donderdag 10 februari 2011

Rose lepelrek

Mijn buurvrouw Caroline. Alleenwonend. Drieënzestig. Drie keer getrouwd. Drie keer gescheiden. Drie kinderen (42, 41 en een nakomertje van alweer 22). Drie kleinkinderen.  Ze weet duidelijk even geen raad met Pieter. Ze kent hem al jaren. Eerst als buurman, later als de partner van Lenie, de moeder van Kim, klasgenootje van haar zoon.
 
Pieter komt altijd de kinderen van school halen. Een gezellige, beetje excentrieke man, die graag en veel met de moeders op het schoolplein praat. Met Pieter kan je lachen en hij kan overal over meepraten: lekkere receptjes, afgeprijsde groenten, hoe je de ramen weer spic en span krijgt, een hagelwitte was, glanzende meubeltjes, het inzetten van ritsen in spijkerbroeken, een kleedje kloppen, een stevige afwasborstel, een goede  mop (om de vloer me te dweilen), aan de lijn doen en ‘wel of niet lekker in je vel zitten’. Echt van die fijne damesonderwerpen. Heerlijk vindt hij dat. Glunderend staat hij dat soort gesprekken te voeren en niet zelden heeft hij zelf het hoogste woord. Er is wel eens gekscherend over hem gezegd:
‘Iedereen hier in de buurt weet dat Pieter homo is, alleen weet hij zelf nog niet.’

Over de echte vrouwendingen als ongesteldheid, maandverband, make-up, watergolfje, zwangerschap, permanentje of een bh kan hij niet veel zeggen. Als dit soort onderwerpen en seks ook, ter sprake komt, klapt hij dicht en is hij snel vertrokken. Vreemd voor zo’n spontane snuiter als Pieter. Dat wel. Maar het is niet anders. Daar ligt voor hem duidelijk de grens voor zijn openhartigheid naar de moeders.  
Een piep klein beetje zwangerschap, beleefde hij, zoals hij zelf zegt, toen hij met Lenie, zijn vrouw, zwangerschapsyoga deed.  Ademhalingsoefeningen, bewust in en uitademen en samen ’puffen’. Zwangerschapyoga, ja, daar praat hij dan wel weer graag over en hij ziet aan de dames om hem heen dat ze het kunnen waarderen dat hij dat samen met zijn meisje heeft gedaan.

Ja, Pieter is populair bij de ‘moeders’ op het schoolplein. Hij heeft een leuke kop, lieve  ogen, klein sikje en kleedt zich leuk. Draagt strakke broeken en afkledende shirts. Het is een leuke, slanke vent, die ook nog goed is  met de kinderen ... let wel ... op de goeie manier goed dan……ja….dat moet er dan tegenwoordig ook wel  bijgezegd worden.

Het leeftijdsverschil tussen Pieter en Caroline is vijftien jaar. Ze ziet er nog prima uit, kleedt zich spannend extravagant, heeft een vlotte babbel en zit boordevol energie. Kort geleden liepen Pieter en Caroline elkaar na lange tijd weer eens tegen het lijf op een buurtrommelmarkt. Zij wist niet dat hij ook geïnteresseerd was in de soort prullaria dat  op zo’n rommelmarkt  vanaf een euro per artikel wordt verkocht. Ze heeft al een mooie zomerhoed gekocht; zomer of winter, altijd draagt Caroline een hoofddeksel. Haar in rap tempo uitdunnende haar wordt daarmee het best gecamoufleerd. Nu zoekt ze nog naar een rose lepelrek. Ze wil alles in haar keuken rose hebben.    

Hé Catherina,’ zegt Pieter.
‘Zeg maar Caroline vandaag!’ verbetert ze hem ... als ogen konden doden ... 
‘Caroline, o,  sorry, Caroline, leuk je weer eens te zien. Heb je al wat gekocht ... eh ... eh ... Wat zit er in je tasje?’
‘Ga je geen reet aan!’
Caroline ziet hem het liefst zo snel mogelijk weer opdonderen.
‘Lenie is gisteren bij me weggegaan!’
‘O ja? Hoezo?’ vraagt Caroline.
‘Ze gaat vreemd met een vent van haar werk. Al een paar maanden! Ze vertelt het me en ik zeg spontaan:
‘Leuk is dat: ... nou, ga dan maar ook gelijk bij die vent inwonen, daaaaaaag Lenie.  Ja dat zei ik.’

‘En je dochter dan?’
‘Kim, die woont al weer een tijdje bij haar vriend. Ze weet het nog niet eens van haar moeder?’
 ‘Goh, Pieter, klote zeg  en eh……….hoe voel je je nu?’
‘Zwaar kut natuurlijk, Caroline, wat dacht je’.
‘Logisch ja!’
‘En Lenie?’
‘Die kan wat mij betreft helemaal doodvallen.’

‘Hé, Pieter, moet je eens kijken wat een gaaf rose lepelrek daar staat. Laat ik daar nou net naar op zoek wezen. Hoeveel? Vijf euro? Kom nou, ben niet achterlijk....... ..drie kan je krijgen....... ach, vent, stik d’r in!’
‘Geef maar dat rek. Hier heb je drie.’ zegt Pieter tegen de verkoopster.
Hij geeft het rek aan Caroline, die al een stukje is doorgelopen.
‘Hòmoooooooo!!’ zegt ze lachend tegen Pieter ‘……..drie euro, dat is toch veelvoor zo'n rek! Zo verpest je de markt.’
‘Maar toch bedankt, schat. Heel lief van je.’
Ze kust hem op zijn wang, geeft hem een arm en zo  lopen ze samen de markt af .
Caroline opent het zakje waar haar zojuist gekocht zomerhoed in zit en zet hem op haar hoofd.

 
'En......staat ie me een beetje, Pieter?''
'Hij  staat je geweldig Caroline!' 
‘Even een bakkie doen bij mij thuis...........?’

Geen opmerkingen:

Een reactie posten