zondag 18 juli 2010

Charmes (6)

We gaan vanavond Italiaans eten. Het restaurant is een half uur fietsen van onze bungalow. Het is vroeg in de avond en aangenaam rustig. Maiskolven en zonnebloemen staan roerloos in de akkers naast het fietspad. Zwaluwen doorbreken de rust door ‘piepschreeuwend’ en met hoge snelheid laag over het weiland te scheren, zo vangen ze insecten-maaltijd…….dan vliegen de zwaluwen weer op en spelen een onduidelijk spel van razendsnel boven en onder elkaar door te vliegen……… …….zouden ze onweer aankondigen? Het is al wel een beetje benauwd. Aanvankelijk zitten we aan een tafeltje, in de brandende zon. Even verderop gaat een stel weg; wij schuiven op naar de vrijgekomen plek. We bestellen allemaal het dagmenu: spaghetti bolognaise met een glaasje wijn of bier voor tien euro per persoon. De drankjes worden in no time op onze tafel neergezet. Op het eten moeten we langer wachten………………..na een half uurtje nemen we nog maar wat te drinken ……het eten smaakt goed……alleen beetje weinig……………..de verhouding pasta-saus bevalt me niet, eigenlijk in geen enkel restaurant. De Italiaan serveert doorgaans nogal weinig saus op veel pasta. Het omvangrijke lichaam van Harrie heeft daar duidelijk niet genoeg aan; hij bestelt een portie spareribs als toetje . Ik neem, net als de dames, een tiramisu (is eigenlijk het lekkerst, als je het zelf maakt, maar dat kan nu eenmaal niet hier…..….)
Met z’n mond nog vol spareribs zegt Harrie, nauwelijks verstaanbaar, dat hij net zo’n stuurelement voor op zijn fiets wil gaan kopen als ik op mijn racefiets heb gemonteerd (een bull-grip). ’Er zit toch zo’n knik in dat stuurelement,’ vraagt hij.
‘Ja, antwoord ik, er zit zo ongeveer halverwege een lichte knik in’……….praten gaat bij mij doorgaans gepaard met (soms wat wilde) gebaren en terwijl ik nu aan Harrie vertel, hoe die knik in mijn stuur ongeveer loopt, sla ik de voorbij lopende ober zijn volle dienblad uit handen: ………..alle drankjes en glazen transformeren tot een ‘kledderzooi –met- scherven- fantasie’ op de vloer van het restaurant. Behalve het glas tomatensap, dat tuimelt ondersteboven op mijn nieuwe hagelwitte sportbroek……….de broek ziet niet meer uit. Linda dept de ergste tomatentroep van mijn broek met de papieren zakdoekjes uit haar handtasje; als Carola even later met een heel pak servetten aan komt zetten is het ergste werk al gedaan. ‘Not amused’, propt Carola de servetten in het vuilnisbakje even verderop. Met een geniepige grijns op zijn gezicht, slaat Harrie mij en die arme ober gade…….de ober lijkt vooralsnog geen troost te kunnen putten uit dat gezegde over scherven en het bijbehorende geluk…………misschien bestaat zulk geluk hier niet…….of zulke scherven.
Wat een smiecht die Harrie……….. wat een timing ook om mij precies op tijd die beweging te laten maken……..en …..wat een enorme zak.
Harrie staat op, laat enkele onbeschoft harde boeren en gaat op weg naar de fietsen. Ik maak mijn excuses aan de ober, ja…… ik!! Voordat ook wij onze fietsen gaan opzoeken helpen we hem nog wat grote scherven op te rapen.
Op de plek waar we onze fietsen gestald hebben is Harrie in geen velden of wegen te bekennen……..…zijn fiets staat er nog wel……….hij zal toch niet weer een rotgeintje uithalen…….dat gaat niet, nu ben ik aan de beurt.
Langzaam draai ik het ventiel van Harrie’s voorband los (de dames zien gniffelend toe wat ik doe, ten overvloede steekt Linda twee duimen tegelijk op) en terwijl zijn band sissend leegloopt, roep ik buiten proporties hard:
‘Harrie, waar ben je?’………geen reactie en nog eens roep ik hard:
‘Harrie’….het ventieltje van de nu lege band stop ik in mijn fietstas……ook Harrie’s fietspompje gaat daarin.
’Hallo,…………..’ klinkt het enigszins benauwd van achter een dichte rij struiken, ‘ik zit hier te poepen ……..wordt ineens overvallen door ‘the big shits’….……….maar….ga maar vast ……..ik red me wel……kom zo achter jullie aan, jongens(?).’
‘Goed, dan gaan we alvast, Har……we zien je zo wel….doehoei’, zeg ik.
‘Har?’, roep ik nog eens,’je licht doet het toch wel, hè?’
‘Ja, geen probleem….maar nog even wat anders……heeft een van jullie misschien papieren zakdoekjes bij zich, want ik heb niks om mijn kont mee af te vegen.’
‘Ik niet’, zegt Linda ‘die zijn opgegaan het deppen van de tomatensaus.’’
‘Ik heb nu ook niks meer voor je Har…..,’ zegt Carola, ‘die stapel servetten die ik had, liggen nu in dat kleine grijze vuilnisbakje, vlakbij de tafel waaraan wij aten……dus.’
‘Duidelijk zo?’ zegt Linda, ‘dan weet jij tenminste waar je je pleepapier kan gaan opvissen……………. maar we moeten u echt gaan, hoor……….doehoei.’
‘Okee, nou….eh…..sterkte, Har, Doei!

wordt vervolgd

Geen opmerkingen:

Een reactie posten