maandag 16 november 2009

Blikje bier

Een blikje Heineken midden onder een van de bankjes langs de Maas vlak bij de Euromast in Rotterdam. Het is open en zit nog helemaal vol……de vraag is alleen ……wat zit er in……………pies? ……….. regenwater………………..of pils………. wie zal het zeggen?
Gisteravond, zo tegen middernacht, stond het er in ieder geval nog niet. Vanmorgen wel. Precies midden, onder de bank.
Iemand zat hier, op enig moment van de nacht, waarschijnlijk met de benen wijd, de blik gericht op het golvende water van de rivier, de rug recht tegen de leuning……………neemt een slok…………en slaat dan zijn armen wijd uiteen over de bovenzijde van de rugleuning van de bank.
Vanmorgen rond half acht jog ik langs de bank….……dat groene blikje trekt mijn aandacht……het kost me weinig moeite me voor te stellen dat hier, op die bank in de loop van de nacht, iemand relaxed een biertje zit te drinken. Dan moet hij na enige tijd het gevoel gekregen hebben: dat valt niet mee, zo’n blik constant in de hand houden….dus…. zet het maar even weg. De eerste plek die daarvoor in aanmerking komt is die tussen zijn benen. Maar daar dreigt het gevaar van omvallen en een nat kruis……dat dus maar niet en…………hij bukt zich en zet het blikje onder de bank precies onder zijn kont.
Het zou kunnen zijn dat dit niet zijn eerste blikje is van die avond en nacht. Misschien heeft hij er al tien gehad; misschien vijf of vijfentwintig. Zeker is dat hij het biertje na de eerste slokjes vergeet; want het blikje zit nog nagenoeg vol met ……inderdaad bier. De afvalbak naast de bank zit propvol met bierblikjes….zeker een stuk of twintig. Wat speelt zich in deze tamelijk koele nacht nu verder af?
Opeens ziet hij aan de overzijde van de Maas, als het ware in een visioen, zijn maĆ®tresse wuiven en wenken ‘kok, kom’. Pardoes duikt hij, zonder acht te slaan op de verdraaid sterke stromingen en de verraderlijke draaikolken, de zwaar vervuilde rivier in. Als hij er vanaf deze plek is ingedoken, dan moet hij al zijn kleren nog hebben aan gehad. Want hier op de kade is niets meer van hem terug te vinden dan dat blikje Heineken. Hij moet geheel gekleed naar de overkant zijn gezwommen. Recht naar de overkant zwemmen kan door die stroming absoluut niet. Hij wordt minstens vijfhonderd meter richting zee gesleurd, voordat hij op de kant kan klauteren……ALS hij op de kant kan klauteren bij die vijf graden Celsius. Als hij het trouwens gaat redden, dan komt dat door de alcohol…….bizar…..gered worden door de alcohol. Zijn geliefde is nog steeds onbereikbaar ver…… van hem gescheiden door de scheepswerf en een haven. Onvermoeibaar wuift ze hem toe wenkt hem naderbij.
Maar zijn energie is op, de kou werkt verlammend op zijn spieren Hij wordt duizelig. Door het ijskoude water gaat zijn bijna bevroren lijf langzaam over in een staat van gevoelloosheid. Erger wordt het gelukkig niet…….…want de andere oever is bereikt. Hij klautert zo goed en zo kwaad als het gaat op de kant. Snelle hulp is nu geboden. Vlakbij de rivier staan wat huisjes. Er brandt nergens licht meer. Het is nacht maar daar kan hij geen rekening mee houden. Hij belt hij aan bij het eerste het beste hoekhuis. De hond (zo te horen een erg grote) gaat vreselijk te keer. Boven hem uit het raam vraagt een slaperig mannenhoofd wat of hij moet.
Hij zegt dat hij overboord geslagen is…………dat hij het koud heeft…………..of hij zich hier misschien wat kan opwarmen en droge kleren te leen kan krijgen.
“Oprotten, en gauw een beetje of ik bel de politie,” snauwt de slaperige man.
Ook bij de volgende drie woningen waar hij aanbelt gaat het min of meer zo. De bewoner van de vijfde woning geeft hem niet eens de kans om aan te bellen. Met een bijl in de aanslag staat hij in de deuropening. Bij de zesde woning heeft hij meer succes.
Een vrouw van een jaar of vijfendertig gehuld in een licht doorschijnende roze nachtpon tot halverwege haar bovenbenen, haar steile blonde haren reiken net tot op haar schouders, op haar linkerarm zit een cyperse kat. De vrouw kriebelt de kat over zijn kopje. Hoofdschuddend lacht ze naar de nachtelijke bezoeker:
“Wat is er in Godsnaam met jou gebeurd? Waar blijf je toch?”
“Ik zit aan de overkant van de rivier, drink wat biertjes, zie je naar me wuiven en denk dat ik zwemmend sneller bij jou ben dan met het openbaar vervoer.”
“Wat ben je toch een rare mafkees, maar goed, kom gauw binnen, jongen, doe die natte kleren uit……..dan zal ik eens een lekker warm badje voor je maken.”

Dit is nog eens een leuk, prettig, bevredigend en ook aangenaam einde van dit ‘blikje bier’ verhaal…..althans voor die man, want je kunt je zeker wel voorstellen hoe dat straks verder gaat in dat huisje bij de rivier….na dat badje…...
Maar voor hetzelfde geld verzuipt zo’n man en wordt hij over paar dagen op strand van ’s Gravezande gevonden. Levenloos.
Ik persoonlijk vind het einde van dit verhaal zwaar klote, want dat blonde wijf met die roze nachtpon en die poes is toevallig al jaren mijn echtgenote.....…….maar daar kan die zeiknatte zuipschuit natuurlijk ook weer niets aan doen.
Weet je, ik wou dat ik dat blikje bier nooit had zien staan daar onder die bank langs de Maas.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten