maandag 30 november 2009

Ex-Buurman

In het trappenhuis kom ik Theo, mijn oude buurman tegen; tien dagen terug is hij verhuisd. Sinds zijn vrouw stierf, wil hij weg uit zijn huis. Steeds weer ziet hij haar in haar laatste dagen….….hersentumor ……’ze heeft het slecht gehad,’ zegt Theo, met veel gevoel voor understatement. Een half jaar terug stierf Ada. Tot voor kort zag ze er eigenlijk nog verbazingwekkend goed uit. Ze heeft ook nog gewoon met alles meegedaan voor de buurt-paas-brunch ….samen organiseren ….en samen lekker oppeuzelen…en de gemeente betaalt alles, ter wille van een goede cohesie in de buurt.
Toen ik van de zomer met mijn brommertje door Turkije toerde, is ze er plotseling tussenuit geknepen. Eind juli. Ik condoleer hem als de crematie alweer twee weken achter de rug is. Hij vindt het maar niks, zo in zijn eentje…….’ik heb altijd gedacht, dat ik wel eerder zou gaan, ik ben tenslotte bijna tien jaar ouder dan Ada……..maar nee……je mag gerust weten dat het van mij nu ook afgelopen mag zijn……ik denk er elke dag aan om er uit te stappen……ik vind er echt helemaal niks meer aan…….’
‘Ja, mijn kinderen komen, zeker, bijna elke dag ,…… maar eigenlijk vind ik dat helemaal niet zo leuk……...ze bedoelen het waarschijnlijk wel goed, daar niet van……… maar het is een beetje te veel van het goede……. ik krijg het gevoel alsof ik gecontroleerd wordt. ‘
‘Ik heb godzijdank nog wel plezier in het voetballen………nee, niet Feijenoord, Sparta of Excelsior maar v.v. Blijdorp! Dat is het cluppie waar mijn Sander, mijn kleinzoon voetbalt. Hij zit nu in de C-tjes ………verdediger……hard….soms wel een beetje te …… Sander heeft al heel wat gele kaarten gepakt……..maar………….. hij doet het verder heel leuk….elke zaterdagmiddag ga ik kijken, weer of geen weer ….zowel uit als thuis……..’

Theo is nu vijfenzeventig. Een uitzonderlijk fraaie man, een heer. Keurig rechte houding….lang: een meter negentig, slank, een volle bos haar, grijs, dat wel maar mooi grijs……vol, dik, mooi gekapt en gekamd haar………bruine kop met een resolute en warme uitstraling….. (ze zochten samen geregeld de zon op; meestal Spanje). Een ding is erg jammer: hij is zo doof als een kwartel.
Als heer is hij vanzelfsprekend altijd ouderwets netjes gekleed, zoals dat ook normaal is voor iemand van zijn leeftijd: een nette pantalon, glimmend gepoetste schoenen, elke dag een ander schoon, gestreken overhemd, meestal met ruitjesmotief, daar houdt hij blijkbaar van, nooit een stropdas, wel een suède of bruin leren jasje. Roken doet hij niet, ‘nooit gedaan,’zegt hij ‘ik heb tot mijn zestigste gevoetbald bij HOV.’
Anno 2009 speelt HOV in de laagste klasse (de vijfde) van het amateurvoetbal maar in de tachtiger jaren van de vorige eeuw kende heel Nederland deze club: Ajax speelde voor de KNVB-beker tegen tweede klasser HOV op het afgeladen terrein in het Kralingse Bos……..natuurlijk wint Ajax…met 4 – 2 …van de club met de tergende naam Hoop Op Vooruitgang……………………….
‘Maar dat is leuk Theo, ik ook, ik heb ook bij HOV gespeeld…… keeper in het twaalfde……..tsja…….. het kneusjes elftal dus………………maar……….. zelden zo’n leuke voetbaltijd gehad.’
Ik weet wat Theo nu gaat zeggen…ik weet het….ik weet het…..
‘Ik heb een paar jaar in het eerste gespeeld en toen ik niet meer mee kon, ging ik een beetje ballen bij het zesde; in het zesde speelden jongens, die bij HOV of bij een andere club in het eerste gespeeld hebben. Dat is heerlijk voetballen!’, voor het eerst in ons gesprekje glimmen zijn ogen, krullen zijn wimpers en bewegen zijn mondhoeken wat omhoog.
Inderdaad……heerlijk voetballen is dat, inderdaad ja ………voor die ouwe lullen……………..die trage, stramme ouwe lullen……………..die niet meer vooruit kunnen komen………….echter……….echter…………..die ouwe lullen hebben dat ook helemaal niet nodig……………………….ze hoeven helemaal niet zo hard en zo veel te lopen of zo soepel te bewegen……………....hun traptechniek is zo perfect………………..dat alleen is al voldoende…………..alle ballen komen aan ……………..en elk schot op doel is ook binnen de palen…………..en meestal nog raak ook.……heerlijk voetballen ja, inderdaad…..leuk….heerlijk.............. voor hun dan!
Dat zesde van Theo is meestal ingedeeld bij lagere elftallen van andere clubs…………zoiets als dat twaalfde van HOV waar ik in speelde …………..allemaal jonge honden, jongens die gek zijn op het voetballen maar er in feite geen ene hout van kunnen, zoals ik dus ……die zich rot moeten rennen achter foute passes van even beperkte medespelers………..die fanatiek moeten jagen op uitbuikende spelers van de tegenpartij, die jou met ‘een keer raken’ van het kastje naar de muur sturen………of met speels gemak een lange bal geven, die hun centrumspits vrij voor het doel zet. Met een subtiel stiftje over de harlekinesk bewegende doelman, scoort de bejaarde spits (one touch): 8 – 0 ; er is dan pas veertig minuten gespeeld.
Theo knapt zichtbaar wat op van deze praat…..… Hij is even bij zijn oude nest, om zijn vrind te helpen met behangen, witten en verven; zijn vrind gaat wonen in Theo's oude huis. Wat zal het hem doen straks dat klussen……en later, op bezoek zijn bij zijn vrind?

zondag 29 november 2009

Ex-collega

Ineke was mijn collega; tegen mijn zin overigens. Ik hoefde haar niet….had liever een vriendin van me die ook solliciteerde. Ineke is wel een mooie meid. Ik zie haar nog op kantoor met een lange, witte doorschijnende jurk over de gang lopen….. ‘mooie doorschijnende jurk,’ zeg ik. Ze klapt meteen voor een half jaar dicht………
Vier jaar hebben we heerlijk samengewerkt…..en nu hebben we elkaar een jaartje niet meer gezien. We hebben een afspraak……..om half twee is ze vrij…..ze is directiesecretaresse bij AGV verzekeringen. We drinken thee bij Hazzebazz ….twee kopjes. Ik weet veel van haar……van haar moeder…… van haar affaire op de zaak…. van haar scheiding. Zij weet nogal wat van mij…..van de relatie met mijn vrouw……van mijn psychoses en die van mijn zoon en de vervelende gevolgen daarvan. Wij praten er niet over met anderen….alleen met elkaar.
Toch is het meestal saai, zoals dit theedrinken nu. Het spettert nooit. Waarom niet? Ineke zegt ronduit dat het komt omdat ik eigenlijk liever met haar naar bed zou gaan, dan dat ik kopjes thee met haar drink……....zou ze best eens gelijk in kunnen hebben…... hoewel ik daar in de Hazzebazz niks geen kriebeltjes voelde. Dat zegt nog helemaal niks, want het komt bij mij nogal eens voor dat, wanneer ik, na een gezellig samenzijn met een leuke vrouw, in mijn bedje lig, mijn fantasie een beetje op hol slaat....en dat leidt dan uiteindelijk weer(eerlijk is eerlijk) tot zelfbevrediging, de ene keer wat wilder dan de andere keer. Dus ja, ik merk wel, hoe het dan vanavond allemaal gaat, wat Ineke betreft.
Van Rene is ze dus gescheiden….hij is vooral te saai……..te thuiszitterig….……..hij sputtert niet tegen….........…seksueel stelt hun relatie toch al niet zo veel voor……(hij heeft zeker 3 keer per week zin; zij hooguit eens per maand)…………….zoon SanneJan (13) wordt fifty-fifty opgedeeld tussen paps en mams. Ineke en Rene wonen vijf minuten lopen van elkaar en gaan ‘……….nog gewoon…………’met elkaar om.
De muziek staat veel te hard in Hazzebazz; nu is André Hazes’ ‘een beetje verliefd’ voor mij al gauw te hard….gelukkig zetten ze hem wat zachter als ik er om vraag.
Ze pakt wat foto’s: ‘hier, mijn nieuwe vriend Herman’……Ineke ligt met haar hoofd op zijn schoot……
’Niet bepaald een schoonheid,’ zeg ik
Ze trekt wit weg………’Je bent gewoon jaloers.’
De andere foto’s die ze me laat zien: allemaal Ineke, haar poenerige zus Thea en haar zoon SanneJan, op vakantie op Bonaire: duiken, zwemmen, bootje varen, liggen op een dolfijn…
Sannejan ……..tegenwoordig met lange haren…..dertien jaar zal hij nu zijn, hoewel zijn lengte ouder doet vermoeden.
Ze is rustiger geworden, Ineke, dat wel. Ik heb het gevoel dat ze eigenlijk alleen maar behoefte heeft aan een schoot waarop ze haar hoofd kan leggen; meer niet.
Haar hoofd op een schoot.
Haar moeder is alcoholiste….nu al weer acht jaar dood……haar vader kent ze niet eens …als jong meisje moet ze voor Thea, haar vier jaar jongere zusje zorgen. Stelen, liegen en bedriegen moet ze om met zijn drieën te kunnen overleven. Ook de drankvoorraad voor haar moeder moet aangevuld ter voorkoming van moeders razernij.
De muziek van mijn zoon Rik (op mijn mp3 speler) vindt ze prachtig. Haar zoon speelt ook gitaar en zingt………….is fan van de Red Hot Chilli Peppers. Ik ken niks van die groep.
Ineke wordt accountmanager ……ze maakt die chef salarisadministratie Herman de Vrouw helemaal gek …..hij geeft haar kansen in het bedrijf….(en..... veel te veel salarisschalen). Ze laat Herman, een misselijk makend rood onderkruipsel, in de waan dat hij ooit bij haar zal scoren….en ze blijft groeien.
Nu staat Herman dankzij zijn eigen wanbeleid op straat….. tegelijk met Ineke. Ze zit nu bij de concurrent hier vlak naast Hazzebazz.
Het enige dat ik haar kan melden is, dat ik sinds mijn psychoses stabiel ben, maar niet meer zo fantasierijk, creatief; het lijkt wel of de medicijnen de leuke spannende dingen uit mijn hoofd wegfilteren. Ik merk wel of er vanavond nog wat gebeurt.
Ik reken af…….vier thee…… negen euro twintig…. het is toch bezopen!
Drie luchtkusjes ten afscheid.

zaterdag 28 november 2009

Meisje van dertien

Schrijven is
pijnlijk
als ik verdwaal
in angst en van verlangen
smacht.
Verlamd
beef en huiver ik
en besef
ik ben niks en
tot niks keer ik weder.

Beklemmend:
Ik mag hier niet
tot wasdom komen.
Bonzend slaan de slapen
de maat
daar wìl ik niet in mee
ik moet.
Moed al verloren.

Een spannend lijf
blond haar
stijl en lang tot op de schouders
gespierde lange benen
strevige, volle, ronde billen,
slank is de taille.
Haar borsten zijn de Europese top. …..
Maar: wat een lelijke puistenkop!

De psych:
Schrijf je zo
over een meisje van dertien
dan ben je ziek.
vraagt om problemen
verlenging van je tbs.

Door de beugel?
Zeker niet
Onder ogen?
Niemand!
Onders ons?
Onder ons!
Door de vingers?
Nou vooruit dan maar
nog één keertje:

Een spannend lijf
blond haar
stijl en lang tot op de schouders
gespierde lange benen
strevige, volle, ronde billen,
slank is de taille.
Haar borsten zijn de Europese top. …..
Maar: wat een lelijke puistenkop!

woensdag 25 november 2009

Brood van de molen

De verkoopster van de molen ziet dat ik naar de Museumnacht geweest ben….Een hele nacht lang zijn dan de Rotterdamse musea open. Voor vijftien euro mag je overal naar binnen. Bizar….hoeveel mensen daar op af komen….de hele binnenstad is afgeladen. Maar goed….ze weet het dus…..hoe….o, ik zie het al …..die button hangt nog opzichtig aan mijn jas. Ik krijg van de gêne een heet hoofd en het zweet spuit snel en heftig uit de poriën van mijn kale kop.. Ze vertelt dat ze vrijwilligster is in deze molen…. krijgt een onkostenvergoeding, tien euro per dag…..als ze klaar is met school, ze doet hbo jeugdzorg, stopt ze. Haar stem is zacht en zangerig, een glimlach begeleidt elk woord van haar. Ik bestel vijf kilo biologisch volkorenmeel, een kilo zemelen, een pond pompoenpitten, een pond geroosterd sesamzaad en een pond zonnepitten. Die button moet er nu maar eens af. De studente heeft een groot rond blozend hoofd en….. wat bij mensen van haar leeftijd vrijwel niet voorkomt: een pittig zwabberende onderkin. Haar geblondeerde haren staan haar goed, het zou alleen mooier zijn als ze ook haar wenkbrauwen een wat lichter kleurtje had gegeven. Ik zie nu pas dat ze ook een button draagt….met haar naam: Brenda…Brenda is druk bezig met mijn bestelling…..de molen loopt ondertussen vol met nieuwe klanten, allemaal zwarte mensen…..Senegalezen weet ik…..zij komen hier veel meel kopen….een bepaald soort meel……… spelt………dat is een oude tarwesoort met minder gluten. Het bevat meer eiwitten en de concentratie vitaminen en mineralen is groter. Spelt levert smakelijk brood op…moet wel wat langer rijzen. Maar goed…daar heeft Brenda straks haar handen aan vol, want deze mensen kopen auto’s vol spelt, voor alle Senegalezen in Rotterdam.
Ik kan voor tien euro mijn toch ook niet geringe bestelling meenemen. Op de zemelen na dan ….hier is de voorraad op……….aan het eind van de middag komen ze van de Vooruitgang, de Schiedamse molen even wat zemelen langsbrengen. Over zeven weken is de vandaag door mij gekochte hoeveelheid meel omgezet in zuurdesembroodjes; elke week een…zes zijn er dan al weer opgepeuzeld, en het zevende broodje is bijna op.
Ik gebruik geen chemisch gist om het brood te laten rijzen maar zuurdesem. Zuurdesem maak ik zelf……het is het resultaat van het fermenteringsproces, dat in werking treedt als in een kom een kleine hoeveelheid water vermengd wordt met een kleine hoeveelheid meel; de kom wordt weggezet met een vochtig doekje er over op een donkere niet al te koele plek. Dan volgen enkele dagen (drie á vier) van dagelijks een beetje water en meel erbij, roeren, een warm, vochtig doekje erover heen en……dan wordt het zichtbaar…… het papje gaat wat rijzen….water en meel zijn gefermenteerd. Het papje kan nu helpen brood te laten rijzen.

Tsja…..als nu de verdere interesse in de bereiding van een zuurdesembrood ontbreekt, beste lezer, stop hier dan maar. Lees een volgende keer hoe ik, boven in de molen, tussen de vijfentwintig kilo zakken biologisch volkorenmeel en de zojuist geleverde zemelen, met Brenda een bijzonder opwindend avontuur beleef. Zeer verrassend wat er gebeurt; ze wil me iets vertellen over spelt en hoe daar een lekker brood van te bakken. Nou ja, voor dat ik er erg in had trok ze …….ho,ho een volgende keer dus meer…..nu verder over het broodje……of niet natuurlijk als de interesse voor het bakken van een broodje ontbreekt.

Alvorens ik een broodje ga kneden, vet ik het bakblik in, een groot broodbakblik.
Ik weeg dan 750 gram meel af; doe er een snufje zout bij en een handvol: sesamzaad, pompoenpitten, zonnepitten. Verder een ons zemelen erbij. Dat alles meng ik (met mijn handjes)en tenslotte maak in het midden van dat mengsel een kuiltje....een kuiltje voor het zuurdesem.
Ik maak het zuurdesem altijd in een kom met een inhoud van circa een halve liter (bijvoorbeeld een beker waar stragiatella yoghurt (van de Aldi) in gezeten heeft; daar doe ik het dus in).
De kom met zuurdesem wordt met water tot een halve liter aangevuld; papje goed roeren en in het kuiltje in het midden van het meelmengsel gieten. Dan vijf á tien minuten kneden.
Een min of meer stevige kneedsel in het broodblik leggen, aandrukken, een vochtige lauwe doek eroverheen en wegzetten (ongeveer 8 á 10 uur) op een niet te warme, niet te koude plek.
O ja, wat ik bijna nog zou vergeten te vermelden is, dat ik na het kneden gelijk weer begin aan het maken van een nieuw papje. Daarvoor neem een klein deel van het geknede deeg en doe het in de kom; voeg er een beetje water aan toe, roer het tot een papje en zet het weer weg zoals het vorige papje, met een lauw, vochtig doekje erover, op een niet te warme, niet te koude plaats. En dan natuurlijk elke dag weer toevoegen een beetje meel en een beetje water en roeren maar.
Het aardige is dat dit proces als het ware eeuwig door kan gaan. Ik heb eens zeven jaren achtereen wekelijks op deze wijze zuurdesem gemaakt; in die tijd hoefde ik nooit opnieuw te beginnen….in feit bevatte zo’n brood bestanddelen die 7 jaar oud waren……leuk toch? Na die zeven jaar kon het fermenteringproces niet meer voortgezet worden omdat deze bakker ten gevolge van een verkeersongeval ernstig gewond raakte en lange tijd in ht ziekenhuis moest worden opgnomen.
Om de rijstijd van het brood niet te vergeten, zet ik de wekker op mijn mobieltje. Ik bak trouwens bij voorkeur een broodje als ik zeker weet dat ik ’s avonds thuis ben……..want als die wekker ineens afgaat als in in de bioscoop zit is het erg jammer maar helaas.
Het gerezen brood gaat voor drie kwartier de oven in op een temperatuur van 230 graden.
Tik na de baktijd het brood uit het blik en zet het daar schuin op om het af te laten koelen.
Na een een uur snij ik het kapje af en smeer er honing op….zalig.
Elke week bak ik zo'n broodje. De ene keer lukt het beter dan de andere keer. En dan peuzel ik het lekker op…..in de tijd van een week .....alleen.....…want er is niemand die mijn zalige broodje wil eten…….ze weten niet wat ze missen!

maandag 23 november 2009

Playback

Begin maart is de Eyndeloos-playback-show weer. Ik ga meedoen…..,,,, bewoners en werkers kunnen meedoen . Boekhouden is mijn werk, in verpleeg- en verzorgingshuis de muziek en zang van internet geplukt Eyndeloos. Wat ik ga playbacken? ‘Mexico’ van de de Zangeres ZonderNaam . De muziek en zang heb ik van internet geplukt….. heb het nummer een paar keer beluisterd…..de tekst uitgeschreven…… ……………moest erg lachen in mezelf…..ik zag me al opkomen gezeten in een rolstoel; met zwarte krulletjespruik; geduwd door meneertje Kaart………. ‘mijn cabalero’…..mijn geliefde in het lied. Het zal wel nog een hele toer worden om al die woorden uit mijn hoofd te leren….nog 24 dagen. Dusssss………
Vorig jaar was dolle pret……ik deed ‘Mama’ van Heintje, in een te korte broek …door bretels te strak in het kruis getrokken………heel hoog opgetrokken zwarte kousen….en als het maar enigszins kan: likkend aan een superlolly; de andere deelnemers vinden mij de favoriet………ik ben het er niet mee eens…..ik wordt vijfde ….terecht even terecht als ‘Sister Act’ de eerste prijs wint……de verpleegsters van de peegee (afdeling psycho-geriatrie) voeren een perfecte dansact op in kleurrijke zelfgemaakte sexy jurkjes….hun synchroniciteit is uitzonderlijk.
Op die avond vertelde meneertje Kaart (78 jaar….. 1 meter 60 lang…. en enigszins zwakbegaafd)het fraaie verhaal, dat hij de groep (van Eyndeloos) waarmee hij vorig jaar op bezoek was in Parijs kwijtraakt. Een welwillende Franse politieagente helpt hem met de terugreis naar Nederland. Ze zet hem op de Hogesnelheidstrein naar Rotterdam. Meneer Kaart heeft lekker gegeten, gedronken en zit al lang en breed voor zijn favoriete televisieprogramma ‘Man zoek hond’ als de anderen van zijn groep bij Eyndeloos afgemaat aankomen na een busreis van 6 uur. Kaart is inmiddels weer zo fris als een hoentje.
Elke woensdag komt deze heer Kaart 25 euro bij me ophalen. Zakgeld voor een week. Op het gebied van geld is heer Kaart buitengewoon alert. Als ik er niet aan denk om hem te laten tekenen voor ontvangst van zijn wekelijkse zakgeld, schroomt hij niet om mij daar op attent te maken……………..en als ik hem per ongeluk wat te weinig geef…of te veel geef….kijkt hij me aan of hij wil zeggen ‘je denkt toch zeker niet dat ik gek ben.
Zo leuk heb ik het ervaren om gekleed en geschminkt te worden als de Zangeres Zonder Naam; mijn pruik heeft glimmende zwarte krullen precies zo als Mary Servaas ze had….….het idee van borsten wordt gesuggereerd door in een bh die ik om heb, aan elke kant twee paar geitenwollen sokken te stoppen….het zal zeker niet alleen door die borsten zijn……de Zangeres Zonder Naam wordt tweede. Dat laatste doet me niet zo veel. Wat mij veel goed doet is te zien dat het publiek, met name bestaande uit bewoners van het verzorgingshuis en verpleeghuis (sommigen in hun bed naar de recreatiezaal gereden) zo’’n lol hebben en lekker meezingen.
Daarom volgend jaar weer……... met een onsje meer macho dan: ‘Bruce Springsteen’.

zondag 22 november 2009

Alpha

Gek eigenlijk…… ze is wel en niet om van te houden…………; ze is wel en niet mooi………..ze is wel en niet aardig. Eigenlijk vind ik haar meestal leuk, aantrekkelijk. Hoe ze ook is. Als ze stellig zegt dat iets wel of niet kan…………..of wel of niet mag. Soms moet ik er een beetje om lachen; soms schrik ik er even van. Ze is eigenlijk een kwetsbaar meisje met af en toe ineens een heel grote mond. En na die grote mond loopt ze ineens hard weg. Vandaag ontmoet ik haar in Verzorgingshuis Eyndeloos op voor haar vreemd terrein.
‘Wat doe jij hier, Anneke?’ Ja, ik werk nu toch voor de hele stad, onder andere voor ons magazine! Ze is er een beetje trots op, dat straalt ze uit.
‘Kan je eens wat schrijven over de alpha-hulpen?’ Ze wil van me horen of er wat interessants te melden is. Nou en of !
‘Mijn vader van 83, is laatst door zo’n alphakut belazerd: ze heeft een week niet gewerkt bij hem…….dat wil zeggen ze is drie keer vier uur niet geweest …..12 uur dus….wat doet die alpha-trut, die vult gewoon haar urenstaatje in voor die drie dagen en naast de uren zet ze per dag …..(drie keer dus) handtekeningen, die godverdomme precies lijken op die van mijn vader…….hoor je me, Anneke, …weet je wat betekent......daar heeft ze dus een flinke tijd op zitten te oefenen, want het is een verdomd moeilijke handtekening. Toen we verder gingen zoeken in die urenstaten bleek dat ze nog meer in die urenstaten had zitten frauderen: tweetjes heeft ze veranderd in drietjes en viertjes heef veranderd in vijfjes. Zo komt die alpha-hulp dus aan lekker wat uurtjes. Maar mijn vader moet er voor dokken en weet je wat ik nu het ergste vind: onze organisatie weet het; houdt die alpha-hulp de hand boven het hoofd; geeft ze zelfs een nieuw contract en stuurt een andere hulpbehoevend persoon zo’n alpha-rat op zijn dak.’ Anneke hoort het relaas onthutst aan…..maar….’ze zijn toch niet allemaal zo, hè Karel?’
‘Gelukkig niet Anneke, de meeste Alpha-meiden zijn puik en werken goed en hard, het zijn helaas weinige rotte peren die de alpha hulp in diskrediet brengen. Deze mensen moeten voor altijd de organisatie uitgeflikkerd worden. Als je kwetsbare mensen beduvelt om er zelf beter van te worden, ben je door en door rot en ongeschikt voor werk in onze organisatie.’
Ze gaat er wat over schrijven en zo te zien met plezier. ‘Maar of het geplaatst gaat worden kan ze niet garanderen…..ons bedrijf hangt de vuile was niet graag buiten………..….maar ik heb nog wel meer informatie nodig van je Karel’
We trekken de agenda’s voor een afspraak…..volgende week donderdag………….bij mij thuis………..ik kook iets lekker&simpel voor ons……. ‘lasagne verte’ vindt ze ook wel wat, Anneke…..ja………., leuke meid……….. energiek…………heeft humor … ….lef……is sociaal……….. geëngageerd ….. kan goed luisteren………ook dat……..maar dat wil toch nog niet zeggen, dat ik me samen met haar als een stelletje op de canapé zie, knietje vrijen…..bolletje strelen…. Ze is voor mij een beetje te kortaf. Onelinerachtig. Oppervlakkig. Onderbouwt uitspraken niet. Zo van:
’Van mij mag de koopzondag worden afgeschaft!’
‘O,’zeg ik,’hoezo’‘Nou gewoon, daarom.’ zegt ze dan. Ga ik dieper op iets in, dan komt zij met een nieuwe oneliner. Sociaal, ja, dat is ze zeker en geëngageerd ook….ik zag haar gisterochtend bijvoorbeeld nog bij de manifestatie ‘AOW-65’.
Ik weet het natuurlijk niet zeker, maar ik vermoed dat het met haar (na het interview) gelijk neuken zal worden en klaar; wat drinken en naar huis. Zij zal er niet zo van genieten, denk ik.
Wat mij betreft doen we het wat rustiger, graag zelfs: lekker relaxed massage, beetje hier beetje daar……veel liever eigenlijk………..en misschien wordt het dan uiteindelijk toch nog wel neuken maar voor mij hoeft dat niet persé. Eerst effe beffen….dat is ook mogelijk…….ben ik persoonlijk niet zo super in………( zwak tongetje)………………hoeft ook niet vind ik………… maar dat maakt toch niet uit. Het zou me tenslotte niet verbazen als ze wil dat ik hem er even bij haar in hang…..nou ja, dat moet dan maar.
Het belangrijkste is dat er een goed artikel uitrolt….en wat dat betreft kan ik wel op Anneke vertrouwen.

zaterdag 21 november 2009

Werk is niet altijd leuk (2)

‘Zullen we eerst effe neuken?’ vraagt Bert ondeugend aan collega Marja. De werkdag is nog maar koud begonnen. Marja is met stomheid geslagen. Vol afschuw kijkt ze midden in zijn van begeerte kwijlende bek….…met zijn waterige, begerige oogjes. Hij doet nu wel nèt of het een geintje is……maar ze weet dat hij haar pakt als ze hem ook maar een millimeter de ruimte zou geven. Marja loopt naar de telefoon en zegt; ‘Bert, mij heb je….ik ben zo geil als boter…….kom maar op…..alleen…..ik bel eerst je vrouw even om te horen of ze ook ziet zitten….’. O.die vindt dat prima,’ zegt hij lacherig. ‘Dan weet je vrouw zeker ook van jou en Eveline?‘ vraagt Marja. Hij verschiet van kleur…….weet even niet waar hij het moet zoeken…… In het bedrijf (SAP bv) zingen niet zulke frisse verhalen rond over Bert en Eveline, een vroegere cheffin hier. Ze schijnen met grote regelmaat ’s avonds samen te hebben overgewerkt ……..…….voor, zeg maar, noodzakelijke handmatige correcties……………………….er werd gepeesd bij het leven, gezien de met vele verfrommelde tissues gevulde prullenbak.

Bert is de énige applicatiebeheerder binnen SAP. Niet te weinig stom van SAP…….want hij is er vaak niet……een vervanger had er natuurlijk al lang moeten zijn. Maar aangezien Bert zelf degene is die zijn vervanger zou moeten opleiden…….niet dus……..…....deze man is helaas te lomp, ongeduldig, oncollegiaal, asociaal, egoistisch, dom,onhandig en mist dan nog eens de nodige vaardigheid en motivatie om in alle rust een collega c.q. vervanger in te werken.
En dus…als hij na ziekte weer aan het werk gaat of met een mooi kleurtje terugkeert van een vakantie in Thailand, Mallorca of Curaçao, liggen er altijd stapels werk te wachten op hem.

Elke ochtend, voordat hij aan de slag gaat, voert hij een klein Bert-showtje op. Hij geeft dan álle aanwezige collega’s een handje en mompelt:’goedemorgen’. Marja walgt van dat harige, kleffe, vlezige, warme handje en de nabijheid van zijn glibberige oogjes…..……. kotsmisselijk wordt ze van zijn stankmix bestaande uit: (oud) zweet, verkauwde knoflook, zwareshag-adem en ondermaatse Wibra-deodorant. Sommige collega’s moet niks hebben van deze Bert-act. Marja en enkele van haar collega’s, wachten in het belendende winkelcentrum op een seintje van de afdeling dat hij klaar is met zijn ‘handjes’ en gaan dan pas naar kantoor.
Bert gaat na zijn act gelijk noest aan het werk; collega’s mogen uitsluitend tussen 4 en 5 uur met vragen bij hem aankloppen en als hij daar toch gewoon geen trek in heeft, is hij wel zo bijdehand om net te doen alsof hij een heel belangrijke opdracht heeft van de directie……….of………..hij meldt doodleuk, dat hij toe is aan een sigaretje…………. en na die rookpauze is het de hoogste tijd voor hem om .....naar huis te gaan bijvoorbeeld.
‘Morgen weer een dag nietwaar? ‘ pleegt hij dan te zeggen.

Bert’s laatste vakantiereisje gaat naar Curaçao. Hij dobbert voor de kust van Curaçao in een roeibootje……onbewolkt, 27 graden, nauwelijks wind, naast hem een niet al te duur maar zeer gewillig hoertje……..dat hem ondeugend over zijn veel te dikke, blote, glimmende, bruine buik kietelt……………..enige tijd nadat hij haar vraagt om hem wat lager te gaan strelen, verstoort een iets grotere motorboot Bert’s stijgende opwinding: een geweldige dreun ……en ……..zowel hij als het hoertje worden overboord geslingerd……… de vrouw is al bijna het strand opgerend, haar lelieblanke badpak is roodgekleurd ……….ze moet een flinke hoofdwond hebben; ze gilt……..oorverdovend hard, schel……..strandgasten snellen naar haar toe.
De kapitein van de andere boot vist Bert uit het water. Hij gaat vreselijk tekeer, ‘als een speenvarken’ zegt men wel eens. ‘Nou, nou, nou,’ zegt zijn redder,’ rustig nou maar, volgens mij valt het allemaal wel mee met jou. Dat meisje daar, is er zo te zien veel en veel slechter aan toe.’
‘O ja? ‘ zegt Bert, ‘o ja?????..................dan moet je eens kijken wat ze in d'r hand heeft!'

donderdag 19 november 2009

Pim-pam-pet 2 of woordenstroom

Gisteren was het boerenkool met worst en spekjes; een vrij gemakkelijke maaltijd, waar je je geen buil aan kunt vallen.
Het bleek uiteindelijk wel een klein pest beetje eten alles bij elkaar; wat ik had geproduceerd. Veel te weinig voor mij en haar samen, zo bleek. Ik had vier ons boerenkool en een pond aardappelen gekookt en gestampt tot ‘pot’ Er was niet veel van over op onze borden. Gelukkig was het aangevuld met de halve rookworst (voor ieder van ons een halve magere runder rookworst) en wat spekjes. Uiteindelijk toch nog wel vullend genoeg.
Aan het toetje had ik godzijdank nauwelijks werk. We hadden daarvoor afgelopen zaterdag al vier grapefruits gekocht bij Bas van der Heiden. Jammer genoeg was een van de grapefruits keihard en zuur, het leek wel een reuzencitroen (we hebben hem dan ook als een citroen uitgeperst en met tonic opgedronken, ploeh.... toch nog zuur). Zij was natuurlijk weer de pechvogel met die vieze grapefruit. Ik was zo nobel om de helft van mijn verrukkelijke vrucht aan haar af te staan. Toen heb ik nog een derde grapefruit ‘geslacht’ (ik snijd een grapefruit altijd dwars doormidden met een zeer scherp gekarteld mesje. Met datzelfde mesje snijd ik het vruchtvlees los van de schil en snijd dan diagonaalsgewijs de halve grapefruitschijfjes van elkaar los; dan schep ik met een vork de stukjes uit de halve grapefruits en tenslotte schep ik met een lepel alle resterende sap uit de binnenkant van die halve grapefruitschil.)
Daarmee is de maaltijd gedaan. Ik kan me nog vaag herinneren dat zij een shaggie opstak en opeens vreselijk druk ging zitten praten over allerlei zaken:

- Zoals onze jongste zoon, die zijn oven zo onbeschoft vuil heeft laten worden, dat die nu bijna niet meer schoon te krijgen is.
- Zoals over de buurt….een aantal bewoners is er achter gekomen, dat een van de medebewoners, Aadje of Aad, een meerdere malen veroordeelde pedofiel is …….die bewoners willen een actie om die pedo de buurt uit te krijgen onder het motto ‘hier geen asiel voor een pedofiel’ en …….’Rot op Aad uit de straat’ …..maar met dat soort dingen moet je bij haar niet aankomen………..’Aadje is daarvoor veroordeeld, mensen,’ zegt ze dan,’Aad heeft een paar jaar in de bak gezeten……….en bovendien is Aad er voor behandeld…..dus……ik wil geen actie,’ en als zij het niet wil dan komt er ook geen actie.


Ik kreeg het werkelijk een beetje benauwd van die stortvloed. Ze kan soms ineens zo vreselijk druk gaan doen. Zeer vermoeiend. Ik vind het erg knap van mezelf dat ik het dan kan opbrengen om te blijven zitten om het aan te horen.

- Zoals over de zangactiviteiten: sinterklaas is in het land……..dus deelt ze met mij haar zanglol over de stoomboot die ginds weer komt….. over het feit dat er daar aan de deur wordt geklopt, nu eens hard, dan weer zacht…en …..dat de makkers hun wild geraas moeten staken, omdat: de maan door de bomen schijnt, zie je…..
- Zoals over het mozaïekkruis, dat ze gaat maken voor op de grafsteen van mijn pas overleden pa,


Soms doe ik uit zelfbescherming gewoon even net alsof ik luister; want als ik dat niet doe, ben ik bang dat mijn hoofd uiteenknalt. Ik voel me dan net een half opgepompte fietsband, die, bij elke zin die zij uitspreekt, een beetje harder wordt opgepompt

- Zoals over de grote eigenlijk wat te dure ovenschaal, die ze bij de Marskramer heeft moeten kopen, omdat ‘jij die vorige week uit je handen hebt laten flikkeren!’

Zo voelt het voor mij dan…. en op een gegeven moment is de band zo hard, harder kan haast niet meer, maar desalniettemin………..wordt er doodleuk doorgepompt…………. ik bedoel………., zij praat alsmaar door en ik heb het gevoel dat ik elk moment uit elkaar kan barsten.


- Zoals over het voordelige thermo-ondergoed voor mij, dat ze heeft gezien in het reclameblaadje van Bas van der Heijden. ‘Lekker toch, voor als je straks in de vrieskou dat hele eind naar je werk moet fietsen.’


Dan sta ik op een gegeven moment maar op …………. dat geeft wat lucht ……….letterlijk ja…… ……ruim de eettafel af. Haar woordenstroom droogt dan wel langzaamaan op; ze gaat dan ook wat doen. Meestal eindigt de spaakwaterval aan het eind van het shagje. Wat zou er voor spul in die shag zitten?
Ook vandaag heeft het pim-pam-petten me er trouwens weer lekker doorgesleept. Vogels met een ‘M’…………..ja….. mus….. dat is makkelijk maar probeer er maar eens zes te vinden……dat valt om de donder niet mee!
Eigenlijk is het helemaal niet de bedoeling maar ik zie haar nu ook bezig met die pim-pam-pet-vraag. Ze zucht.....zucht nog eens....moeilijke vraag zeker. Meestal schrijft ze zo tien namen op. Ze weet veel van vogels. Ze heeft er nu pas drie.

dinsdag 17 november 2009

Pim-pam-pet

Er zijn altijd mensen die denken dat ze verveling, neerslachtigheid, eenzaamheid of relatieproblemen kunnen oplossen door veel te gaan vreten of mateloos alcohol te gaan zuipen. Alleen doodzuipen en/of doodvreten helpt al die problemen effectief de wereld uit. Sinds ik pim-pam-pet voel ik me een stuk lekkerder. Ja, pim-pam-pet, dat leuke spel voor het hele gezin. Ikzelf pieker er niet over om dat spel met mijn vrouw te spelen……... Ik hou pim-pam-pet lekker voor mezelf.

Pim-pam-pet is een soort quiz.
Het bestaat uit vijftig quizkaartjes.
Een rond kunststof basisschijfje van een centimeter dik en een doorsnee van twaalf centimeter;op de rand van dit schijfje staan in hokjes van een bij een centimeter de letters van het alfabet en een vraagteken. Dit schijfje is dus de basis van het spel. Precies vanuit het midden van die basis steekt een pinnetje. Dit pinnetje past precies onderin het holle pinnetje in het midden van het draaischijfje. Dit schijfje wordt dus op die basis geplaatst. Door met duim en wijsvinger een snelle wrijvende, enigszins drukkende beweging te maken, is het mogelijk het bovenste schijfje over die basis heen te laten draaien (het lijkt op ‘met de vingers knippen’ maar dat wordt meestal gedaan met duim en middelvinger; ook lijkt het wel enigszins op het laten tollen van een klein tolletje).In dit ronde draaischijfje is aan de rand een vierkantje van een bij een centimeter uitgespaard . In dat vierkante openingetje wordt alsdat draaischijfje tot stilstand komt een van de letterts van het alfabet(of het vraagteken) zichtbaar.


Hoe gaat het spel nu?
1. de speler pakt een quizkaart en leest de vraag hardop (bijvoorbeeld: noem enkele soorten broodbeleg)
2. de speler draait het draaischijfje rond met zijn vingers`: als het schijfje dan bijvoorbeeld stilstaat bij de letter P: zijn: pindakaas en paardenrookvlees goede antwoorden.
3. de speler krijgt twee punten;immers hij weet twee broodbelegsoorten met een ‘p’.

Dan mag de volgende speler een kaartje pakken en een letter draaien en o ja , bij de vraagteken mag de speler zelf een letter kiezen.


Ik doe het dus alleen.....en wat niemand hoeft te weten is dat ik altijd één fictief spelmaatje kies. De ene keer Bram, de andere keer Gerard, Jan of Wim dan weer Marietje, Mien, of Miep het is maar net hoe ik me voel wie ik neem.
Treurnis is in het leven volop aanwezig en pim-pam-pet kan….let wel kan…een van de remedies zijn om kwellende levensdroefheid te verdrijven. Er zijn dus meer wegen die naar Rome leiden.
Zo kan een hele dag alleen thuis ook al zo weldadig zijn, immers, alle stress die zijn oorsprong buiten de deur heeft, blijft simpelweg buiten. Geen gezeur over dit te doen of dat te laten. Heerlijk. Telefoon……lekker laten gaan of…. hup….uit! Het enige dat op zo’n dag moet is koken. Dat wel, maar koken is iets stressloos. Vorige week woensdag haalde ik een pondje spruiten af, maakte ze schoon en zette ze met een bodempje water, bracht ze aan de kook, zette de kookwekker op twintig minuten en dacht: nu even een moment voor mezelf ……. even tijd voor twintig minuutjes pim-pam-pet. Allemaal leuke vragen krijg ik, zoals: noem zoveel mogelijk meisjesnamen met een M, of welke gebruiksvoorwerpen ken je met een L, heel leuk vind ik: noem enkele ziektes met een P…… met dit spel verdrijf ik de tijd zo snel………ik zit net lekker een stel antwoorden op die laatste vraag op te schrijven: psoriasis, pneunomie (longontsteking), pokken, psychiatrische stoornis, pleuris, proptosis, polyurie, pest, prostatitis, parkinson, paranoi, penisnijd, psychose……dat zijn er al twaalf……..dan ruik ik ineens wat ……..een onbekend raar luchie, een beet je zoetig, een beetje aangebrand….jezus…. dat zijn toch niet de spruiten, hé…..maar, jawel hoor, het zijn de spruiten wel degelijk. Die kloterige, kankerkookwekker staat stil op die twintig minuten…..al drie kwartier lang staat die klotenwekker stel op die twintig kutminuten. Ik heb dat ding meteen een flinke zwiep de Rotte in gegeven. Daar verstoort de wekker wreed,het middagdutje van moe meerkoet. Wat gaat dat beest tekeer.
De spruiten zijn helemaal zwart . Gelijk de wc in. Een boterhammetje gegeten met een gebakken eitje met kaas. Ook lekker. Voor mij beslist geen straf. Voor haar wel. Zonder warme prak is haar dag niet okee. Ze is dus een beetje chagrijnig.
Godzijdank is er dan de pim-pam-pet die me fijn door de avond heen sleept.
Bloemen met een ‘O’………….foei, dat valt niet mee, zeg, dat valt om de donder niet mee…..orchidee…oleander.
Zij ging zelfs ook opeens meedoen, wat absoluut de bedoeling niet is.
Komt waarschijnlijk omdat ik, per ongeluk, hardop zei:’Bloemen met een ‘O’’
‘Oostindische kers,’ flapte ze er gelijk uit.

maandag 16 november 2009

Blikje bier

Een blikje Heineken midden onder een van de bankjes langs de Maas vlak bij de Euromast in Rotterdam. Het is open en zit nog helemaal vol……de vraag is alleen ……wat zit er in……………pies? ……….. regenwater………………..of pils………. wie zal het zeggen?
Gisteravond, zo tegen middernacht, stond het er in ieder geval nog niet. Vanmorgen wel. Precies midden, onder de bank.
Iemand zat hier, op enig moment van de nacht, waarschijnlijk met de benen wijd, de blik gericht op het golvende water van de rivier, de rug recht tegen de leuning……………neemt een slok…………en slaat dan zijn armen wijd uiteen over de bovenzijde van de rugleuning van de bank.
Vanmorgen rond half acht jog ik langs de bank….……dat groene blikje trekt mijn aandacht……het kost me weinig moeite me voor te stellen dat hier, op die bank in de loop van de nacht, iemand relaxed een biertje zit te drinken. Dan moet hij na enige tijd het gevoel gekregen hebben: dat valt niet mee, zo’n blik constant in de hand houden….dus…. zet het maar even weg. De eerste plek die daarvoor in aanmerking komt is die tussen zijn benen. Maar daar dreigt het gevaar van omvallen en een nat kruis……dat dus maar niet en…………hij bukt zich en zet het blikje onder de bank precies onder zijn kont.
Het zou kunnen zijn dat dit niet zijn eerste blikje is van die avond en nacht. Misschien heeft hij er al tien gehad; misschien vijf of vijfentwintig. Zeker is dat hij het biertje na de eerste slokjes vergeet; want het blikje zit nog nagenoeg vol met ……inderdaad bier. De afvalbak naast de bank zit propvol met bierblikjes….zeker een stuk of twintig. Wat speelt zich in deze tamelijk koele nacht nu verder af?
Opeens ziet hij aan de overzijde van de Maas, als het ware in een visioen, zijn maîtresse wuiven en wenken ‘kok, kom’. Pardoes duikt hij, zonder acht te slaan op de verdraaid sterke stromingen en de verraderlijke draaikolken, de zwaar vervuilde rivier in. Als hij er vanaf deze plek is ingedoken, dan moet hij al zijn kleren nog hebben aan gehad. Want hier op de kade is niets meer van hem terug te vinden dan dat blikje Heineken. Hij moet geheel gekleed naar de overkant zijn gezwommen. Recht naar de overkant zwemmen kan door die stroming absoluut niet. Hij wordt minstens vijfhonderd meter richting zee gesleurd, voordat hij op de kant kan klauteren……ALS hij op de kant kan klauteren bij die vijf graden Celsius. Als hij het trouwens gaat redden, dan komt dat door de alcohol…….bizar…..gered worden door de alcohol. Zijn geliefde is nog steeds onbereikbaar ver…… van hem gescheiden door de scheepswerf en een haven. Onvermoeibaar wuift ze hem toe wenkt hem naderbij.
Maar zijn energie is op, de kou werkt verlammend op zijn spieren Hij wordt duizelig. Door het ijskoude water gaat zijn bijna bevroren lijf langzaam over in een staat van gevoelloosheid. Erger wordt het gelukkig niet…….…want de andere oever is bereikt. Hij klautert zo goed en zo kwaad als het gaat op de kant. Snelle hulp is nu geboden. Vlakbij de rivier staan wat huisjes. Er brandt nergens licht meer. Het is nacht maar daar kan hij geen rekening mee houden. Hij belt hij aan bij het eerste het beste hoekhuis. De hond (zo te horen een erg grote) gaat vreselijk te keer. Boven hem uit het raam vraagt een slaperig mannenhoofd wat of hij moet.
Hij zegt dat hij overboord geslagen is…………dat hij het koud heeft…………..of hij zich hier misschien wat kan opwarmen en droge kleren te leen kan krijgen.
“Oprotten, en gauw een beetje of ik bel de politie,” snauwt de slaperige man.
Ook bij de volgende drie woningen waar hij aanbelt gaat het min of meer zo. De bewoner van de vijfde woning geeft hem niet eens de kans om aan te bellen. Met een bijl in de aanslag staat hij in de deuropening. Bij de zesde woning heeft hij meer succes.
Een vrouw van een jaar of vijfendertig gehuld in een licht doorschijnende roze nachtpon tot halverwege haar bovenbenen, haar steile blonde haren reiken net tot op haar schouders, op haar linkerarm zit een cyperse kat. De vrouw kriebelt de kat over zijn kopje. Hoofdschuddend lacht ze naar de nachtelijke bezoeker:
“Wat is er in Godsnaam met jou gebeurd? Waar blijf je toch?”
“Ik zit aan de overkant van de rivier, drink wat biertjes, zie je naar me wuiven en denk dat ik zwemmend sneller bij jou ben dan met het openbaar vervoer.”
“Wat ben je toch een rare mafkees, maar goed, kom gauw binnen, jongen, doe die natte kleren uit……..dan zal ik eens een lekker warm badje voor je maken.”

Dit is nog eens een leuk, prettig, bevredigend en ook aangenaam einde van dit ‘blikje bier’ verhaal…..althans voor die man, want je kunt je zeker wel voorstellen hoe dat straks verder gaat in dat huisje bij de rivier….na dat badje…...
Maar voor hetzelfde geld verzuipt zo’n man en wordt hij over paar dagen op strand van ’s Gravezande gevonden. Levenloos.
Ik persoonlijk vind het einde van dit verhaal zwaar klote, want dat blonde wijf met die roze nachtpon en die poes is toevallig al jaren mijn echtgenote.....…….maar daar kan die zeiknatte zuipschuit natuurlijk ook weer niets aan doen.
Weet je, ik wou dat ik dat blikje bier nooit had zien staan daar onder die bank langs de Maas.

dinsdag 10 november 2009

Koud

Het ijs staat dik op mijn slaapkamerraam. IJsbloemen. Aan die twee dunne dekentjes, heb ik in lente, zomer en herfst genoeg, maar nu geven ze niet genoeg warmte. Daarom legt ma ’s winters altijd twee door opa afgedankte dikke winterjassen over mij en die flinterdunne dekentjes heen……’Zo, ik zal je eens lekker toedekken en instoppen, jongen,’ zegt ze dan altijd…..ze duwt die dekentjes stevig onder mijn linkerzij, ‘voetjes omhoog’, zegt ze…….en dan flapt ze de dekentjes onder mijn voeten, zodat daar geen kou kan komen.
Ik slaap prima…..met mijn hoofd onder de dekens. Als ik ‘s ochtends wakker wordt voel ik dat de jas die bovenop ligt kletsnat is….’dat is van je adem’ zegt ma….dat zal dan wel…
De slaapkamers zijn boven en alleen in de woonkamer staat een kolenkachel. Boven vriest het bijna even hard als buiten. Het water boven is ijskoud en soms is er helemaal geen water, want dan is het bevroren. Bovendien stinkt dat fonteintje naar oude pies, ‘je vader is te lui om ’s nachts even beneden naar de wc te gaan’, zegt ma………van mij kan het niet zijn….daar kan ik nog niet bij; ook kan die stank komen van het leeggooien van de pispotten van mijn kleine zusjes, die moeten een paar keer per nacht worden wakker gemaakt om te plassen anders doen ze het in hun bed……Daar heb ik gelukkig geen last van…Ik was me dus liever niet aan dat zeikfonteintje……en dat hoeft ook niet……beneden wassen mag ook.
Zodra ik gewekt ben snel ik, als eerste van de vier koukleumers, naar beneden waar ik mijn kleren, die ik daar gisteravond over de eettafelstoel had gelegd,op de zachtjes brandende haard. Kunnen ze alvast een beetje warm worden. Mijn drie zusjes die meestal wat moeilijker hun bed uitkomen als ik, moeten maar wachten.
Ma heeft de tafel al gedekt voor het ontbijt. Mijn zusjes zijn inmiddels beneden en staan te rillen, te bibberen en te wippen van de kou voor de kachel. Gelijk beginnen ze te zeuren over mijn stapel kleren op de kachel.
“Waarom moet jij persé altijd het eerst met je kleren hier over de kachel” en “Denk je dat je de enige bent die het koud heeft” en meer van dat gezeik.
Na een ijskoud washandje over mijn gezicht te hebben gehaald ga ik me aankleden. “Nou, ga eens even opzij dan kan ik mijn onderbroek pakken”zeg ik
“Waarom pak je niet al je kleren tegelijk, dan kunnen mijn kleren er tenminste op”, zegt mijn oudste zus.
“Ik ben zo klaar hoor, het duurt maar even”.
En zo is het ook.
Ma stookt de kachel nog wat op, opent de haard, pakt de kolenkit en schudt wat eierkolen de kachel in.
Binnen een mum van tijd zit ik, ook weer als eerste, te eten.. Altijd boterhammetjes met pindakaas en hagelslag met twee kopjes thee erbij.
Als ik me warm heb aangekleed om naar school te gaan, zegt ma: “Je hebt nog slaap in je ogen, jongen.” Er zitten dan gele klodders pus in mijn ooghoeken. Ik heb me niet zo goed gewassen. Dan neemt ze me nog even mee naar de keuken en met het washandje wrijft ze mijn ogen schoon.
Mijn zusjes lachen mij achter ma’s rug uit. Vlak voor ik naar school ga knijpt ma mij nog even flink in mijn wangen en zegt ze: “Zo, nu heb je een gezonde blos.” en “Doe je best op school, jongen?!”
“Ja hoor, dag mam, tot vanmiddag”.
“Tot vanmiddag, jongen,”
‘Hé, wat ruik ik toch?’ zeg ik, nog voordat ik de deur uitstap.
Later hoor ik, dat de kleren van mij oudste zusje op de haard lagen te verschroeien. Pech voor haar zeg!

maandag 9 november 2009

Roddel

Sinds ik Vera, mijn naaste buurvrouw, de buurtroddel over haar prille vriendje Koos (mijn over buurman) vertelde, voel ik me niet meer zo op mijn gemak. Ik vind Vera wel heel erg leuk en met toenemende jaloezie zie ik, dat er iets moois groeit tussen haar en Koos. Gezellig zitten ze samen al kirrend thee te drinken in haar zonnige tuin…..hij neemt een lekkere cake mee…..’zelf gebakken’ liegt hij……. want ik stond vanmorge naast hem bij de bakker toen hij die cake kocht........zelf gezien. Koos is een alleen wonende gescheiden agressieveling (paar keer op straat zien knokken) en Vera een lieve bewust ongehuwde moeder…….van het dromerige, zweverige type!
Koos helpt een handje in de tuin: gras maaien, heg knippen, struiken snoeien……… hij plakt haar lekke band en vandaag zie ik hem in de weer met het schuren van het houten tuinameublement……….de uitslover............het moet niet gekker worden………maar dat wordt het toch wel…......kijk, nou ……....... staat ie te verven.
Met die roddel dacht ik mijn concurrent Koos uit te kunnen schakelen. Vera vindt het blijkbaar niet zo’n ramp, wat hij had uitgespookt. Ik zou zo’n figuur als Koos absoluut niet in mijn huis willen hebben. Maar Vera............ik kan haar niet volgen………………ze gaan nog steeds veel met elkaar wandelen……………soms ook heel lang …...en zo af en toe dan gaat zij even bij hem in zijn huis………en dan komt hij weer eens in haar huisje, naast mij........en dat gaat zo maar door.........en ik zie het ook allemaal gebeuren.
Wouter is de zoon van Vera……12 jaar…..hij mag achterop de brommer bij Koos ……….. maar hij wìl niet op die ‘stomme brommer’…….. Wouter gaat pesterig expres op de net door Koos geverfde houten tuinstoelen zitten: benen, handen en korte broek zitten onder de groene verf…… .......Wouter zet een verfhandafdruk op een tamelijk net colber dat Koos aan de tuindeurknop heeft opgehangen………….met een ruk, een vloek en een rood hoofd vliegt Koos op uit zijn ligstand in het gras...........dat wordt een pak rammel voor Wouter …….Gelukkig voor Wouter komt Vera er net aan; ze staat tussen zoon en vriend. Zo voorkomt ze erger………maar Wouter weet genoeg………kinderen voelen het vaak perfect aan … …..dat er iets niet pluis is met een persoon……………….daar hebben ze een zesde zintuig voor.
De roddel vertellen geeft me een kick; de angst nadien beklemt, verlamt  me. Koos heeft net een baksteen door Vera’s voorruit gegooid en enkele planten in haar tuin vertrapt. Terwijl ik Vera behulpzaam ben met het herstellen van de schade in haar tuin, komt Koos op ons af. Het zweet breekt me aan alle kanten uit; mijn handen, mijn armen verslappen. Met gebogen hoofd staat hij voor me en haalt met zijn rechtervuist razendsnel naar me uit. Uitgeteld lig ik op Vera’s grasperk. Vaag hoor ik Vera’s gegil en het hese stemgeluid van Koos, die over me heen gebogen staat en me toebijt:
“Ik hèb mijn ex nìèt het ziekenhuis in geslagen, ik heb mijn kinderen nóóit mishandeld, nóóit sexueel misbruikt en ik heb dus ook nóóit in de bak gezeten en luister goed, lul, als je dat nog één keer hier in de buurt rondbazuint maak ik je echt helemaal af, vuile klootzak!”
Verkrampt van boosheid loopt Koos naar zijn huisje aan de overkant; Vera stelpt het bloeden van mijn gescheurde lip en doet er wat jodium op. Dat doet pijn.
‘Je lipje zal gehecht moeten worden, Kurt’ zegt Vera ‘en er móét haast wel een tandje van je loszitten na zo’n dreun.’
‘Lipje……. tandje…….wat klinkt dat lief, zwoel…..’
‘ Trouwens, Kurt zullen we de politie even bellen? Zoiets mag hij toch niet straffeloos doen, lijkt mij……’
‘Nee, laat maar zitten, Vera, dat wil ik niet.’ Die dreun is niet helemaal onterecht; ik heb lopen roddelen …….of  het allemaal waar is weet ik niet.............zou me overigens niks verbazen, hoor.
Het pijntje aan het lipje en het losse tandje………………. wat een taai ongeriefje ………..maar oh, hoe liefdevol is Vera’s zorg……..en wat is het fijn om daarvan te kunnn genieten.

zondag 8 november 2009

De smaak van honing

Zaterdagochtend tussen halftien en tien uur komt iedereen binnendruppelen in het vormingscentrum De Ros. Acht zestienjarigen - zes meiden, twee knullen - en twee groepsleiders, Koos en ik. Het is hier ideaal om het schooljaar af te sluiten: volop bos, duin, strand en we boffen met het weer. Ria arriveert als laatste.
Als iedereen zich gesetteld heeft, maken we ons op voor een flinke boswandeling. In twee groepjes van vijf. Ria maakt wat problemen omdat ze beslist niet bij Koos in de groep wil. Een van de meisjes van mijn groep wil wel met haar ruilen.
Zoals alle leerlingen werkt Ria vier dagen per week. Zij komt elke woensdag naar school. Dan showt ze de laatste mode uit de boetiek waar ze werkt. In haar dancing outfit, zit ze vooral s’ochtends onder de praatsessie, onderuitgezakt, haar gezicht half bedekkend met haar hand. Dromerig staart ze voor zich uit.
Ze houdt meer van doedingen.

Het bos is een dicht aaneengegroeid struikgewas met sompige paden en muggenrijke meertjes.
“O Hèèèèènk getverdegetver een eng beest!”
Ria springt tegen me op en klampt zich aan me vast. Er loopt daar inderdaad een tamelijk grote maar volkomen ongevaarlijke spin.
“Joh, stel je niet zo aan. Dat beest is veel banger voor jou!”
Haar hartje is behoorlijk op hol is geslagen. Ze is warm. Haar prikkelend zoete parfum laat mijn hart rock-'n-rollen.
“Is hij al weg?”
“Bijna,” zeg ik met een knipoog naar de anderen. In afwachting van tot we verder kunnen wandelen, schieten ze een paar foto’s. Ik geniet nog even van haar warme lijf en vlak voordat ze me met een diepe zucht loslaat drukt ze nog even, heel krachtig en geraffineerd haar onderlichaam tegen me aan.
In het toeristenwinkeltje bevredigen we onze kooplust. Ik neem voor mijn vrouw Cora een pot honing mee. De anderen kopen van alles. Een van de jongens een zakmes. De meisjes parfums. Ria zoekt een speciaal lipstickje uit, dat ze gelijk op doet.
“Mooi he, Henk?”
Haar lippen glitteren, lijken groter, vochtiger en dikker. Een lichte tinteling springt door mijn eikel. Ik zeg dat ik die lippenstift niet vind passen bij een boswandeling.
“Heb jij nog wat gekocht, Henk?”
“Honing voor mijn vrouw. Een pot. Daar is ze dol op,” zeg ik.

Na de wandeling is de lunch en dan gaan we de donkere kamer in. Samen staan Ria en Ik gebogen over het bakje met ontwikkelingsvloeistof. Ze is verrukt als langzaam het plaatje zichtbaar wordt: Ria, Henk en het enge beest. Haar lange haren kietelen mijn wang en de zachte amandelgeur van haar parfum geeft me kriebels in mijn buik. Als ik even met een foto flapper om ze wat te drogen zie ik dat ze wat meer knoopjes van haar bloesje heeft losgemaakt.
“Ze zijn mooi hè, Henk?”
“Ja, ze zijn heel mooi, vooral die bij dat enge beest.”
Ik krijg het warm. Ze ziet er uitdagend uit. Het lijkt of ze wil zeggen:
“Henk, hier ben ik, pluk me.”
Het is heel verleidelijk maar plukken kan ik haar niet. Dat kost me mijn baan en mijn huwelijk.

Na het diner gaan we met z’n allen video kijken en misschien een beetje swingen. Ik ga zelf alvast afscheid nemen van mijn groepje. Morgenochtend zijn we er vast te duf voor. Want van slapen zal wel weinig terecht komen.

Ik had het idee dat ik al een tijdje geslapen had. Door haar strelende bewegingen over mijn buik werd ik wakker. Ria lag naadloos tegen me aan. Zo te voelen nog met haar nachtponnetje aan.
“Mag ik bij je blijven liggen?’
“Als je stil ligt, anders kan ik niet slapen!”
Langzaam voel ik gaat haar hand in de richting van mijn stijve.
Ze pakt hem beet en vraagt:
“Kan je hiermee dan wel slapen, Henk?”
“Nee, je hebt gelijk, hiermee kan ik niet slapen,” en ik draai me naar haar om.
We zoenen, strelen, bijten, kietelen, knijpen wild en zacht; ik sla mijn armen om haar heen; zij klemt haar benen strak om mijn rechter bovenbeen en maakt kleine wiegende bewegingen met haar heupen. Ik vraag haar of het oké is als ik haar nachtpon uitdoe; ze trekt het ding zelf al uit en drukt zich weer tegen me aan. Ik doe het licht aan en streel met mijn vingertoppen haar zachte blanke huid en zeg dat ik haar sproetjes tel. Ze moet er om lachen. De kleine schokjes van haar lijf vertellen over haar opwinding.
Ze ziet de pot honing op mijn nachtkastje staan.
“Die is voor je vrouw, he? Mag ik ook een beetje proeven?”
“Ja, natuurlijk.” Ik wil een lepeltje gaan pakken.
“Henk,” ondeugend knikt ze in de richting van mijn pik,
“Stop hem er eens in.”
Vlak voor mijn erectie het begeeft plop ik een flinke dot honing uit de pot
Ria neemt de weer snel groeiende honingplopper, in de mond en laat pas los als alles opgezogen is. Als ik dan wat honing over haar lijf wil gieten, zegt ze:
“Alleen als je me heel goed schoon likt.”
Het begint al weer dag te worden als Ria met haar neusje door mijn borsthaar woelt:
”Jij weet de lekkere plekjes perfect te vinden, Henk.”

We nemen afscheid rond 10 uur die zondagochtend. We vliegen elkaar nog eens allemaal om de nek. Wensen elkaar succes.
“Zeg jij het tegen je vrouw?” vraagt Ria.
“Ja hoor,” lieg ik, “dat is geen probleem bij ons. Ik zou er zelf ook geen probleem mee hebben als zij plezier zou maken met een ander.”
“En jij, Ria? Zeg jij het tegen je vriend?”
“Nee joh, ik kijk wel uit, die gozer is zo vreselijk jaloers en agressief, die zou jou echt afmaken.”
Daar komt hij aan op zijn Puch. Ze rent naar hem toe; ze zoenen elkaar in de rook van de uitlaatgassen. Ze stapt achterop en klampt zich stevig aan hem vast.
“Dag Henk, straks lekker smullen met je vrouw,” zei ze met een duivels lachje.
Later toen Cora mijn souveniertje zou uitpakken begreep ik pas Ria’s lol. Met haar glitterlipstick had ze op het deksel van de honingpot een hart getekend met namen Henk en Ria en op het etiket was de foto van ‘Ria, Henk en het enge beest’ geplakt.
Mijn vrouw en ik hebben daar inderdaad nog lange tijd enorm van gesmuld.

zaterdag 7 november 2009

Vernederen

De lift van de zestien verdiepingen tellende Rotterdamse woontoren is de enige getuige. Maar een lift kan niet praten. Zijn geheim neemt hij mee. Al vijf jaar lang kent hij zijn vervuiler. De vraag is nu alleen nog: wanneer is de grens bereikt?

De lift is snel en schoon. Ik stap in op de vijftiende. Twee verdiepingen lager stapt Rachid in, een joch van elf en zijn iets jongere zusje. Zij heeft mandarijnen en pistachenootjes; hij gaat helemaal op in zijn gameboy.
“Naar school?” vraag ik.
“Ja,” zegt het meisje, “en we hebben schoolzwemmen eerst; ik kan al wel zwemmen en mijn vader niet... en Rachid ook niet, hè … Rachid?” Afwezig schudt hij zijn hoofd..
“Nou, dan ga jij je vader en Rachid toch leren zwemmen?”
Rachid komt even los van z’n gameboy:
“Nee, kan niet, vader woont in Bijlmer”
“En jij dan Rachid, wil jij niet leren zwemmen?” Rachid laat zich verder niet door mij afleiden.
In de hal spreek ik bovenbuurvrouw Janny. Gisterenmiddag lag er een plas in de lift. Eerst dacht ze dat het water was maar bij het opdweilen rook ze de urinestank. Er had dus weer iemand staan piesen in de lift.
“We zullen het er vanavond wel over hebben op de bewonersvergadering, dit kan niet langer zo.” Janny wil naar boven, naar de zestiende maar ze zal moeten lopen want de liftdeuren blijven dicht.

Na een hele dag zittend werk op kantoor, doe ik eens sportief en neem de trap naar de vijftiende. Heeft de lift ook een beetje rust. Zo dadelijk eten en om zeven uur alweer de deur uit.
Als ik de flat uitloop, op weg naar de bewonersvergadering, zitten Rachid en zijn zusje op de stoep voor de flat.
“Moet je niet naar binnen,” vraag ik.
“Neen,” zegt het zusje, “moeder werkt, komt tien uur thuis.”
“Heb je dan geen sleutel?” Rachid schudt alleen maar ‘neen’.
Op de bewonersvergadering heerst ontevredenheid over onze schoonmakers, die de kantjes er van aflopen. Ze sprenkelen wat druppels schoonmaakmiddel in de hal en op de trappen waardoor het daar alleen maar schoon ruikt. De huisbaas zal gaan praten met het schoonmaakbedrijf.
“Zag je die Rachid net nog zitten op het stoepje voor de flat? Beetje triest joch, vind je niet?” zegt Janny in de pauze. “Hij zit bij mijn dochter in de klas. ’t Is geen lieverdje, hoor. Hij luistert slecht, zit vaak te slapen in de klas. Laatst gooide hij een natte prop papier in mijn dochters nek. Ik gelijk naar school natuurlijk. Hoor ik van de meester, dat ze binnenkort geen last meer van hem zal hebben. Hij gaat naar een bijzondere school, omdat hij hier niet mee kan komen.”
De vergadering toont zich machteloos over de perikelen rond de lift. Wie bevuilt er nu zijn eigen nest? Of is het een bezoeker? Hij wacht tot hij alleen is in de lift en doet dan wat hij niet laten kan. We gaan collecteren voor een camera, die de hem betrappen kan.

“D’r is met viltstiften gekrast op de wanden van de lift,” zegt een buurman na de vergadering.
”Graffiti?”
“Nee, het bekende gekladder!”
Niet om aan te zien. Het zouden krassen van een kleuter kunnen zijn, maar dan wel eentje van pakweg een meter vijftig. Bovendien lagen er in de lift sinaasappelschillen, een klokhuis, een verfrommeld zakje chips, een ingedeukt blikje cola en een drol. De lift schokt en hapert.
“Als ik de klootzak, die dat steeds weer flikt in mijn klauwen krijg, maak ik hem af”, zegt mijn boze buurman, die klaar staat met een emmer warme sop en een dweiltje om de troep op te ruimen.
“Heb je dat al gezien?” Hij wijst naar de grote spiegel in de lift. Afgeleid door de krassen, de troep op de vloer en de poep, is me ontgaan dat met een scherp voorwerp een groot kruis gekerfd is in de spiegel. Klodders spuug zakken traag over de spiegel. Dit is van heel recent. Wie doet toch zoiets?

Ik heb een vroegertje genomen. Op het voetbalveldje naast de parkeerplaats wordt gevoetbald. Rachid kijkt toe.
In de berging verzamel ik gereedschap dat ik nodig heb voor het klusje van vanavond en ga naar boven. Het licht doet het niet in de lift; daar ben ik niet rouwig om. Die troep hier hoef ik niet te zien!
Ik ga een dekenkist maken. Als ik net bezig ben met de klus merk ik dat ik sleuteltje dertien mis. Dus moet ik weer naar beneden, hortend en stotend. Nu doet het licht het weer wel.
Ik stap de lift uit, Rachid stapt in.
“Ha, Rachid,” zeg ik. Hij knikt zuinig.
Snel pak ik in de berging de vergeten sleutel dertien. Als ik weer in de lift wil stappen ligt daar een grote plas. Die moet van Rachid zijn! Het kan niet anders. Hij was de laatste gebruiker van de lift voor mij.
Geen reactie, als ik bij Rachid aanbel.’s Avonds rond 10 uur probeer ik het nog eens. Moeder zegt, dat haar kinderen zoiets nooit zouden doen.

De andere dag moet ik lopend naar beneden, want de lift doet het niet. Rachids moeder is het middelpunt van geschreeuw en geween in de hal van de flat. Er staat een ambulance voor de deur; er is ook politie.
Rachid is te ver gegaan. De lift heeft een vrije val gemaakt vanaf de dertiende verdieping. Daar ligt de jongen nu in zijn eigen vuil; met zijn vingers nog stevig om zijn plasser. De lift heeft zijn geheim prijs gegeven. Het vernederen van de lift is Rachid fataal geworden.

vrijdag 6 november 2009

Hasim

Mijn collega Hasim is nu al weer vier weken ziek thuis. Iets met zijn longen. Hij zal wel verrast zijn als ik dadelijk ineens voor zijn neus sta.
“Curieplein” wordt omgeroepen. Hier moet ik er uit. Als het geluid van de metro is verstomd klinken alleen nog mijn voetstappen op het kille perron. Via de roltrap kom ik in de hal waar langs de glazen wanden enkele sjofel geklede Afrikanen dicht bij elkaar staan. Ze kijken even mijn kant op maar vervolgen al weer snel hun gesprek Het Curieplein is een wirwar van busbanen, tramrails en -leidingen, fietspaden, autowegen en een enkel zebrapad. De vele stoplichten knipperen op oranje. Alleen de stank van uitlaatgassen herinnert nog aan de avondspits.
Ik doe het bovenste knoopje van mijn jack dicht en trek mijn muts wat steviger over mijn hoofd. Aan de overkant, bij die drie kantoortorens begint de Havenstraat.
“Helemaal uitlopen en dan naar rechts,” heeft Hasim gezegd.
Als ik langs de kolossale betonnen bedrijfspanden loop die de donkere, uitzonderlijk brede Havenstraat markeren, hoor ik het angstaanjagend, aanzwellend geluid van sirenes. Met hoge snelheid passeren twee ambulances, een brandweerwagen en een ladderwagen.
“Ga je mee, schat,” vraagt een ondervoed en veel te schaars gekleed heroïnehoertje me op de hoek met de Zeileweg. Ze is opeens opgedoken achter de oplegger van een geparkeerde vrachtwagen. Verschrikt glimlach ik en schud mijn hoofd.
Verderop in een donker, beschut hoekje van het bouwvallige bedrijfspand van de ‘Coöperatie’, ligt iemand, in elkaar gedoken, onder een paar kartonnen dozen, luidkeels te snurken.
Achter de ‘Coöperatie’ verrijst de grauwe flat waar Hasim moet wonen. Daar staan de ambulance en brandweerwagens van zojuist. Op een balkon, vier hoog, schuift een brandweerman, een brancard op de uitgeschoven ladder. Traag beweegt die in de richting van de ziekenwagen. Ik blijf staan en kijk ernaar. Op de brancard, aan de zuurstof, ligt, met gesloten ogen, mijn collega Hasim.

dinsdag 3 november 2009

Droomland

Op het moment dat ik, over mijn vrouw Cora heen, het bed in stap krijg ik opeens zin in een nachtelijk avontuur met lieve Lucia. Ik wil dromen over haar. Dus herinner ik me zo vlak voor het slapen gaan haar zachte, vriendelijke gezichtje, haar steile, lange, glanzend zwarte haren. Ik streel haar schouders, haar rug, haar armen, haar taille en haar stevige billen. Mijn handen bewegen zachtjes over haar buik, haar heupen en haar warme grote borsten, met mijn vingertoppen masseer ik zachtjes de hard geworden tepels. Ik schuif mijn onderlichaam naar voren en druk het dekbed in een stevige prop tegen me aan.
Cora raakt verzeild in een verschrikkelijke hoestbui. De siddering van angst door haar betrapt te worden doet mijn opwinding in een mum van tijd verdwijnen. Met een ruk komt ze omhoog, neemt een slokje water, een stophoestje en ze valt weer als een blok in slaap. Ik ga op mijn rug liggen, de wind loeit om het huis en ik hoor ruzieachtig geschreeuw in de buurt..
De angst verdwijnt en maakt plaats voor gevoelens van schuld over mijn ontrouw en begeerte. Ooit fantaseerde ik volop over Cora. Zoals destijds ik haar in mijn spinsels liet genieten, verwen ik nu Lucia… en mezelf. Lucia, van oorsprong een Griekse, is niet ouder dan veertig geworden. Ze was zeven jaar in Nederland; ik kende haar een jaartje, via mijn werk. Cora is vierenvijftig; we delen al meer dan dertig jaar lief en leed. Ze is lief en zorgzaam. Net als ik. Hoewel… hoe lief en zorgzaam ben je eigenlijk als je je naast je vrouw zo ligt op te geilen!?
Ik woel me op mijn linkerzij en ben weer zorgeloos met Lucia. Zorgvuldig zoekend naar de juiste Nederlandse woorden hoor ik haar lage, enigszins hese stem zeggen, dat ik zo echt, aandachtig en zorgvuldig ben. Ze lacht smakelijk over het venijnige verhaal dat ik schrijf over onze vroegere directeur, die we beiden zo haten. Ze doet haar kleine bril met donker montuur af, waardoor ze nog wat zachter, warmer, dichterbij is. Ze is er blij om dat ik het zo naar mijn zin heb in mijn nieuwe baan. Aandachtig luistert ze naar mij en moedigt mij met kleine uitnodigende knikjes aan verder te vertellen. Ik praat enthousiast over een voorstelling van cabaretier Hans Teeuwen, zeg haar dat ik het heel leuk zou vinden om samen met haar eens naar het theater te gaan. Even streel ik haar kleine smalle hand, die ze nu voor de tweede keer tijdens mijn verhaal op mijn bovenbeen neerlegt. Een warme tinteling gaat door mijn lijf.
Het is inmiddels half twee en nog slaap ik niet. Ik heb een ontzettend droge mond. Ga naar de badkamer voor een paar slokken water. Doe gelijk een plas in de wasbak en kan met moeite de aandrang onderdrukken om mezelf te bevredigen.
Ik stap weer in bed naast de luid snurkende Cora. Slapen wil ik nu. Meestal lukt me dat door mijn uitademingen te tellen. Maar de begeerte blijft…een half jaar geleden waren Lucia en ik voor het laatst bij elkaar. Bij haar thuis lunchten we. Ze was alleen, haar kinderen waren bij haar ex. Ik had een zelfgebakken bruin broodje meegenomen. Ze had dolmakadia’s, omelet met feta, en baklava’s klaargemaakt; de heerlijke geur van tijm en koriander verraadde nog meer lekkers. Ze toverde de eettafel met kaarsjes, bakjes verse groenten, olijven en stokbrood, bijna dansend om in een smaakvol impressionistisch schilderij. Toen moet ze al zo ziek zijn geweest. Ik merkte alleen dat ze wat minder boezem had.
Ze wilde graag nog met mij naar Griekenland gaan. Haar land laten zien. En ik zei spontaan dat ik met haar mee zou gaan. We zouden daar nog over bellen. Later bedacht ik me dat ik het niet kon maken om Cora hier alleen achter te laten. Het zou beslist niet ‘echt, zorgvuldig en aandachtig’ van me zijn.
Maar Griekenland ging niet door. Wel voor Lucia.. Ze was daar nog maar net toen ze in een ziekenhuis moest worden opgenomen. Een buikvliesontsteking; de operatie mocht niet meer baten.
Het wordt echt veel te laat. Ik kom maar niet in slaap. Mijn kussen is drijfnat. Als ik nu een slaappil inneem ben ik straks zo duf als een konijn. Ik doe het toch maar.
Het duurt even voordat die pil werkt. Ik voel dat ik aan het wegzakken ben maar onwillekeurig ben ik weer met Lucia. Drie maanden is ze nu alweer in Morgenland. Ze legt haar hoofd op mijn schouder, plukt aan mijn borstharen en vertelt over de ondragelijke pijn op het laatst. Ze voelde zich zo alleen zonder mij. Dan pakt ze mijn hand en legt die op het mooie litteken vlak onder haar navel.
Met dat beeld moet ik uiteindelijk in slaap gevallen zijn.
Om exact zeven uur wekt Cora me met een heerlijk kopje koffie. Het nachtelijk avontuur is er niet van gekomen.