donderdag 31 december 2009

Oudejaarsavond

Nog niet eerder mocht ik opblijven op oudejaarsavond. Pappa is niet thuis, hij vaart heen en weer tussen Rotterdam en New York op de ‘Rotterdam’, zijn werk is pantrybediende. De buren naast ons vragen of we bij hun feest komen vieren. Ma en ik dan, mijn zusjes zijn daar nog te klein voor. Snip en Snap komt op tv. Wij hebben geen tv. De huiskamer zit stampvol. De meeste ken ik niet. De buurman, buurvrouw en Gerda ken ik natuurlijk wel, met Gerda speel ik soms; ze is ook zeven. Ze hebben ook een grote zoon, die heb ik wel eens gezien maar die is er bijna nooit, Karel heet hij, ………..ik heb mijn moeder wel eens horen zeggen dat Karel van een andere man is…..maar wie die man precies is, dat weet ik echt niet……..misschien is die andere man er vanavond ook wel.
‘Geef de mensen eens netjes een handje, Robbie’ zegt mijn moeder. Er staat veel eten op tafel: oliebollen, appelflappen, gebakken bananen en een halve kerstkrans….zo een hadden wij er ook met Kerstmis. Iedereen heeft al wat te drinken, de meesten hebben koffie….Gerda drinkt melk. De tv staat aan maar er is niemand die kijkt…….er wordt hard gepraat om boven het geluid van de tv uit te kunnen komen.
Ik heb hier nog geen kerststal gezien ……… bij ons thuis hebben we een stom klein kerststalletje……..in de kerk en bij opa en oma van mama hebben ze een grote kerststal, machtig mooi.
Ze zullen hier wel helemaal geen kerststal hebben; onze buren komen nooit in de kerk…..daar heb ik ze tenminste nog nooit gezien en volgens mij mag je dan ook geen kerststal hebben.
Ma gaat vlug naast Karel zitten …… tegen mij zegt ze dat ze hem ‘een leuke knul vindt’….hij doet ook wel leuk tegen mij……..hij lacht en gooit mijn haar een beetje in de war……ik geloof dat hij dat grappig vindt om te doen………hij lacht nu tenminste nog beetje harder ……….. ik lach ook….. maar zonder geluid ………… hij is wel aardig, geloof ik.
Karel vraagt dan: ‘Wat wil jij snoepen, Robbie? Een stukkie kerstkrans of een oliebol of ………..nou zeg het zelf maar…..
’ehhhhhhhh ………een stukkie kerstkrans’ zeg ik ……………dan snijdt hij een stuk af …..groot…..zo’n groot stuk heb ik nog nooit op…..lekker……en een bijzondere smaak…….ze zeiden wel wat voor smaak……maar dat weet ik nu niet meer.
Karel strooit flink wat poedersuiker op een oliebol en geeft die aan mama………’lekker, Karel, dankjewel, lief van je.’ Karel neemt er zelf ook een. Ik neem er dadelijk ook een…of twee…..met veel poedersuiker, denk ik.
Op de televisie zit een zogenaamde Chinees zogenaamde goocheltrucjes te doen. Niks aan.
Mama zit met haar been tegen Karels been en zijn arm ligt over de leuning van mama’s stoel. Ze praten, lachen, drinken, eten. Ik mag een kroket pakken van het blad….en nog een……dan komt Snip en Snap op tv en de schaal met kroketten blijft dicht bij mij op tafel staan………Snip en Snap is leuk …….Snip zegt met een grappig gek stemmetje: ‘Ik weet een raadsel: ’Het is niet mijn broer…..maar toch is het een zoon van mijn vader, rara wie ben ik?’ allemaal lachen ze hier in de huiskamer, ik ook natuurlijk, vooral dat stemmetje is leuk; ik eet nog wat kroketten, als ik Snip met dat stomme stemmetje hoor zeggen ‘ik draai een boutje aan een nippeltje van een transistortje’ en echt waar …… iedereen schatert het hier uit van het lachen……….en die kroketten …..nou……..misschien heb ik er nu wel iets veel van op…………het lijkt wel of ik moet kotsen.
Ik zoek mama maar die zit niet meer op haar plaats…..Karel ook niet……’
Ik vraag aan de buurman:’Waar is mama.’ En net als ik ‘mama’ heb gezegd, komt alles er in een keer uit.
Gelukkig is mam er snel bij, ze was even boven met Karel…….
Er is vuurwerk; er worden kerstbomen verbrand voor de deur; er wordt geproost op het nieuwe jaar en gezoend; iedereen is aan het zoenen behalve mam; zij dweilt mijn kots op en brengt me naar bed.
De beste wensen voor 1958 hoor ik iedereen zeggen…..de eerste paar weken van 1958 ben ik kotsmisselijk; voor mij geen kroketten meer.

woensdag 30 december 2009

Gescheiden afval (1)

Mijn afval verzamel ik gescheiden. Op het balkon staat een glasbakje en een grote restafvalbak………….. in de keuken de papierbak en een twee-onder-een-dak-bak voor enerzijds restafval en anderzijds gft-afval. Gek wordt ik er van. Onze kater verzamelt in zijn eigen bak ook nog het een en ander (hij scheidt trouwens alleen vast en vloeibaar)en eens in de zoveel tijd mag ik zijn troep bij het restafval gooien.

Als kind van de vijftiger jaren groei ik op met de vuilnisbak….alles gaat daar in behalve schillen, lompen en metalen. Het ophalen, afvoeren en sorteren van dat afval doet de gemeente. Als ik acht word zegt mijn moeder, dat ik nu sterk genoeg ben om voortaan de vuilnisbak (zeven à acht kilo)buiten te zetten. Natuurlijk laat ik me niet kennen maar eigenlijk is het te zwaar voor me….zeker van drie hoog ….. . Maar ik wil natuurlijk ’een grote jongen’ zijn….dus laat ik me niet kennen. Twee maal per week komt de vuilniswagen en hoewel destijds lang niet zo veel afval geproduceerd wordt door een gezin als nu, zit de bak altijd stampvol.

Anno 2008 is vrijwel alles verpakt in karton, papier, aluminium- of plasticfolie, glas of kunststof maar in de vijftiger jaren van de twintigste eeuw wordt veel los verkocht of verpakt in kranten, papieren zakken of vellen papier. Bij ons thuis, nemen we voor een liter melk altijd een melkkannetje mee naar de melkboer, meestal de melkkoker, een tamelijk smalle, hoge pan afgedekt door een gatendeksel en voor de eieren een schaaltje. Bij de groenteboer worden de afgewogen aardappelen (geen afkokers!) in de meegebrachte tas gekieperd. Rode kool, bloemkool, spitskool, andijvie enzovoorts zijn nooit verpakt maar dat is nu vaak ook nog zo. Het grote verschil met vroeger, wat die groenten betreft is, dat de groente-industrie al aan het snijden is geslagen. Zo kopen gehaaste tweeverdieners vaak en graag gesneden andijvie, kool, snijbonen en kant en klare salades. Ook gekookte groente, bietjes (ofwel: krootjes) wordt aangeboden en vanzelfsprekend allemaal keurig verpakt in stevige kunststof.

Papier (zak of vellen) is het meest gebruikte verpakkingsmateriaal en voor de vloeistoffen is dat de fles. In de zestiger jaren worden ook geconserveerde groenten in glas, (pot) verkocht en gaat de concurrentie aan met het blik. Het blik met geconserveerde groenten en fruit is al jaren in gebruik ….vanaf 1810! De flessen worden hergebruikt; het statiegeld, dat de consument moet betalen garandeert hergebruik.
Het papier, met uitzondering van de kranten, verdwijnt in de vuilnisbak evenals het blik en het papier. Althans het papier dat is aangetast door het daarin verpakte. Visboeren geven de gekochte haring mee in een oude kranten. En menig havenarbeider eet zijn gebakken scholletje uit een door moeder de vrouw ingepakte oude krant.
Ook het krantenpapier wordt gerecycled. Charitatieve organisaties laten ter financiering van hun goede doelen de schooljeugd ouwe kranten inzamelen. Op de lagere school, die ikzelf bezocht, geleid door sadistisch-katholieke onderwijzers (behorend tot de Broeders van Maastricht), wordt papier ingezameld voor arme kinderen in Afrika……vraag me niet of het voor medicijnen, voeding, kleding, scholing of bijbeltjes is.
Ook worden aluminium melkflessluitingen ingezameld vaak met overweldigend succes……..met de opbrengst wordt flink wat honger gestild en dorst gelest….ergens in ver Afrika.
Bij mij thuis is toentertijd trouwens nauwelijks wat te vreten laat staan te recyclen. Mijn moeder koopt alleen een fles melk voor die aluminium dop, om op school in te leveren voor de Afrika-actie…….ze hoeven daar niet te weten dat wij ook honger hebben.
Ik vermager zonder dat ik erg in heb……tante Lena ziet het en stuurt een maatschappelijk werker op ons dak.

Toch nog passie....

Paula is een intrigerende dame. Lang, slank, blond, extreem lang haar (tot op haar billen). Creatief. Maakt veel kleren zelf…….net even iets andere kleren….jurken, rokken…strak, soms gerend, soms plooiend……..altijd lang ……met blousjes en hesjes…..die ze na lang speuren op rommelmarkten vindt en door er fraaie figuurtjes op te borduren tot de hare maakt. Verrassende creaties zijn het die ze draagt, gemaakt van de meest uiteenlopende stoffen: katoen, zijde, linnen, wol en satijn…………. zwart meestal, dat dan weer wel………op haar hoofd een grote Kruimeltje-pet met klep of een Zorrohoed met brede rand…..als het maar zwart is….het staat haar allemaal ……zelfs die zwarte lipstick en nagellak.
Deze zaterdagavond, in café Hond, kijkt ze zorgelijk, enigszins chagrijnig zelfs…..haar ogen somberen, lippen pruilen en mondhoeken staan omlaag. Kees en Paula zijn nu bijna tien jaar samen. Hij is 35, zij 43.
De barman zet het bestelde bier op hun tafel. Kees drinkt meteen het glas half leeg. Paula nipt …..
Paula vindt dat Kees zich te afhankelijk van haar opstelt. Zij heeft tijd voor zichzelf nodig en die gunt Kees haar niet. ‘Als ik behoefte heb aan contact, kom ik wel uit mijn schulp, Kees,’zegt ze.
Nog niet eerder vertoond, een kribbige Paula. Kattig en schattig tegelijk.
Kees, die Paula’s woorden verkeerd inschat, lacht liefdevol zijn onsmakelijke, afgebrokkelde zwarte tanden bloot.
Zij voelt zich mede daardoor onbegrepen, want ze bitst, bijna huilend: ‘Je mag blij zijn, dat je me nog zo váák te zien krijgt, klootzak, ……een keer per week is al een hele opgave voor mij………begrijp dat dan…. als je zou weten wat een moeite me dàt alleen al kost, die ene keer per week…..….
Paula nipt verder aan haar biertje…..Kees bestelt een Trappistje.
Ze komt duidelijk wat te kort……en heeft beslist geen behoeft aan het soort aandacht dat Kees haar geeft……..voor hem tien anderen……Kees is haar boodschappenjongen…………haar chauffeur………haar hondje,……….. haar vakantiemaatje……..haar klusser……….haar bewaker………haar leegzuigertje……....haar lakeitje. Deze gedienstigheid kan haar gestolen worden…….waar ze naar hunkert is vriendschap op basis van gelijkwaardigheid, die wederzijds inspireert en kracht geeft……oftewel……Kees is ze spuugzat. Bovendien gaat ze zo langzamerhand toch al over haar nek van Kees’ alsmaar zwarter wordende tanden en wat haar nog veel meer irriteert is dat hij te beroerd is om naar zijn tandarts te gaan…..ze weet niet eens of hij wel verzekerd is…..hij zegt van wel……wat niks zegt, want hij kan liegen alsof het gedrukt staat…….. Maar ja, goed, dus, ze wil eigenlijk toch nog wel even lekker op vakantie naar Zuid-Frankrijk, de Camarque, wilde paarden, met die sjofele camper die Kees, op haar uitdrukkelijk verzoek in Marktplaats.nl heeft opgedoken voor een prikkie………….en eh, oh ja, …..ook moet Kees het nieuwe huisje van Sabine, Paula’s dochter, nog even opknappen…prachtige meid, die Sabine, Nederlandse moeder en Surinaamse vader. Woonde een tijdje samen met de kampioen hoogspringen van de Rijnmond: Harrie Savon. Sinds een paar weken is dat over en uit. Moeilijk mens wel, die Sabine, heeft wat weg van haar moeder. Sabine is een borderliner, die het vertikt om regelmatig haar medicijnen te slikken, waardoor ze, om soms helemaal niets, heftige ruzies maakt met vrienden en collega’s……..haar vriend Harrie krijgt bijvoorbeeld de bons omdat hij veel boeren laat, ruikbaar (erg knoflook) en hoorbaar (kat, parkiet schrikken).
Verder (en daar is niks mis mee) werkt ze in een huis voor mongolen…..oh, dat wil niemand meer horen hè? Dat heet tegenwoordig een tehuis voor mensen met het syndroom van Down. (Rot toch op!)
Tsja……het gaat trouwens nog steeds over Paula en Kees. Ze bestellen nog een biertje….allebei.

Paula, zo zegt Kees, is een mens met nogal wat problemen. Ze is eenkennig, verlegen, op zichzelf….. Ze heeft veel ruimte om zich heen nodig. Als ze die ruimte niet krijgt, niet heeft , raakt ze in paniek. Kees en Paula leven bijvoorbeeld niet samen in een huis. Kees en Paula komen alleen in de weekenden bij elkaar, in het huis van Kees. Van daar uit doen ze samen allerlei leuke dingen…….dingen die Paula leuk vindt dan. En seks….seks hoort niet bij Paula’s leuke dingen. Kan Paula niet helpen.
Paula is toen ze elf was misbruikt door haar vader. Daarom is ze nu zo…… Paula groeit op in een ‘Zuinig Katholiek’-nest. Nooit geweten dat de heer des huizes bij dat geloof zijn jonge dochter bruut mag verkrachten. Als dat tenminste bruut gegaan is. Misschien heeft Paula hem wel apathisch laten begaan………..maar dan mag die kloterige tering vader dat nog niet doen, natuurlijk! Misschien heeft ze er achteraf pas erg veel last van gekregen. Overigens praat Paula nog steeds met bewondering over die man: 'Het blijft je vader, toch?'

Na haar tweede en zijn derde biertje komt het hoge woord er uit. Paula voelt sinds vrijdagmiddag weer passie:
‘ik herken kriebeltjes in mijn buik…ze bestaan toch nog, ik ben ze bijna vergeten………….. op een bankje langs het Zuidpark langs de Maas. Ik kijk over de golven van de Maas, naar de kranen van Verolme, langs de waterkant grazen zwanen het groen van de kadestenen, de jongen zwanen imiteren hen. Dan komt hij op gepaste afstand naast me zitten……knikt glimlacht vriendelijk naar me……schat hem iets ouder in dan ik ben …….type Clint Eastwood,  een leuke man…… hij vertelt iets over zwanen en Roemenië (zachte, enigszins zware stem, vibreert goed)……als hij me wat stukjes brood geeft voor de meeuwen, streelt hij, quasi per ongeluk, teder met zijn vrije hand de rug van mijn hand waar hij het brood in legt. Hij vertelt dat hij fotograaf is en dat zijn atelier hier vlakbij is, nog geen vijf minuten hier vandaan…….en of ik misschien zin heb ik een kopje thee. Dan herken ik weer mijn vrouwelijke gevoelens..... We gaan elkaar meer zien…..sterker Kees…ik ga zo dadelijk weer naar hem toe.
Het lijkt me dan ook beter, Kees, dat wij elkaar een tijdje niet meer zien niet meer zien.’
Paula neemt de biertjes voor haar rekening en Kees en verdwijnt uit haar leven.
Kees bestelt een kopstoot en barst uit in een onbedaarlijke huilbui, die wel drie kwartier zou duren, daar in dat cafeetje. De barman streelt hem met onverwacht mededogen tussen de schouderbladen.
Dan vindt Kees dat hij ook aar moet gaan. Hij betaalt zijn kopstoot , loopt naar het station en koopt een retourtje Hoek van Holland.
‘ Uitwaaien op het strand. Beter dan me kapot zuipen.’
 Wijs van Kees, heel wijs.

dinsdag 29 december 2009

Koppel er uit

“Geert eet dadelijk met ons mee. Zit hij niet in wandelclubje van Tinus. Weet je wel dat ‘clubje’ waar ook Henk in meeloopt.”
“O ja, die ken ik, is hij geen die homo?”
“Nee, ik denk het niet, ik denk eerder dat hij pedo is…..”
“Ja, daar heb ik eerlijk gezegd ook zo’n vermoeden van…… en dan is het volgens mij ook nog zo’n type dat alleen op kleine jongetjes valt…. hij is tenslotte niet voor niets bij de scouting…………….of zitten daar tegenwoordig ook meisjes bij?”
“Dat weet ik niet, hoor……….Ik vind het een hele lieve jonge en ik heb nog nooit kwaad over hem horen spreken..”
‘Oh nee. ik geloof ook niet dat hij ooit een klein onschuldig mannetje iets zal aandoen…….. hij is een schat van een man.’
Geert is ziek. Angst voor harde geluiden…….daardoor gaat hij hyperventileren………....en hij is gauw moe…..geen energie. Het is hem ook aan te zien. Hij heeft een iets opgeblazen gezicht, van de medicijnen…. en flinke wallen onder zijn ogen. Zelf denkt hij dat het komt doordat hij al die jaren veel te hard gewerkt heeft voor zijn baas. Later geeft Geert nog een paar mogelijke oorzaken aan.
Als Coenraad, een hard pratende collega, aan wie hij zich al jarenlang irriteert even langskomt op de afdeling en op zeer luide (weliswaar vrolijk, luide) toon gaat staan toeteren voelt Geert iets in zijn hoofd gebeuren. Wordt moe, krijgt het benauwd gaat hyperventileren en moet weg…hij gaat dan meestal een eindje wandelen in de buurt van zijn kantoor..
Hij zit in de auto op een druk, lawaaierig punt en weer dat zelfde gevoel in zijn hoofd. Hij moet zijn auto op de vluchtstrook zette, omdat ie het benauwd kreeg en hyperventilatie dreigde ……..en dan kan je beter niet rijden..
Geert is volkomen kapot (zijn eigen woorden) als hij zijn ex-echtgenote Leonie en haar huidige partner naar huis heeft gebracht (zij werken gedrieën bij dezelfde baas).
Niet alleen zijn harde werken zal bij Geerts ziekte een rol spelen.
Bij het eerste voorbeeld kan je zeggen dat er een jarenlange niet geuite boosheid doorbreekt in Geert zijn kop. In feite moet hij die vrolijk toeterende collega eens flink op zijn bek slaan…..dat zal hem in eerste instantie wat energie kosten maar vervolgens bergen energie opleveren.
Voorbeeld twee heeft niet alleen te maken met de drukte en het lawaai…….het is al te eenvoudig om tevreden te zijn met die conclusie. De plek, ja vooral de plek is van belang, altijd slaat benauwdheid en hyperen toe nabij Zwijndrecht. Die plek moet hij mijden en dat kan ook makkelijk…. Als Geert een kilometertje omrijdt en langs Papendrecht naar huis rijdt is er geen vuiltje aan de lucht.
Voorbeeld drie is naar mijn idee het diepe nog onverwerkte verdriet van Geert omdat Leonie wil scheiden…….drie maanden na de huwelijksvoltrekking nota bene. Binnen een week al gaat Leonie samenwonen met Coenraad…in zijn huisje in Zwijndrecht. De oplossing hier die hier het meest voor de hand ligt is: stop met dat koppel naar huis te brengen….waarom zou je dat in godsnaam nog doen…..de meest helende oplossing voor Geert is zonder twijfel het koppel Coenraad-Leonie ergens halverwege Schiedam en Zwijndrecht de auto uitgooien en ze achterlaten op de vluchtstrook....als het even in heftige kou en met zware regenval.
'Zorg vanaf nu zelf maar voor je woonwerkverkeer, jongens, tot ziens!
Geert kiest dus de laatste oplossing en wordt weer die energieke kerel, voor wie een decibelletje meer of minder geen enkel probleem is.

Invoeler

Een èchte man mag hij niet zijn, Freddy. De meest ideale seksarme partner…… kan zich niet voorstellen dat de partner van een ander beter, liever, aardiger, trouwer is dan hij !
‘Probeer mij! Ik ben veel leuker dan alle andere mannen. Dus waarschijnlijk ook leuker dan jouw vriend.’
Hij mijmert ook over wat er zou gebeuren als zijn vriendin er niet meer zou zijn. Vrouwen zullen dan voor hem in de rij staan; ze zullen om hem vechten, daar is hij van overtuigd! Afgewezen worden of moederziel alleen achterblijven komt in Freddy’s fantasieën niet voor.
Kan zich niet voorstellen dat zijn moeder weet dat hij dagelijks masturbeert. Hij speelt in zijn fantasieën met buurvrouwen, vriendinnen van zijn zussen en klasgenootjes. Freddy masturbeert altijd met behulp van zijn hoofdkussen,,,,,dat legt hij onder zijn bovenlichaam…….en moet het lichaam van zijn gefantaseerde sexpartner voorstellen….dan schurkt hij, al fantaserend, met zijn onderlichaam ritmisch van links naar rechts……dat windt hem dermate op, dat hij al snel klaarkomt. Het sperma vangt hij snel op in zijn hand en veegt hij af aan een oude sok of aan de onderkant van het bedspiraal. De sok is ongeveer vijf jaar in gebruik geweest, van zijn 13e tot zijn 19e jaar. Al die jaren verstopt hij de sok tussen matras en bedspiraal. Nooit heeft Freddy die sok meer teruggezien. Het sperma op de spiraal is opgedroogd en waarschijnlijk vervlogen.
Freddy wil niet dat zijn moeder hier iets van merkt.…….een ideale zoon masturbeert immers niet …….doet niet zulke vieze dingen.………… hij is op aarde om moeder te dienen en daardoor hier en in het hiernamaals gelukkig te worden…..zonder onnodige viezigheid.
Hij gelooft heilig dat zij niet weet van zijn heimelijke masturbatiepraktijken. Natte dromen, ja, daar weet ze van.
Natte dromen komen uit het onderbewuste, natte dromen overkomen je, dat is gepermitteerd maar....masturberen niet….masturberen zoek je op , masturberen daar kies je voor.
Freddy is verkracht via zijn hart. De energie, de kracht van de man gaat van boven naar beneden. Zijn moeder heeft hem verkracht. In zijn hart; zijn energie mag niet omlaag.
Hij mag geen echte man, geen krachtig seksbeest zijn
Hij mag er alleen zijn als de invoeler als het niet seksuele beest.
Het seksuele beest zit opgesloten in zijn masturbatiehok met al zijn huidige en toekomstige fantasiefiguren.

zondag 27 december 2009

Gieser Wildeman

Stoofperen. Morgen het toetje. Vandaag na de afwas even klaarmaken. Zodat de peertjes twintig uren kunnen afkoelen. De Wildemannen, de soort peer bedoel ik, zijn geschild, gevierendeeld, ontdaan van klokhuis en gewassen. Ze liggen in een bad van wijn met vijftig gram suiker. Een pijpje kaneel geeft, daarin ronddobberend, zijn heerlijke smaak en geur af.
De pan met peren gaat op de elektrische kookplaat, op de hoogste stand. Over een uur of vier zijn de vruchten om te zuigen.
Tijd om even naar het acht uur journaal te kijken. De eerste sneeuwdag van de winter heeft iedereen weer in de war gebracht. Het KNMI begint nu al iedereen de stuipen op het lijf te jagen. Blijkbaar acht dit instituut het zijn taak om iedereen binnen te houden. De NS trekt meteen al voordeel uit deze KNMI berichten door te stellen dat de reiziger er rekening mee moet houden dat er minder treinen zullen rijden en dat er vertragingen zullen zijn door vastgelopen wissels.
Dit geouwehoer duurt zo’n kwartier op het journaal. Vreemd luchtje. Kan het niet thuisbrengen. Lijkt wel kaneel wat ik ruik zegt mijn vrouw…
Godverdomme!, zeg ik, helemaal vergeten, die peren. Kut.
Het kwaad is al geschied. Ik kijk in een pan met een pruttelende bellen blazende substantie met zwarte kwarten peer. Tegen beter weten in snij ik met en lepel een stukje peer af om te proeven. Niet te vreten. Bitter. Aangebakken. Ik pleur, woedend op mezelf, de NOS en het KNMI alles in de plee. Spoel door, dat wel. Op de bodem van de pan zit een aangebakken laag die minstens een week moet weken.

maandag 21 december 2009

Ankie (2)

‘Je hebt een leuk rond hoofdje gekregen, Ankie.’
‘Ja, 5 kilo aangekomen….dat moet er gauw weer vanaf.’
‘Staat je wel leuk….’
‘Nee , niet leuk…..het moet er weer af….’
‘Je schrok van mij, hè?’
‘Ja…’
‘Ik kom uit het Havenziekenhuis; deel daar eten en drinken uit…vrijwilligerswerk..
In het begin liep ik te janken als mensen daar dood gingen…………… Ik zie iemand met open mond en half open ogen liggen en kreeg het gevoel dat die wel snel dood zou gaan………………..nou ja, dat gebeurde dan natuurlijk ook. Ik vind het nu niet erg meer….ben er wat aan gewend…mag ook wel, hè….. na drie maanden.’.
Ze wijst naar de takken die uit haar fietstassen steken: ‘Ik heb een stel planten gered van de vernietiging, stonden bij het afval. Hortensia zit er bij, rozen …….jammer om in de vuilniswagen te laten verdwijnen. Ankie ziet al veel groei in mijn tuintje:’Moet je eens kijken wat er allemaal al opkomt:….……irissen, narcissen, krokussen’……….ja, het klopt wat ze zegt……honderden kleine spitse groene neusjes steken uit de grond en de forsytia, te gek, staat nu al in de knop. Ankie schuift door naar haar eigen huisje.
Knip na de lunch nog wat aan de gevelde boom. Wat andere tuinvrienden komen en gaan. Peter, buurjongen uit mijn puberteit in IJsselmonde, komt even zijn tuin inspecteren. Zijn zus Ilona, vriendin van mijn jongere zussen en trouwe oproepkracht in mijn puberale masturbatiefantasieën, is kort geleden overleden; aan de drank vrees ik. Ilona: rust in vrede…….
Ook Frits Fransen wipt nog even bij me aan; om zijn poen op te halen. Hij krijgt nog 22,5euro van me voor het in stukken zagen van die omgewaaide boom (wat was het toch een prachtboom, nu die weg is valt het juist zo erg op.) Ik had toen geen geld bij me. Vandaar….
Ook oma Truus en haar negentig jarige maatje komen even buurten op de tuin. Ik heb geen zin in het oeverloze geouwehoer van Truus. Dus zeg ik:‘Inderdaad, Truus’ op haar standaardbegroeting:‘Hallo, lekker hè’……en ga weer gauw door met knippen.
De hele dag door speelde niet Ankie maar de afspraak van morgen met Carla door mijn hoofd. Carla, een oud collega, die al heel lang aan mijn kop zeurt om een afspraak.Wat moet ik in Godsnaam aan met haar. Sloom doen, stoer doen. Veel sterke drank drinken, alleen koffie of thee, niks of weinig of alleen het hoognodige zeggen. Haar laten lullen, want zij wil toch zo nodig. Zij heeft en houdt het initiatief. Wat moet ze toch van me? Zo maar gewoon, niks bijzonders waarschijnlijk. Ik krijg die hele dag van morgen niet uit mijn hoofd. En nu nog steeds
(22.30 uur) niet. Pleur op Carla. Bloewaaaaahhhhh...wegwezen. Kan het nu niet meer afzeggen.....zal ik ziek worden.....niet doe niet zo lullig Jos. Waarom doe je toch zo?

Ankie is een echte horecajuf. Al jaren gescheiden; een dochter, kleindochter, vriend op afstand: de in Rotterdam bekende Ruud Braat; oud taxichauffeur, oud columnist van VT-wonen en inmiddels aow’er. Ze had een restaurant in Zeeland. Woonde daar ook in een soort vakantiebungalow met Ruud. Is failliet gegaan, verhuist naar Rotterdam. Daar een schuldsaneringsregeling gekomen. Woont nu in Kreekhuizen; twee minuten bij mij vandaan en als onze volkstuinbuurman Frans naar Bulgarije vertrekt, neemt Ankie zijn tuin over. Ze maakt van de verwaarloosde tuin langzaamaan een juweeltje. In enkele maanden tijd is het een sprookjestuin met vlinders en rozen..

Ankie is een waanzinnige oma. Als haar kleinkind een weekeindje op bezoek komt slapen ze ook in het tuinhuisje. Samen bouwen oma en kleindochter Ties een eet en drinkfestijn. Met haar dochter botert het niet zo. Dochter vindt ma maar een dom, raar en paniekerig mens. Dat steekt ze niet onder stoelen of banken.

Ankie praat met iedereen; is zeer sociaal en vrijwel altijd zeer vrolijk. Dit seizoen wil ze gaan helpen in de kantine van de tuinvereniging. Ik hoop dat ze het cynisme van de andere kantinevrijwilligers aan kan ….ze zal toch wel wat gewend zijn in haar andere horecabaantjes.

Kijkt heel veel films op tv…ze heeft een abonnement op Film 1, een filmzender; computeren doet ze de laatste tijd ook tot midden in de nacht maar liefst of nog langer.
Ze loopt met een vriendin ook rommelmarkten af………..verkoopt spulletjes.
Ze ziet er altijd leuk uit……….houdt van frisse vrolijke kleuren.
Ze heeft vroeger veel gerookt; sigaartjes………..als ze iemand met een sigaartje ziet krijgt ze ook trek.
Haar moeder is geboren op 7 januari…. Ik ook.
We hebben zo nog enkele zaken gemeen:
Haar moeder is kort geleden, in 25 mei 2006 gestorven …..ik niet
Haar maatje heeft net als ik een bipolaire stoornis
We wonen allebei in Kreehuizen
Moeder stierf in een verpleeghuis van de Stromen, mijn werkgever.

Ik vind Ankie een schat, ik praat graag met haar en zo vermoed ik, zij ook met mij.
We mogen elkaar wel als buurtjes.
Meestal is het zo dat ik wanneer ik een vrouw mooi, leuk, aantrekkelijk vind, dan ga ik over haar fantaseren, dan stoei ik in fantasietjes met haar, ik kleed haar uit streel, haar, buik, billen, borsten, wind haar op, maak haar nat (oh, dat kan toch helemaal niet: ze is drijfnat en het regent niet) maak haar zo opgewonden, dat ze me uitnodigt in haar te komen en dan ben ik meestal in een mum van tijd zover dat……………..
Maar bij Ankie heb ik dat dus helemaal niet….het komt niet eens in me op……………….hoe zou dat nou komen??........................bij Ilona van hierboven had ik dat dan weer wel…………..soms wel vier keer in de week......en die was lang zo leuk, mooi en aantrekkelijk niet als Ankie....
En wat er ook gebeuren zal, noch bij Ankie noch bij mij drinken wij samen koffie. Wij babbelen slechts met elkaar en als het nodig is helpen wij elkander.

zondag 20 december 2009

Ankie (1)

Midwinter is het. Ben op mijn volkstuin. Vanaf tien uur knip en zaag ik takken van die door de storm gevelde vliegden. Daarmee ga ik de tuin wat ophogen en wat borders begrenzen. Behoorlijke kramp gekregen in mijn klauwen…..maar…... het zonnetje is heerlijk. Lunch op de tuin. Appel, banaan, een dubbele boterham met kaas en een petflesje met sinasappelsap. 16 graden Celcius; 15 februari 2007. Sms naar Carola: kom ook, heerlijk hier. Ze is ziek, Carola; depressief, geen energie. Wie weet vindt ze het verleidelijk om ook te komen. Maar nee:
’Ik zie er zo tegen op om op de fiets te stappen. Ik ga wel op het balkon in de zon zitten. Jij kookt toch vandaag hè,’ zegt ze tegen mij……’dan moet je nog wel spinazie meenemen, dat staat op het menu en het is niet in huis.’
‘Okee, neem ik mee….wist ik trouwens al…... Tot vanavond.’ Geen probleem dat ze niet komt; ik vermaak me hier ook heel goed in mijn uppie.

Hoort……het vrolijke krakend hoge stemgeluid van tuinbuurvrouw Ankie. Ze is ook uit haar winterslaap. Wat ziet ze er weer schattig uit……hemelsblauwe muts, strak over haar hoofd, de blonde haren steken er een paar centimeter onderuit, lipjes fel rood, een beetje donker rouge op haar wangen, een fel rood winterjack, open, want dicht is wat te warm nu……geel truitje, zwarte broek met glimmende rose laarzen er onder. Een heerlijke knuffelbeer. Ze zit ook wat strakker in haar kleren dan zes maanden terug….staat haar goed!
Hondje Charley, ook al zo kleurrijk gekleed, zit zoals gewoonlijk voorop in een bak op haar fiets. Ze vraagt naar Carola. Depressief? ‘Als je kanker hebt, dan heb je echt reden om neerslachtig te zijn…..’ ze schrikt van haar snelle harde reactie en slikt de rest zichtbaar ik in…….. haar vaste vriendje Ruud is vaak onbereikbaar voor haar in zijn neerslachtigheid.
Uit eigen ervaring weet ik dat depressies niet door een wilsbesluit te sturen zijn. De geest gaat met de hele mens op de loop; doet precies wat hij wil; de mens kan dan alleen maar het zwarte zien. Ruud is net als ik manisch depressief. Ik ben echter zelden depressief; wel veel manisch……..en manisch zijn is leuk. Tot op zekere hoogte. Ook in de manie is het zo dat de geest het lijf dwingt. Alleen de leuke dingen zijn in beeld er is geen enkele rem…….nou ja…..gebroken benen kunnen dan wel een rem zijn. Alles is zo leuk dat de gevaren van de leut niet worden gezien. Anderen, maakt niet uit wie, worden zonder aanziens des persoons op hun ziel getrapt.
Waar mijn ega bij is versier ik een andere leuke vrouw (waar dan ook nog hààr partner bij zit) en ga met haar uit om pas ’s avonds laat weer thuis op te duiken en mijn vrouw te vertellen dat ik eindelijk weer eens lekker heb geneukt. Een paar dagen later, ik kan er op wachten, wordt ik behoorlijk in elkaar getikt door haar partner.
Met gokken sta ik vijf duizend euro op winst……….verlies ik op het eind toch nog iets meer dan mijn maandloon…….…………………...maak ik mijn baas voor 'fucking bastard' uit………….….....kom te laat op het werk………slecht geslapen……..het is al de derde keer deze week……….hij gooit me er uit…………...ik slaap nu eenmaal slecht in die manietijd…….…maar een beetje begrip??????.............ho maar.…….. Slaap soms een, twee uurtjes per nacht ….soms helemaal niet….
Ook vertel ik Carola dat ze me de laatste jaren op het gemene af heeft verwaarloosd………we hebben zeker al dertien jaar niet geneukt……………………’je mag van mij voor de seks een ander zoeken hoor’ zegt ze dan……………….'oh ja' zeg ik, 'en wie gaat dat dan allemaal betalen?'…………en dat allemaal waar mijn zonen bij zijn………………………een soort vrolijke almachtigheid maakt zich dan van me meester…….en dan komt het omslagpunt alweer……beangstigend…………..dat ik niet slaap komt door een duivelachtig wezen……….dat wil me doen geloven dat ik makkelijk van mijn balkon kan springen, van de vijftiende…..makkelijk……….spring maar…….jou gebeurt niks…………..toe maar…………………je kan het……….je kan het………..kom nou maar. Daar strijd ik fel tegen……dat is echt knokken!
‘Rot godverdomme op klootzak! Pleur op. Ik ga niet. Ik ga niet. Ik ga niet.’
Als ik zou gehoorzamen lig ik beneden is het einde verhaal.
Mijn dokter geeft me gelijk een flinke dosis slaappillen, na mijn verhaal gehoord te hebben.
Wordt vervolgd.

vrijdag 18 december 2009

Down

Als ik niet lekker in mijn vel zit, trek ik negativiteit aan, die gaat dan tussen mijn oren zitten klieren en daar word ik op den duur behoorlijk down van dan.

Een: op de sportschool (1)
Drie schaterende fitnesscoaches achter een balie…. Alledrie kijken ze mijn kant op. Aangetrokken door het lachen kijk ik in hun richting en meteen kijkt het trio van mij weg. Ik word dus uitgelachen. Dat doet pijn, hoewel het volkomen logisch is dat ze me uitlachen.
Ik loop enigszins waggelend, met een rood bezweet hoofd, waarvan de schedel van boven kaal en opzij en van achteren slordig begroeid is met tamelijk lang, grijs kroezend haar. Mijn ogen pijnigende, witte Bristol sportschoenen onder de goedkope sportbroek van hetzelfde C-merk overtreffen qua smaak en elegantie nog het Aldi wielrenshirt en het rode katoenen Wibra jackje. De fitnesscoach heeft vermoedelijk een leuke grap gemaakt. Over mij natuurlijk. Hij is de enige die niet mijn kant op kijkt…….. zit tijdens de lachsalvo verstopt achter de balie en is tevens degene die mij in de voorgaande drie kwartier een stevige buik-en rugspiertraining had gegeven. ’Wat was het druk, zeg,’ zegt hij om net te doen alsof hij niets vervelends over mij had gezegd.
Hij zal wel zoiets gezegd hebben als:’als je naar die krullenbol kijkt zie je hoe ik die rug- en buikspiergroep heb aangepakt. Die ouwe daar is bijna dood.’
Waarschijnlijk was het nog een stukje harder.
‘Ha ha.’

Twee: op de sportschool (2).
Een modieus geklede homo, medewerker van de sportschool, staat bij de lift te wachten. Ik zie hem staan achter de balie hij de uitgifte van deelnamekaarten voor de yogales. Enkele tellen later loop ik terug naar de balie om nog een kaartje op te halen voor de pilatusles en kijk recht in het hoofd van de barman, die naar de baliehomo mimet, dat hij zijn mond moet houden ……want (en dat is mijn paranoia) degene over wie we het hebben (ik dus) komt er weer aan. Gelijk met zijn mime breng ook ik mij wijsvinger naar mijn gesloten lippen, terwijl ik die barman indringend aankijk. Misschien hebben ze het wel over mij; waarschijnlijk niet.. Hoe dan ook……..als ik me voel zoals nu, denk ik, dat er constant, door iedereen, altijd, negatieve oordelen over mij uitgesproken worden. Een aantal van die oordelen zullen ze zojuist wel uitgesproken hebben naar aanleiding van mijn passage
zoëven …...
- Bah, er komen hier steeds meer ouwe lullen, word ik een beetje misselijk van
- wat ziet zo’n man er toch uit, zeg; als je dan oud bent en je durft je hier te vertonen kleed je dan tenminste een beetje behoorlijk aan en trek eens wat geld uit voor een goede kapper.
- ze verwachten van je dat je, als medewerker van de sportschool, ieder lid glimlachend gedag zegt………het spijt me zeer maar ik word er niet goed van …..kijk, leuke jonge ventjes en lekkere strakke wijfies gedag zeggen, daar heb ik geen moeite mee …oké…..maar die ouwe krakkemikkige zakken….nee, ik heb er gewoon geen zin meer in….ik doe het niet meer ook!
-
Drie: op het werk
En dan … op het werk: een dilemma.
Ik wissel met Bea van werk. Ik ga van de vleeswaren- naar de groenteafdeling Bea gaat dus de tegengestelde route. We werken elkaar in. Vóór de overgang moet zij nog inventariseren….. heb ík allang gedaan. Er is nog maar weinig tijd voor….maar ze zal het toch echt moeten doen….……..het is Bea’s klus………..dat ze er geen trek in heft is duidelijk: dan staat ze weer lang te kletsen met een klant, dan weer geeft ze de vitrine een overbodige schoonmaakbeurt, dan staat ze appeltjes te sorteren…… nee, het is van een kilometer afstand te zien dat ze niet wil gaan inventariseren…….ze traineert de boel ……zodat ik het straks kan gaan doen…….Vandaag, zaterdag is zij voor het laatst op de groenten……………..maandag ben ik daar voor het eerst en dan ligt die klote klus van dat teringwijf er nog, teringwijf, teringwijf, teringwijf……… ze heeft er nog he-le-maal niks aan gedaan verdomme……………….. ……ik wil die klote klus namelijk he-le-maal niet……..
Dan meldt Bea zich zaterdag ziek……kon je op wachten…. slimmerd. Kan ik dus op zondag gaan werken………wat een rotklus: wortelen, spruiten, bieten, aardappelen, appels, peren, pruimen enzovoorts wegen, en meloenen, grapefruits , sinasappelen en allerleis soorten kolen (bloemkool, rode en groene kool) tellen……….…ik snap nu wel waarom ze dat zelf niet heeft opgeknapt. Het blijft natuurlijk wel een rotstreek, dat ze zichzelf heeft gedrukt.
De maandag na de inventarisatie ben ik nog even op mijn oude afdeling; Andrea, die vandaag alléén bij de vleeswaren werkt, ziet dat ik een beetje ontdaan ben door de hele gang van zaken. Ze kijkt me aan en schudt meewarig haar hoofd en zegt:’Je had het niet moeten accepteren!’.
’Ga nu eerst even een eindje om…..zet het een beetje van je af….ik houd jouw afdeling ook wel gelijk in de gaten….op maandagochtend is het toch nooit zo druk in de winkel.’
En ik ga …….. ik ga naar buiten …… wandelen…….. het van me af zetten…. ik voel verzet…..ik weet dat het niks helpt …… het is zo… ik ben nu nog erg beïnvloedbaar doe vaak een anders zin. Ja, het is zo……… ik ben beïnvloedbaar enorm beïnvloedbaar en daar is nu niets aan te doen. Het is zoals het is, nu. Ik laat me beïnvloeden door Jan, Mien en Alleman. Ja, Andrea, ook door jou…..ik ga een eindje om en zet het een beetje van me af.

woensdag 16 december 2009

Carla of Een waardeloze date

Jesus Christ..... kan ik een date botter beginnen? ‘Als je d’r geen zin in hebt doen we het toch niet!’ zegt Carla. Ik vraag haar waarom ze zo blijft aandringen op deze date en waarom het op stel en sprong moet gebeuren…..en…… hoezo bijpraten…..wat kennen we elkaar nou eigenlijk helemaal………we hebben een paar uurtjes samengewerkt……ja...…er valt he-le-maal niks bij te praten...... er is eerder sprake van kennismaken.

Ze is een 22 jarige, behoorlijk stevige dame, heeft een zwart decole-t-shirt aan met een bruine corduroy broek en haar haren staan alle kanten op.
‘Kom je net uit de douche?’, vraag ik.
‘Nee’, zegt ze lachend.
‘Gel?’, vraag ik.
‘Ja,’ zegt ze, ‘een speciaal soort gel.’

Ben hier nooit geweest, in café Boudewijn. Wel hiernaast in Rotown. En verderop in Nighttown.
‘Geef maar thee,’ zeg ik tegen de man, die opeens naast onze tafel opduikt en me indringend aan blijft kijken, Thee met een bokkenpoot wordt me voorgezet; een vieze poot, naar mij later blijkt. Een bokkenpoot moet taai zijn; daar moeten de stukken vanaf gescheurd worden, met je tanden. Dan is hij goed. Tegenwoordig zijn de bokkepoten bros en knapperig.....getver.

Ze praat even over haar ouders, die nu een maandje in de vut zijn, allebei;....over haar zwaar, meervoudig gehandicapte broer, die zich in een scoot-mobile voortbeweegt en over haar werk voor mensen met een persoons gebonden budget (PGB). PGB dat is een bedrag dat een geindiceerde zorgbehoevende ontvangt wanneer die zijn zorg zelf wil inkopen. en Carla, leg mij eens uit wat een geindiceerde zorgbehoevende is...'nou, dat is iemad die onderzocht is door een dokter en er erg genoeg aan toe is om een toegangskaartje te krijgen voor de zorg.......zo'n togangskaartje heet een indicatie.
'Je broer is dan zeker ook geindiceerd?'vraag ik.
'Ja,' zegt ze een beetje bits.....
'Je broer heeft zeker ook PGB?'
Ja, heel bijdehad....'
'Dan werk je zeker ook voor hem?''
'Je hebt de hoofdprijs....', doet ze lollig
'En wat doe je dan zo allemaa......'
'ja, eh,ho nou maar effe zeg, genoeg hierover.........'
Carla verdient dus naast haar studielening wat bij doordat een aantal zorgbehoevenden, waaronder haar meervoudig gehandicapte broertje, haar inkopen vanuit hun PGB.

We werken gedurende een week een paart uurtjes samen. Zaalwacht bij het IFFR 2005 (dit is het filmfestival Rotterdam 2005).. kaartjes controleren en de zaal helemaal volstouwen…..’wilt u allemaal doorschuiven, de zaal is uitverkocht, …. de samenwerking met Carla is leuk....we halen eten en drinken voor elkaar......houden goeie plekjes bezet voor elkaar in de filmzaak......en we hebben gewoon lol om elkaar....om hoe we ons werk doen......grapjes maken met elkaar en met de bezoekers van het festival. Bij IFFR van 2006 komen we elkaar toevallig weer tegen.
'Hoi en dag' is mijn bedoeling. Maar zij wil meer. Een biertje drinken,
Ik bekijk de films van de VPRO-preview dag van het IFFR 2006 tot acht uur die donderdagavond. Zij werkt tot 5 uur. Ze smst wanneer ze vrij is.
Ze doet maar ik ben kapot. Dood moe. Een dag later sms-t dat ze me op de Volksrant-dag gaat mailen. Ook dat doet ze. Misschien gaat ze samen met mij een film zien…..de laatste van de dag. Ik ben met Margreet, Larissa en Dorine. Heb de mobiel uit. We eten wat en drinken wat. Laat op de avond vind ik haar mail. Gelukkig te laat.

De maandag mail ik Carla, Jammer, volgend jaar beter.
Nee, smst ze terug. Kom bij mij of bij de buurvrouw eten. Wanneer kan je? Bijtertje, denk ik.

Okee, die buurvrouw, mijn lieve oud-collega Aicha, wil ik er helemaal niet bij hebben. Maar goed wat ze dan precies van me met me wil weet ik niet ik geef me over en stel voor een wandelingetje te maken, en dan wat te drinken.
Ze zegt niet van wandelen te houden. Zou best goed zijn dat dikke lijf van je eens lekker te laten wandelen....nou ja eens....een paar keer per week.
Laten we wat ’doen de 16e’’ eerst wat drinken en dan naar de film gaan. Ik lees dan de 16e, 16e is een vrijdag; tijd is 14.00 uur. Later mailt ze dat ze eigenlijk donderdag de 15e bedoelde. Komt haar beter uit.Ik houd vast aan de vrijdag. Wel mag het van mij eerder of later op de dag: het wordt 12 uur in cafe Boudewijn op de Nieuwe Binnenweg.
Ik heb de laatste slok thee nog weg of ze stelt voor om naar Atelier Witte de With te gaan.........altijd wel een aardige expositie daar. Ik zeg dat ik toch overal in kan met mijn Rotterdampas, Rottrdampas doet ze niet aan vindt ze te duur. Ik reken voor dat het erg voordelig is. Blunder met het voordeel op het IFFR. Elke voorstelling drie euro voordeel plus 10 euro korting op de aanschaf van de tijgerpas…..neeeeee..... het eigenlijke voordeel is niet meer dan 10 euro. Want de tijgerpas, die je koopt met een tientje voordeel, geeft natuurlijk ook die korting van drie euro per voorstelling.
'Je hebt gelijk, Carla'
De R-pas geeft natuurlijk wel voordeel bij de bieb, dierentuin, spido, bioscoop, strippenkaart, musea etc.
Lucebert heeft in het stedelijk museum Schiedam een expositie. Daar kunnen we ook naar toe gaan. Onderweg vertelt ze dat haar vader onderwijzer is voor moeilijke kinderen. (groepen van 8) Haar moeder coördineert mantelzorg. Ze komen niet uit Friesland (Draaisma) maar gewoon uit Schiedam. Moeder is geboren in Indonesie. Mijn vader ook (opa KNIL-militair)
Nu ik dat weet (dat haar moeder Indonesisch is)zie ik Carla’s spleetogies (net geen honderd procent maar nu zie ik het goed).
Ik heb in Schiemond gewoond…..vindt ze maar een kutbuurt…..Dorine (mijn partner heeft dat ook altijd gezegd)……De flat is heel ruim en het uitzicht op de Maas, de sky-line van Rotterdam en ‘zuid’ groots. De Rotterdamsedijk vindt Carla mooier:
'je kijkt er uit op een met gras begroeide dijk'
'boeiend…..uitermate boeiend.'

Ze is cum laude geslaagd voor de kunstacademie; tekenen en schilderen
Ze wil beroemd worden. Gaan wonen in Berlijn. Ik vertel haar over Iepe Rubingh. Die het vanuit Berlijn maakt als performance-kunstenaar..........werkt mondiaal......woont al weer een aantal jaren daar. Zijn tante Naomi, een vriendin van mijn vrouw, heeft misschien wel een telefoonnummer en/of email adres van hem in Berlijn.
Daar is ze heel erg in geïnteresseerd.
Ik vertel over mijn vader; die er de eerste 12 jaar van mijn leven nooit was; hij vaarde op cruiseschepen bij de Holland-Amerika-Lijn; dat wilde ik mijn kinderen niet aandoen; ik had een vader gemist daarom doen mijn vrouw en ik alles fifty fifty: de kinderen en het huishouden.........eerlijk delen de lusten en de lasten.
Carla denkt dat tussen de reizen door mijn vader wel thuis geweest moet zijn. Nee dus.......en dan enorm, enorm bijdehand natuurlijk:'wie heeft jouw broertjes en zusjes dan allemaal gemaakt?'
'Hij heeft ze in ieder geval niet allemáál gemaakt; maar daar wil ik het met jou verder niet over hebben.......maar je hebt gelijk.....ja, hij was wel eens thuis, zo af en toe, een of twee dagen.'
Wat weet zij er nou van…..ìk heb dit alles toch meegemaakt, niet zij….eigenwijze trut.
Ik vond mezelf wel een moderne man, zei ik een beetje trots tegn haar, niet alleen maar werken en het huishouden aan de vrouw overlaten. Hierop schatert Carla het uit. Staat ze godverdomme nog uit te lachen ook…….....proestend van het lachen zegt ze: 'Mijn moeder doet helemaal niks in het huishouden; mijn vàder doet álles!!'
Tsja.
'Ik ben de oudste van 10. Stom eigenlijk van mijn ouders om met die armoe zo veel kinderen te nemen.'
'Gezellig toch,' zegt Carla.
'Nou ja, soms, niet altijd, meestal niet eigenlijk, bij ons althans. Ik was een soort praatpaal van mijn moeder, dodelijk vermoeiend overigens. Al dat geouwehoer van mijn moeder over de oersaaie, domme, geile, sadistische, snauwende werkezel, die mijn vader in haar ogen was. Moeder is al weer een paar jaar dood.' Het interesseert Carla allemaal niet zo veel.....misschien wel niks......Lucebert boeit haar meer....ze tekent in het museum werk van Lucebert na, miniatuurtjes in haar agenda. Ze noteert de titels van alle boeken van Lucebert. Let wel, alle boeken die Lucebert gelezen heeft. Die gaat ze òòk lezen....ik heb het er niet met haar over.....
Ze heeft haar tv weggedaan.. was tv-verslaafd. Nu werkt ze keihard. In de zorg.......houdt haar huis schoon...........maakt schilderijen.....en nog veel meer. Ik kijk nauwelijks tv. Alleen een beetje voetbal.
'Wat doe je nog meer dan?' vraagt ze.
'Nou, veel lezen, schrijven, …..' zeg ik.
''Wat lees je dan?'
'Michel Houillebeck, gaaf.....zijn boek Platform is puik....moet je lezen.
'En wat schrijf je dan?' vraagt ze.
'Dagboekachtige anecdotes, soms een verhaaltje, google maar op jeejeepee' zeg ik.
'Maak je dan ook wel eens zoiets?' Ze toont me een door haar geproduceerd boekje met verhaaltjes en tekeningetjes.
'Nee,nog nooit gedaan.'zeg ik.

We drinken nog een kop thee; ik eet er een broodje zalm bij.
Margreet; een vriendin van Dorine , is toevallig ook in het museum. En bleef maar tegen me aan lullen. Ik wilde wat foto’s maken van Carla.
Nog een paar Lucebert-kaarten uitgezocht Mooie kaarten met repro’s van werken van Lucebert en gedichten er op. Te versturen bij speciale gelegenheden. Misschien wel nooit.
We gaan......ik weet niet meer waar ik het sleuteltje van mijn kluisje gelaten heb. Mijn rugzak 'met alles' staat daar in. De dame van de receptie komt al met een zak reservesleutels aanzetten. Carla vraagt me dan of ik al in mijn achterzak gevoeld heb.............daar zit ie dus....erg irritant zo'n trutje dat alles beter denkt te weten en het verdomme soms nog beter weet ook.
Buiten, halverwege het losmaken van mijn fiets zeg ik tegen haar ga maar........... eer ik klaar ben met die fiets ben jij onderhand thuis. Zoen, zoen, zoen.
‘ Niet vergeten hè....het email adres van Iepe naar me te mailen’?’
‘Neeeeeeeeee.......dat krijg je heus nog vandaag, daaaag.'
'Fijn hoor, dag'
’s Avonds mail ik haar de foto’s, die ik van haar maakte in het museum en dat de Lucebertspreuk ’alles van waarde is weerloos’ in neon te zien is op de Blaak in Rotterdam op het dak van de Willem de Kooning Academie (dat wilde ze nog weten). Ze krijgt natuurlijk ook het email adres van Iepe in Berlijn, de stad waar Carla een beroemdheid wordt.
Wat een waardeloze kutdate!

maandag 14 december 2009

Van onderen

Begin december organiseert Huize Weermeiden, een verpleeg- en verzorgingshuis voor ouderen een uitstapje. Het doel is een tuincentrum inKerstsfeer . Het tuincentrum is klein en het aanbod is dat van een gemiddelde kerstsupermarkt; niet meer en niet minder. Eigenlijk is er niks te beleven. Maar…………een kinderhand is gauw gevuld….……… de mensen zijn er even uit en dat is al heel wat. Hilde, René en ik zijn de leiding van dit tripje. Gaston is de bewoner met de grootste mond van alle bewoners en ook het kleinste hartje. Hilde de teamleider van de Activiteitenbegeleiding is nog maar nauwelijks een week in functie. René is de vrijwilliger. Keurig geschoren en geknipt. Ik ken hem nog van de playbackshow; hij doet een stel liedjes van Wim Sonneveld. Leuk hoor…. die homo beweginkjes met zijn schouders en vooral ook dat met zijn kleine kontje zo schuin naar achteren draaien en daarbij dan schalks lachen. Een serieuze hardwerkende vrijwilliger. Doet meer dan redelijkerwijs van een vrijwilliger verwacht kan worden. Van het tripje is weinig meer te melden dan de koffie smakeloos is en de kerststukjes veel te duur zijn. Terug in Weermeiden helpt René de vermoeide Gaston uit de kleren. Gaston is doornat….hij heeft zijn niet geringe plas laten lopen………dus zet René hem onverwijld onder de douche en wast hem stevig ‘van onderen’ ….. Na de douche stopt René hem onder de wol…..waarna hij nog even bij hem gaat liggen…..als Gaston slaapt, schuift René heel voorzichtig het bed uit en gaat naar de recreatieruimte. Hilde is boos. Hilde wil dat René dat nooit, nooit, nooit meer doet. Tegen mij zegt ze dat hij dat veel te graag doet, dat wassen van onderen ..............en dat bij iemand in bed kruipen……vooral bij mannen natuurlijk want hij is homoseksueel. Hilde denkt zelfs dat René klaarkomt op deze activiteiten. Haar boosheid loopt steeds verder op: ’Ik stuur hem naar huis. Hij moet maar even een time-out nemen. Wat hij met Gaston doet, moet niet hij maar de verzorging doen. René is er voor het duwen van de rolstoel.’ Na een paar weken schorsing is René weer terug van weggeweest. Hij vertoont openlijk avances naar mij:. ‘Kom eens een kopje koffie drinken bij me. Ik woon hier vlak bij. Gezellig joh’, zegt hij met een knipoog en duwt met zijn elleboog in mijn zij. Hij wil meer dan alleen koffie drinken. Ik ga binnenkort. Ben benieuwd.

zondag 13 december 2009

Kontjeketsen

Wat moet ik nóú godverdomme weer schrijven. Ik ben een beetje dronken. Dus ik weet nu al dat ik er uitflap wat ik er uit kan flappen. Een beetje ongenuanceerd……… … grof………..over de rand enz. Ik doe maar……………….. het interesseert me eigenlijk gewoon geen reet. Op de achtergrond klinkt halvegare burgerlijke kerstkutmuziek “nu zijt wellekome, Jezuu, lieve heer”. Nou van mij mag ie oppleuren en een end ook Maar waarom zeg ik dat alle grofs nu zo? Ik weet het niet. Het komt waarschijnlijk omdat ik met mijn zieleke onder mine armkes loop. Omdat mine ziele depressief ben en daardoor niet weet hoe bij het gerief te komen. Want dat is toch wat ik wil: gerief.
Maar hoe kom ik daar aan? Door dat te doen waar je dol op bent. En wat is dat??? Lezen…..schrijven…..fietsen…….zwemmen…….fitness……..voetballen……en passief: kijken naar voetballen, toneel, film, cabaret. En……ja…..natuurlijk….een beetje vrijen……
Maar waarom vrijt ge dan niet wat meer? Het antwoord daarop is niet zo eenduidig te geven. Een gebeurtenis in mijn prille jeugd zou hieraan ten grondslag kunnen liggen.
Als tevreden, onbedorven baasje genoot ik met mijn buurmeisje Frieda van het spel: ‘kontje ketsen’. Helaas, helaas, Frieda is alweer vele, vele jaren geleden, ja wel vijfendertig jaren geleden, overleden aan bloedkanker. Maar wat hebben wij heerlijk met elkaar gekontjeketst, hè Frieda? Dat kunnen ze jou in de hemel nooit meer afnemen.
We zijn aan het knikkeren; Frieda en ik……twee op……goed dan…….twee op….
‘Zullen we kontje ketsen?’vraag ik ineens, een beetje te snel eigenlijk, zoals je iets vraagt wat je eigenlijk niet mag vragen……...
‘Wat zeg je?’.........Ja, eigenlijk wel logisch dat ze me niet verstaat….
‘Zullen we kontje ketsen?’herhaal ik.
Ze knikt en vraagt dan: ‘Waro’
‘In dat portiekie’ wijs ik in de richting van de Brederodestraat.
‘Goed’
‘’Jij eerst je broek naar beneden?’
‘Mij best.’, zeg ik
Hier?
We knikken naar elkaar……kijken elkaar een beetje gespannen, lachend aan.
We gaan in het hoekje van de portiek staan…..mijn broeken hebben elastiek van boven, die schuif ik zo naar beneden….
Dan Connie….ze heeft een jurkje aan…….. wit met oranje en lila motieven. Ze hoeft alleen maar haar slipje naar beneden te schuiven.
We hebben geen belangstellling voor onze voorkantjes… het was duidelijk nog vóór mijn pikgerichtheid, ……billen willen billen voelen….we gaan door de knieeën de ruggen naar elkaar toe en ketsen onze billen, giechelend tegen elkaar….Aan die van haar zit flink wat vlees……Het is voornamelijk leuk, spannend, maar ik kan me niet herinneren dat ik er geil van wordt ….…..dat worden zeven jarige jongetjes ook nog niet.

En dan gebeurde het: de boxer staat plotsklaps met zijn zwarte snoet te kwijlen op onze ruggen. Zijn koud geworden slijm druipt uit zijn muil langs onze billen op de grond. Na de koude douche van de boxer, zijn bulderende baasje: ”wat zijn jullie hier nou in godsnaam aan het doen!!”.
We weten niet hoe snel we onze kleren weer omhoog moeten sjorren en weg moeten rennen uit de portiek. Ze krijgen ons gelukkig niet te pakken.
Nooit meer zo lekker gekontjeketst sindsdien en ………altijd…….altijd maar weer die angst om tijdens een relaxte vrijpartij een hijgende, kwijlende boxer in je nek te krijgen……..dat maakt mij geremd……en dat voelt ongeriefelijk.
Gerief zit in heel kleine dingen…....... een cabaretier spreekt op tv met een zestig jarige zangeres, die alles van haar zestig jarige lijf vervangen heeft……. zich met troep heeft laten volpompen en in zich heeft laten snijden zodat ze er nu uit ziet als een vijfentwintig jarige hoer. Ze heeft zo, als namaak hoer, veel geld van een tijdschrift gevangen om van haar hoerenlijf een fotoreportage te laten maken.
Die hoer vraagt serieus aan de cabaretier:’Wat vindt je nou van die foto’s?’
Waarop de cabaretier enige tijd nadenkt..... en al bladerend door de fotoreportage zegt:’Ik heb een vriend, een necrofiel, die komt met de foto's in dit tijdschrift flink aan zijn gerief.’

vrijdag 11 december 2009

Droog

Droog
Of hij spreekt geen Nederlands, hij houdt niet van gebabbel of hij vindt mij gewoon een beetje eng. Hoe het ook zij, de ouwe Chinees draait zich een halve slag op de bank als ik naast hem kom zitten. Ik pak mijn laatste kauwgompie en de Volkskrant van deze ochtend; ben zojuist ik het ziekenhuis voor het eerst van mijn leven bij een uroloog geweest.
Gedurende de afgelopen drie weken heb ik die voor het onderzoek moeten bijhouden hoeveel ik drink en pies. Nu eerst even de penis poetsen; krijg daarvoor van een verpleegster een bekertje warm water en een warm doekje (net zo’n warm doekje als je na het eten bij de chinees krijgt). Dan geeft ze me een ampulletje, dat ik vol moet piesen met die glanzend-schone piemel.
De laatste tijd heb ik wat last van urineverlies, doe het soms in mijn broek, soms in mijn bed. Gelukkig niet elke dag maar een paar keer per jaar vind al te veel! Ik heb niet het idee dat het iets ernstigs is. Hoop dat het met een beetje medicijnen te corrigeren is. Ik moet ook nog even voorover gebogen gaan staan met mijn handen op de behandeltafel ….. met mijn broek op mijn schoenen……..de vrouwelijke arts trekt razendsnel een handschoen aan roert met een vinger in een potje met glijmiddel en drukt diezelfde vinger (godzijdank) trefzeker door mijn anus en bevoelt even mijn prostaat, die prima blijk te funktioneren.
Pijn deed het niet maar toch zit ik niet helemaal lekker naast die Chinees. Stuurs blijft mijn buurman naar de ingang van het ziekenhuis kijken; terwijl ik mijn ochtendkrantje lees. Kindergeschreeuw komt van achteren en als een veer schiet de Chinees omhoog en loopt naar het kind van een jaar of vier dat waarschijnlijk het Chinese equivalent voor opa roept. De Chinees verandert van een norse stuurse bankzitter in een voorbeeldig enthousiaste opa: hij bukt zich naar de kleine jongen, tilt hem op en lijkt, vrij vertaald te zeggen ‘hallo jongen, wat ben je groot geworden; wat ben ik blij dat ik je weer zie’. Enkele passen achter de jongen lopend, de ouders, die lachend het tafereel van opa met hun zoontje gadeslaan. De Chinees heeft alleen maar oog voor de kleine jongen. Hartverwarmend, het maakt me vrolijk en onwillekeurig glimlach ik….. De vader van de kleine jongen ziet mijn lach en hij knikt me vrolijk, vriendelijk toe. Snel wendt hij zijn blik van me af en kijkt hij naar zijn familie. Gevieren lopen ze het ziekenhuis in.
Met mij is niets aan de hand, komt de zuster me zeggen, alles doet het goed. Ik drink alleen te veel…..drie keer meer dan normaal.......…daar komt het door….geen alcohol hoor……..nee gewoon koffie, water, sapjes en natuurlijk ook af en toe wat sterkers.
Maar…..dus om het voortaan droog te houden….logisch eigenlijk wel …..is minder drinken het devies.

donderdag 10 december 2009

Bijna Kerst: drie observaties

1.
Vlak voor de kattenbak ligt een dampende donkerbruine kattendrol.
De weeë, misselijkmakende geur van tot stront verteerd kattenblikvoer, vermengd met scherpe, de neus en ogen irriterende, ammoniakgeur van enkele dagen oude kattenpies. Duizenden kleine vochtabsorberende korrels in de kattenbak zijn zeiknat, evenals de kranten daaronder. Tientalle drolletjes duiken tussen die roze korrels op.
Langs de wanden van de kattenbak druipt dunne poep. Kokhalzend kieper ik de bak leeg in de vuilnisbak en poets met water en heel veel zeep de viezigheid op de bodem en de wanden weg.
Poes Nijntje kijkt vanuit haar veilige plekje onder de bank met pretoogjes toe, steeds luider spinnend.

2.
Koud, donker en heel stil. Geritsel van bladeren. De zaklantaarn aan. Gelijk weer uit. Mag niet gezien. Beveiliging. Een groen luik. Zit vast met een hendel. Forceren met de schroevendraaier. Nu de ruit. Sla er een klein gat in. Zonder geluid. Beveiliging. Toch glasgerinkel. Mijn hart bonst in mijn keel. Droge mond. Zweet. Barst uit mijn kop. Linkerarm door het gat in het raam. Draai het raam open. Trek arm terug. Iets te vlug. Glas krast mijn pols. Stroperig vocht vloeit in mijn hand. Plakkerige vingers. Geen hulp.Trillende benen. Knikkende knieën. Licht in het hoofd. Dan wordt alles zwart.

3.
Paul loopt de hal van het flatgebouw in. Zijn mond valt open. Kerstsfeer? Hier? Woede verschijnt in zijn ogen. Vergeet te ademen. Met een steeds roder wordend hoofd rent hij naar de kerstboom. Springt hoog op, slaakt een rauwe kreet en velt de boom met een karatetrap. Krakend en tingelend vallen kerstballen aan diggelen.
“Weg, weg,” half hijgend, half gillend rukt hij de goudkleurige kerstslingers van de ramen. Met de kerstboom slaat hij de kunststof kerstman van de muur, die hij in blinde woede platstampt, terwijl hij ‘Jingle bells” krijst. “Nu de fik er in,” schreeuwt hij. Eerst brandt de kerstman, dan die kleine rode kerstklokjes langs de liften.
Verstikkende rook verdrijft Paul weer naar buiten.

maandag 7 december 2009

Een beetje rillerig

Ik voel me een beetje rillerig…… het is deze ochtend koud in huis. Het komt waarschijnlijk doordat zij met een kleine schoonmaak bezig is. Ramen moeten gezeemd; keukenkastjes gesopt en planten gecontroleerd op luis en nattigheid. Gevolg: alle ramen staan wagenwijd open en de binnentemperatuur is gelijk aan de buiten temperatuur…..8 graden. Inmiddels heb ik een vest aangetrokken over een zomertrui (met lange mouwen) en een wintertrui. Met een beker warme chocolademelk moet de rillerigheid verdreven kunnen worden. Gisteravond, ja, ik geef het toe, het is een grote sprong zat ik met die diezelfde beker in mijn hand. Vlak voor het naar bed gaan nam ik twee jonge jenevers in een Nijntje beker. Misschien komt het wel van die twee glaasjes jonge jenever: die rillerigheid. Het kan zijn dat ik nu, om half twee in de middag alweer trek heb in een jonge borrel; dat de voorraad als het ware aangevuld moet worden. Als ik even goed na ga heb ik al wel van vanochtend vroeg een beetje hoofdpijn; dat zwelt in de loop van de ochtend steeds iets verder aan. Misschien ben ik zelfs al min of meer op weg alcoholist te worden. Dat zou toch wel bijzonder zijn. Hoe dan ook, lekker in mijn vel zit ik niet. Als ik niet schrijf, kijk ik steeds met een verlangen uit naar schrijven. Heerlijk, ondergedompeld zijn in (al is het alleen maar voor mezelf) lekkere zinnetjes op papier zetten. In de praktijk doe ik echter niets anders dan uitstellen en uitstellen. Dan ga ik weer eens een flink eind wandelen; dan ga ik weer enkele boeken in de bibliotheek lenen en nog uitlezen ook…………….. dan ga ik weer een of meerdere voetbalwedstrijden op de televisie bekijken…………….of ik zak onderuit voor het eindeloze gezever bij Pauw en Witteman, of het incestueuze programma DWDD: De Wereld Draait Door van Matthijs van Nieuwkerk …..veel te vaak met die tv-pieppop MarcMarie (en dit zeg ik helemaal niet omdat hij homo is; want tegen homo’s heb ik helemaal niets). Maar nu ik eenmaal aan het schrijven ben moet ik zeggen dat het me wel weer meevalt………………. nee beter: dat ik het wel leuk vind…..helaas voor de lezer….dat dan weer wel. Mijn nieuwe buren zijn aan het soppen...Oh, eh, wacht even……opnieuw: ik heb sinds kort nieuwe buren. Een hartpatiënt met overgewicht van achtenzestig en een iets jongere vrouw, die hij constant loopt uit te foeteren. Hij komt beneden mij wonen. De nieuwe buurvrouw sopt dus en hij zegt waar het vuil allemaal zit, ligt en druipt. Ruud en Bea woonden tot voor kort, eigenlijk nu nog steeds……………. maar nu nog maar heel even…..nog een paar dagen…………. tegenover ons; zij kijken bij ons en wij bij hen op de eettafel maar dat is heel binnenkort dus voorbij. Ruud is vrije ondernemer, kocht 10 jaar terug, een vrijstaande villa in Oostvoorne met 300 vierkante meter tuin er omheen, jaja, 300 vierkante meter tuin; woonde daar met vrouw en zoon. Maar hij en zijn vrouw misten het oude Noorden zo…………. daar was hij opgegroeid, die drukte, die gezelligheid, die levendigheid, die geborgenheid………en die zoon dan??.....die is toen verhuisd naar Groningen. Raar verhaal wel eigenlijk toch hè? Een vrijstaande villa verruilen voor een flatje drie hoog in het oude Noorden…….LEUGENS!……………..Ruud vervoert samen met zijn zoon nieuwe auto’s, naar dealers. Ze hebben op een goeie dag gewoon een paar splinternieuwe Chevrolets achterover gedrukt en doorverkocht……dat komt natuurlijk uit……..en dat is maar goed ook…………..het is Ruud en zijn zoon op een gevangenisstraf en een flinke boete komen te staan…………zijn villa in Oostvoorne was toen niet meer te betalen, dus was er voor deze Ruud, zwaar hartpatiënt, geen andere keus dan een flatje drie hoog zonder lift in het Oude Noorden.………en voor zoonlief na de Groningse‘bajes’ een huisje daar in het hoge Noorden. Hij heeft zijn straf gehad……zijn lesje geleerd, neem ik aan………….ik mag hem eigenlijk wel……… van haar heb ik nog geen hoogte kunnen krijgen. Het slechtste van Ruud: zijn harde stem….telkens als hij beneden in zijn huisje wat zegt (buldert), trilt er een stukje parket los, gaan de haren van mijn kater Thijs rechtovereind staan en doven spontaan de waxinelichtjes in mijn woonkamer…….dat kan wat worden de komende jaren in ons leuke huisje langs de Rotte.

Ik heb een film gezien. Hebbie die ook gezien?? Hebbie die ook gezien?? Wat is het dan?? Waar gaat het dan over? Een documentaire over de moord in 2003 op een tachtig jarige vrouw (80) uit St. Philipsland. Het is de eerste moord in Nederland die (ook in 2003) opgelost is door middel van DNA analyse. Een geselecteerd aantal mannen uit St. Philipsland (uit de omgeving van de vrouw) is door de politie gevraagd DNA te geven. Een aantal van de DNA gevers komt aan het woord over hun deelname aan de DNA test en hun gevoelens daaromtrent en de moord zelf. Spannend om te horen dat iedere deelnemer aan zichzelf gaat twijfelen en gaat denken: ’heb ik die 80-jarige nou misschien toch misschien geneukt en vermoord….?’. De dader is gevonden; hij heeft bekend…..het is een jongen 19 jaar woont vlak bij die arme oude vrouw (een ander zou schrijven: vlakbij dat stinkende ouwe lijk…….) ….echt waar…een jongen van negentien jaar……De rillingen lopen over mijn rug. Hier past slechts een zee van stilte.

zondag 6 december 2009

Vervoer

Het is aardig van Bertus, dat hij er niks voor hoeft te hebben…..voor de reparatie van mijn autolicht.....dan kan er weer in die auto gereden worden.
Ik loop in een uur van huis naar zijn Bertus' garage............in hoog tempo.....zwetend als een otter. Onderweg niets dan auto’s gezien. Hoewel…............die ene neger, op die fiets. Hij passeert me.............fietst zeer langzaam………heeft duidelijk geen haast. Ik wandel net iets langzamer, dan hij fietst. Een kwartiertje later, op één minuut lopen van de garage van Bertus, zie ik de fiets van die man staan, tegen de pui van de garage. Terwijl ik me verbaas over die fiets komt de neger, vanachter de garage de hoek om geslenterd, terwijl hij met beide handen zijn gulp dichtknoopt. Dan pakt hij uit zijn broekzak een glimmende appel......hij neemt een grote hap en kuiert in de richting van zijn fiets. Ik glimlach vriendelijk naar de man. Hij beantwoordt mijn glimlach niet. Wel houdt hij mij vriendelijk zijn appel voor: 'neem een lekkere hap, vriend, één brok gezondheid!' 'Nee, dank je wel, neger....dank je wel....ik heb net gegeten'
Ik sla de hoek om, zie mijn Mazda staan en klop op de deur van Bertus’ garage.
Hij heeft het kapotte licht gemaakt, afgeplakt en wil er dus niks voor hebben.
Bertus heeft ons gematst: we kunnen nog zeker duizend euro krijgen voor de Mazda.....dat is door hem afgesproken met de schade-expert. De auto is na die laatste crash, total loss. Ik weet officieel nog nergens van. Nog niks gehoord van de verzekeringsmaatschappij. Bertus wil, net iets te gretig naar mijn zin, alles wel even regelen.....laat die Mazda nou maar hier, dan maak ik het allemaal voor je in orde...........ik zorg, dat jij die duizend euro vangt.......
'Bertus, ik wacht de berichten van mijn verzekeringmaatschappij liever even af en dan praten we misschien verder.'
‘Nog gefeliciteerd, hè Bertus, je bent toch opa geworden?’
Hij kijkt vreemd op, met een blik van hoe ik dat nou kan weten.
Hij vertelde het mijn vrouw een paar dagen geleden. Dat was de reden dat hij toen niks voor me kon doen. Zijn dochter was aan het bevallen. Daar moest hij met spoed naar toe. Dat ging voor.
‘Wat is het geworden?’ vraag ik.
‘Een jongen,’ zegt hij.
‘Hoe heet hij?’
‘Sem,’ zegt hij.
‘Populaire naam,’ zeg ik.
‘Vindt ze niet erg!
We gaan elkaar zien’ zegt hij kortaf en verdwijnt in zijn werkplaats.

De auto start probleemloos, zoals altijd overigens….het licht doet het nu ook weer goed. Ik rijd de hoek om zie de neger weer; hij eet nu een boterham; hij zit op de bagagedrager, zijn ellebogen op het zadel. Hij wenkt me en vraagt waar ik naar toe ga.
‘Naar Schiemond, ga ik, neger, want daar woon ik.’
‘Daar woon ik toevallig kort bij, mister, mag ik een lift van u? Mijn fiets past vast wel achterin uw auto’
‘Geen denken aan,’zeg ik resoluut, ‘ù kunt met alle plezier een lift van me krijgen maar die fiets laat u maar hier staan, kom nou even gauw zeg!’
‘Jammer, mister, dan kan het niet doorgaan, zonder fiets ben ik vleugellam.
Hij kijkt me lachend aan ……………ik beantwoord zijn lach niet en rijdt op huis aan.

‘En…..Bertus……alles verder goed met moeder en kind?’….deze cruciale vraag ben ik nou verdomme helemaal vergeten te stellen....…..ik weet wèl hoe het kind heet…..maar of het kind nu ook gezond is, weet ik niet…….of zijn dochter de bevalling overleefd heeft, weet ik ook al niet….stom stom stom
Er moet haast wel iets mis zijn, Bertus is doorgaans niet zo somber……maar ik ga nu echt niet meer terug om het hem te vragen…......…en trouwens.........àls er wat was, had hij er toch ook uit zichzelf over kunnen beginnen, nietwaar?!
Het valt me reuze mee dat ik nu durf te rijden............. had ik niet verwacht na 6 autoloze weken. De schrikaanjagend grote, veel te hard denderende tankwagens boezemen me enige angst in……..desondanks rijd ik rustig en probleemloos naar huis. Ik heb helemaal nergens last van. Eigenlijk rijd ik de hele tijd nog te hard ook: zestig in plaats van vijftig. Ik wordt gewaarschuwd door de mededeling op een display langs de weg: ‘U rijdt te hard’.
Dit zal geen toch geen prent tot gevolg hebben?

zaterdag 5 december 2009

Grijpo

Grijpo (70) veegt elke ochtend het trottoir en de rijbaan voor zijn flat schoon ….en hij reinigt het parkje tussen zijn flat en de Maas met een afvalgrijper in de hand…..wat hij vindt gooit hij in zijn vuilnisbakzak. Hij maakt zo’n kleine 3 hectare schoon iedere dag.
Hij krijgt zijn materiaal van de gemeentereiniging; de grijper, een speciaal werktuig om de vuilniszak open te houden, werkhandschoenen en vuilniszakken. Met zo’n grijper kunnen peuken , proppen papier maar ook heroïnenaalden, bananenschillen en dergelijke opgepakt worden.
Als hij zijn werk doet is hij in trance; hij ziet niets of niemand; slechts afval, vuil, vulling voor zijn vuilniszak. Met een dwangmatig ogende regelmaat beweegt hij zich voort en pakt hij op wat hij oppakken kan. Na een à anderhalf uur gemiddeld is hij klaar en verdwijnt hij in zijn flatje. ’s Zomers drinkt hij met zijn vrouw een kopje koffie op zijn balkon, waar de geraniums, in vele tinten rood, er doorgaans prachtig bijstaan.

Een uurtje later is het dan tijd voor de boodschappen.
Boodschappen doen is Grijpo’s enige activiteit buitenshuis naast zijn schoonmaakwerk. Hij gaat altijd samen met vrouw boodschappen doen. Zijn vrouw is tegen de zeventig, klein, dikkig, halflang zwart krullend haar. Ze kijkt wat bozig, bazig voor zich uit maar die indruk ontstaat misschien door haar hazenlip, die er opvallend donker, bobbelig uitziet, ook de littekentjes zijn veel te opvallend; tegenwoordig moet een dokter dat toch wat mooier kunnen afwerken.
Grijpo wordt door enkelen in de buurt niet helemaal voor vol aangezien………er wordt een beetje meewarig over hem gesproken………………. het is wel allemaal niet zo keihard maar toch wel een beetje gemeen………spottend:
‘moet je dat lulletje nou weer eens zien staan vegen’…
’wat een zielepootje toch…….’ en ….
’als ik zoiets ga lopen doen, mag je het gekkenhuis voor me bellen……’

Grijpo weet best wel dat er neerbuigend over hem gepraat, wordt maar dat interesseert hem geen drol. Hij gaat gewoon door als onbezoldigd buurtreiniger …….. hij heeft elke ochtend lekker wat te doen en hij is er van overtuigd, dat hij prima werk doet. De meeste van zijn buren vinden dat ook en zijn blij met hem.