vrijdag 25 september 2009

Plonie

Ons vlooientheater slaapt. Ze ligt daar op haar zij naast de radiator. Zwaar ademend, piepend. De vier pootjes en haar gekromde rug vormen samen een cirkel. Onze vorige poes, lag twintig jaar terug in exact dezelfde houding dood op het balkon. Zij is twaalf geworden.
Plonie, is al weer achttien; ze heeft haar vacht al maanden niet meer gewassen. Kan ze ook niet. Veel te stram. Maar vals krabben dat ze kan! Als ze gekamd wordt. Ze tatoeëert mijn armen, mijn buik en soms ook mijn gezicht in ruil voor de dikke plukken rondvliegende haren.
De glans is van haar af; ze is mottig, pluizig en ze stinkt.
Nu slaapt ze op haar kleedje. Het kleedje met de uitgevallen haren, vlooieneitjes kattenbaksteentjes en aangekoekte stront. Ze neemt het niet zo nauw meer met hygiëne. Ze gaat nog wel keurig op de kattenbak maar maakt daar haar boodschap niet meer af. Halverwege stapt ze eruit en gaat met een stuk drol aan haar kont via de vestibule naar de woonkamer waar haar kleedje ligt. Ergens op deze route valt de restdrol. Gelukkig meestal op het kleedje.
En dan heeft ze het ook nog aan haar longen: haar ademhaling piept en soms staat ze een kwartier te rochelen. Toch is ze nog behoorlijk fit vind ik want als ik met de stofzuiger achter haar aan zit blijft ze maar wild heen en weer rennen, op zoek naar een veilig plekje. Dit houdt ze zeker wel een kwartier, soms wel twee kwartier vol. En als ik haar daarna ook nog eens met de natte zwabber opjaag, dan lijkt het haast wel of ze een betere conditie heeft dan ik. Dan hoor ik geen gerochel of gepiep van haar luchtwegen. Dus denk ik soms wel eens dat ze zich op haar vieze kleedje behoorlijk ligt aan te stellen. Misschien doet ze dat wel om lekkerder eten te krijgen of zo.
Maar dat heeft ze dan mooi mis!
Ze slaapt en piept en ligt zowat voor dood op haar gore kleedje. Ik kijk naar haar en til mijn arm op. In mijn rechterhand een baksteen in mijn linkerhand een nieuwe schone, lege, nog glimmende vuilnisbakzak. Zonder verder nadenken sla ik met volle kracht de schedel van Plonie tot pap. (met mijn rechterhand natuurlijk, want met mijn linkerhand zou dat, zeker nu, nooit lukken; volgens mij kan je met een lege vuilnisbak zak nooit, maar dan ook nooit het schedeltje van een oud poesje inslaan).Geen kik geeft ze. Bloed ligt nu overal in de kamer. Natuurlijk niet zo veel, want het is maar een klein poesje, maar overal waar je kijkt zie je wel wat, op sommige plekken veel bijvoorbeeld daar waar de kei op haar kopje terecht kwam daar ligt wel het meeste bloed, maar op de kast, die mooie kast, zo noemen we die, het lijkt wel of op die mooie kast vierentwintighonderd muggen doodgemept zijn. Jammer ook bloedspetters op mijn nieuwe (dure) schoenen. Ik had ze nog wel willen uittrekken. Helemaal vergeten. Omdat ze nu toch al helemaal verziekt zijn trap ik, met de hiel van mijn rechtervoet haar kopje nog wat platter dan het al was. En het zelfde doe ik nog een dunnetjes over met mijn andere voet. Dan komt de lege vuilnisbak in het spel. Ik neem het iele staartje van ons huisdiertje tussen duim en wijsvingers, til het vederlichte wichtje op en laat het los het in de zak. Volgens mij trek ik er een vreselijk vies gezicht bij. Maar dat is natuurlijk niet zo vreemd eigenlijk. Ik doe de nieuwe schoenen, de baksteen en (bijna vergeten) het stinkkleedje ook maar gelijk weg.
Nu eerst nog even een sopje maken, de bloedspetters wegpoetsen en dan achter elkaar naar het afvalverwerkingsbedrijf: de kadavercontainer……..ze is gelukkig niet de enige…….volop kadavers in de container ……ik zie ……een bouvier,…..een Siameesje…..een yorkshire terriër……..ja daar, heel diep, een cavia, zwart wit, …….een reiger……..een zwanenenjong……een Duitse staander …….een papegaai een kraai…..het lijkt wel of die nog leeft………ja, verdomd hij vliegt gewoon weg…………en tenslotte, vlak naast onze Plonie: een goudvis (nee hoor, dat was maar een geintje………. dat van die goudvis dan, hè).

Geen opmerkingen:

Een reactie posten