zondag 27 februari 2011

Zaalvoetbaltoernooi

De winter van 1960 was lang, eenzaam, erg koud en had voor mij persoonlijk iets bizars. De voetbalcompetitie lag al wekenlang stil. Zowel publiek als voetballers hongerden naar de bal. Sponsors besloten in de Energiehal, een zaalvoetbaltoernooi te organiseren tussen Rotterdamse, Schiedamse en Delftse profclubs: Feijenoord, Sparta, Excelsior, SVV en DHC deden mee. De Hal was afgeladen. Mijn vader, die toevallig eens thuis was, had twee kaartjes kunnen bemachtigen. Sterren van dit toernooi waren mannen als Coentje Moulijn, Reinier Kreijermaat (Feijenoord) en Tinus  Bosselaar (Sparta). Dat hoorde ik althans van mijn vader. Ik heb ze niet zien spelen. Tien jaar was ik en vrij klein nog. Ingeklemd stond ik tussen grote kerels. De vent achter me wilde geloof ik door me heen; nou ja, hij zou zelf ook wel geduwd zijn.
Door het ontbreken van  tribunes was het zicht op de wedstrijd matig. Als ik zo hoog mogelijk op mijn tenen ging staan, zag tussen de schouders van twee mannen vóór mij de hoofden  van de voetballers bewegen. een bal heb ik de hele dag niet gezien. Mijn vader, die naast me stond, is om voor mij onduidelijke redenen niet op het idee gekomen om me op zijn schouders te nemen. Ik zal inmiddels al wat te zwaar geweest zijn. Zo’n krachtpatser was mijn vader nu ook weer niet.

Gejuicht werd er regelmatig in de finale die gespeeld werd tussen Feijenoord en Sparta.  De score liep op naar 5  - 4. De mannen vóór me waren voor de partij die vijf keer soorde. Een van die kerels landde een paar keer met zijn grote poten op mijn koude tenen. (de zaal is onverwarmd dus ijskoud). Die kerel achter sprong bij alle doelpunten van zijn favoriete club zo tegen me aan dat ik steeds bijna naar voren tuimelde. Ik viel dus een paar keer tegen die man voor me aan,  die merkte het niet eens, in ieder geval gaf hij geen krimp.

Bij de koetjesrepenverkoper had pa een paar chocoladerepen gekocht. Dat kon ik wel zien. Hij gooit een reep naar mij en eet er een zelf op. De reep is wel  bruin en zoet maar smaakt nauwelijks naar chocola.

Ik geloof dat er weer een doelpunt is gemaakt, maar alleen die vent achter me staat te juichen. Met kleine sprongetjes in mijn rug duwt hij me naar de man voor me. Vrij abrupt stopt hij er mee. Omdat er nog al wat druk gezet was door de man, tussen mijn schouderbladen, ging ik even met mijn hand naar die plek. Onderweg kom ik met mijn hand tegen iets vlezigs, warms….verbaasd voelde ik door en toen wist ik het: het was een pik…….een eikel. De eikel van die vent achter me. Ik schrok er van. Mijn hart ging vreselijk tekeer. Als ik mijn hand van die eikel terugtrek, ga ik langs de slijmerige substantie achterop mijn jas.  Géén idee wat dat was dat plakkerige spul. De vreemde flauwe geur herken ik ook niet. Als tien jarige kon ik dat ook nog niet herkennen. Dat kwam pas drie jaar later, toen ik voor het eerst masturbeerde.
Wat beweegt een man er toch toe, hier in zo’n sporthal, met zoveel mannen om zich heen,  zijn sperma uit te storten op het kleine ventje dat ik was? Nooit heb ik geweten of het een jonge of een oude man was. Hoe hij er uit zag weet ik ook niet, omdat ik niet durfde om te kijken.  Met niemand heb ik hier over gesproken. Het voorval was ook zó bizar; ik kon het niet verwoorden. 
Dat bevlekte jasje hoefde ik niet meer zo lang te dragen; groeide er snel uit.

Feijenoord won de finale van Sparta met 6 – 5. Kort na dat zaalvoetbaltoernooi stegen  de temperaturen snel zodat er weer op het veld gevoetbald kon worden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten