donderdag 16 december 2010

Bittere spekjes

Uit verveling ga ik vanzelf meer eten, drinken, televisie kijken ook. Ik heb dat met eenzaamheid en neerslachtigheid ook,  maar minder. Als ik eenzaam of neerslachtig ben ga ik schrijven en meestal verdwijnen die gevoelens dan. Door het van me af te schrijven geef ik mijn treurnis weinig speelruimte.
Een hele dag thuis zijn: heerlijk! Geen stress ook dan! Niemand die aan mijn hoofd zeurt dat ik iets moet doen of laten. Heerlijk! Telefoon lekker laten gaan. Het is wel mijn beurt om te koken vandaag…….maar dat geeft doorgaans geen stress.Vanavond eten we boerenkool met spekjes e rookworst van de Hema. Een vrij gemakkelijke maaltijd. Daar kan iemand, die met aandacht kookt, zich geen buil aan vallen.

Het wordt uiteindelijk een klein pest beetje, het eten dat ik voor mijn vrouw en mijzelf klaarmaak. Ik kook vier ons boerenkool en een pondje aardappelen en stamp dat tot een ‘pot’  De porties boerenkoolstamppot liggen er enigszins verloren bij op de grote borden. Okee, de heerlijk riekende sappige, iets te zoute, halve rookworst komt er nog lekker naast liggen. Ook de spekjes moeten er nog bij maar die stellen wat teleur. Die hebben zich iets te zwart laten bakken ….maar ach, er is verder niet zo veel te eten in huis en we hebben honger, dus zijn we niet zo kritisch.
Ik prak de te zwarte spekjes door onze boerenkoolstamppot, waardoor ik die bittere spekjessmaak niet zo héél erg proef. Als we de prak op hebben zegt mijn vrouw dat we wel eens een lekkerdere boerenkoolstamppot gegeten hebben maar,  zegt ze, het geheel is uiteindelijk toch wel vullend genoeg.
‘Zie je wel,’ zeg ik in mezelf, ‘dan valt allemaal best mee!’ Bovendien hebben we nog het toetje.
Aan het toetje heb ik godzijdank nauwelijks werk. Ik heb afgelopen zaterdag al vier grapefruits gekocht bij Bas van der Heiden. Jammer genoeg is één van de grapefruits keihard, zuur en wat droog. Ik heb hem als een citroen uitgeperst. Ik krijg er met moeite een jeneverglaasje sap uitgeperst en bluhgh, bluhgh, bluhgh wat vreselijk zuur. Mijn vrouw heeft de pech deze grapefruit op haar bordje te krijgen. Ik ben zo vriendelijk om de helft van mijn verrukkelijke vrucht, sappig, niet te zoet, niet te zuur, aan haar af te staan. Daarna slacht ik meteen nog een derde grapefruit. Ik snijd een grapefruit altijd dwars doormidden met een zeer scherp gekarteld mes. Met datzelfde mes snijd ik van de ene helft, het vruchtvlees los van de schil en vervolgens de grapefruitstukjes los van elkaar. Dan wip met een vork de partjes uit de halve grapefruit en tenslotte schep ik met een lepel alle resterende sap  uit de halve  grapefruit. Na een korte pauze begin ik dan aan de tweede helft.
We zijn dan klaar met eten. Mijn vrouw draait een shagje, steekt die op en gaat druk praten. Allerlei zaken passeren de revue: haar werk, onze jongste zoon, de buurt, onze kater en zijn kattebak, het slecht weer. Over ieder item wordt tamelijk lang gasproken. Elk onderwerp ìs in den regel al meerdere malen besproken. Ik krijg het er enigszins benauwd van. Ze kan soms druk gaan praten en doen……ze gaat dan  harder praten………met haar armen zwaaien…………mij zetjes tegen mijn bovenarm geven.  Dat  is vermoeiend. Ik vind het knap van mezelf dat ik haar blijf aanhoren. Soms doe ik alsof ik luister. Uit zelfbescherming. Van wél luisteren zou ik zware hoofdpijn krijgen.
Wanneer zij, tot slot van zo’n langdurige tirade naar haar pakje shag gaat zoeken om een nieuwe peuk te rollen,  is voor mij het moment gekomen om van tafel te gaan; ik ga de eettafel afruimen, afwassen, koffie drinken met een stroopwafel, eten en televisie kijken.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten