Posts tonen met het label kattenbak. Alle posts tonen
Posts tonen met het label kattenbak. Alle posts tonen

donderdag 7 juli 2022

SITA, ONZE HOND (3)

 

Toevallig zie ik dat daar een voederbakje staat     met nog een paar stukjes runderhart … jamjam … die scoor ik straks wel … hoewel … ik kan me  nooit zo goed beheersen. 

’t Moet een rooie zijn, die kat hier, allemaal rooie haren op de vloer.  

Hé, wat goed zeg! Ik heb er niet eens om hoeven vragen: Carola zet zo maar een bak water voor me neer. Te gek. Ga gelijk een beetje lebberen. Terwijl ik drink streelt ze me met twee handen mijn oren … ze knijpt er zachtjes in. Lief. Ze heeft alleen die drinkbak te dicht bij die kattenbak gezet, dat moet wel anders. Nou ja, dat komt nog wel.

Tsjonge, jonge, jonge, wat huilt mijn baasje krokodillentranen: ‘We zouden Sita toch zò graag houden maar dat kàn echt niet samen met onze Annabelle … kijk, nú verscheurt hij alleen nog maar schoenen en tasjes … maar straks, ik moet er niet aan denken, dat hij zich aan die kleine schat van ons vergrijpt.’ Mijn bek valt wijd open, boos word ik,  als ik Ton zo hoor,  ‘… neen, Sita móét echt bij ons weg … we weten nu alleen nog niemand voor hem … we zouden het zó erg vinden om hem naar het asiel te brengen … hij is zo’n lieve hond … èn zindelijk. Hé, bedenk ik me nou, misschien is Sita wel wat voor jullie, Jee en Carola?! Volgens mij zijn jullie echte hondenmensen.’ ‘Ja, goed idee van jou, Ton,’ zegt Ans.  

Ik heb allang gezien dat die Jee en Carola me willen hebben ….ze zien dat ik een goede hond voor hen ben … het zijn mensen met hondenkennis … ze zijn gewoon aardig voor mij, dat voel ik.  Lekker relaxt zitten  Jee en Carola op de bank … ik, op de vloer tussen hen in, lig te zwiepen met mijn mooie langharige staart.

Ton haalt mijn mand met al mijn spullen uit zijn auto en zet alles neer naast de voordeur, bij die kattenbak. Als die nieuwe baas nu maar niet denkt, dat ik daar in de stank ga liggen. Ik ga er nu alleen even heen  om die verrukkelijke stukjes runderhart naar binnen te gooien … heerlijk. Hé …  wat hoor ik nou? Een blazende kat? Of vergis ik me? Er is hier geen kat te bekennen.

‘Ik weet zeker dat jullie veel plezier aan Sita zullen beleven,’ zegt Ton. ‘Ja, denk ik ook,’ zegt Ans. De schijnheilen.  Ze gaan weg, aaien me nog een keer over mijn kop … ben zo  blij dat ik van dat stel af ben, dat wil je niet weten. Ik ga geen uitgebreid afscheid van ze nemen … een knuffel voor de baby? …  ach, ze verstaan me toch niet.  

Dalijk lekker effe naar buiten. Ik moet wel nodig.

(wordt vervolgd)

woensdag 6 juli 2022

SITA, ONZE HOND (2)

 

Dit is de dag nadat ik een schoen van Ton, een handtasje van Ans en een trappelzakje van Annabelle kapot knauwde. In Rotterdam, gaan Ton en Ans een flink potje zitten overdrijven over mij, tegen Jee en Carola: wat een lieve, leuke, aardige en gezellige hond ik toch ben … tot baby Annabelle kwam.

‘Ja, meneer Sita krijgt minder aandacht, hè? Meneer Sita wordt een beetje jaloers, hè? Meneer Sita gaat dan uit protest het laptopkoffertje van het baasje maar onderpiesen, hè?!’ Zittie me met een zuur gezicht aan te kijken, die sukkelbaas van mij, terwijl hij me, bij elke lettergreep die hij uitspreekt, met zijn knokkels  venijnig op mijn kop tikt. Alsof ik geen gevoel heb. Dierenbeul! Ja, sorry hoor.

‘Hé, Ton, doe es even rustig joh, dat beestje heeft ook gevoel.’ zegt Jee.  Goed zo, Jee. Het wordt .  hoog tijd dat er dierenpolitie komt. Een simpele ziel is het die Ton … het heeft helemaal niks met jaloezie te maken … sinds de geboorte van Annabelle laten ze me steeds korter uit  … daar word ik gewoon bloednerveus van, logisch toch? Ik moet èrgens mijn behoefte doen. Als hùn wc-deur steeds op slot zit, moeten ze toch ook ergens anders gaan staan plassen? En … dan hoor ik hem ook nog zeggen ‘hij bijt onze spullen kapot.’ Ik ga ergens anders liggen … met mijn kop op Jee zijn voeten … vindt hij goed ...

Ja, als ze me zenuwachtig maken, ga ik uit mijn dak, dat wel. Kan ik het helpen? Zo zit ik nu eenmaal in elkaar. Ik ben ook maar een simpele hond.

Ton zegt doodleuk, waar ik bij zit, dat ie van me af wil. Naar een asiel nog wel! Ans zit instemmend te knikken. Dat zeggen ze  natuurlijk alleen maar om medelijden op te wekken bij  Jee en Carola, zodat ze me dan overnemen. Geniepig mannetje! Met Jee en Carola, zie ik het wel zitten.  Jee aait me over mijn koppie, klopt me zachtjes op mijn rug … lekker … rek me helemaal uit en wrijf m’n neus langs zijn benen .

Godzijdank hebben ze hier geen kinderen. Een nadeel, zeg maar gerust een ramp, is de kat, die ze hier hebben. Een kat in nood deelt gemene krabbels uit. Dat heb ik tenminste wel eens op straat gehoord. Tot nu toe ruik ik dat beest alleen nog maar. Die kat heeft mij vast al in de smiezen. Ik heb geen flauw idee waar hij of zij uithangt. Er komt een misselijk makende geur uit die bak naast de voordeur … gatver … veel drolletjes liggen er in. Toevallig zie ik dat daarnaast een voederbakje staat     met nog een paar stukjes runderhart … jamjam … die scoor ik straks wel … hoewel … ik kan me  nooit zo goed beheersen.

 

(wordt vervolgd)

vrijdag 15 april 2022

ZUIGEN

Op de late vrijdagochtend staat stofzuigen op het programma. Een prettige activiteit tegenwoordig. Ik doe het op muziek met de blue tooth koptelefoon op. Meestal  beluister ik dan Them of the Animals.  Mijn poes wordt panisch van de stofzuiger. Hij verstopt zich zo ver mogelijk onder mijn bed.  Komt de stofzuiger daar in de buurt dan trippelt Thijs (want zo heet de kater) stilletjes en heel snel naar zijn andere veilige haven, achter het televisiemeubel … daar is al gezogen. Veel stof is niet of nauwelijks zichtbaar; het komt de woning binnengewaaid door ramen en kieren ... binnengelopen aan schoenen, meegelift op jassen en tassen van bewoners of bezoekers. Ook slijtage van meubels, vloerbedekking en gordijnen veroorzaken een continue stroom van minieme hoeveelheden stof.

Veel zichtbaarder en daardoor veel irritanter is een andere categorie opzuigsel: de haren, die mijn kater niet meer nodig heeft en van zich af schudt. Er is geen plek denkbaar of hij heeft er wel eens een dot haar laten fladderen. Thijs is er een van de langharige soort. Cypers, rood-witte vacht. Op mijn zeer donkerblauwe vloerkleed valt elk vlokje haar op.

Verder vult de stofzuiger zich voornamelijk met kruimels shag, die tijdens het draaien van sjekkies op de vloer vallen … en met de as die van peukies afgevallen is. Ook doet de stofzuiger zich te goed aan: geknoeide etensresten zoals brood- en koekkruimels … stukjes aardappel en groente …  gemorste lekkernijen als rozijntjes, die zitten vaak vastgekleefd aan de vloerbedekking omdat er op gestaan is … en met achteloos weggegooide verpakkingen van lekkernijen, als bijvoorbeeld die dunne zilverpapiertjes van paaseitjes.

Dan moet er gedweild worden. Gemorste koffie en ingetrapte koekkruimels … stukjes rauwe ui, paprika of kip, tijdens het snijden weggeschoten van de snijplank op het aanrecht … op de grond gevallen en vervolgens vermorzeld tussen schoenzool en laminaat. Door het hele huis heen zijn hiervan weer de plakkerige  gevolgen te vinden. Als ik een week niet dweil kleef ik aan de vloer vast.

In de buurt van de kattenbak moet sinds kort iets grondiger gesopt worden. Thijs is kieskeurig. Als zijn bak iets te vuil is naar zijn zin, zeikt hij er gewoon naast. Ik heb dit pas kortgeleden ontdekt. Het vieze, weeïge lijkluchtje kan ik aanvankelijk niet thuisbrengen. Vòòr de kattenbak, zie ik dan een bijna opgedroogd plasje liggen. Ik kniel voor de kattenbak, druk mijn neus bijna in dat plasje en…ja hoor, dit is de geur die al wekenlang voor een ongerieflijke luchtje zorgt in huis. Opgedroogde kattenpis dus…óók een vloerkleedje stinkt ernaar. En een over een kastje heen  hangend kleedje is door Thijs besproeid. Er zit niets anders op: weg er mee (met die kleedjes dan, met  Thijs nog even maar niet). Onder Thijs zijn kattenbak (en ervòòr) gaat vanaf nu een dik pak kranten. Ik controleer daar elke dag en dweil extra als ie er naast gezeken heeft.

Met Thijs heb ik het er ook nog over gehad om vrijwillige euthanasie op hem toe te passen maar daar zijn we nog niet helemaal uitgekomen.

donderdag 10 december 2009

Bijna Kerst: drie observaties

1.
Vlak voor de kattenbak ligt een dampende donkerbruine kattendrol.
De weeë, misselijkmakende geur van tot stront verteerd kattenblikvoer, vermengd met scherpe, de neus en ogen irriterende, ammoniakgeur van enkele dagen oude kattenpies. Duizenden kleine vochtabsorberende korrels in de kattenbak zijn zeiknat, evenals de kranten daaronder. Tientalle drolletjes duiken tussen die roze korrels op.
Langs de wanden van de kattenbak druipt dunne poep. Kokhalzend kieper ik de bak leeg in de vuilnisbak en poets met water en heel veel zeep de viezigheid op de bodem en de wanden weg.
Poes Nijntje kijkt vanuit haar veilige plekje onder de bank met pretoogjes toe, steeds luider spinnend.

2.
Koud, donker en heel stil. Geritsel van bladeren. De zaklantaarn aan. Gelijk weer uit. Mag niet gezien. Beveiliging. Een groen luik. Zit vast met een hendel. Forceren met de schroevendraaier. Nu de ruit. Sla er een klein gat in. Zonder geluid. Beveiliging. Toch glasgerinkel. Mijn hart bonst in mijn keel. Droge mond. Zweet. Barst uit mijn kop. Linkerarm door het gat in het raam. Draai het raam open. Trek arm terug. Iets te vlug. Glas krast mijn pols. Stroperig vocht vloeit in mijn hand. Plakkerige vingers. Geen hulp.Trillende benen. Knikkende knieën. Licht in het hoofd. Dan wordt alles zwart.

3.
Paul loopt de hal van het flatgebouw in. Zijn mond valt open. Kerstsfeer? Hier? Woede verschijnt in zijn ogen. Vergeet te ademen. Met een steeds roder wordend hoofd rent hij naar de kerstboom. Springt hoog op, slaakt een rauwe kreet en velt de boom met een karatetrap. Krakend en tingelend vallen kerstballen aan diggelen.
“Weg, weg,” half hijgend, half gillend rukt hij de goudkleurige kerstslingers van de ramen. Met de kerstboom slaat hij de kunststof kerstman van de muur, die hij in blinde woede platstampt, terwijl hij ‘Jingle bells” krijst. “Nu de fik er in,” schreeuwt hij. Eerst brandt de kerstman, dan die kleine rode kerstklokjes langs de liften.
Verstikkende rook verdrijft Paul weer naar buiten.