vrijdag 16 juli 2010

Charmes (2)

De bungalow is niet slecht. Ik vind de bedden aan de kleine kant….alles is eigenlijk voor mij aan de kleine kant; ik ben 1.95m., moet sowieso al overal bukken. In ons piepkleine slaapkamertje kan ik mijn kont niet keren.
Linda en Harrie hebben nergens last van, ja hooguit van de smalle bedden. Want ze zijn zowat even breed als dat ze lang zijn, qua buik dan. Carola en ik zijn aan de magere kant.
Voor het predikaat ’schoonheid’ komt overigens geen van ons vieren in aanmerking: ‘Twee lelijke wijven op stap met twee izegrimmen.’
Carola is broodmager en heeft tamelijk dunne, witte , harige benen. Ze heeft een grote neus en nauwelijks tiet.
Linda is gezegend met een uitpuilbuik, een ultra-dikke kont, kromme pootjes en flinke tieten, dat dan weer wel.
Harrie: is voor een man bijzonder klein,1.63m en weegt 110 kilo: Danny de Vito type; maar dan kaal en met baard……een kabouter Plop baard.
En ikzelf? ….tsja… veel te moeilijk om in woorden te vatten…..ooit wel eens een maraboe gezien?........nou, zoiets dus.

Harrie kan in de ogen van zijn eega weinig goed doen. Hij heeft enkele kleine vuilniszakjes weggebracht …..
Linda: ’Weet je nou nòg niet dat we die kleine vuilniszakjes altijd legen in een grote zak, ze dan schoonwassen, laten drogen en weer hergebruiken?’
‘Oh, lieverd, wat vervelend nu, daar heb ik even geen erg meer in gehad, sorry hoor’.
Als Harrie een boterhammetje met pindakaas smeert, klinkt Linda verongelijkt: ´Zit je nu ineens wèl pindakaas te eten???? Je eet nóóit pindakaas, waarom moet je nu ineens zo nodig pindakaas eten?´
‘Omdat ik toevallig gisteren in een wetenschappelijk tijdschrift las dat pindakaas de lichaamsgroei bevordert…..awel….lieve schat……ik kan wel wat centimetertjes erbij gebruiken, dus……’
Kiften en klieren…...het lijkt wel een soap.
We fietsen in de brandende zon.
‘Ik heb je nog zo gezegd, dat je je kale hoofd moet insmeren met zonnebrand maar natuurlijk doe je dat niet. Ik begrijp niet waarom je zo vreselijk eigenwijs doet. Ik zeg het allemaal niet om je te pesten.’
Harrie zegt niks, zet zijn baseballpetje op en fluit een melodietje……hij fluit het en ik begin onwillekeurig de bijbehorende woorden te zingen:
‘Als ik drie maal op mijn fietsbel, bel….nou dan weet je het wel, nou dan weet je het wel……..’



Op deze creatieve vakantie blijken voornamelijk vrouwen te hebben ingeschreven. Vijfenzeventig procent is vrouw: 1 man op 3 vrouwen. Zelden heb ik bij Harrie zulke pretoogjes gezien Ook ikzelf kan enig likkebaarden niet onderdrukken. Achteraf bijzonder jammer wel, dat onze geliefde echtgenotes hier óók aanwezig zijn, anders hadden Harrie en ik, gezegend als we zijn met onze goddelijke lichamen, ongetwijfeld een paradijselijke vakantie tegemoet kunnen zien. Daarom smeden we nu reeds het plan om volgend jaar weer deze kant op te gaan maar dan vanzelfsprekend onder thuislating van onze dames.
Linda is godzijdank tegen mij altijd poeslief. Ik heb ook geen enkele reden om lelijk te doen tegen haar. Ademloos luistert ze naar me als ik haar vertel hoe ze muziek kan downloaden van internet….ze wil iets beluisteren van de ‘Amazing Stroopwafels’ …….. ; we genieten van de natuur hier en ze vertelt me, dat er in deze streek vogels voorkomen, waar je in de Rijnmond vergeefs naar zal zoeken, zoals de witoogeend en de zwarte wouw.
Harrie zit ontspannen op het terras en bekijkt een folder over de omgeving hier…ik hoor hem de melodie neuriën…………bij de woorden in mijn hoofd:
’Summertime……when the living is easy’…..

wordt vervolgd

Geen opmerkingen:

Een reactie posten