zaterdag 5 september 2009

Winter

Het ijs staat ’s winters dik op mijn slaapkamerraam. De twee dunne dekentjes zijn niet warm genoeg. Daarom neemt ma altijd twee door opa afgedankte, dikke winterjassen mee, om me toe te dekken. Ik kan me niet herinneren ooit wakker te hebben gelegen van de kou. Wel waren ’s ochtends de jassen kletsnat van de condens. ‘s Winters slaap ik altijd met mijn kop onder die dekens en jassen.

Alleen beneden hebben we een kolenkachel staan. Boven vriest het bijna even hard als buiten. Daar is ook alleen koud water. IJskoud. Bovendien stinkt het fonteintje naar oude pies, waarschijnlijk van mijn vader, want ik kan er nog niet bij; ook zou het van leeggegooide pispotten geweest kunnen zijn van mijn kleine zusjes. In die stank ga ik mijn tanden niet poetsen! Dat hoeft ook niet. Beneden mag.

Zodra ik ’s morgens gewekt ben snel ik mij, als eerste van de koukleumers, naar beneden waar ik mijn kleren op de kachel leg. Kunnen ze alvast een beetje warm worden. Mijn zusjes die meestal wat moeilijker hun bed uitkomen, moeten maar even geduld hebben dan.
Ma heeft de tafel al gedekt voor het ontbijt. Na een ijskoud washandje over mijn gezicht te hebben gehaald kleed ik me aan. Mijn zusjes zijn inmiddels beneden en staan te rillen en te wippen van de kou voor de kachel. Gelijk begonnen ze te zeuren over mijn stapel kleren op de stoel.
“Waarom moeten jouw kleren persé altijd op de kachel? en “Denk je dat je de enige bent die het koud heeft” en meer van dat gezeik.
“Nou, ga eens even opzij dan kan ik mijn onderbroek pakken”zei ik
“Waarom pak je niet al je kleren tegelijk, dan kunnen mijn kleren er tenminste op”, zegt Ida.
“Ik ben zo klaar hoor, het duurt maar even”.
En zo is het.

Ma stookt de kachel nog wat op en gooit er een beetje eierkolen bij.
In een mum van tijd zit ik, ook weer als eerste, te eten. Altijd boterhammetjes met pindakaas en hagelslag en twee kopjes thee..
Als ik me warm heb aangekleed om naar school te gaan, zegt ma: “Je hebt nog slaap in je ogen, jongen.” …… gele kloddertjes pus in mijn ooghoeken…… niet zo goed gewassen……..
Dan nam ze me nog even mee naar de keuken en met het washandje wreef ze mijn ogen schoon.
Mijn zusjes lachen mij dan stiekum uit. Vlak voor ik naar school ga knijpt ma mij vaak even flink in mijn wangen en zegt ze:
“Zo….. nu heb je een gezonde blos.” en “Doe je best op school, jongen.”
“Ja hoor, dag mamma, tot vanmiddag”.
“Tot vanmiddag, jongen,”

‘Hè, wat een vreemde lucht ruik ik toch…..” zeg ik nog voordat ik de deur uitstap.
Dat klopt, de kleren van mijn jongste zusje liggen op de haard te verschroeien.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten