geworden is, vind ik wel, want Parijs, kandidaat nummer twee voor 2008, dat net een paar stemmen te kort kwam, is voor mij, behalve theaterfreak ook nog sportfanaat, een stuk dichterbij huis.
Met Sharon, Chinese (uit Hongkong) medecursist Frans, zit ik toevallig, net de dag na die uitverkiezing, met mijn via de cursus bemachtigde perskaart op de persconferentie van festivalgast Gao Xingjian: ook Chinees, schrijver, schilder, dissident, al 14 jaar wonend en werkend in Parijs. Nobelprijswinnaar 2000 voor de litteratuur. Wat een intens mooie man! Bijna zestig jaar maar hij lijkt, met zijn glanzende ogen, zijn jeugdige gelaat en krachtige, warme uitstraling en levendigheid hooguit vijfendertig. “Iedereen, zonder uitzondering, zou zich er meer toe moeten laten verleiden om een of meerdere van de schone kunsten te beoefenen: in onderwijs en opvoeding, in straten en buurten moet daar veel meer ruimte (geld dus! noot Ed) voor vrijgemaakt worden.” was zijn boodschap. Verder wordt ik geraakt door zijn opmerking, dat hij “niet anders kan dan elke uitingsvorm van de verbeelding vreugdevol te aanvaarden”. Gisteren, op mijn verjaardag, zei ik nog tegen mijn lief, die belde om me te feliciteren, dat ik geen echte verjaardagswens had. Maar nu wel: een Gao (boek)! Als er tenminste al een in het Nederlands vertaald is. Want Chinees lezen lukt me nog niet zo, al doet Sharon, Chinese en medestudent Frans, nog zo haar best. Ga ook zeker naar zijn schilderwerken kijken in het Palais des Papes.
Als volleerd journalist ,stel ik Gao de vraag, wat hij vind van de Spelen zijn geboorteland.
‘Ik praat niet over politiek’’ antwoord hij direct. En gelijk heeft hij, want voor hetzelfde geld ben ik een ‘undercover correspondent’ van een soort Chinese Telegraaf en dan zijn de Chinese rapen gaar zijn!! Sharon, medestudente Frans, durft eerst eigenlijk niets te vragen aan de door haar bewonderde landgenoot, doch na mijn stoere vraag, vat ze de moed op om hem, na afloop van de personferentie, aan te klampen. Weet hem te ontlokken dat hij in november 2001 naar Hongkong zal komen, komt er achter dat hij hetzelfde buurtje geboren is als zij en krijgt het zowaar voor elkaar, dat hij samen met haar poseert voor mijn camera. Diezelfde dag weet heel China (pardon: heel Hongkong) het want Sharon mailt zowel de foto als het nieuwtje direct door naar de krant waarin ze wekelijks een bescheiden dierencolumn schrijft.
Sharon is behalve een verlegen journaliste ook een groot dierenliefhebber. Ze heeft tien honden. Ze is nu al vijf weken in Europa. Volgende week ziet ze haar hondjes gelukkig weer. Ze mist ze erg. Ze verlangt naar ze. Met elke hond die ze in Avignon tegenkomt bouwt ze een klein feestje; haar doorgaans ijzigstrakke gezicht smelt , haar onderkoelde ogen ontdooien en gaan stralen. Zo mooi om te zien: op een terrasje op het Place d’Horloge; met haar neus tussen de oren van de aanhalige Gordon Setter, fluistert Sharon hem lieve woordjes toe. Ook de eigenaar van de hond lijkt ervan te gaan kwispelen.
Per ongeluk bestel ik twee cappuccino’s. Stom! Vergeten dat die hier niet te zuipen zijn: heel klein beetje koffie met een flinke kwak ijskoude spuitbusslagroom. Getver!
Op het aangrenzende terras paradeert een groep acteurs. Verkleed als clochards en musicerend op accordeon, trombone en grote trom, maken ze voorbijgangers en terraszitters nieuwsgierig naar hun act later op de dag.

5. Franse les in Avignon

Dit is deel 5 van de serie 'Avignon'

Françoise, de hotelbaas, evenbeeld van Sophia Loren, heeft er geen enkel probleem mee: ik krijg voortaan mijn ontbijt (petit dejeuner) om halfacht. Ook haar volgzame, mooie man knikt en glimlacht instemmend op mijn verzoek. Voor het goede doel komen ze graag een haluur eerder hun bed uit. Vanaf morgenochtend elke dag naar Franse les van negen tot twaalf.
ALFA (Association de la Lanque Francais d’Avignon) organiseert de cursus Frans voor buitenlandse bezoekers van het festival. ALFA = Nicole. Het schooltje aan huis is een halfuur lopen van het hotel; onderweg koop ik een dik schrift. Het is nu nog vreemd stil in deze tijd van overbevolking hier.
Een ventje van een jaar of dertien spurt me in het viaduct onder het spoor voorbij en rukt het linnen tasje van de schouder van de dame van een stel dat een kleine honderd meter voor me loopt. De man schreeuwt het uit en gebaart wild met zijn armen. De weinige andere viaductgangers kijken allen even op of om en gaan gewoon huns weegs. De dief heeft zijn onmiddellijke pakkans goed ingeschat. Ruim honderd meter, voor mij heeft het ook geen zin om er achteraan te gaan, denk ik heldhaftig. Trouwens, de man van het gedupeerde stel maakt verder ook geen aanstalten om wat te ondernemen en ogenschijnlijk alsof er niets gebeurd is vervolgt het duo zijn weg. Er zal wel niet veel bijzonders in dat zakje gezeten hebben. Voor veel pasjes, poen en een dure camera zou ik er in ieder geval wel een klein sprintje over hebben.
Haar mooie grote donkere ogen stralen een hartverwarmende vriendelijkheid en warmte uit.
Ze is erg klein en loopt een beetje scheef; haar linker been lijkt wat korter dan het andere en ze heeft een bochel. Het in verhouding tot haar lijf, grote en langwerpige hoofd wordt gekenmerkt door een flink naar links afwijkende onderkaak, een stevige, behaarde wrat ontsiert haar rechterwang. De vlecht, die ze gemaakt heeft van (of met?) haar mooie, dikke, donkerblonde haar hangt bijna tot op haar billen. Nicole is een positief fanatieke lerares Frans. Ze werkt met groepen van maximaal 5 deelnemers. Onze groep bestaat uit vier meiden en een knul: China, Amerika, Duitsland, Hongarije en Holland doen mee. Wat een geluk! Weer de enige man in de groep. (Het lijkt haast wel of ik het opzoek! De laatste 10 jaar verdien ik mijn geld in organisaties met meer dan 95% vrouwelijke collega’s! (Zou ik misschien zo graag bewonderd, bemoederd, vertroeteld en betutteld willen worden?)
Voor Magda, een gedistingeerde Hongaarse journaliste valt hier niet zo veel te leren: zo te horen spreekt ze perfect Frans; de 19-jarige Duitse studente biologie, Julia, doet het vandaag voor het eerst en is het minst enthousiaste groepslid (ze moet van haar ouders). Sharon Chan, Rachel Hart en ik vertegenwoordigen de middelmaat. Voor mij werkt het prima, die verschillende niveaus. Het bevordert de interactie. We vertellen elkaar in ons beste Frans onze eerste avonturen in Avignon. Nicole vertaalt, ontspannen en geduldig, naar het betere Frans. Grammatica, vocabulaire, avoir en etre, wederkerige werkwoorden, synoniemen: speels, bijna ongemerkt, voegt ze het aan onze verhalen toe. Dagelijks vast huiswerk: een paar invuloefeningen maken; woordjes leren en een opstel van hooguit een schoolschriftblaadje met als vaste titel ‘Avignon vandaag’
Françoise, mijn hotelbaas, wil graag horen of het wat was die Franse les. Tot mijn intens genot laat ze zich verleiden tot een prikkelende leerzame aanvulling daarop: haar vingertoppen van top tot teen over haar uitzonderlijk fraaie lijf verplaatsend, leert ze me er een paar Franse woorden bij: hoofd, schouders knie en teen kende ik al, nieuw voor mij zijn: mond (le bouche), lippen (les lèvres), tong (la langue), boezem (le sein), billen (les fesses), dijen (les cuisses) en kut (le con).
Morgen ga ik met de Chinese medestudente Sharon, de persconferentie van Gao Xingjian, de Nobelprijswinnaar 2000 voor literatuur, die in het Palais des Papes exposeert met zijn zwart-wit schilderijen en tijdens het festival dagelijks lezingen houdt over de plaats van de kunst in de samenleving. Die gloednieuw geleerde woorden zal ik dan niet nodig hebben. Misschien wil Sharon mij wel een lesje aanschouwelijk Chinees geven.

4. Massage in Avignon

Dit is deel 4 van de serie 'Avignon'

Op het pontje over de Rhône, van de oude stad Avignon naar Villeneuve d’Avignon, ontmoet ik Claudia, vriendelijke ogen lieve glimlach. Enthousiast vertelt ze me over het theaterstuk van ‘haar’ Canadese groep. Ze is een van de vele franse scholieren, die wat centjes bijverdienen door reclame te maken voor een Theatergroep. Ze geeft me een flyer.
In het Frans: tract. In Frankrijk moet voor elk vreemd woord een Frans woord worden uitgevonden; daar is een heuse commissie voor in het leven geroepen. Zo heet bijvoorbeeld de mondiaal geaccepteerde ‘computer’ hier een ‘ordinateur’. Voor ‘cyber-café’ is waarschijnlijk nog geen goed Frans equivalent gevonden want vanuit een van de vijf officiële cyber- cafés in Avignon communiceer ik regelmatig met het thuisfront. Maar dit terzijde.
In een tamelijk afgelegen parkje speelt de Canadese groep ‘En votre Compagnie’ in het ‘Théâtre du Bosquet’ het stuk ‘Cendres de cailloux’ (Verpulverde kiezelsteentjes) van de Canadees (uit Quebec) Daniel Danis. ‘Het is een spannend stuk met allemaal leuke theatervondsten op het gebied van licht, geluid en decor; aanvang halfelf ‘s avonds, als het donker is en je hoeft niet zo veel Frans te kennen om het te kunnen volgen.’ liegt Claudia. Maar ik ben verkocht en zit op tijd op de tribune. De acteurs zijn goed, daar niet van, en ik begrijp dat er getreurd wordt om een gestorven moeder; dat dochter een nieuwe vrouw voor haar pa zoekt en vindt en dat die pa totaal van slag is en voorlopig niets wil weten van een nieuwe relatie. Uiteindelijk gaat pa toch overstag; zowel vader als dochter worden helemaal gek alsook de nieuwe vrouw op dezelfde wijze overlijdt als de eerste vrouw: een auto-ongeluk.
Van interessante theatertechnische vondsten is totaal geen sprake en als ik Claudia daar na de voorstelling op aanspreek, zegt ze me beschaamd, dat ze het ook anders had verwacht. Net als ik was zij deze avond getuige van de première. Een publiekslokkertje eersteklas die Claudia!
Onder het drankje na afloop van de voorstelling raak in aan de praat met de aan de universiteit van Avignon Duitse taal en letteren studerende ruimborstige Lisette uit Toulouse; na haar laatste tentamens pikt ze nog even een weekje theaterfestival mee. Net zo luidruchtig en verrukt als ze applaudisseerde en floot als blijk van waardering voor de voorstelling, zo reageert ze op mij, de kale Hollander, vertegenwoordiger van een land, dat ze hoog heeft zitten. ‘Alle Hollanders spreken volgens haar drie talen: Frans, Duits en Engels, geweldig,’ kirt ze (in haar Engels met Amerikaans accent). Dat Nederlanders ook Nederlands spreken schijnt haar niet zo te interesseren, evenals mijn wens mijn Frans te verbeteren, want ze blijft druk in het Engels lullen. Lisette is begeerlijk mooi doch zeer vermoeiend. Ze zit op de camping aan deze kant van de Rhône. Die is stampvol in deze periode. Met de gewone toerist ,die een dagje Avignon doet, vooral voor het Palais des Papes en natuurlijk de beroemde (halve) Pont d’Avignon. Met de toerist-festivalbezoeker en met vele (Off-)acteurs en -actrices. Voor hun tentjes worden spagaten gemaakt, menselijke piramides gebouwd, gejongleerd, spitsroeden gelopen, teksten ingestudeerd en bovenal veel gezongen en gemusiceerd. In februari was de camping al ‘complet’; ik kon er in ieder geval (via internet geprobeerd) geen plaats meer reserveren. Alleen voor dagjesmensen is er nu af en toe plaats.
Lisette heeft hoofdpijn, het kwam ineens op, tijdens de voorstelling. Heeft ze wel vaker, zo ineens. Pillen slikt ze beslist niet. ‘Masseren kan ook wel eens helpen’, zeg ik, ‘dat kan je zelf doen’, terwijl ik voordoe hoe ik bij mezelf de hoofdpijn verdrijf, door mijn duimen, onder het uitoefenen van een lichte druk, draaiende bewegingen te laten maken over mijn slapen en mijn overige acht vingers verdeeld over mijn schedel met dezelfde beweging en intensiteit mee te laten bewegen. Nee, ze heeft dat nog nooit zo bij zichzelf gedaan. Ze probeert het, alsmaar doorbabbelend en bijna hyperventilerend. Zo werkt het niet! ‘Stop eens even met praten, Lisette, en concentreer je op je ademhaling,’ zeg ik en vraag haar in mijn nog wat gebrekkige doch beste Frans of ze het okay vindt als ik haar laat voelen hoe die massagetechniek werkt. Ze stemt er mee in. Haar hoofdpijn trekt gelukkig heel geleidelijk weg en passsant vraagt ze me om haar nog wat massagetechnieken te leren. Lisette voelt zich er wel bij! Mijn vermoeidheid verdwijnt godzijdank net zo snel als hij gekomen was. Er komt weinig van slapen die nacht. Wat is het toch lawaaierig op die camping! Morgen gewoon weer rustig pitten in mijn hoteltwijfelaar!

3. De festivals van Avignon

Dit is deel 3 van de serie 'Avignon'

Simultaan lopen in Avignon iedere zomer twee theaterfestivals: het ‘Festival In’ (l'In)en het Festival Off (l'Off).
Het ‘Festival IN’ heeft een rijke ruim zestigjarige traditie en werd in 1938 voor het eerst georganiseerd door de Franse theaterpaus Jean Villar. In het rijke In-Festival worden, door een klein aantal groepen voornamelijk groots-opgezette voorstellingen in doorgaans speciaal voor theater ontworpen gebouwen vertoond van wereldberoemde theatermakers of schrijvers. (Shakespeare, Moliere, Miller, Goethe, Volpone, Buchner, Brecht, George Wilson etcetera etcetera). Hoe traditioneel en dus hoe voorspelbaar dit In ook is, toch biedt het elk jaar wel een voorstelling, die veel stof doet opwaaien. Zoals dit jaar ‘Je suis Sang’ een choreografie van de Belgische alleskunner Jan Fabre. Later meer over dit stuk.
Het ‘Off’ speelt zich af op straten, pleinen, parken en in geïmproviseerde theaters: oude scholen, kerken bioscopen. Er wordt van negen uur ’s ochtends tot diep in de nacht gespeeld in trein, bus en boot, door solisten en qua omvang kleine groepen (‘troupes’) met beperkt budget. Improvisatie en experiment staan voorop. Zeshonderd voorstellingen op bijna 100 locaties biedt het Off.
Mijn belangstelling gaat vooral uit naar het off-festival. Op vertoon van een kortingskaart van dertig euro wordt op de toegangsprijs van elke voorstelling een reductie van vijfentwintig procent verleend. Dat is dus het eerste kaartje dat ik koop in Avignon! De gemiddelde normale toegangsprijs prijs van een toegangskaartje voor het Off is vijftien euro. Aangezien ik de komende drie weken elke dag op zijn minst één voorstelling wil zien is dat best lucratief.
Ik zoek in eerste instantie stukken met weinig tekst (‘peu de dialogues’). ’Mijn kennis van de Franse taal is nog niet je dat. Ik heb de laatste 30 jaar, met het gezin op vakantie in Frankrijk, voornamelijk ‘grandes cafés’ en ‘croissants’ besteld. Voor het volgen van een voorstelling met veel tekst zal mijn woordenschat flink moeten worden uitgebreid. Hoewel, ik ben niet alleen afhankelijk van het gesproken woord. Van spitsvondigheid, inventiviteit en creativiteit op het gebied van decors, kostuums, mise en scène, belichting, muziek, geluid, kan ik, ook al begrijp ik geen bal van de het gesprokene ook volop genieten. Net zoals van de mimiek, bewegingen en inzet van de spelers. Desalniettemin kies ik als eerste voorstelling een ballet uitgevoerd door twee jonge dansers geïnspireerd op dansgrootheid Nijinski in het Theater sur l’Escaliers de Dome (op de trap van het Palais des Papes).
Drie weken alleen maar theater zou wat te veel van het goede zijn. Avignon is voor mij ook lekker eten, wijntjes, drinken en de conditie op peil houden door te fietsen in de omgeving (Provence) en te zwemmen.
In het olympisch zwembad van Villeneuve d’Avignon; aan de andere oever van de Rhone, blader ik de uitgebreide festival-Off gids door. ‘Cursus Franse taal voor buitenlandse bezoekers van het festival’, lees ik. Dat is wat voor mij: onder deskundige leiding, gedurende drie weken, met een kleine groep cursisten (hooguit vijf) repetities bijwonen, praten met acteurs en regisseurs, (pers)conferenties en voorstellingen bijwonen en met medestudenten ervaringen uitwisselen. Ik wil me gelijk aanmelden maar merk dat mijn gsm nog in het hotel ligt. Ik pap aan met twee dames, die twee badlakens van mij verwijderd al een uur lang sigaretjes rokend in Franse Libelles liggen te bladeren. Hun verveling is even voorbij! Met een mij verheugend enthousiasme gaan Berna en Julie aan de slag voor deze kale Hollandse meneer. Op de stadskaart van Avignon wordt me getoond waar ik moet zijn voor die cursus en de meest moederende van de twee, Berna, pakt haar gsm en belt voor mij naar het schooltje. Ik kan vanmiddag nog langs komen. De vriendinnen amuseren zich duidelijk over mijn zichtbare verlegenheid met hun onverwacht grote zorgzaamheid. Zijn een hier een weekje speciaal voor de komedies, ze houden van toneel waar je om kan lachen. Zelf spelen ze bij een amateur-groep in Parijs voornamelijk kluchten van Molière en Rene d’Obaldia. Ze geven me de tip om naar ‘a l’heure ou on s’embrasse’ te gaan kijken da’s lachen. Ik word uitgenodigd om met mijn spulletjes bij hen te komen zitten en we wisselen ervaringen uit en delen meegenomen versnaperingen. Ik koester me in hun bewonderende vrolijkheid, nieuwsgierigheid en liefderijke zorgzaamheid. We hebben het deze middag heerlijk met elkaar. Ze geven me het gevoel dat ze het heel leuk vinden dat ik hier ben, een gevoel dat symbool zal staan voor mijn hele verblijf hier.
Morgen te beginnen elke dag naar school van 9 tot 12. Dat is geregeld.

2. Kaal door Avignon

Dit is deel 2 van de serie 'Avignon'

‘Kom je hier voor het festival?’ vraagt de al in Holland voorgebakken Wasenaarse Irene. Zij zat ook in de Thallys. Het gloednieuwe TGV-station van Avignon is eindpunt voor deze trein. Ik ben op mijn bestemming maar zij moet naar het oude station van Avignon om over te stappen op de TGV naar Marseille om daar in de buurt verder te bakken. Ik deel met haar de taxi, een rit van 5 kilometer, om de afstand tussen het nieuwe en het oude station van Avignon te overbruggen. Hemelsbreed is die afstand achthonderd meter!. Regionale belangenstrijd verhindert al tien jaar lang een logische bij de TGV-passende verbinding tussen beide stations. We doen godzijdank dus niet alleen in Holland moeilijk!
‘Ik ben hier inderdaad voor het theaterfestival ‘, antwoord ik, veel plezier in Marseille!

‘Rue de la Banastiere’, zeg ik tegen de taxichauffeur. Op naar mijn hotel, op steenworp afstand van het Palais des Papes. Acht Heuse Roomse Pausen hebben daar gewoond en gewerkt; het was een stukje Vaticaan in Avignon.
Françoise, de baas van het hotel met Sophia Loren uiterlijk, verwelkomt me hartelijk, ze excuseert zich nog even voor haar laatste mailtje, waarin ze mij per abuis aanschreef als ‘queer Ed’(rare Ed) in plaats van ‘dear Ed’. Kan gebeuren, nietwaar.
Françoise en haar immer glimlachende partner brengen me naar mijn kamer en vertellen me en passant wat over restaurants en cybershops in de buurt; ik mag ook hun pc wel gebruiken om te internetten met het thuisfront. De badkamer is puik en vanuit de kamer heb ik zicht op een binnenplaatsje met koude douche voor na het bruinbakken. De warmte wordt door een immense ventilator getemperd. Ik hevel de inhoud van mijn loodzware koffers over in de ruim aanwezige kastruimte. Plak wat meegenomen plaatjes en teksten op de wanden en vind een mooi plaatsje voor mijn meditatiekussen en –kaars. Dit is drie weken lang helemaal mijn plekje!
Even lekker weken in het grote bad. Alles van huis en werk verdwijnt langzaam in de koffer onder de antieke twijfelaar. Alleen, vriendin Silvia, krijg ik die koffer nog niet in; was zij maar hier...................... fantaseerde ik; een plotseling heftige aandrang tot zelfbevrediging maakt snel plaats voor een ander opdringend beeld: Ed met kale kop in Avignon. Druipend pak ik een schaar en knip wat ik knippen kan.. Duizenden grijze haartjes drijven tussen de schuimvlokken op het badwater. De finishing touch straks met de Philishave, dacht ik. Maar dat valt tegen. Na de natte scheerbeurt voelt mijn bol (nou ja, mijn ovaal) pas echt spiegelglad aan. Ik krijg het niet voor elkaar om met de handdoek alle natte kriebelende haartjes van mijn lijf af te drogen. Het is trouwens ook nog een hele klus om al die krioelende grijze haren uit het badwater te zeven. Voor zover ik weet heeft Française die zeef niet gemist in haar hotelkeuken. De verzameling haren gaat in de plastic-Zeeman-tas van de slips die ik gisteren kocht.
Komisch koppie wel, zie ik in de spiegel; hoewel: die intens bleke schedel steekt wel wat schril af tegen mijn al roodbruine gezicht. Heimelijk loos ik de haarzak in een afvalbak op het gezellig drukke Place Crion, in de overtuiging dat Ieders aandacht daar wordt getrokken door een Poolse theatergroep. Tientallen toeschouwers genieten ervan en enkelen (vooral kinderen) worden met speels gemak verleid om mee te dansen en musiceren met het wervelende muziek-dans-theatergebeuren. De spelers, gehuld in, eenvoudige, zeer kleurrijke Middeleeuwse kledij, spelen behalve op luit, mandoline en dwarsfluit ook op geïmproviseerde instrumenten als wasbord, zingende zaag en de ritmesectie, met reusachtige gedroogde bruine snijbonen, blikken, houten tonnen, zorgt voor passende ritmische begeleiding van de aanstekelijke Poolse volksmuziek. Na afloop van de act stop ik een handvol euromuntje in de zojuist nog als muziekinstrument gebruikte blikken die nu dus dienst doen als collectebussen voor de vrijwillige bijdrage van het publiek.
Op de achtergrond zie ik hoe een van de nog als ‘Middeleeuwse Schone’ vermomde actrices haar zoon een fikse klap voor zijn kop geeft. Hij heeft blijkbaar niet goed opgelet. Boos schreeuwend wees ze in de richting van de plek waar zo-even nog de goed gevulde collectebus stond. Een Avignons straatschoffie gaat er mee vandoor! En niemand gaat er achteraan, ook ik niet.

1. Met de trein naar Avignon

Dit is deel 1 van de serie 'Avignon'

De Thalys naar Avignon vertrekt vroeg …..om kwart voor zeven. Vanavond nog wat ingeslagen. Fotorolletjes, meditatiekaars, haargel, badolie, een paar nieuwe T-shirtjes, een korte broek, een petje en in de witte tandenwinkel (ik was er nog nooit van mijn leven geweest) kocht ik tongschraper en mondspoelmiddel, want volgens vrouwlief en kinderen kon ik soms vreselijk uit mijn bek stinken.
Wassen doe ik niet, dus prop ik mijn koffer stampvol met voor drie weken verschoningen .
In de rugzak gaan paspoort en pasjes. Voordat ik vrijdagnacht om kwart voor twee naar bed ga maak ik alvast mijn ontbijt klaar en ook het lunchpakket voor in de trein. Als ik me straks niet verslaap, zit ik over vijf uurtjes al in de trein.
De Thalys, is op tijd. Achttien graden is het in Rotterdam
Op de mij toegewezen plek zit een naar schatting tien jaar oud ventje. ‘Kom jij bij mij of mag ik bij jou op schoot zitten?’, vraag ik lachend. Hij kijkt me slaperig, een beetje verlegen aan. Mama trekt hem al op haar schoot. Het stel voor en naast me bevalt me wel.
Vanuit de volgende coupé stijgt me een atmosfeer van zure Britse droefgeestigheid tegemoet: twee maal Thatcher op haar meest boosaardige momenten: moeder van zeventig en dochter van tegen de veertig, wier net niet bibberende echtgenoot diep zit weggedoken in een dik boekwerk: John Cleese in z’n meest onderdanige creatie. En als toppunt van mistroostigheid is daar nog de ideale zoon: tien jaar, bijna doorzichtig-bleek, gehuld in driedelig grijs compleet met flikkerstrik. ; braaf houdt hij zich aan zijn spreek- en bewegingsverbod voor de duur van deze reis.
Ik geniet van de twee overtuigend Hollandse dames, Heidi en Tineke en hun vijf kinderen met een lekker Afrikaans kleurtje. De trein wordt een design-klimrek: schuifdeur, bank, koffers en bagagerek, peuter Marlon krijgt er pas genoeg van nadat hij uit het bagagerek was gedonderd. Met als resultaat hevig bloedende knieën. De hoofdkussentjes worden alle acht getest op stevigheid; ze zitten vast met klittenband. Telkens als als kleuter Gerald het kussentje heeft losgerukt, klit Heidi het weer geduldig vast. De oudere kinderen piepen er met hun gameboys lustig op los, er wordt gezongen, voorgelezen uit Harrie Potter en wanneer Tineke het zat is om voor de zevenenveertigste keer in drie uur te vertellen hoe laat het is aan de oudste van het stel, stuurt ze hem met een briefje van vijfentwintig richting catering. Ze kwam nog drie gulden vijftig tekort voor wat ze allemaal wilde inslaan. Thalysprijs: achtentwintig gulden vijftig door mij geschatte winkelwaarde van de Marsen en het blikje sinas hooguit zes gulden vijftig. De snoep wordt hier duur betaald.
De eerste van hun drie vakantieweken kan niet mis: een camping met zwembad en superglijbanen.. Na een week gaat Tineke naar het huis van haar ouders even buiten Avignon. Opa had de zaak verkocht en was neergestreken in de Provence, jammer was wel dat oma hard achteruit was gegaan sindsdien.
Heidi zou met haar twee boys na die ene superglijbaanweek alweer naar Alkmaar teruggaan.
Ze vinden het wel interessant te horen dat ik naar het theaterfestival in Avignon ga. Vooral de prachtige dochter van twaalf veert meteen op. Ze toont het hele treinstel met een nummer van Anouk haar zang- en danstalent als ware het een heuse auditie.
Als de jongste Thatcher in high-society Engels komt zeggen dat ze last heeft van de Hollandse levendigheid flapt Heidi er uit dat ze er ook last van heeft maar dat de laatste pleisters helaas net geplakt zijn op Marlons knieën en dat ze dus niets meer had voor op de mondjes van de anderen en dat het touw om ze vast te binden helemaal onder in de koffer zat. De volgende keer moest ze maar een treinstel voor zichzelf reserveren. Wat was ik trots op die Heidi.
De Thalys racet, na het slakkengangetje in Nederland en België, op volle snelheid (Driehonderd kilometer per uur), naar Avignon. Heerlijk is het om vanuit de trein te zien hoe racende snelwegauto’s lijken stil te staan.
We zijn er. Dertig graden en kwart over twaalf geeft de digitale info op het gloednieuwe Gare TGV Avignon aan. Het feest is begonnen!
Ook de Thatchers stappen hier uit; ‘Theater of Eternal Sadness’ staat op hun drie koffers.

dinsdag 20 juli 2010

Angstig idee

Werkend in de tuin, op zo’n verzengend hete dag als vandaag bekruipt me een angstig idee. Het idee dat de verzamelde bomen, planten, struiken, bloemen niet voldoende meer te drinken hebben…..…………….. niet meer afwachten……………het heft in eigen hand nemen………………….besluiten alle vocht dat in de buurt is te pakken.
Twee duiven zijn de eerste slachtoffers…ze zijn gegrepen door een uitgebloeide en inmiddels verlepte bessenstruik. Bezaaid is de tuin met kleine witte veertjes…..ik zie nog wat gestold bloed op kleine blaadjes.
De wilde tuinkat, toch bepaald niet voor de poes, is ‘tot op de bodem’ leeggezogen door de rododendron. De enige herkenbare lichaamsdelen van het beestje zijn zijn nageltjes, die eigenlijk al lang geknipt hadden moeten zijn…… en zijn oogjes, het ene is nog nagenoeg heel, het ander, of het nu het linker- of rechteroogje is, daar wil ik van af wezen, is doorboord met een verdord rododendron- takje. Door de immense droogte raakte Kabouter Puntmuts in een diepe depressie. Het is dan ook bijzonder feestelijk om getuige te mogen zijn van een staaltje zelfhulp. Kabouter Puntmuts knapt zienderogen op van het vocht aan de binnenkant van het poezenvachtje …………..het kan hem duidelijk niets schelen hoe hij eruit ziet ………….het is werkelijk een genot om die rakker zo bezig te zien…………op handen, knieën en voeten schuift hij al likkend over het vachtje…………die wordt vast wel weer de oude……..zonder antidepressiva.
De Chinese mammoet,een veertig meter hoge boom, heeft, vraag me niet hoe, de twee Rottweilers van de Garage aan de overkant van de sloot, hierheen getild en verslonden………..gezien de afgebroken takken en bladeren moet het hier een ware slachtpartij zijn geweest….van Rottweilers (zeventig centimeter hoog en lang, met een gewicht van rond de vijftig kilo) kan je niet verwachten dat ze zich zonder slag of stoot over geven………. hun vacht, oninteressant voor de Chinees, hangt uit te druipen over de lariks, het bloed dat er nog uitdruipt wordt gretig opgezogen door lavendelstruikjes, die alle hoop al bijna hadden opgegeven; heel even zullen ze niet zo lekker ruiken….dat moet dan maar.

Zo fantaseerde ik wat in mijn tuintje
en het duurde niet lang of ik sliep....
toen hoorde ik een engel die riep:
'Jippe, je moet nu heel snel ontwaken......’
(en de rest van wat die engel zei hoor ik niet......snurk, snurk).
Nú weet ik wat die engel zei:
‘Jippe, je moet ontwaken en als de donder
wegwezen want je krijgt binnen enkele seconden
een bombardement met dennenappels uit die boom naast je op je kop.’

En ja hoor:

plof.....de eerste knalt .................op mijn bovenlip....en nog een, op mijn rechter oog, althans eerst op mijn rechter brilglas, dat in mijn rechteroog kapot valt. Dan valt er een met volle vaart in mijn mond die openstaat van verbazing. Het kan niet anders of die dennenappels worden mijn dood. Het bombardement van dennenappels gaat door. Ik wordt levend geplet…………… mijn lichaamssappen sijpelen via het terrasje naar de wortels van de sparren, die niet kunnen wachten het vocht tot zich te nemen.
Ik heb het allemaal niet meer bewust mee mogen maken.
Had ik maar iets eerder moeten ontwaken.

maandag 19 juli 2010

Legging uit

De dag van ‘onze’ overwinning op Brazilië in de kwart finale van het WK-voetbal 2010. Heel sociaal zit ik in de bloedhete kantine van de volkstuinvereniging naar de wedstrijd Nederland - Brazilië te kijken.
Geinig om eens met andere voetbalgeleerden te kijken………meestal zit ik alleen voor de tv.....……..…een uitermate zwak spelende heertje Sneijder maakt het winnende doelpunt, koppend, met zijn 1.72m hoge lijfje…..eerder geeft datzelfde meneertje een assist, die door een Braziliaan in zijn eigen doel wordt gekopt. Vóór de doelpunten van het Nederlands elftal heeft het Braziliaans voetbalelftal al een keer gescoord door meneer Robinho.
Daar zit ik dan.....in de kantine........ …het is weer eens wat anders zo…………pilsje er bij……..….de tv is zwaar klote……………klein beeld…….model vijftig kilo, bouwjaar negentiendrieënzestig.
Tuinder Sal zit achter me. Een lieve naïeve man, als kind niet ingeënt tegen polio…..zijn ouders luisterden naar de dominee: als hij ziek wordt is dat de wil van God. Nu gaat hij sjokkend als een ijsbeer door het leven en praat hij vreemd en onduidelijk omdat zijn tong het bijna niet meer doet…………probeer zelf maar eens te lopen en te zingen (Wilhelmus) als Sal. Gelukkig heeft hij wel zijn oranje Kabouter Plopmuts op…..………..en zijn vrouw, een grappig spontaan, iets te druk mens, zit te kijken in een oranje legging. Als Nederland wint belooft ze haar legging uit te trekken, daar blijf ik hoe dan ook de wedstrijd helemaal voor uitzitten. Sal zet zijn muts af als ‘we’ achter komen te staan.
Rob, tuinder en voormalig vrachtwagenchauffeur, heeft zoals nu duidelijk te zien is kanker. Hij is sterk vermagerd, kaal en plast via een gat in zijn buik; van zijn buik loopt een slangetje naar zijn rugzak, daar zit waarschijnlijk een soort pispot in.
Nora, de ‘little thin big lady’ van de kantine is in maart jl. vlak voor het begin van het tuinseizoen overleden. Ook al kanker. Ik wordt er gek van al die mensen die aan kanker doodgaan.
En nu, dit even terzijde, hoor ik dat Frits dood is. Frits, tot vandaag mijn overbuurman op de tuin. Frits....vijfenzestig jaar....longkanker.
Henk, de weduwnaar van Nora, zet haar kantinewerk voort. We zijn dolblij met die man……er is gewoon niemand anders bereid om Nora’s werk over te nemen. Henk is zo tof om de kantine open gooien …..anders hadden we thuis voetballen moeten gaan zitten kijken.
Leen, de accuman en zijn zeer moeilijk lopende echtgenote, helpen Henk.
Leen zijn vrouw, Riet, loopt mank, omdat haar ouders ook al geluisterd hebben naar zo’n kut- dominee. Niet nodig inenten….zei de dominee pardoes…..Gods wil......
Henk trakteert ons zowel in de eerste als in de tweede helft op lekkere stukjes jonge kaas. Komt goed uit, want we verliezen een hoop vocht tijdens deze spannende wedstrijd, we zweten ons rot in dit benauwde hok, dus deze zoutaanvulling is meer dan welkom
Dorus heeft in zijn huisje wel een tv maar komt toch hier kijken..voor de gezelligheid…….hier op de tuin noemen we Dorus een ‘mensenmens’’. Hij is een rielekste man, heeft voor vrijwel iedereen tijd, hetzij voor een praatje, hetzij voor een adviesje of een klusje en alles gaat geheel onbaatzuchtig. Als het Nederland voetbalelftal juist gelijk heeft gemaakt, komt zijn echtgenote, binnen tegen wie hij zegt:
’Ik weet niet wat je wil vragen maar hoe dan ook, het antwoord is ’neen’’
Aan Henk vraagt Dorus in het heetst van de wedstrijd of ie de koelkasten niet eens moet gaan schoonmaken. Aan zoiets merk ik dat voetbal hem niet echt interesseert. Hij houdt zijn aandacht niet echt bij het spelletje. Het gaat hem om hier samen gezellig te zijn.
Broekhuis, deze man wordt door iedereen bij zijn achternaam genoemd, is de voetbalkenner bij uitstek onder de tuinders. Hij heeft hoog gespeeld. Dat wil niet zeggen boven op de Himalaya of op het dak van de ARENA, nee, hoog gespeeld wil zeggen, dat hij op hoog niveau gespeeld. Prof bij Sparta. Een cynische man, die Broekhuis, ook nu blijkt dat bij tijd en wijle: in de rust ben ik even wezen pissen. Ik kom terug en de wedstrijd is al weer begonnen. Altijd jammer….maar helaas, niks aan te doen…..ik vraag ‘en public’ of er nog wat veranderd is ik bedoel hiermee: zijn er misschien nog spelers gewisseld……Broekhuis cynisch en gevat als altijd:
‘Jazeker,……ze spelen nu allebei de andere kant uit.’
Ze breken de kantine zowat af.
‘Hij is leuk,’ zeg ik,’die slag is uw.’

Het is misschien naïef, maar voor mij hoort het in Afrika warmer te zijn dan in Nederland. Het is dus zo dat het in Nederland tweeëndertig graden is …………..…in Afrika is het vijftien graden. Zuid-Afrika, het publiek op de tribunes bij het WK 2010 zit met ijsmutsen op. De vrouwelijke aanhang van het Braziliaans voetbalelftal ziet er doorgaans zo vrolijk en sexy uit...... natuurlijk mede door het ontbreken van vele kledingstukken. Dit feestvertoon is dit jaar niet mogelijk......'t is veel te fris voor de dames. In 2014 wordt het wat dat betreft weer genieten.........…….dan is het wk-voetbal in Brazilie.
Het Nederlands elftal wint, de vrouw van Sal heeft haar oranje legging al uit voor ik er erg in had......hij hangt om haar nek...............ze mag met die witte beentjes wel eens lekker de zon in gaan.

zondag 18 juli 2010

Charmes (11) slot

Rond een uur of half elf deze ochtend, horen we van de arts van het Hôpital Jean Pierre dat Harrie naar een ziekenhuis in Rotterdam (Franciscus) vervoerd mag worden. Harrie knikt…..en zo aan zijn ogen te zien is er hij het er ook wel mee eens. De verzekeringsmaatschappij stuurt een ambulance uit Nederland hierheen, die is overigens al onderweg en zal over een paar uur hier zijn.
Ik rij met Harrie in de ambulance mee naar Rotterdam. De dames gaan vóór 12 uur op weg naar Nederland. Eerst hebben ze nog mijn spulletjes bij het ziekenhuis afgegeven.
Om vier uur ’s middags gaan we rijden naar Rotterdam., een rit van zeven uren.
Prima airco in deze wagen….het is hard nodig want het is buiten 32 graden.
Harrie slaapt….zit vol met antibiotica en pijnstillers. De chauffeurs, ze stellen zich voor als Rien en Koos, blijken vrolijke lieden te zijn. Vanzelfsprekend komen ze uit het Brabantse land. Ze hebben een dvd in de auto met gezellige Hollandse meezingers. Netjes vragen ze aan mij of ik er geen bezwaar tegen heb als ‘we wat liedjes meezingen’. Ik heb er geen bezwaar tegen en zo lang Harrie slaapt, zal het hem een zorg zijn.
Dus gaan de broeders aan het zingen; en ze zingen en zingen maar door…….het is duidelijk een lieve lust voor de heren. Het zingen werkt erg aanstekelijk……..zo aanstekelijk zelfs dat ik het haast niet kan laten om mee te doen.......... sterker nog ik zing soms gewoon mee…..jammergenoeg ken ik van de meeste meezingers de woorden niet……dan neurie ik gewoon mee…..daar hebben die jongens helemaal geen bezwaar tegen…….maar van dat liedje: ‘Reisje langs de Rijn’, van Willy en Willeke Alberti, daarvan ken ik alle woorden.........heel toevallig hoor, dat wel. Dat komt omdat ik een half jaar geleden dat nummer met collega Trinie heb gedaan op de playbackshow bij mij op de zaak…..........wonnen we nog de derde prijs ook……. een leuk manicuur-setje…..dat is naar natuurlijk naar Trinie gegaan.......tsja ...wat moet ik er mee?
Zo zingen de broeders de onder andere volgende gezellige liedjes:
het Brabantse land
bij ons staat op de keuken deur
Ik Voel Me Zo Verdomt Alleen

De verzekeringsmaatschijpij meldt me onderweg dat diezelfde nacht tien kilometer verderop een vrouw zich tegen heeft doodgereden. Ze was zwaar onder invloed van alcohol…promile. Haar auto had sporen van een eerdere aanrijding. Dat is onderzocht en dat blijken sporen te zijn van de fiets van Harrie. Mevrouw is dood maar zij was wel goed verzekerd. Verzekeringsmaatschappij blij…..

Ik Verscheurde Je Foto
Een Beetje Verliefd
Heb Je Even Voor Mij

Het is verbazingwekkend te merken hoe snel de tijd verstrijkt met zingen.
Je eet tussendoor eens een boterhammetje…….je kijkt eens naar buiten en je ziet tot je verbazing dat je al in Antwerpen bent……..je neemt een slokje multivitamine geeft de anderen ook wat……………want als je zingt moet de keel gesmeerd worden en je wordt van zingen ook dorstig ……hoewel……. Harrie zingt niet ……..toch geeft hij aan …….door zijn mond open te doen en zijn wit uitgeslagen tong te laten zien, dat hij dorst heeft Ik maak zo’n klote pakje multivitamine open en druk een rietje boven in het pakje…….oh wat een klote systeem……als je een rietje (‘Sophietje’, dronk ranja met een rietje)….als je een rietje boven in dat pakje stopt en je knijpt er per ongeluk een ietsiepietsie te hard in, dan spuit de multivitamine er uit als uit een waterpistool. Harrie zijn gezicht onder de kleefzooi…..dat kan er ook nog wel bij.

Sophietje
Een Reisje Langs De Rijn (2e keer)
Tulpen Uit Amsterdam
Kom Van Dat Dak Af
Niemand Laat Z'n Eigen Kind Alleen

Als we in Rotterdam aankomen is het avond, tegen 11 uur. Er is op Harrie gerekend. Er staat een verrijdbare brancard klaar. Ik neem afscheid van de zingende ambulancebroeders. Met de verplegers loop ik naast de brancard mee naar de kamer die voor hem is klaargemaakt. Ondertussen vertel ik ze hoe het zo gekomen is. Als Harrie in zijn bed is getild, kan ik hem eindelijk even loslaten…..’t is een hele zorg……nu al bijna vierentwintig uur.
‘Dag jongen,’ zeg ik tegen Harrie, ‘hou je soepel…..morgen zie je weer!’
Hij tilt zijn rechterarm een beetje op……..waarschijnlijk om me uit te zwaaien…….en ik zie zowaar een lichte glimlach om zijn mond verschijnen……ik kijk nu rechtstreeks tegen zijn tandvlees aan………….ik wist niet dat hij zijn eigen tanden niet meer had ………….dat kunstgebit moet dan bij dat ongeluk uit z’n mond zijn gevlogen.

Charmes (10)

Nog voor we die nacht gaan slapen bel ik met de verzekeringsmaatschappijen van Harrie. Alle schades en ongevallen moeten zo snel mogelijk gemeld worden; ook al is het in het holst van de nacht. Ik geef de details, voor zover bekend, door. De rest mag Harrie t.z.t. zelf afhandelen. Morgenochtend neemt de verzekeringsmaatschappij contact op met het Hôpital Jean Pierre om de mogelijkheid van vervoer naar Nederland te bespreken.
‘Zullen we nog een paar uurtjes gaan slapen?’vraag ik aan Carola.
‘Goed idee’ zegt ze,’ en eh….Ik ik ben er inmiddels wel van overtuigd dat er niks aan de hand was en is tussen jou en Linda……….ik weet niet wat ik had om zo fel uit te vallen naar Linda, ik heb me al bij haar geëxcuseerd en ze maakt er verder geen punt van.’
Ik zeg dat ik er blij mee ben omdat er werkelijk nooit iets serieus was.
‘Ik heb jou trouwens in die veertig jaar dat we samen zijn nooit eerder jaloers meegemaakt.’
Onder het dunne laken drukt ze zich stevig tegen me aan……we liggen lepeltje-lepeltje …..ze streelt mijn buik, mijn borst, mijn armen , de bovenkant van mijn benen en tenslotte mijn, nu al, keihard geworden pik…...kleine kreunende geluidjes, die langzaam in intensiteit toenemen……….. Ik kan in deze positie niet zo veel……..…….steek mijn been wat naar achteren zodat zij haar benen om mijn bovenbeen kan klemmen….. met mijn linkerhand streel ik wellustig haar stevig sappige billen………dijen …….tsjonge…..dat is veel te lang geleden………. Ze draait zich naar me toe………we zoenen….tongen……lekker heftig……beetje bijten ….niet te hard….ze wurmt zich onder me , pakt mijn pik en wil hem in haar kutje schuiven. Ze voelt dat die niet hard meer is…….zo krijg ze hem er nooit in. Ze waagt er nog een korte snelle massage aan ...........
’Stop maar, meisje, ’ zeg ik, ‘het heeft nu geen zin meer, stop maar, heel lief van je maar hij wordt toch niet meer hard.’
‘’t Komt denk ik doordat Linda in dat kamertje hiernaast ligt, ………die muren hier zijn net van bordkarton…..ze kan alles woordelijk horen ………ik kan nu eenmaal niet met je vrijen als er anderen meekijken of meeluisteren……..’ fluister ik, terwijl ik van Carola af schuif.
‘Okee!’ zegt Carola, ‘daar heb ìk nou gelukkig he-le-maal geen last van, jongen’…… met haar linkerhand streelt ze haar kleine stevige borsten, af en toe bevochtigt ze met wat speeksel haar duim en wijsvinger en speelt dan met haar tepels ,die langzaam groter en stijver worden…….ze kreunt van genot…………… met de middelvinger van haar rechterhand prikkelt ze met snelle korte draaiende bewegingen haar clitoris………….. met haar hele lijf maakt ze kronkelende bewegingen, die alsmaar heftiger worden…………haar ademhaling.......steeds onregelmatiger. .. ...... haar kreunen klinkt luider en luider(‘rustig,’ zeg ik, ‘rustig, het hoeft toch niet zo luidruchtig, meisje……………. sssssst’)………….……tot zij met het slaken van enkele gruwelijk angstaanjagende oorverdovende kreten klaar komt.
‘Heb je het gehoord, Linda?!’, schreeuwt Carola, een beetje ordinair voor haar doen, als ze aan haar cool-down bezig is.
‘Ja, natuurlijk trut,’ ik denk dat iedereen hier in dit bungalowpark gelijk wakker is.
Maar het klonk heel goed, Carola……..ik vraag me alleen af, waarom je tegenwoordig jezelf ligt klaar te maken………… kan dat mannetje van jou het niet meer?’
‘Hoe weet je nou dat ik mezelf lig te helpen, Lin.’’
‘Nou gewoon, dat weet ik………. omdat een vent het niet voor elkaar krijgt om zijn meisje zo lekker uitbundig klaar te krijgen ……….vandaar, Carola, dat ik dat weet’.
Ik draai me op mijn andere zij, aai Carola nog even over haar bolletje en…….weet zeker dat ik heel snel in slaap zal vallen.

wordt vervolgd

Charmes (9)

In het ziekenhuis Saint Jean Pierre, ligt Harrie er bij als een karikatuur van zichzelf. Niet eerder heb met eigen ogen zo’n pakket gips en verband aan het infuus zien liggen. Praten kan Harrie nog nauwelijks, zijn gezicht is geschaafd en zijn lippen gezwollen, na zijn uiterst vervelende schuiver over het asfalt. Er liggen nòg drie mensen op de kamer …. ook in gips en/of verband, die liggen lekker te pitten. Carola schrikt er van hoe Har er bij ligt:
'Ik hoop voor hem dat hij weer helemaal herstelt hiervan….o, o, o, wat ziet die jongen er uit …..ik word er helemaal eng van.'
‘Nou, bij deze zit mijn vakantie er dus op!' zegt Linda, ‘voor mij is de lol er nu helemaal van af! Bedankt, hoor Harrie!’
Hij murmelt iets onduidelijks…..waarschijnlijk een reactie op haar woorden; voor Linda is het niet belangrijk te weten wat hij zegt.
De kamer lijkt welhaast de ziekenboeg van een verouderd gevangeniscomplex. Er zit verroest-wit traliewerk voor de drie raampjes van 30 bij 30 centimeter. Verder is er scherp en warm tl-licht. Naast Harrie staat een bord koud eten……zal toch ooit warm geweest zijn: aardappelen, sperziebonen en een hamburger. Een klein wit bekertje kwark met ‘fraises’. Blijkbaar kost het wat te veel geld om hem te helpen met eten.
Linda blijft in de hoek van het vertrek staan, mokkend over het eind van deze vakantie; Carola voert Harrie met kleine hapjes.
Ondertussen heb ik maar wat werk naar me toegetrokken met betrekking tot de gevolgen van deze crash. In Linda haar handtasje, waarin ik ongelimiteerd mag neuzen, vind ik zijn verzekeringspapieren; ziektekosten en reisverzekering.
Vannacht kan ik toch niks regelen, vrijwel iedereen in dit ziekenhuis is in diepe rust. Morgen verder…. dan zijn de liaisonverpleegkundigen en de administratief medewerkers er weer en bovendien kan dan in overleg met de verzekering bepaald worden of, wanneer en hoe hij naar Nederland vervoerd kan gaan worden.
Met bemoedigende tikjes en liefkozende strelingen op zijn verband nemen Carola en ik afscheid van Harrie……..’hou je taai, joh’…..’sterkte, hè’. Linda kan dit blijkbaar niet aanzien en keert zich van ons af en stapt de kamer uit.
We gaan……………..op naar de bungalow….......als het lukt nog even slapen. Linda zit achter het stuur driftig op een kauwgompje te kauwen en ongeduldig met haar vingers op het stuur te tikken.

‘Ik krijg net een smsje van mijn moeder,’ zegt Linda ‘ome Aadje is overleden…..
gisteravond om tien over half elf………. ongeveer dezelfde tijd als Har gegrepen werd door die idioot……………….typisch……... Er was niks meer aan te doen, arme Aadje, ik hoop dat hij niet te veel geleden heeft………. mijn laatste kaartje is nog naar hem onderweg….ik schreef hem dat ik mee heb gedaan aan ‘dikke-dames-ballet’ bedacht door een Duitse vrouw…………Pina Bausch heet ze........kejje je het voorstellen ome Aad......Linda op ballet.........lacheeeeeeeh, hé..!! Oom Aad had dit hartstikke leuk gevonden om te lezen, dit kaartje.............Duitse vrouwen, hè……………….daar lust die ouwe verrader wel pap van......lustte,' Linda is in tranen:
‘Vrijdag wordt hij gecremeerd……eigenlijk is het een geluk bij een ongeluk, dat met Har…..anders had ik niet eens bij zijn crematie kunnen wezen.'

wordt vervolgd

Charmes (8)

Linda Loopt al een tijdje met een kopje thee in haar hand te ijsberen door de kamer. Carola zit te zwoegen op een cryptogram. Af en toe kijkt Linda haar kant op en ijsbeert ze weer verder. Het zit haar nog steeds niet lekker, die scene van gisteren. Als ogen konden doden………ze loopt naar de stoel tegenover Carola, zet veel te hard haar theekopje op de salontafel en zegt dan:
´Ik wil toch nog even terugkomen op wat je zei over mij en Jeejeepee………… je ziet gewoon wolven in het bos, die er absoluut niet zijn. Ik ben gewoon aardig tegen je man, omdat ik hem graag mag, klaar! Je hoeft je absoluut geen zorgen te maken…………..ik ben echt niet van plan om hem van je af te pikken…..…………en die afspraken die jij wou maken ………………wat voor afspraken had ik dan zo nodig met jou moeten maken?’

Linda’s riedel wordt onderbroken door de vrolijke ringtone van haar mobile.
’t Is Harrie natuurlijk:
’Ik ben nu een half uur op weg, schat……..sta nu bij café Chez JeanLuc’
‘Lul, dan loop je precies de verkeerde kant uit.’Linda´s ogen spugen vuur; ze beëindigt het gesprek meteen.

‘Denk nou eens na, Linda,’ zegt Carola, ‘als jij Jeejeepee inpalmt, sta ik alleen en aangezien ik van mijn eigen kleine pensioentje nauwelijks kan leven wil ik daarover wel iets met je afspreken………………..snap je………over de financiële gevolgen voor mij dus…….’ tranen dreigen even bij Carola.
‘O,’ zegt Linda, ‘dus het gaat jou eigenlijk alleen maar om de poen en niet om de liefde van Jeejeepee ……..nou, maak je maak je maar geen zorgen hoor , meisje………nooit ……ja, je hoort het goed……. nooit zal ik bij Harrie weggaan, ook al kan ik zijn naam haast niet uit mijn strot krijgen, kan hem niet luchten of zien en is onze relatie een compleet fiasco……….hij heeft namelijk nogal wat vermogen………….…..daar laat hij me nu en naar ik hoop in de toekomst volop van mee profiteren…………………..…als ik bij hem weg zou gaan zou ik dat alles verspelen……ik kijk wel uit. De poen van jouw Jeejeepeetje kan me gestolen worden en bovendien Carola………. als ik nu iets met je mannetje zou willen……..als…… dan zou het maar voor heel even zijn…………….hooguit voor één keertje…….noemt het een een one-night-stand.’
Perplex klapt Carola haar cryptogramboekje dicht:
‘Harrie en jij………alleen om de poen……dat had ik nou nooit gedacht…….en wat mijn mannetje, Jeejeepeetje betreft……die valt over het algemeen niet op vrouwen met zo’n overgewicht als jij……..maar niet geschoten altijd mis, Linda!’

Harrie dient zich weer mobiel aan bij Linda:
‘Schat, ik sta nu bij een bushalte in Charmes sur Silâne…..’ Linda valt hem meteen in de rede:
‘Harrie, ik word hier zo vreselijk moe van……..als je bent waar je nu zegt dat je bent dan, ben je verder weg van onze bungalow dan een uur geleden……ik heb hier echt geen zin meer in Harrie….vraag maar aan iemand daar in de buurt hoe je hier komt…..het adres waar je naar toe moet staat op het kaartje dat ik in je portemonnee heb gestopt. Succes er mee. Over en sluiten’

Terwijl de dames zich gereed maken voor de nacht, gaat Linda’s mobiel herhaaldelijk af. Carola en ik hebben onze mobiles uitgezet. Linda laat haar mobiel eindeloos haar ringtone ´telephone’’ van lady Gaga afspelen
In de bungalow heerst een diepe rust, die rond half vier in de nacht wordt verstoord door drie lange belsignalen. Ik doe open. Voor de deur staan twee ´flics´….Franse politieagenten, die, zoals gewoonlijk hier, geen woord buiten de deur spreken……..gelukkig spreek ik een beetje Frans.
Vrij vertaald luidt de mededeling van de agenten dat zij een zekere heer Lodaars (Harrie dus) aantroffen langs een regionale weg. In zijn broekzak zat een kaartje met dit adres hier.
De dames zijn inmiddels ook wakker geworden, slaapwankelend in hun nachtponnen, luisteren ze naar de politieagenten….ze verstaan niets….hoewel….’Lodaars’, dat herkent Linda natuurlijk gelijk.
Harrie! zegt Linda,is er iets met Harrie?’
Linda: ‘ Jeejeepee, zeg op, wat komen die mannen vertellen?’
Carola vergeet van de spanning goed door te ademen.
Linda hyperventileert….. immers: Harrie weg….haar luizenleventje weg.
‘Deze agenten ………eh…...er is iets met Harrie gebeurd…..rustig…….kalm …………hij was niet bij bewustzijn toen hij gevonden werd…….… de automobilist van het voertuig dat hem aanreed is doorgereden. Inmiddels is Harrie bijgekomen……….hij ligt in het Saint Jean-Pierre Hôpital in Charmes….……….gebroken sleutelbeen, schouder uit de kom, zowel links als rechts scheenbeen verbrijzeld…. een hersenschudding en nogal wat schaafwonden over zijn hele lichaam. De fiets die naast hem lag, is er erger aan toe als Harrie zelf…..die fiets kan naar de sloop.’

wordt vervolgd

Charmes (7)

Eigenlijk ben ik van ons vieren de enige die zich een beetje verstaanbaar kan maken in Frankrijk……en dat zou ons dezer goed van pas komen. Gniffelend fietsten we gedrieën van het restaurant naar de bungalow…….we hebben Harrie een mooi lesje geleerd. Vooral ik ben er mee in mijn sas, nadat hij mij goed voor lul had gezet in dat restaurant. Onze mobiles hebben zich flink laten horen onderweg…….. dat was Harrie natuurlijk ………..veel woorden hoefden we er niet aan vuil te maken: we laten hem lekker bellen.....als we thuis zijn gaan we sms’jes lezen en voice mail beluisteren
Aandoenlijk hulpeloos hoe Harrie met deze situatie omgaat.……
Harrie’s sms’je aan mij:
Met een oog lees ik zijn sms’je
’Klote fransen! Gvd band laten leeglopen. Ventiel en pomp gejat. Ga nooit meer naar Charmes. Ik loop zelf ook leeg! Bel svp zsm gvd. ’……
Met het andere oog kijk ik naar het voetballen op tv………..Harrie is een echte voetbalfanaat……………..
Ik bel Harrie terug en zeg hem, schijnheilig, hoe ik met hem te doen heb en zeg:
’Ik zit nu tv te kijken, Har, de tweede helft van Frankrijk – Portugal, kwalificatiewedstrijd WK-voetbal; Portugal staat voor met 2 – 1; te gekke wedstrijd…..jammer dat je dit niet kan zien, jongen.Er zit niks anders op dan met je fiets aan de hand te komen lopen, jongen, het is hooguit een uurtje. Doe rustig aan hè?…….hé!’ Trouwens Harrie, heb jij ook zo’n last van de muggen hier. Ik heb me toch een jeuk……over me hele lijf…….ik krabbel me helemaal kapot…..die muggen hier zien er eigenlijk net zo uit als bij ons in Holland, maar de bultjes, die je er van krijgt zijn twee keer zo groot.’
Harrie: 'Vreselijk hoor, Ik….. ik heb ook vreselijk met jou te doen……..maar heel toevallig, noem het gerust ‘een geluk bij een ongeluk’ heb ik he-le-maal geen last van muggen! De tering, hè, Jeejeepee! En o,o,o, wat jammer, wat heb ik toch weer een vreselijke pech……moet ik dat voetballen ook nog missen……….maar weet je, Jeejeepee, die voetbalwedstrijd Frankrijk – Portugal…………waar je nu naar zit te kijken, heb ik afgelopen woensdag al in Nederland op tv gezien….dit is een herhaling………..uitslag 3 – 2 voor Frankrijk. Dag hoor, Jeejeepee, slaap lekker.’
Harrie’s voice mail aan Linda:
‘Hallo schatje. Ik sta nog het restaurant…... pech met de fiets…... morgen ga ik naar een fietsenmaker………. haal me hier even met de auto op, schattebout……..om te lopen is het echt een beetje te ver……zeker nu ik de ‘big shits’ heb? Bel je me?’
Linda belt gelijk terug; haar reactie is hard en meedogenloos:
‘ Je weet toch dat ik een bloedhekel heb aan rijden in het donker?! Bovendien ken ik hier heg nog steg. Het zou vragen zijn om ongelukken………..en verder: je doet net of je voor de eerst in je leven de schijterij hebt………je gaat me toch niet vertellen, dat je niet meer weet wat je daar tegen moet doen? Je neemt als je dadelijk thuis bent, voor je naar bed gaat, een banaan, twee beschuitjes met suiker en kaneel en je bent morgen overal vanaf.’
Einde gesprek. Tegelijk zoeven met overdonderend lawaai zoeven enkele F16’s door het luchtruim boven Charmes; gelukkig blijft een bombardement vooralsnog uit.

Aan Carola sms-t Harrie:
‘Lieve Carola, wil jij in mijn auto springen en me bij dat restaurant van daarnet komen ophalen; ik red het niet om een uur te lopen….zeker niet nu ik aan de dunne ben…..….please, please.’
Carola sms’t per ommegaande terug dat ze het niet aandurft; ze heeft te lang niet gereden.

Harrie belt dan Linda weer en steekt gelijk van wal:
‘Oké ik ga wel lopen, hoor, lieveling…..……….nog bedankt voor de medewerking allemaal…jullie zien me straks wel verschijnen.’
Linda:
’Straks?.....Hoezo, straks? Ik lig zo op mijn bed en je weet toch dat ik zo vertrokken ben………….we moeten morgen vroeg op: er staat een boswandeling op het programma…..Ik weet niet wat de anderen doen………of ze zin hebben om op je te wachten……, Carola is ook dood op…gaat ook slapen……dus op haar hoef je niet te rekenen.
Linda zegt dan tegen mij:
‘Harrie is weer eens zo slim geweest om geen sleutel mee te nemen; er zal dus iemand wakker moet blijven om hem binnen te laten. Voel jij daar wat voor Jeejeepee?’
‘Geen probleem, ik ben nog goed wakker en blijf dat ook tot Harrie thuis is.’ antwoord ik.
‘Weet je hoe je moet lopen, Har?’ roep ik nog.
Harrie reageert lichtelijk verontwaardigd:
‘Ik ben nog niet helemààl debiel, zeg. Het is één rechte weg, man.’

wordt vervolgd