vrijdag 18 december 2009

Down

Als ik niet lekker in mijn vel zit, trek ik negativiteit aan, die gaat dan tussen mijn oren zitten klieren en daar word ik op den duur behoorlijk down van dan.

Een: op de sportschool (1)
Drie schaterende fitnesscoaches achter een balie…. Alledrie kijken ze mijn kant op. Aangetrokken door het lachen kijk ik in hun richting en meteen kijkt het trio van mij weg. Ik word dus uitgelachen. Dat doet pijn, hoewel het volkomen logisch is dat ze me uitlachen.
Ik loop enigszins waggelend, met een rood bezweet hoofd, waarvan de schedel van boven kaal en opzij en van achteren slordig begroeid is met tamelijk lang, grijs kroezend haar. Mijn ogen pijnigende, witte Bristol sportschoenen onder de goedkope sportbroek van hetzelfde C-merk overtreffen qua smaak en elegantie nog het Aldi wielrenshirt en het rode katoenen Wibra jackje. De fitnesscoach heeft vermoedelijk een leuke grap gemaakt. Over mij natuurlijk. Hij is de enige die niet mijn kant op kijkt…….. zit tijdens de lachsalvo verstopt achter de balie en is tevens degene die mij in de voorgaande drie kwartier een stevige buik-en rugspiertraining had gegeven. ’Wat was het druk, zeg,’ zegt hij om net te doen alsof hij niets vervelends over mij had gezegd.
Hij zal wel zoiets gezegd hebben als:’als je naar die krullenbol kijkt zie je hoe ik die rug- en buikspiergroep heb aangepakt. Die ouwe daar is bijna dood.’
Waarschijnlijk was het nog een stukje harder.
‘Ha ha.’

Twee: op de sportschool (2).
Een modieus geklede homo, medewerker van de sportschool, staat bij de lift te wachten. Ik zie hem staan achter de balie hij de uitgifte van deelnamekaarten voor de yogales. Enkele tellen later loop ik terug naar de balie om nog een kaartje op te halen voor de pilatusles en kijk recht in het hoofd van de barman, die naar de baliehomo mimet, dat hij zijn mond moet houden ……want (en dat is mijn paranoia) degene over wie we het hebben (ik dus) komt er weer aan. Gelijk met zijn mime breng ook ik mij wijsvinger naar mijn gesloten lippen, terwijl ik die barman indringend aankijk. Misschien hebben ze het wel over mij; waarschijnlijk niet.. Hoe dan ook……..als ik me voel zoals nu, denk ik, dat er constant, door iedereen, altijd, negatieve oordelen over mij uitgesproken worden. Een aantal van die oordelen zullen ze zojuist wel uitgesproken hebben naar aanleiding van mijn passage
zoëven …...
- Bah, er komen hier steeds meer ouwe lullen, word ik een beetje misselijk van
- wat ziet zo’n man er toch uit, zeg; als je dan oud bent en je durft je hier te vertonen kleed je dan tenminste een beetje behoorlijk aan en trek eens wat geld uit voor een goede kapper.
- ze verwachten van je dat je, als medewerker van de sportschool, ieder lid glimlachend gedag zegt………het spijt me zeer maar ik word er niet goed van …..kijk, leuke jonge ventjes en lekkere strakke wijfies gedag zeggen, daar heb ik geen moeite mee …oké…..maar die ouwe krakkemikkige zakken….nee, ik heb er gewoon geen zin meer in….ik doe het niet meer ook!
-
Drie: op het werk
En dan … op het werk: een dilemma.
Ik wissel met Bea van werk. Ik ga van de vleeswaren- naar de groenteafdeling Bea gaat dus de tegengestelde route. We werken elkaar in. Vóór de overgang moet zij nog inventariseren….. heb ík allang gedaan. Er is nog maar weinig tijd voor….maar ze zal het toch echt moeten doen….……..het is Bea’s klus………..dat ze er geen trek in heft is duidelijk: dan staat ze weer lang te kletsen met een klant, dan weer geeft ze de vitrine een overbodige schoonmaakbeurt, dan staat ze appeltjes te sorteren…… nee, het is van een kilometer afstand te zien dat ze niet wil gaan inventariseren…….ze traineert de boel ……zodat ik het straks kan gaan doen…….Vandaag, zaterdag is zij voor het laatst op de groenten……………..maandag ben ik daar voor het eerst en dan ligt die klote klus van dat teringwijf er nog, teringwijf, teringwijf, teringwijf……… ze heeft er nog he-le-maal niks aan gedaan verdomme……………….. ……ik wil die klote klus namelijk he-le-maal niet……..
Dan meldt Bea zich zaterdag ziek……kon je op wachten…. slimmerd. Kan ik dus op zondag gaan werken………wat een rotklus: wortelen, spruiten, bieten, aardappelen, appels, peren, pruimen enzovoorts wegen, en meloenen, grapefruits , sinasappelen en allerleis soorten kolen (bloemkool, rode en groene kool) tellen……….…ik snap nu wel waarom ze dat zelf niet heeft opgeknapt. Het blijft natuurlijk wel een rotstreek, dat ze zichzelf heeft gedrukt.
De maandag na de inventarisatie ben ik nog even op mijn oude afdeling; Andrea, die vandaag alléén bij de vleeswaren werkt, ziet dat ik een beetje ontdaan ben door de hele gang van zaken. Ze kijkt me aan en schudt meewarig haar hoofd en zegt:’Je had het niet moeten accepteren!’.
’Ga nu eerst even een eindje om…..zet het een beetje van je af….ik houd jouw afdeling ook wel gelijk in de gaten….op maandagochtend is het toch nooit zo druk in de winkel.’
En ik ga …….. ik ga naar buiten …… wandelen…….. het van me af zetten…. ik voel verzet…..ik weet dat het niks helpt …… het is zo… ik ben nu nog erg beïnvloedbaar doe vaak een anders zin. Ja, het is zo……… ik ben beïnvloedbaar enorm beïnvloedbaar en daar is nu niets aan te doen. Het is zoals het is, nu. Ik laat me beïnvloeden door Jan, Mien en Alleman. Ja, Andrea, ook door jou…..ik ga een eindje om en zet het een beetje van me af.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten