woensdag 13 juli 2011

Een goed begin is het halve werk (4)

Het schiet helaas niet op vandaag: ik vertrek om 06.30 uur van de camping en het is nog geen 07.00 uur als ik alwèèr met pech langs de weg sta. GVD weer die klote-versnelling. Ik sjor en trek als een amateurtje aan die dérailleur maar deze keer hoor ik niet het bevrijdende ‘KLIKJE’  Nu is het dus niet even gauw gefikst. Het is om zeven uur al behoorlijk warm. Ik moet mijn fiets nu een halve kilometer bergopwaarts duwen. Boven aan de berg zet ik mijn fiets tegen een woonhuis aan. 
Nù alweer zo’n dorst!
Uit het huis komt een vriendelijk lachende heer me tegemoet. Hij schuifelt tussen zijn huis en de daarnaast geparkeerde Peugeot. Als hij geen wandelstok had zou hij gegarandeerd omkukelen, dunkt me.
‘Mag ik hier mijn fiets even repareren meneer? vraag ik hem, natuurlijk, op zijn Frans, want Nederlands kan die man me niet verstaan. Hij lacht nog steeds vriendelijk dus het zal wel goed zijn. Wel blijft hij staan kijken naar wat ik doe en hoe ik het doe. Schuttterig schud ik de ketting eens heen en weer, probeer de trapper voor- of achteruit te bewegen maar dat heeft natuurlijk he-le-maal geen zin, dat schiet ook helemaal niks op.  Hulpeloos kijk ik de oude baas aan en vraag hem of hij me misschien kan helpen. Ik schaam me er bijna voor het hem te vragen. Het logische antwoord van de man is dat ie niks kan. Hij is blij dat hij daar nog kan staan zonder om te vallen. Hij is 64 jaar zegt hij, dat valt nog me mee, laat ik nou gedacht hebben dat ie al een eind in de zeventig was. Hij heeft twee maanden terug een hart operatie gehad en toen twee dagen in coma gelegen. Nu revalideert hij dus.
 Een jonge vrouw, ‘da’s mijn dochter’’ zegt de oude man stapt in de Peugeot en rijdt weg. Het vertrek van zijn dochter is blijkbaar voor de man het signaal om toch maar voor mij in actie te komen.
‘Gooi al die bagage er maar af, meneer en zet die fiets maar ondersteboven. Ik ga wel even een schroevendraaier halen.’ Binnen drie minuten heeft hij, met een beetje gericht wrikken wroeten met zijn schroevendraaier mijn dérailleur gerepareerd. Drie minuten! Ik ben met het op- en afladen van mijn bagage zeker drie kwartier kwijt. 
Maire, zo heet hij, vult mijn bidons ook nog eens met heerlijke ijskoude spa rood en ik kan weer op pad.  Ik neem nog even een foto van hem en beloof hem die toe te sturen als ik eenmaal thuis ben.

Mijn zelfvertrouwen slinkt trouwens wel met de minuut door dit soort materiaalpech. Pech die ik zelf niet kan verhelpen. Ik moet er niet aan denken dat zoiets me overkomt op een verlaten stuk van de route, in de kokend hete zon. 
Daarbij zit het me ook niet lekker, dat ik vrijwel constant dorst heb, terwijl ik toch genoeg drink. Nu, zo na de laatste pech gaat mijn maag ook nog eens opspelen: het aanhoudende, vervelende gevoel van misselijkheid. Zou het nog van die halfbevroren pizza zijn? Veel anders heb ik eigenlijk niet gegeten: beetje muesli ook en een paar sultana’s. Als ik aan het eind van de middag aankom in Arriange zal ik eens op zoek gaan naar een gezellig eettentje, waar ze iets stevigs te eten hebben, hoewel ik eerlijk gezegd totaal geen honger heb.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten