donderdag 10 maart 2022

VOLTREFFER

‘Pfeuheuho’ …Egor loopt met kleine stappen druk heen en weer in de eetzaal. Hij kan niet praten en is erg slecht ziend.  Er is net een bom gevallen, dicht in de buurt van het tehuis waarin hij woont, in de stad Lviv. Een oorverdovende knal. Hij loopt nu met zijn handen tegen zijn oren gedrukt. Egor is gehandicapt, geestelijk gehandicapt. ‘Hoeoeoeoe ...’ Hij is bang. Heeft pijn. De ruiten van zijn woning zijn gesprongen. Er zit glas in zijn benen. Hij bloedt en er is niemand in huis die hem kan helpen. Er zijn wel andere mensen in huis maar die zijn allemaal zoals hij of soms nog wel erger.  Die zijn ook bang. Begrijpen ook helemaal niks van er allemaal gebeurt. In een hoekje van de eetzaal gaat Egor, met opgetrokken knieën zitten.  Hij zit te grienen. Beweegt, met zijn ogen dicht, zijn bovenlichaam continu van voor naar achter.

Op de achtergrond is mitrailleurgeschut te horen. Angstig gegil van mensen op straat. Het is koud. Ook binnen: zes graden maar. Er kan niet meer gestookt worden. De instelling kan door een bombardement geen gas meer krijgen. De bewoners hebben allemaal wel warme kleding aan. Ze zoeken elkaar op in de eetzaal. Er zit nu een vijftal mannen bij Egor in zijn hoekje te huiveren. Zo  lijken ze toch wat warmte en troost te vinden bij elkaar.  Sommigen vallen in slaap. Egor niet. Hij is onrustig. Heeft last van het glas in zijn benen. Egor maakt zich los uit het slapende mannenclubje. Hij loopt in de richting van zijn kamer. Struikelt in het donker over  een kleedje. Valt op zijn knieën maar mankeert niks. Loopt verder en gaat in zijn kamer onder zijn bed liggen. Blijkbaar heeft hij wel het besef, dat hij daar veiliger is.

Het luchtalarm klinkt. Er komen bommenwerpers aan. Aanzwellend gebrom.  Een bombardement dreigt. Iedereen haast zich naar de schuilkelder als er tenminste een in de buurt is. Egon en zijn vrienden hebben geen flauw benul. Ze zijn afhankelijk van anderen.  Jevgen, een verpleegkundige, gaat het tehuis in. Hij komt de bewoners evacueren.  Hij kan maar twee bewoners tegelijk meenemen. Ze kunnen niet zelfstandig lopen.  De schuilkelder is een half uur verderop. Het zal niet meevallen om iedereen daar bijtijds te krijgen. Jevgen doet wat hij kan. De eerste ploeg is nu veilig. De  gewone mensen die daar zitten zijn ook als de dood. Ze zijn wel lief voor deze twee, ziet Jevgen. Nu die laatste drie nog oppikken.

Eerst die twee slaapkoppen halen, uit de hoek van de eetzaal. Dan Egor nog. Er is haast niemand meer te zien op straat. Het gebrom van de bommenwerper komt akelig dichtbij. Jevgen kan met deze huilende mannen toch echt geen stap sneller lopen.  Verstand op nul, blik op oneindig. Nòg twee in veiligheid gebracht,  in die schuilkelder, althans hij hoopt dat ze veilig zijn.

Terug in de instelling rent Jevgen naar Egors kamer. Trekt hem onder zijn bed vandaan. Zet hem overeind en loopt samen met hem in de richting van de uitgang van het gebouw. Dan is er een donderslag. De instelling wordt geraakt. Een voltreffer van de bommenwerper. Egor en Jevgen raken bedolven onder het puin. Ze overleven het niet.

Twee Oekraïners toegevoegd aan de genocide, die geregisseerd wordt door oorlogsmisdadiger Poetin.     

Geen opmerkingen:

Een reactie posten