dinsdag 8 maart 2022

WEER NAAR AVIGNON

Hij gaat weer naar Avignon. Voor het theaterfestival. De eerste drie weken van juli. Alle hotels daar blijken al volgeboekt. Zelfs campings mailen me dat ze al vol zitten in die die periode. ‘Dan maar op goed geluk,’ denkt hij, ‘desnoods wordt het op straat slapen of  bij iemand die ik op het festival tegenkom.’

 

Dan krijgt hij een mail van een hotelier uit Avignon, die via via  te horen heeft gekregen,  dat hij onderdak zoekt tijdens het festival. Zij biedt hem een twee- persoonskamer voor negentig euro per dag. Niet te weinig! Desalniettemin boekt hij impulsief. Voor hem alleen. Hij regelt ook de Thalys alvast. Twaalfhonderd kilometer, Rotterdam-Avignon, in nauwelijks 5,5 uur.  Retourtje is driehonderd euro. Een koopje.

Om de kosten van zijn verblijf wat te drukken, zoekt hij, op internet, via de reisgenotensite, contact met theaterfreaken  (m/v).  Contact is er even met  een amateur-cabaretière uit Amsterdam. Die haakt uiteindelijk af. Ze ziet zich niet drie weken een hotelkamer delen met een getrouwde, sigaartjes rokende, vroege vogel.

 

Nooit zal hij weten of ze een type ‘lekker wijf’ is of een preuts tutje. Zijn reactie is dubbel. Jammer, want negentig of vijfenveertig euro hotelkosten per dag scheelt nog al wat. Opluchting is er ook, want de gedachte aan drie weken samen met een ‘vreemde’ vrouw in een hotelkamer voelt voor hem behoorlijk ongemakkelijk. Gêne was er al bij voorbaat geweest: is hij wel toonbaar in zijn onderbroek … zou hij hardop scheten en boeren kunnen laten … naakt uit de douche durven komen?

 

Identiteitsverlies. Dat is zijn valkuil: dansen naar de pijpen van een ander. Territoriumstrijd. Zou ze hem dwingen op de grond te gaan slapen. In zijn slaapzak. Gelijk de eerste nacht al? Of misschien de tweede of derde nacht, wanneer hij haar, per ongeluk, in zijn slaap, zou hebben aangeraakt. Of  als ze er de voorkeur aan geeft, het bed te delen met een in Avignon opgepikte Franse, door de zon gebruinde playboy, met een afgetraind fitnesslijf. Waar blijft hij dan met zijn spierwitte, iets te zware, boekhouderslichaam. Nou, daar hoeft hij nu niet meer over in te zitten.

 

Hij stopt met reisgenoten zoeken. Dan maar een duur en misschien wel eenzaam festival. Op de zaak zeggen zijn, voornamelijk vrouwelijke, collega’s, dat ze dat nooit zullen doen. Hij krijgt het verwijt, dat je je vrouw toch niet alleen thuis laat zitten, terwijl jij lekker gaat lopen genieten en …  alléén op vakantie, daar is toch he-le-maal niks aan?  Dan heb je niemand om lol mee te maken.

 

‘Ach,’ zei hij stoer maar toch niet helemaal overtuigend: ‘ik ben blij dat ik er eens een tijdje uit ben, zonder mijn vrouw. We zitten nu al meer dan dertig jaar op elkaars lip … en wat dat  alléén zijn betreft: dat zal heus wel meevallen? Ik kom op het festival genoeg mensen tegen. Daar ben ik helemaal niet bang voor. Dat wordt straks echt genieten in Avignon, waar drie weken lang de verbeelding aan de macht is.’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten