maandag 20 september 2010

Buur Karel (4) de bruid en Joep

Logisch gevolg van de brand is dat we onze buurman Karel wat scherper in de gaten gaan houden. We willen niet nog eens zo onaangenaam verrast worden door hem. Karel zelf denkt dat stommiteiten als met die brand, gebeuren, omdat hij alleen is……….daarom gaat hij op zoek naar een vrouw……hij weet ook al wat voor soort vrouw: een Indonesische, hij heeft gehoord dat die lief zijn en gehoorzaam. Via, via kent hij iemand met contacten in Indonesië. Voor vijfduizend gulden kan Karel binnen drie maanden een gewillig bruidje thuis bezorgd krijgen. Bij bestelling de helft aanbetalen en bij aflevering de rest. Het valt hem vies tegen dat hij na de bestelling nog drie maanden moet wachten op zijn bruid. Ik probeer bij Karel wat te weten te komen over zijn aanstaande....hoe groot is ze? hoe heet ze? hoe oud is ze? waar woont ze nu? heeft ze zelf al kinderen?....maar hij laat niets los. Voor eerst sinds ik Karel ken bespeur ik iets van lol bij hem......lol om mijn nieuwsgierigheid naar haar.
Hij weet zijn geleerde zuster zo gek te krijgen dat hem het geld leent. Ik heb haar wel eens eerder ontmoet op een verjaardag van Karel. Een slimme dame…..ja en ze is ook een keurige dame, altijd in mantelpak, haren in een ne permanentje; ze is directeur van een verzorgingshuis. Ze praat, terecht natuurlijk, bijzonder somber over de alcoholconsumptie van haar broer en gelooft niet dat Karel ooit af zal kicken. Onherkenbaar is hij sinds hij vocht in Korea, vertelt ze me:
‘Een slanke, sportieve, vrolijk vent is hij vóór die tijd. Met een vast groepje op dansles, aanvoerder van zijn voetbalteam bij Ursus; hij speelt in het eerste van de Tweede klasser KNVB. Een sociaal figuur is Karel, die door mensen in zijn omgeving over allerlei zaken om advies wordt gevraagd. Nu zit hij hier dag in dag uit in zijn eentje voor het raam te verpieteren.
Op een dag rijdt Karel in Korea met een maat een dorpje in een legerjeep. Er klinkt een mitrailleurschot, vanuit een dicht begroeid moerassig gebied. Zijn maat, die jeep bestuurt, is op slag dood. De jeep rijdt stuurloos een schoolpleintje op………… met spelende kinderen …………drie kleuters worden platgereden allen morsdood. Karel mankeert lichamelijk niks.’
Zijn zus ziet dat Indonesische vrouwtje zo’n beetje als het allerlaatste redmiddel. ‘Misschien dat hij minder gaat drinken met een vrouw in de buurt. Misschien dat we de sociale, gezellige Karel dan ook weer eens te zien krijgen. Daarom help ik hem hier financieel mee.’

Sindskort heb ik een nieuwe kat. Een kater. Kennissen van mij kunnen hem niet aan. Daarom zit hij nu bij mij. Joep heet hij. Nog niet eerder heb ik zo’n grote zware kater gehad. Hij weegt bijna twaalf kilo en is zo groot als een pitbull. Ik moet eerlijk toegeven dat dit nieuwe huisdier me fors tegenvalt. Mijn ander kat, Hanny, een normaal formaat poesje, moet niets van die grote bullebak hebben. Zij blaast uit alle macht naar Joep als hij in haar buurt komt, maar het maakt op hem geen enkele indruk……..als Hanny niet oppast krijgt ze nog een flinke optater met die tijgerklauw van hem. Uit angst voor zware mishandeling durft onze kleine Hanny niet meer op de kattenbak, die nu immers ook de kattenbak van Joep is geworden. Tsja, ik kan het Hanny dan ook niet kwalijk nemen dat ze nu elders in huis haar behoeften doet. Karel hoort mij tegen de andere huisgenoten mopperen over Joep. Karel vindt Joep een leuk beest, heeft hem al een paar keer over de trap zien lopen.
‘Als je hem niet meer wil, geef mij hem dan maar,’ bromt Karel.
Dit fantastische aanbod kan ik niet afslaan:
‘Okee Karel, Joep is van jou!’

wordt vervolgd

Geen opmerkingen:

Een reactie posten