donderdag 9 september 2010

Oost-Westlijn

Een eurootje geef ik hem. De bedeljunk in de metro lijkt blij: ‘prettige dag verder, mieneer,' papegaait hij de kassière van de supermarkt na.
Hij stinkt, ik ruik niks hoor, maar ik zie het aan het vieze gezicht dat de Turk trekt als de junk hem geld vraagt. De Turk geeft hem niks. De junk heeft vreemde ogen. Ze draaien. Hij heeft een mager gezicht, lange, vette haren, dito baard. Zijn gelaat is donker........een zwakzinnige Marokkaan, vermoed ik.
Blijft alsmaar in zichzelf mompelen in het gangpad van de metro. Het kartonnen koffiebekertje, voor het bedelen, heeft hij bijna helemaal samengeknepen in zijn smoezelige vuist. Zijn kleren zijn goor. Zal hij wel uit vuilnisbakzakken gevist hebben. Alleen zijn schoenen zien er puik uit. Asics. Bij elkaar gebedeld? Voor een beetje junk zijn een paar goeie schoenen van levensbelang. .
Hij lijkt me niet het type om iemand van zijn Asics te beroven. Volgens mij is hij daar te naïef......ook te goedig voor.

Tutje Droog heeft haar tasje op het tweezitsbankje in de metro aan de raamkant gezet; zij zit aan het gangpad en leest de Telegraaf, alsof ze wil zeggen ik wil niemand naast me hebben. Het wordt drukker in de metro en alle zitplaatsen zijn bezet ook zowat alle staanplaatsen. Het tasje van tutje Droog houdt echter nog immer die ene zitplaats bezet. Niemand die haar vraagt:
‘ mag ik er even langs mevrouw, ik wil op die plaats zitten,’ terwijl dit metrostel vol zit met van dat brutale, onbeschofte schorrimorrie....zo te zien althans.

De Postcodeloterij is de enige commerciële adverteerder, die ik in de gauwigheid kan ontwaren op deze oost-westlijn van de Metro. Verder ziek ik verschillende mededelingen van het stadsbestuur op de wanden van het metrostel aangeplakt…..en: op elk station hangt een affiche, met een in het héél groot uitgevoerd gedicht of gedichtregel zoals deze:
‘de kroketten in het restaurant zijn aan de kleine kant’ 1961 Cornelis Vaandrager.
In elk metrostel hangt ook zo'n zo’n soort gedicht. Ik heb er verschillende gelezen maar alleen die hierboven heb ik onthouden……die is ook niet zo moeilijk..

Zowel in de metro als op de perrons veel graffiti. In de trein veelal lelijk uitgevoerd, te gehaast en vrijwel alles in zwart. Ronduit schofterig zijn tags die met een scherp voorwerp in de ramen van het metrostel zijn gekrast.

Met een wazig melancholieke blik staat een Nigeriaanse jongeman geleund tegen een van de palen in het metrostel. Kwetsbaar lijkt hij mij: smalle schoudertjes, angstige blik in de ogen, die voornamelijk naar de vloer gericht zijn.Zijn kleren duiden er niet op dat hij tot een bepaalde ‘gang’ hoort. Het lijkt de jas van zijn vader, de broek van de een of andere zeeman en schoenen van Bristol, die hij draagt. Heel rustig wacht hij tot hij is waar hij er uit moet. Eenzaam lijkt hij me. Na een dag van school of werk naar huis. Een overvol huis met misschien wel een dronken vader een gestresste moeder en een huis vol broertjes en zusjes. Thuisgekomen roept hij dat hij er is en kijkt hij of er een rustig plekje te vinden, is waar hij even op adem kan komen. Op de vliering van het huis, daar waar verder alle afval staat, gaat hij zitten met opgetrokken knieën……doet zijn ogen dicht en sluit zich verder af van het lawaai van beneden. Weldra is hij ingedommeld.

Daar zit ze……ook al op weg naar huis, na een ochtendje oppassen op een kind van twee jaar bij een doktersgezin. Mevrouw …..ze ìs al erg klein ….en hier, in de metro, maakt ze zich nog kleiner ……ze is al meer dan een jaar arbeidsongeschikt. Ze is bang dat kinderen ziek worden door haar nalatigheid..........als ze niet hygiënisch genoeg is. Dus poetst ze en poetst ze dat het een aard heeft. Zo erg dat ze er zelf ziek van wordt. Nu is ze weer aan het werk gegaan, ze probeert het…… therapeutisch heet dat tegenwoordig ……………het is gelukkig al wat minder met die poetsfobie maar om nou te zeggen die poetstic is helemaal verdwenen........nee.....dat nou ook weer niet......maar dat kan ook nog niet natuurlijk.

Bij metrostation Marconiplein gaan ze er allemaal tegelijk uit: tutje Droog, die met succes het plaatsje naast haar bezet heeft weten te houden; de junk, met een goed gevuld bekertje, de Turk, die net zo vies naar de junk keek maar nu lacht naar een kleuter in een kinderwagen; de vrouw met de poetsfobie, die het toch weer niet kan laten en het lege in elkaar gedrukte pakje Marlboro opraapt, dat de junk in dit metrostel achterlaat en tot slot dus de bescheiden Nigeriaan, die, iedereen, die er hier uit moet, laat voorgaan.
Ik blijf nog even zitten......ga door naar Station Spijkenisse en van daar met de bus naar Delta, voor maandelijkse controle.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten