donderdag 17 februari 2011

Dochter en vriendin (1)

Juliëtta, mijn Argentijnse vriendin, komt straks  bij ons op bezoek.  Mijn vrouw, Carola, net als ik 61 jaar oud en Juliëtta, 20 jaar jong,  willen elkaar graag leren kennen.  Nou vooruit dan maar! Het is Juli’s laatste avond in Nederland. Vanaf morgen zit ze tien dagen in Londen.
Ik heb besloten dat ik me ook vandaag weer eens ga lopen uitsloven en dit maal op het culinaire vlak.  Carola maakt me er op attent dat Argentijnen grote vleeseters zijn. Daarom maak ik goulash met veel rundvlees. Niet zo moeilijk goulash. Belangrijkste is het rundvlees minstens drie uur te laten sudderen.

Het klopt wel wat Carola zegt, van dat veel vlees eten.  Gisteravond bestelde Juli bij een Turkse snackbar een Döner. Dat is een broodje met vlees, groenvoer en een soort saus. Bij haar bestelling maakt ze gelijk duidelijk dat het haar alleen maar gaat om het brood, het vlees en de saus. De Turk mag van Juli de sla, tomaten, komkommer en stukjes ui, linea recta de compostbak in schuiven.

Volgens afspraak haal ik Juli om vijf uur op  bij de Doelen. Ze gaat bij  mij achterop de fiets naar ons huis.  Mijn fietsje houdt dat prima: want de dame is niet zo groot (1.67 m.) en niet zo zwaar (54 kilo).
Carola krijgt een grote reep bijzondere chocola van Juli: chocola met balsamico(?!?).   Carola is gek op melkchocola; ik betwijfel of ze dit lust.
Onze kat komt gelijk naar Juli toe en loopt met haar mee naar binnen; als onze kat, Thijs zo doet, zit het wel goed.
Alsof ze zich in een zojuist geopend museum bevindt, zo loopt ze door ons huis. Ze vraagt of ze foto’s mag maken.
‘Ga je gang,’ zeg ik, 'maar wacht even, dan ga ik wel eerst even een beetje opknappen.’
‘Nee joh, ik wil alleen maar foto’s maken van dit moderne Hollandse interieur, Jee.’

Gisteravond heb ik het vlees, in kleine stukjes gesneden, aangebraden en met zout en kruiden twee uurtjes lekker laten sudderen. Nu, zo’n anderhalf uur voor etenstijd verhit ik het rundvlees weer even en kieper ik de kleingesneden knoflookjes, uien, paprika’s en tomaten bij het vlees. Over ruim een uur staat er dan gegarandeerd een smakelijke  goulash op tafel.
Tot mijn genoegen merk ik, dat de dames het uitstekend met elkaar kunnen vinden. Ze bekijken en bewonderen elkaars creatieve werkstukjes, zoals de schilderijen, tekeningen en de mozaïekjes van Carola en Juli’s  foto’s video’s, sieraden en zelf gemaakte kleding.  Juliëtta is met name onder de indruk van een drietal aquarellen die Carola maakte van een naakte,  zwangere vrouw, liggend op een bedbank. Carola op haar beurt is weer verrukt over het vest in verschillende blauwtinten, dat Juli aan heeft. Speciaal door haarzelf gebreid ter bescherming tegen de Hollandse kou. Als ze straks in april weer terug is in Cordoba, haar woonplaats in Argentinië, zal ze Carola het breipatroon opsturen. Natuurlijk bemoei ik me er niet mee maar ik denk dat Juliëtta zich die moeite wel kan besparen.

Vijfendertig jaar geleden heb ik Carola voor het laatst iets zien breien: mijn keeperstrui. Ik was destijds doelman van VOH 12. Keepend in een zwarte trui met een  ingebreid geel ‘smile-hoofd’ ter grootte van een voetbal, word ik onpasseerbaar voor elke aanval, zo fantaseerde ik.  Of ze het nu willen of niet: alle ballen worden als een magneet aangetrokken door de ’smile’. Dat dacht, dat hoopte ik destijds. Toch was ik toen al vijfentwintig jaar!  Dat seizoen werd deze zwarte ‘smile-panter’,  in 18 wedstrijden maar liefst 113 keer gepasseerd.
Bijna huilend van de spierpijn had Carola de trui afgebreid. Ze besloot nooit meer aan breien te beginnen. Tot op de dag van vandaag houdt ze dat vol. 35 jaar breit ze al niet meer.  Maar tegen Juli zegt ze niet:
‘Laat maar zitten hoor, dat patroontje…...’
Beetje vreemd, dat wel; maar goed, ze zal daar haar redenen wel voor hebben.

(wordt vervolgd)

Geen opmerkingen:

Een reactie posten