dinsdag 12 juli 2011

Een goed begin is het halve werk (3)

Hoewel nog maar net in Luxemburg aangekomen, wil ik toch al gelijk weer verder! Fietsen richting Frankrijk. Ik zoek het fietspad naar het stadje Alzingen;  mijn eerste overnachtingsplaats. Een schitterend fietspad, heerlijk fris met een giga-hoeveelheid groen op de pittige hoge heuvels rondom. 
Met nog zo’n vijf kilometer te gaan voor de camping van de dag, loopt mijn versnelling vast. Iets waar ik, dom, dom, dom, geen reet verstand van heb. Repareren zal echt niet gaan lukken. Voor een volgende fietsvakantie moet ik echt een fietsenmakerscursus gaan volgen, want zoiets als de wegenwacht bestaat er niet voor fietsers. Ik haal alle bagage van mijn fiets (zes tassen) en duw en trek op goed geluk een beetje aan de ketting en de dérailleur. ‘Klik’, klinkt het opeens en tot mijn stomme verbazing ‘toetiejutweer’. Ik heb deze keer gezwijnd maar het kan niet ander of het gaat een keer mis.  
De camping in Alzingen wordt duideljk aangegeven. Kanniemissen.  Ik krijg op de camping een plaatsje toegewezen tussen twee tot camper omgebouwde bestelwagens. De ene komt uit Luxemburg de ander uit Engeland. Die Engelsman is, als ik arriveer, aan het inpakken om weg te wezen. Hij vindt dat de scoutinggroep die achter zijn camper vier tenten en drie kratten bier heeft neer gezet, nu al, zo rond vijf uur ‘s middags, veel te luidruchtig is.

Ik zet mijn schitterende tweepersoonstentje op. Alles lukt! De haringen gaan hier heel makkelijk de grond in (ook zonder uitjes). Het tentje staat er mooi bij. Het moet alleen sneller kunnen. Nu doe ik het nog in iets meer dan anderhalf uur…….maar dit is pas de eerste keer…..over een weekje moet dat karweitje toch wel in een kwartiertje gepiept zijn, vind ik zelf.  Het is een mooie avond. Strak blauwe hemel, nauwelijks wind, twintig graden. Het is nu half zeven en vreemd genoeg heb ik helemaal geen zin in eten. Sterf wel van de dorst. Iets in me zegt dat ik wat vast voedsel naar binnen zou moeten proppen. Maar trek? Nee! Ik koop bij de campingsnackbar dan maar een mini pizzaatje: de helft van een klein broodje met wat saus, paprika en tomaat erop. Als ik er bij mijn tentje de eerste hap van neem merk ik pas dat dat broodje nog half bevroren is. Reclameren heb ik geen zin in. Ik vreet het ijspizzaatje gewoon op, omdat ik toch wat moet en vervolg het zuipen. Geen alcohol, beslist niet, want op en vòòr fietsdagen drink ik geen alcohol maar  water; water, water en nog eens water. Mijn dorst is trouwens niet te lessen vandaag. Sinds ik fiets heb ik zeker een liter per uur gedronken.

Om tien uur ga ik slapen. Om half zeven 's ochtends fiets ik bij de camping weg naar het plaatsje Arriange, negentig kilometer verderop. Een pittige afstand voor een dag als deze: de voorspellingen zijn: onbewolkt, windstil en 28 graden Celsius. 
Het schiet ook deze dag wederom niet erg op: het vroege vertrek wordt weer teniet gedaan door nieuwe pech met die klote-versnelling. Helaas lukt het me vandaag niet zoals gister om het euvel zelf snel te verhelpen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten