dinsdag 27 juli 2010

Lift in minirok (2)



Mijn collega Maarten schiet me aan: 'Ken jij Laurie Toop nog', Ton?
'Nou, en of ik die ken!'
'Ik ben met haar getrouwd,'zegt Maarten.

Natuurlijk. Hij is die Maarten van toen van Laurie en dus ook nu nog. 
Laurie ziet je naam staan in het schoolboekje. 'Die zat in Utrecht bij me in de klas.' 
‘Nog steeds op waterpolo samen?’ 
‘Ja, dat houden we er voorlopig in.’ 
‘Ja, Maarten en Laurie, goh, leuk zeg. Ik eh ik heb drie jaar niks meer van Laurie gezien of gehoord. Ik ben blij dat ze nog leeft. Wat is er in godsnaam gebeurd? Ze bleef opeens zo maar weg van school?’ ‘Zwanger ... abortus ... allerlei vervelende complicaties ... psychisch ook.’ zegt Maarten, ‘het was echt ons kindje, zeker weten, DNA weet je ... maar toch gingen, heel even, de gedachten uit naar een Utrechts vriendje van haar als mogelijke verwekker.’ 
‘Nou ja, Maarten, ik ben nog niet zo technisch, dat ik in staat ben een vrouw op afstand te bevruchten.' ‘Over veertien dagen kunnen jullie je kennismaking hernieuwen op de docentenavond. Laurie zal er ook zijn ... die van jou ook?’ 
'Ja, die van mij houdt wel van een feestje. Als er maar een beetje geswingd kan worden. 'Die van mij heet Carola.' 
Op de docentenavond loopt Laurie alles en iedereen te pleasen, behalve mij. Als ik even gezellig met haar oude koeien uit de sloot denk te gaan halen, zegt ze nors ‘fuck off’ en loopt richting de toilet, Maarten, Carola en mij verbaasd achterlatend. Die twee kijken me aan met een blik van: ‘Wat heb jij haar aangedaan, jongen?’. 
De volgende keer dat ik haar zie is twintig jaar later, bij het afscheidsfeestje van Riet, de direkteur van de organisatie waar ik dan werk. Laurie blijkt een vriendin van Riet te zijn. Vergeten ben ik de eerdere afgang in Vlaardingen. Ik hoop zij ook. Met een pilsje voor mezelf in de ene hand en een rood wijntje in de andere voor haar, plof ik naast haar neer: ’Ha, Laurie.’ Ze kijkt me aan. Staat zonder een moment te aarzelen op en loopt naar Riet. Ze praten. Laurie gebaart druk. Riet kijkt naar mij. Lijkt te proberen haar tot bedaren te brengen. Dat lukt niet zo. Laurie schudt driftig ‘neen’ en vertrekt. Ik wou dat ik wist waarom? 
 ‘Je confronteert haar met iets uit haar verleden, zegt ze, en meer wil ze er tegen mij ook niet over kwijt,’ hoor ik later van Riet. De laatste jaren doe ik maar net of ik haar niet ken…….. dat doet nog het minste pijn. Vandaag ben ik met mijn vriend Paul in het stadspark. Daar zie ik Laurie weer, bij de zomerzondag in het park, er is een concert en een optreden van een clown. Ze moet nu ook tegen de zestig zijn. Ze is hier met een vriend, begin vijftig schat ik, een kopje kleiner dan zij. Hij heeft een glimmend, kaal geschoren hoofd. Er is een meisje bij hun van een jaar of tien. Zij moet van hem zijn. Haar heb ik nog nooit met een kind gezien. Laurie ziet er eerlijk gezegd nog goed uit. Zo op een afstandje althans ... gekleed in het zwart. Ik zeg er nog even niks over tegen Paul. Dan zegt Paul:‘die vrouw daar ... nee, niet gelijk kijken, joh, ze kijkt volgens mij steeds naar ons, ik ken haar niet, jij?…..ken jij haar? ‘Ja Paul,’ zeg ik, ’dat is Laurie…..ik ken haar nog uit Utrecht, we zitten daar samen op school, korte tijd hebben we toen heel, heel erg veel lol gehad……alleen dat is nu over……maar vraag me niet waarom…....’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten