donderdag 29 juli 2010

14. De dichter in Avignon

Dit is deel 14 van de serie 'Avignon'

Wat heb ik een dorst. Ik wil wel vier pilsjes tegelijk. Hoewel ik weet dat pils eigenlijk helemaal niet goed voor de dorst is; integendeel: pils maakt dorstig….het smaakt naar meer. Maar toch. Ik ben in de buurt van Maisson Off, het organisatorische hart van het Theater-Off festival; een mooie gelegenheid om het aangename (vier pils) met het nuttige (kennismaking met het Maisson Off) te verenigen.
De bardame, met scheefhangende mond, ongewoon veel wratten op haar gezicht en, eerlijk is eerlijk, heel lieve ogen, lijkt het bijna leuk te vinden om mij nee te verkopen op mijn vraag om vier bier. Wat ze te bieden heeft is tientallen lauwe sinasappelsapjes. Het is zo warm, de koeling kan het allemaal niet bijwerken. Okay, doe mij dan maar vijf lauwe sinasappelsapjes.
Ik loop naar de enige tafel die er staat, er zit al een wat oudere man. Ik schat hem vijfenzeventig. We groeten elkaar; ik neem een paar slokken sap en steek een sigaartje op. Hij maakt niet zo’n verzorgde indruk.
Ongeschoren is hij. Ik zie de man naar mijn sigaartje kijken alsof hij zelf wil roken… Koffievlekken ter hoogte van zijn buik op zijn overhemd.
‘Ook een sigaartje…..?’vraag ik op mijn beste Frans, dat overigens met de dag beter wordt.
‘Ja, graag, ik heb helaas mijn sigaartjes in de auto laten liggen, heel erg vriendelijk van u meneer.’ Hij zit zeer verheugt aan zijn sigaartje te trekken.
Overhemd hangt uit zijn broek; gulp half open…..het woord ‘sjofel’ komt bij me op.
‘Bent u hier voor het festival?’ vraag ik de man.
‘Ja’, zegt hij, ‘er komt dadelijk een acteur, die gaat werk van mij voordragen en misschien draag ik zelf ook nog wel iets voor’.
‘Bent u ook hier voor het festival, monsieur?’, vraagt hij.
Ja, dat ben ik. Bezoeker van het festival ben ik. Ik ben een bezoeker uit Holland. Dat vindt de man geweldig dat ik helemaal uit Nederland kom om dit festival te bezoeken.
Het wordt drukker in het Maisson Off. Een aantal keurig netjes aangeklede dames en heren, wordt een tamelijk officiële ontvangst bereid. Het gezelschap loopt in de richting van de oude heer bij mij aan tafel. Het gezelschap buigt als knipmessen voor mijn tafelgenoot.
Mijn tafelgenoot blijkt een van Frankrijks grootste (niet qua lengte) nog levende dichters te zijn Armand d’Olivennes. Een filmploeg van de Franse Televisie installeert zich rondom onze tafel. De presentatrice heeft een voorgesprek met Armand. Er komt nog een dichter annex festival organisator aan tafel; nog een schilder en de acteur die Armands gedichten gaat voordragen. Ik bied aan om aan een ander tafeltje te gaan zitten maar Armand staat erop dat ‘ce monsieur hollandais’ aan dit tafeltje blijft zitten.
Nog voordat het gesprek begonnen is geeft hij me een exemplaar van zijn zojuist verschenen bundel met een persoonlijke opdracht.
Het interview begint en ik ben ook op de Franse tv, hé! Bij toeval omdat ik trek in een pilsje heb en een sigaartje weggeef.
Ik koop het boek ‘Devant le monde, le poète, een verzamelbundel van dichters over de hele wereld; samengesteld door Jean-Luc Lamouille. Hij schrijft er een opdracht voor me in: ‘What is poetry? May be – sure – another thing?’
Ik beloof dat ik Jean Luc zal introduceren bij Poety International in Rotterdam. Dat heb ik tot op heden niet gedaan.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten