woensdag 23 februari 2011

Gans Ommoord

Ommoord: soms ken het echt niet anders en moet je d’r naar toe….of je wil of niet.
Ik moet er naar toe voor de bridgecursus.
 De bridgecursus wordt gegeven in een totaal uitgeleefd buurthuis. Hoop dat kenissen me  daar nooit naar binnen zien gaan. Ommoord op zich is al triest; dit clubhuis verhoogt het verdriet alleen maar door zijn matheid, verveloosheid en kilheid (zowel qua atmosfeer als qua temperatuur).
Het moet wel heel raar lopen of de stookkosten zijn dit jaar enorm gedaald in dit gebouw. Wij, bridgers, hebben deze winter herhaaldelijk de knoppen van alle radiatoren alle richtingen op gedraaid. Warmer dan hooguit dertien graden is het in het bridgehok nooit geworden.
Niet alles is mis, hoor: de bridgeleraar is puik en in het bridgeklasje zitten, op een enkele uitzondering na, bijzonder leuke ouwetjes. Mijn op een na oudste zus bridget trouwens tegenwoordig ook mee. Ze kan het al  heel behoorlijk. Dat was voor mij een aangename  verrassing.

Aangenaam gezelschap……vanzelfsprekend is dat een belangrijke voorwaarde om prettig ergens te kunnen vertoeven. In Ommoord vertoeven zonder aangenaam gezelschap …….ik moet er niet aan denken. Als ik alleen rondwandel in Ommoord krijg ik suïcidale neigingen. Ik bespeur bij mezelf een vreemde aandacht voor de natuur: ik kijk of een boom geschikt is om me aan op te hangen. Een waterpartij beoordeel ik op verdrinkingsmogelijkheden en met dezelfde  intentie bekijk ik de door Ommoord denderende metro.
In het  Oude Noorden, mijn eigen woonwijk, een volksbuurt, een achterstandswijk, voorheen  vogelaarwijk nu prachtwijk, heb ik het altijd prima naar mijn zin. Ook al is het koud, de bewoners, straatjes en pleinen zijn warm. Volop plekken zijn hier voor een lekkere bak koffie of een pils en in de winkelstraatjes vind je zeker de leuke dingen die je wel of niet nodig hebt. Of ik nu alleen ben, in aangenaam of rottig gezelschap: het Oude Noorden is voor mij altijd leuk.   

Gisteren vroeg mijn zus na de bridgecursus:
‘Jee, eet je bij mij een boterhammetje mee?’
Ik liet niet merken, dat ik er geen zin in had.
‘Ja’, zei ik, omdat ik al vijf keer eerder ‘nee’ zei. Het smaakt me gewoon nooit als ik eet in Ommoord. Met wat mijn zus op tafel zet is helemaal niks mis. Het is vers, het ziet er lekker uit, daar niet van.  Ik krijg het eten in Ommoord altijd zo moeilijk door mijn keel, wat ik ook eet.
Om mijn zus een lol te doen, eet ik een boterhammetje, met een plakje paardenrookvlees. Kan het lichter verteerbaar? Toch houd ik het meestal niet binnen. Ook dit keer niet. Op weg naar huis maar gelukkig nog in Ommoord komt al het eten er weer uit.

Ik rijd langs Lidl Ommoord. Moest nog zuurkool, spekjes, gehakt bietjes en ham kopen.  Doe het maar hier. Vóór de Lidl staat een grote hagelwitte gans. De vogel waggelt naar een  dame, die met een goed gevulde boodschappentas de winkel uit komt. De vrouw stopt de gans iets toe. Het beest schrokt het weg en volgt de dame in de richting van het fietsenrek. Naar Ommoord -  maatstaven gemeten is dit een uitzonderlijk leuk tafereel. De boodschappentas laat ze in haar fietstas zakken. De dame loopt naar het fietspad. Ze wil net gaan fietsen als ze opeens de gans op haar bagagedrager ontwaart. Met zijn kop wroetend in haar fietstas. Logisch dat dit de dame wat te gortig wordt. Ze geeft de schobbejak verontwaardigd een flinke zet. De gans moet dan even zijn balans hervinden om vervolgens te waggelen naar de Lidl ingang om daar zijn plek weer in te nemen. De vrouw is inmiddels uit het zicht verdwenen.
Bij de ingang van de Lidl, zie ik een andere staan. Deze gans staat ook de straatkrant te verkopen.


Voor vriendelijke suggesties mbt  beheersing van ganzen populaties:

Geen opmerkingen:

Een reactie posten