maandag 14 februari 2011

Opengereten

Ik ben sinds november 2009 lid van de club ‘Levenslijn’ . De club heeft helemaal niks te maken met handlijnkunde of psychotherapie op antroposofische basis. Neen, het is de naam van mijn sportschool. Ik heb de sportschool niet uitgezocht op de onduidelijke naam maar de club is het dichtst bij mijn huis en ook nog de goedkoopste van allemaal. Vieren een halve minuut lopen en 15 euro per maand.  Voor dat geld mag ik alleen maar in de daluren komen sporten:  op werkdagen tussen 7 en 18 uur.

Ik ga altijd zo vroeg mogelijk. Het liefst van 7 tot 8 uur 's ochtends.. Het is er dan heerlijk rustig. Er sporten daar dan enkele ook niet zo  fanatieke leeftijdsgenoten. Die allen gemeen hebben dat ze wel eens toestelletje over wiilen slaan voor een gezellig praatje.  Ik merk dat het fijn is, vertouwd voelt,  om de mensen bij Levenslijn bij naam te kennen.
'Hallo Jee, hoe is het ermee?'
'Prima…en met jou, Rinus, Sandra, Leo,  Aicha, Achmed, Munir.' Veel meer ken ik er nog niet; heel veel meer zijn er ook niet in die vroegte. 

De sporttas gaat tegenwoordig niet meer mee. Geen handdoek, zeep, shampoo, sportkleding, sportschoenen, badslippers of kammetje en haarvet meer.  Ik hijs me vooraf thuis in sporttenue, gooi een  sporthanddoek om mijn nek en loop het kleine stukje naar de club.

Ik begin altijd met roeien; tien minuten tot een kwartiertje roeien; da’s m’n warming up. De ‘roeiboten’ staan opgesteld achter de hardloopapparaten, die weer zijn opgesteld voor een spiegelwand. Ik roei dus in de unieke positie dat ik tegelijkertijd zowel kont als kop van de sporter voor mij kan bewonderen. Aan diezelfde spiegelwand zijn ook vier televisietoestellen bevestigd die steevast staan afgestemd op National Geografic, Animal Planet en een programma dat the Dog Whisperer heet. Dat laatste programma wordt gepresenteerd door een man, de dogwhisperer zelf(?). Die man, met de griezelig  kleine snijtandjes,  zie ik er voor aan de biefstuk van mijn bordje te snaaien als ik even de andere kant opkijk. Net als mijn eigen brave hondje Sita trouwens ooit eens deed met de gordon bleu op mijn bord. Als Sita dat had geweten........ van die prikkertjes in de gordon bleu, was hij er nooit aan begonnen. Wat heeft dat beest daar een ellende van gehad, zeg. Ik ook trouwens.......

Het is tijd om naar boven te gaan; het echte werk wacht. De bi- en de tricepsen en in een later stadium de hamstrings en de buikspieren. Op hoge toon staan Leo en Sandra te kijven. Beiden zijn zijn Surinaamse zestigers; creolen om precies te zijn. Ik weet precies over wie ze het hebben. Bouterse natuurlijk. Sandra is een Bouterse-fan. Leo haat die man. Voor de rest kunnen ze het goed vinden met elkaar……zo te zien althans; want ze lachen heel wat af samen. Waarover weet ik dan weer niet want al die lachdingen gaan in het Surinaams. Leo vindt  het belachelijk dat Bouterse van de 25e februari een nationale feestdag wil maken.
‘Hoe komt die drugsdealer er bij om de dag dat hij de democratie in Suriname om zeep hielp en vijftien landgenoten koelbloedig vermoordde, tot feestdag uit te roepen?’ zegt Leo  en duwt, liggend op zijn rug,  veertig kilo omhoog. Later zei Leo me nog dat dit hem op zijn buik liggend nooit zou lukken.
Sandra zegt dat ze blij is met Bouterse, ondanks al zijn streken.
‘Erg welvarend is het is Suriname nog lang niet. Het is er in ieder geval stabiel  sindsdien en Desi is onlangs door het volk toch maar tot president gekozen.'
Net als ik een beetje wil gaan werken aan mijn borst- en buikspieren,zie ik, dat de lederen bekleding van de zitting  van dat toestel diagonaal is opengereten. Ik roep Rinus, de beheerder er gelijk maar even bij.  
Die begint zowat bij te janken.
‘Heeft de sportschool soms vijanden gemaakt, Rinus?’
‘Ik zou het niet weten, Jee, maar zoiets doe je toch niet?!’
Leo, die net wil beginnen aan ‘de Flow’:
‘Kom, Rinus, kijk hier….ook kapotgesneden.’
 ‘Hier,’ roept Sandra,’een band van de bodyrow doorgeknipt!’
 Er is duidelijk iemand boos……of……..ontregeld.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten