zaterdag 10 oktober 2009

Een goede chauffeur

Zes weken geleden haalde mijn zoon Bart zijn rijbewijs. Toevallig precies op mijn verjaardag gaat hij op vakantie. Naar Zuid-Europa. Italië of Spanje, wat het precies zal worden weet hij nog niet….of liever gezegd weten zij nog niet, want hij gaat met twee vrienden…..in mijn auto.
Waarom ga je niet gewoon naar de Ardennen of Zuid-Limburg’, suggereert zijn moeder tamelijk kansloos. Hun besluit staat immers vast: Zuid-Europa. Drie weken. Met de auto. Mijn auto. Onze auto, bedenkt zijn moeder.
Je krijgt gewoon de auto niet mee. Je bent een veel te onervaren rijder voor het drukke verkeer in Frankrijk en zeker in Italië, daar rijden ze als idioten,’ dreigt zijn moeder, een beetje gemeen toch wel.
Ze ziet onze zoon al in min of meer gedeformeerde toestand vroegtijdig van zijn vakantie terugkeren. Ik vind het in feite ook niet zo’n goed plan. Maar ongelukken doen zich helaas overal ter wereld voor; ook in Sittard en in Delfzijl, zowel met ervaren als onervaren chauffeurs als slachtoffer. Ik besluit niet dwars te gaan liggen en hem de kans te geven rijervaring op te doen. Bovendien staat die auto anders toch alleen maar voor de deur.
En ík kan zeker straks de rotzooi weer opruimen,’ probeert ze mij en Bart schuldgevoelens aan te praten.
Zijn moeder verzamelt allerlei informatie, van veilige routes naar het zuiden tot afwijkende verkeersregels en strengere politie in het buitenland……....’dat merken we vanzelf wel,’ zegt Bart. Ook organiseert ze een beknopte cursus doe-het-zelf voor de automobilist (o.a. krikgebruik, oliepeil controleren en bijvullen ruitenwisservloeistof)……Bart heeft er nauwelijks tot geen belangstelling voor. Vlak voor zijn vertrek, wrijft ze hem nog het bericht op de voorpagina van de krant onder zijn neus: zwarte zaterdag in Frankrijk: 500 kilometer files. De weersvoorspelling is ook slecht: zware onweersbuien. Bart, zucht eens diep en leest rustig verder in zijn Voetbal International.’
Lekker een tentje opzetten in de blubber, dat is toch niks voor jou jongen,’maar nee…..ook dit sneeky ontmoedigen helpt haar niet.
Automobilisten uit Noord –West Europa wordt aangeraden om pas zondagavond op pad te gaan. Maar de plannen van Bart en zijn vrienden worden niet meer gewijzigd.
Sinds hij op pad is zit zijn moeder langdurig met haar knieën opgetrokken op de bank, meer shagjes te roken dan normaal……..blik op oneindig……. de vingers van haar linkerhand trommelen onheilspellende ritmes op de leuning van de bank. Haar eetlust, toch al niet gering, is aanmerkelijk toegenomen, de snoep- en koekvoorraad wordt in no-time weggeschrokt. Ook kijkt ze meer teletekst: het weer in Frankrijk blijkt al net zo beroerd te zijn als hier.
Voor dat weer had hij niet zo ver weg hoeven te gaan,’zegt ze gelijkhebberig.
Met de files valt het in het Zuiden wel mee: niet de verwachte 500 maar ‘slechts’ 250 kilometer. Zijn moeder wordt er echter niet vrolijk van.
Twee dagen is hij nu op pad en nog geen belletje van hem. Ze heeft weliswaar zijn mobiele nummer maar dat mag alleen maar in geval van nood gebeld worden. Anders wordt het duur. De kosten tot de grens zijn voor haar en vanaf de grens voor zoonlief.
‘Hij kan toch ook collect-call bellen, dat heb ik hem nog zo gezegd en dat kost hem niks. Hij weet toch dat ik…………’ zegt ze, met tranen in haar ogen.
‘Pieker toch niet zo meisje,’ zegt mijn schoonzus ‘s avonds, op mijn verjaardagsfeestje, ‘als Bart over drie weken terug is, kan hij prima rijden, wat wil je nog meer?’
Ja………..als………,’ zegt ze terwijl de traantjes over haar wangen biggelen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten