dinsdag 22 februari 2011

Ganzen genoeg

Een vriendin van me, nota bene een ornitofiel, (een vogelliefhebber toch?), noemde de overbevolking van witte ganzen in de singel bij haar voor de deur een vorm van miljeuvervuiling. Persoonlijk vind ik dat wel erg cru.  Het heeft wel iets, vind ik, die grote groepen dobberende vogels.  In het donkere water van de singel geeft de aanwezigheid van de hagelwitte ganzen, de grasstroken én de oude bomen langs de waterkant een fraaie aanblik. 
Laatst had een gans een ei gelegd. U weet wel, zo’n ding waarmee ganzen zich voortplanten.  Sneaky Luc, een omwonende, ergert zich al jaren mateloos aan de ongebreidelde groei van de ganzenpopulatie in de singel. Hij wil een daad stellen. Sneaky Luc is van mening, dat hij al te vaak en al te lang met zijn autootje heeft moeten wachten voor ganzencolonnes, die de weg oversteken.
‘Dus weg ermee,’ denkt Luc, en geef hem maar eens ongelijk. Time is money, toch?  Hij wacht tot rustig af tot het nacht is en er geen mensen in de buurt zijn.  Dan loopt Luc naar het nest; verjaagt met een paraplu de broedende gans en een gans die haar te hulp komt, waarschijnlijk haar man. De ganzen blazen om Luc angst aan te jagen maar dan hadden ze vroeger moeten opstaan! Onze dappere held in bos en veld gaat onverdroten voort met zijn boze plan en stampt driftig het ganzenei kapot, gaat vervolgens voldaan op huis aan en ontdoet aldaar zijn schoen nog even van wat slijmerig eiwit.  
  
Buurman Arthur heeft meer last van het dierlijk lawáái. Wacht op het moment dat zijn  ganzenbuurvrouwtje Toos van nummer 148 liefdevol haar vrijwilligerswerk gaat doen. Vóór het verkeer goed op gang komt op de weg langs de singel, zo tussen ’s ochtends tussen half zeven en zeven uur, heeft Toos haar werkje al gedaan. Deze ganzen, veroordeeld tot een levenslang vliegverbod, zijn rond kwart over zes al onrustig.
'Gakgakgakgakgakakgakgak' en nog veel en veel meer 'gak', want uit wel honderden hongerige kelen, vele malen luider dan ik hier kan suggereren. De ganzen peddelen niet rustig in de singel; ze zijn niet aan het grazen. Nee, vol ongeduld drommen  hongerige ganzen samen voor de deur bij Toos.  Kwart over zes! Het ganzenkabaal is oorverdovend; niet alleen bij Toos maar ook bij Arthur voor de deur. Hij wordt compleet gestoord van het slaaptekort. Slapen doet hij daarom de laatste tijd maar in zijn auto, voor de deur bij de sigarenwinkel. Alleen nu slaapt Arthur niet. Hij moet wakker blijven; hij gaat heel vroeg iets doen.
Om precies half zeven komt Toos naar buiten. Haar armen heeft ze gestrekt omhoog. In haar handen een goed gevulde vuilniszak, hoogstwaarschijnlijk vol met brood. Heel even  maar pikken enkele onervaren, jonge of domme  ganzen in Toos haar kuiten.
‘Hup, hup, hup!!’ hoeft ze alleen maar te zeggen, nog niet eens zo hard of alle ganzen voegen zich in het grote, levende donzen dekbed dat nu met Toos richting singel schuift.
Arthur start zijn wagen en rijdt met grote snelheid in op het overstekende donzen dekbed. Het was in eerste instantie absoluut niet zijn bedoeling om Toos te raken. Hij ging er gewoon vanuit dat  zij, na zijn aktie, wel eieren voor haar geld zou kiezen en zou stoppen met haar diervriendelijke vrijwilligerswerk. Eigenlijk was ze daar toch al wat te oud voor geworden.  Drieëntachtig....................


NB:      Er zijn ook mensen die er vriendelijkere methodes op na houden om ganzenpopulaties op peil te houden: zij doen dat  iets anders dan Luc en Arthur. Zie:     www.pcfholland.nl/ganzen.html 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten