dinsdag 22 september 2009

Bloed prikken

De vrouw is nog redelijk slank. Ze heeft roodbruine lange haren en haar bleke blanke gezicht is bedekt met sproeten en een bril. Ze draagt een spijkerjasje en een zwart-wit gestreepte, strak zittende broek. Haar man schat ik op 180 kilo, hun veel te dikke dochtertje van drie á vier jaar oud heeft een rond gezichtje met fors uitpuilende wangen en daartussenin een varkensneusje, dat alle aandacht trekt. Ik zit in de wachtruimte van de prikkamer van het ziekenhuis. De vader kan nog net twee stoelen voor zichzelf bemachtigen. Het meisje schuift achter het kinderbureautje, pakt kleurpotloden, kleurboek en gaat aan de slag. Moeder trekt zich met een maandverbandtasje enigszins schichtig terug op het toilet, dat grenst aan de wachtruimte.
De oversizede vader straalt een enorme rust uit. Zijn dochtertje kleurt en neuriet alsof het thuis is, vader strijkt haar, liefdevol glimlachend over haar halflange blonde haren. De man maakt een krachtige en verzorgde indruk; is goed gekleed…..zijn XXXL pantalon en dito geruit overhemd verbloemen op aangename wijze zijn overgewicht……………..zijn weinige haar is glad op zijn hoofd geknipt.
Moeder komt terug, pakt een stoel en gaat achter haar dochter zitten. Vader en moeder wisselen een blik van verstandhouding……. ook voor zijn vrouw heeft hij die zachtaardige liefdevolle glimlach.

“Er zijn er nog een heleboel voor je, hoor!” zegt een andere wachtende, die blijkbaar niet tegen stilte kan. Want elke minuut kreunt hij dat het wel erg lang duurt …….en dat het wel heel langzaam gaat allemaal. Hij probeert geregeld oogcontact te maken met medewachtenden. Maar de meesten zitten niet om een lulpraatje met hem verlegen.

“Die heeft nummer 17, zegt de gehandicapte dame luid lachend tegen haar begeleidster, als een zwaar geparfumeerde dame, met een vers, parmantig permanentje en gehuld in een lange groengele jas met glad bontje haar nummertje trekt. “Die zal nog even geduld moeten hebben, hi, hi.”
Mevrouw nummer 17 ziet gelijk wat voor vlees ze in de kuip heeft en accepteert de lollige opmerking grootmoedig. Ze neemt plaats tegenover haar:
‘’Ja, ik heb nummer 17 en u, welk nummer heeft u eigenlijk, mevrouw?”
“Ikke…….eh……ik heb nummer 2, ik ben lekker zo aan de beurt!”
“Zullen we van nummertje ruilen, mevrouw?”
“Ja, je denkt toch zeker niet dat ik gek ben?”
‘’Maar natuurlijk denk ik dat niet, mevrouw’’ en meewarig lachend vist ze een Privé uit de oudbakken leesportefeuille op het lectuurtafeltje naast haar.

Ineengedoken komt ze binnen; haar rechterarm zit in het gips en haar linkermondhoek is ver naar omlaag getrokken……..hersenbloeding ……zal wel. Dikke wallen heeft ze onder haar ogen; haar gelaat is diep gegroefd………..soms kan je maar beter gelijk dood zijn. Haar man loopt nog fier en rechtop. Hij trekt het nummertje. De rechtermouw van haar slappe lichtblauwe vestje bungelt er maar bij. Zij houdt haar gipsarm strak tegen haar buik.

Ik ben aan de beurt. Het bloed spuit gretig de buisjes in. Ik moet gecontroleerd worden op het lithiumgehalte in mijn bloed………uit het bloedonderzoek moet blijken of de schildklier het nog wel goed doet. Als het niet goed is hoor ik het de andere dag. Als het wel goed is hoor ik niks…….nou ja……… pas bij de eerstvolgende afspraak met mijn psych.
“Geen bloedverdunners?” vraagt de prikzuster.
“Nee, die heb ik al een tijdje niet meer.”
Dan hoeft ze niet zo veel verband om het prikgaatje te leggen.
Een klein gaasje met een plakkertje voldoet om het bloed te stelpen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten