dinsdag 19 juli 2011

Een goed begin is het halve werk (9)

Een echtpaar, van mijn leeftijd, komt in hun cabriolet (MGM) over de camping aangehobbeld. De auto met Nederlandse kentekenplaat, rijdt naar het toegewezen kampeerplaatsje. Het echtpaar knikt me gedag en glimlacht minzaam.
‘Rot op, joh,  met je kut MGM,’ denk ik, hun glimlach vals weerspiegelend. 'Ga toch lekker fietsen.‘ 
'Hè, Jos, waarom moet je nu toch zo lelijk doen tegen die lui, ze hebben je toch geen kwaad gedaan?' zeg ik tegen mezelf. 'Kwenie, ik mag ze niet.'
Het opzetten van mijn tent schiet niet erg op. Ik voel me als een acteur in vertraagd afgespeeld filmfragmenten.
Deze camping is onderdeel van de prachtige tuinen van het paleis van Lunéville (zie foto hiernaast). Jammer is wel, dat de camping in het zuiden begrensd wordt door een drukke verkeersader. Ik word gek van de langs gierende vrachtwagens. 
Het wordt me zo onderhand wel een chagrijnige kut-vakantie, zeg,…..godverdomme……ik  loop eigenlijk alleen maar te kankeren op van alles en nog wat. Het zal onderhand ook wel een shitverhaal worden om te lezen. 
Met de minuut ga ik me kloteriger voelen.  Misselijk, duizelig, zwabberig, koppijn en dorst veel dorst Mijn lippen worden nu ook al een beetje rafelig en dat zal toch niet zijn omdat ik een paar dagen al niet heb kunnen schijten. 
Ik vat het plan op, om als die tent eenmaal staat naar de eerste de beste kroeg te fietsen en zoveel bier te zuipen dat ik de eerste twee maanden geen droge mond meer kan krijgen.

Dat bekakte MGM-stel loopt langs op de 'cat-walk' van de camping  in hun nieuwste zomer-outfit. Meneer houdt even halt en constateert:
‘U bent zeker nog niet zo làng aan het fietsen?’
‘Nou, dat valt nogal mee, een jaar of vijfenvijftig, dacht ik zo,’ zeg ik.
‘Nee, nee’ zegt de hete aardappel, ’zo bedoel ik het niet, ik bedoel in deze vakantie.’
‘Ooooooo, bedoel u dat so?? Nu toch ruim een week, hoor, hoezo?’ vraag ik
‘Nee, ik vraag het zomaar……zeg eh kerel, mijn vrouw en ik gaan op het terras van ‘l’Ancre in het centrum van Lunéville een borrel drinken, misschien zien we elkaar zo dadelijk nog; bied ik je nu alvast een drankje aan. Okee? Tot ziens dan hé, kerel en een prettige dag verder.’
Niks ‘zomaar vragen’, die lul vindt vast en zeker dat ik mijn tentje te langzaam opzet daarom vraagt ie dat. Zijn tentje staat al, terwijl hij later aankwam dan ik. Hij zit met zijn luie reet  de hele dag in die kakkers-cabriolet naast dat foeilelijke ouwe wijf van hem…ik zit me de hele dag in mijn doodzieke eentje, de pleuris te werken op die klote fiets. Nogal logisch dat zo’n tentje opzetten dan wat langzamer gaat. Dzjiezus wat ‘n paardenlul.  

Op de fiets ga ik naar ‘de eerste beste kroeg’. Om me vol te gieten. Het is zes uur in de middag; het heerlijkste weer van wereld. Vijfentwintig graden, een licht verkoelend briesje en een plekje op het terras in de schaduw. Ik bestel het grootste glas bier dat hier verkrijgbaar is. De barjuffrouw kijkt me een beetje vreemd aan zo van: ‘goh, rare combinatie, een man in zo’n sportieve outfit en dan zoveel alcohol bestellen.’ En gelijk heeft ze; dat past normaal gesproken  ook helemaal niet bij elkaar. Nee, normaal gesproken niet. Maar hier en nu is geen sprake van een normale situatie! Het wordt een groot glas vol met Chimay, een soort Trappisten biertje. Het is ijs- en ijskoud. In een mum van tijd heb ik het leeg en bestel gelijk een nieuwe vaas.
Hal valt me wat tegen van mezelf dat ik dat tweede reuzenglas niet in een keer naar binnen kan gieten. Na twee, drie slokjes moet ik het glas loslaten op het tafeltje vòòr me. Om me heen wordt een beetje gelachen alsof ze het wel gedacht hadden dat het me toch nooit zou lukken. Misschien lachen ze ook wel om wat anders. Het lukt me niet om nog meer te drinken mijn  lichaam verzet zich daartegen. Maar als ik even nìèt drink verdroogt mijn mond metéén weer. 
Zit ik alweer te zeiken over die droge mond. Verzin eens wat anders.   Okee, wat anders dan, sinds ik dat eerste biertje zo snel opdronk voel ik een vervelende druk op mijn borstkast; zo hier, kijk....links dus. Misschien moet ik maar eens een dokter gaan opzoeken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten